Televisie en computer H13.3 EUROPESE EENWORDING. 1.Nieuwe wereldoorlog voorkomen 2.Andere economische aanpak (geen protectionisme als in de jaren ‘30)

Presentatie over: "Televisie en computer H13.3 EUROPESE EENWORDING. 1.Nieuwe wereldoorlog voorkomen 2.Andere economische aanpak (geen protectionisme als in de jaren ‘30)"— Transcript van de presentatie:

1 Televisie en computer H13.3 EUROPESE EENWORDING

2 1.Nieuwe wereldoorlog voorkomen 2.Andere economische aanpak (geen protectionisme als in de jaren ‘30) 3.VS bevordert samenwerking West-Europa om sterk te staan tegenover het communisme OORZAKEN EUROPESE SAMENWERKING

3  1944 Benelux (douane-unie)  1951 EGKS (Schuman)  Verzoening Frankrijk en Duistland  Voorkomen zelfstandige wapenindustrie van Duitsland door integratie van kolen en staal  Duitsland, Frankrijk, Italie, Benelux  1957 EEG (verdrag van Rome): vrijhandelszone  1967 EG: ook politieke samenwerking  1973 Engeland, Ierland en Denemarken lid VERLOOP EUROPESE SAMENWERKING

4  Jaren ‘80: Griekenland, Spanje en Portugal lid  1990 Duitse hereniging: uitbreiding samenwerking  Vrije verkeer van personen en goederen (Schengen)  Europese regels voor producten  1992 Verdrag van Maastricht  Nauwere samenwerking (Europese Unie)  Monetaire Unie (financieel beleid afstemmen)  2002 invoering Euro  2004 Uitbreiding 10 landen

5 Raad van Ministers (voorstellen goedkeuren) Europese Hof (rechters; controleert wetgeving) Europees parlement (volksvertegen- woordiging; wetten goed of afkeuren) Europese Commissie (wetten verzinnen) Europees volk Europees volk (algemene lijn, voordragen kandidaten voor de Commissie) 1. wetsvoorstel 2. wetsvoorstel 3. wetsvoorstel Stemmen 1x in 4 jaar Benoeming leden Voordracht leden

6  2007 naar 27 lidstaten  5 kandidaat leden: o.a. Turkije  Eurocrisis (eist structurele economische hervormingen en dat gaat moeizaam) LAATSTE ONTWIKKELINGEN

7

8 KNELPUNTEN VAN DE SAMENWERKING  Toetreden van nieuwe ‘zwakke’ lidstaten  Verdeeldheid tussen welvarende en niet zulke welvarende landen  Democratisch tekort: weinig invloed van burgers op de besluitvorming  Bang om de identiteit van een land te verliezen  Bang dat grote staten de dienst uitmaken  Tegen supranationale instellingen  Mede hierdoor wordt in 2005 de Europese grondwet afgewezen

9