Deel 4: Het beleid van de Europese Unie Pp. 14-15.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Hoofdstuk 5: Arbeidsmarkt in de EU
Advertisements

van verdragsbepalingen
1 Basis doelstellingen voor een toekomstig Gemeenschappelijke Landbouw Beleid (GLB) Boerenbond – VODO werkgroep Landbouw.
De Europese Unie: vloek of zegen voor bedrijven? Annemie NeytsMinister van StaatEuropees Parlementslid.
Staatsinrichting 1 Veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke.
De regionale overheid p
Hoofdstuk 11deel 2 handel en marketing
Protectionisme versus Internationale samenwerking
Hoofdstuk 8: Nederland en Europa.
Hoofdstuk 1 Het begin van Europese samenwerking.
Internationale betrekkingen
P2.2 Landbouw en platteland in Europa
§1.2 – Euroboeren in de kou.
Impact van de dienstenrichtlijn op de sector van de sociale economie Hans De Vriese vzw Kleis.
Internationale handel
Doelstelling 2 Amsterdam Groot Oost
Hoofdstuk 3: Beleid van de EU
Globalisering H2.
Globalisering H2.
Hoofdstuk 3 Instellingen van de EG en hun bevoegdheden.
Hoofdstuk 2 Beginselen van de EG. Taken EG: Het instellen van een gemeenschappelijke markt (= interne markt), dat wil zeggen één enkele binnenmarkt. Het.
Hoofdstuk 1 van EGKS tot EU.
Hoofdstuk 11 Vrij kapitaalverkeer. (2/14) Het vrije kapitaalverkeer (inclusief het vrije betalingsverkeer) wordt gewaarborgd door artikel 56 van het Verdrag:
Hoofdstuk 4 Europese wetgeving.
Samenvatting: hoofdstuk 1
Europese Samenwerking
Doelstellingen en beginselen
Bingo Europese Unie. 1.Waarvoor kun je je stem uitbrengen op 22 mei? Bingo.
Verdragen en inleiding Europees Recht
Europese Samenwerking
Historisch overzicht paragraaf 6.2
Hoofdstuk 2 Arm en rijk in Nederland en Europa.
Politiek.
De Europese Unie: 500 miljoen mensen – 28 landen
Visie op Duurzaamheid  .
Slide 1 Visie op GLB Luc Rogge 24 maart slide 2 Eerste reactie evenwichtige tekst compleet  nood aan 5-tal krachtlijnen om draagvlak te creëren.
Internationalisering kernpunten. internationalisering ► Verbondenheid met de “wereld”.  Via de media  Internet  Satelliet  Via verdragen  Instanties:
Hoofdstuk 3 Arm en rijk in de VS en Nigeria.
Belasting die je moet betalen als je een product invoert.
7.3: Trampolinebed of hangmat?
8.2 Hebben we baat bij de EU? In deze PowerPoint-presentatie leer je over: Europese interne markt Harmonisatie Monetaire Unie © Noordhoff Uitgevers 2012.
Rollenspel EU besluitvorming
2VMBO Mens en Maatschappij
§4: Regering en Parlement:
De economische kringloop
H o o f d s t u k 3 H e t W e l v a a r t s p e i l § 3.1 Werken en waar? Drie bestaansmiddelen of economische sectoren Primaire, secundaire en tertiaire.
Televisie en computer H13.3 EUROPESE EENWORDING. 1.Nieuwe wereldoorlog voorkomen 2.Andere economische aanpak (geen protectionisme als in de jaren ‘30)
Hoofdstuk 6 Productie.
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen.
Blok 3 Nooit meer oorlog Deelvraag:
De Europese eenwording
Staatsinrichting van Nederland (deel 2)
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Nederland en Europa
NEDERLAND HANDELSLAND
Instructie hoofdstuk 8 Internationale ontwikkelingen
Welkom havo 4..
2. De ondermijning van het Congres van Wenen
Examen ma2 N.a.v. het SE P7.
Bingo Europese Unie.
Cursus 6.3 : Europese Eenwording 2 KGT Lesweek 3
Maatschappijkunde Politiek H7 t/m 10.
Cursus 6.3 : Europese Eenwording 2 KGT Lesweek 3
Duurzaam ondernemen.
inclusief WW PROTECTIONISME Invoerrechten Strenge regels Invoerverbod Contingentering (aantal afspreken)
Rollenspel EU besluitvorming
Nederland en de rest van de wereld
Inflatie en koopkracht
Europese Unie De Europese pijler van sociale rechten
§5.4 Samenwerken in Europa
Als jullie het voor het zeggen hadden…
Transcript van de presentatie:

Deel 4: Het beleid van de Europese Unie Pp

Eenheidsmarkt Vrij verkeer van goederen, personen, kapitaal en diensten tussen lidstaten Concreet? – Reizen zonder grenscontrole – Je mag gaan wonen in een lidstaat naar keuze

Economische en Monetaire Unie (EMU) Hangt samen met idee vrije markt  ook economische en monetaire eenheid Eenheidsmunt: Euro Europese Centrale Bank (Frankfurt)

Regionaal beleid EU Sociale en economische vooruitgang stimuleren Ongelijkheden tussen lidstaten en regio’s tegengaan: Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) Vooral voor ‘nieuwe’ lidstaten (Oost-Europa) Ook voor ‘oude’ lidstaten: bijv. provincie Henegouwen

Gemeenschappelijk landbouwbeleid Hervorming vanaf 2013  zie filmpje (Rijksoverheid, Nederland) Denk na over deze vragen: – Wat is de belangrijkste verandering in het GLB? Boeren moeten meer doen dan alleen produceren: aandacht voor effecten van landbouw op mens en maatschappij Vooral ecologisch: milieuvriendelijke productie + ruimte voor natuur – Geef enkele concrete praktijkvoorbeelden Zorgboerderij, toerisme, natuurbeheer

Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) Voedselvoorziening Europese bevolking garanderen Bescherming levensstandaard van boeren Bescherming ecologisch evenwicht Voordeel voor grote landbouwbedrijven Eerst protectionistisch, nu hervormd  aandacht voor mens, natuur en maatschappij

OmschrijvingBedrag in euro (2009)% van totale uitgaven Duurzame groei % Gemeenschappelijk landbouwbeleid % Burgerschap, vrijheid en recht % De EU als mondiale partner % Administratie % Compensatie ,18% Totaal %

Sociaal beleid Stelt vrij weinig voor…  Verschillend beleid per lidstaat Vele vragen over sociale cohesie EU Grote sociale bescherming (vgl. België) of juist minimumbescherming (vgl. Verenigd Koninkrijk)? Moeilijk beslissingen te nemen: unanimiteit Raad van Ministers

Concurrentie Bedrijven willen zo veel mogelijk winst  zoeken goedkoopste land om te produceren (minste sociale bescherming)  delokalisatie ‘Oneerlijke’ concurrentie tussen landen Verplichting voor EU-leden om sociale wetgeving aan te passen  vermindering sociale wetgeving

Andere domeinen Milieu, onderwijs, gezondheid, enz. Soms weinig macht: vb. defensie, buitenlandse politiek Europees leger?  tegenstand in grotere lidstaten

Taak 11 mei Zoek een recent Nederlandstalig krantenartikel (papier of online) over een beleidsdomein waarin de EU actief is Schrijf een synthesetekst (ca. 300 woorden) met: – Korte samenvatting van de inhoud (1 ste paragraaf) – Aantonen op welke manier de EU in dit beleidsdomein actief is: welke instellingen? (2 de paragraaf) – Eigen standpunt: vind je de rol die de EU speelt positief? (3 de paragraaf)

Taak 11 mei Mogelijke media: De Morgen, De Standaard, De Tijd, Knack, … Informerend artikel of opiniestuk (naar keuze) Artikel zelf telt minstens 500 woorden; er is geen maximum-limiet Let op je zinsbouw en taalgebruik! Voor verdere informatie: zie taak

Deel 5: de wetgeving van de EU P. 15

De verschillende wetten van de EU Complex rechtssysteem Recht met supranationale werking: EU-recht is direct van kracht in iedere lidstaat ‘Primacy’: EU-recht heeft voorrang op nationaal recht

Drie bronnen van EU-recht Primair recht – Verdragen van de EU – Bepaald door lidstaten Secundair recht – Afgeleid van primair recht – Normen gecreëerd door instellingen zelf (niet door lidstaten) – Richtlijn: EU-’wet’ moet door lidstaten worden ingevoerd volgens nationale middelen / vormen (zie p. 11) – Verordening: direct van toepassing in iedere lidstaat  nationale instanties mogen zelf niets doen

Drie bronnen van EU-recht Uitspraken Hof van Justitie – Naleving EU-wetgeving (zie p. 11)

Oefeningen en opdrachten, p. 16: vragen 2 t.e.m. 4 Gebruik informatie in je cursus (pp. 5-15) 2. Hoe heette de Commissie vroeger? Hoge Autoriteit  zie ook tekst Schuman (pp. 5, 6, 7) 3. Waarom wordt de Europese Raad een sleutelinstelling genoemd? De Europese Raad is verantwoordelijk voor het uitzetten van het algemene beleid van de EU

Oefeningen en opdrachten, p. 16: vragen 2 t.e.m. 4 Wat zijn de belangrijkste bevoegdheden van het Europees Parlement? – Wetgevend initiatief – Commissie goed –of afkeuren (Commissie moet steun hebben van Parlement) – Hoorzitting van commissarissen in Parlement – Kandidaat-commissievoorzitter gekozen door Parlement – Motie van wantrouwen  evt. aftreden Commissie

Oefeningen en opdrachten, p. 16: vragen 2 t.e.m. 4 Vraag 5 overleefde zichzelf niet…

Nog enkele belangrijke begrippen (p. 17) Bevoegdheid: toestemming om een handeling uit te voeren  voorbeeld: minister van Defensie heeft bevoegdheid over het leger Krijtlijn: algemene visie over toekomst  waar wil je naartoe? (werk Europese Raad) Monetair beleid: maatregelen om eigen munt te stabiliseren  interne muntwaarde (koopkracht) + externe muntwaarde (wisselkoers: waarde tegenover andere munten)

Nog enkele belangrijke begrippen (p. 17) Inflatie: stijging van algemeen prijspeil  meer geld in omloop zonder meer productie  goederen worden duurder, geld wordt minder waard (intern: minder koopkracht + extern: slechtere wisselkoers)

Nog enkele belangrijke begrippen (p. 17) Deflatie: daling prijspeil  stijgende koopkracht + stijgende wisselkoers  prijzen blijven dalen: volgend jaar is hetzelfde product goedkoper  Gevolg: aankopen worden uitgesteld  Gevaarlijk voor economie

Nog enkele belangrijke begrippen (p. 17) Prijsstabiliteit: er is weinig inflatie of deflatie Consumentenprijsindex: meting inflatie  hoeveel duurder worde producten / diensten tegenover het jaar ervoor?  ECB: index niet hoger dan 2 % Wetgevend initiatief: recht om wetsvoorstellen te doen