Welkom in deze ochtenddienst. In deze dienst gaat Br. E. Groenewold voor.
Orde van de dienst - 1 Welkom en mededelingen Psalm 100:1-4 Gezang 318:1-3 Wet Psalm 130:3 en 4 Schriftlezing Johannes 3:1-21
Orde van de dienst - 2 Gezang 75:13-15 Preek Gezang 449:1-5 Dankgebed Collecte Gezang 481:1-4 Zegen
Welkom en mededelingen
Psalm 100:1, 2, 3 en 4 Juicht Gode toe, bazuint en zingt. Treedt nader tot gij Hem omringt, gij aard' alom, zijn rijksdomein, zult voor den HEER dienstvaardig zijn.
Psalm 100:1, 2, 3 en 4 Roept uit met blijdschap: "God is Hij. Hij schiep ons, Hem behoren wij, zijn volk, de schapen die Hij hoedt en als beminden weidt en voedt."
Psalm 100:1, 2, 3 en 4 Treedt statig binnen door de poort. Hier staat zijn troon, hier woont zijn Woord. Heft hier voor God uw lofzang aan: Gebenedijd zijn grote naam.
Psalm 100:1, 2, 3 en 4 Want God is overstelpend goed, die ons in vrede wonen doet. Zijn goedheid is als morgendauw: elk nieuw geslacht ervaart zijn trouw.
Stil gebed, votum en groet
Gezang 328: 1, 2 en 3 Here Jezus, om uw woord zijn wij hier bijeengekomen. Laat in 't hart dat naar U hoort uw genade binnenstromen. Heilig ons, dat wij U geven hart en ziel en heel ons leven.
Gezang 328: 1, 2 en 3 Ons gevoel en ons verstand zijn, o Heer, zo zonder klaarheid, als uw Geest de nacht niet bant, ons niet stelt in 't licht der waarheid. 't Goede denken, doen en dichten moet Gij zelf in ons verrichten.
Gezang 328: 1, 2 en 3 O Gij glans der heerlijkheid, licht uit licht, uit God geboren, maak ons voor uw heil bereid, open hart en mond en oren, dat ons bidden en ons zingen tot de hemel door mag dringen.
Psalm 130: 3 en 4 Ik heb mijn hoop gevestigd / op God den HEER die hoort. Mijn hart, hoezeer onrustig, / wacht zijn verlossend woord. Nog meer dan in de nachten / wachters het morgenlicht, blijf ik, o Heer, verwachten / uw lichtend aangezicht.
Psalm 130: 3 en 4 Gij al Gods bondgenoten, / ziet naar zijn toekomst uit! De HEER is vast besloten / tot goedertierenheid! Hoort aan de goede tijding: / Hij geeft in zijn geduld aan Israël bevrijding / van onrecht en van schuld.
Schriftlezing (Uit de Nieuwe Bijbelvertaling) Joh 3:1-21
1 Zo was er een farizeeër, een van de Joodse leiders, met de naam Nikodemus. 2 Hij kwam in de nacht naar Jezus toe. ‘Rabbi,’ zei hij, ‘wij weten dat u een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de wondertekenen doen die u verricht.’ 3 Jezus zei: ‘Waarachtig, ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ Johannes 3:1-21
4 ‘Hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is?’ vroeg Nikodemus. ‘Hij kan toch niet voor de tweede keer de moederschoot ingaan en weer geboren worden?’ 5 Jezus antwoordde: ‘Waarachtig, ik verzeker u: niemand kan het koninkrijk van God binnengaan, tenzij hij geboren wordt uit water en geest. Lukas 12:16-21
6 Wat geboren is uit een mens is menselijk, en wat geboren is uit de Geest is geestelijk. 7 Wees niet verbaasd dat ik zei dat jullie allemaal opnieuw geboren moeten worden. 8 De wind waait waarheen hij wil; je hoort zijn geluid, maar je weet niet waar hij vandaan komt en waar hij heen gaat. Zo is het ook met iedereen die uit de Geest geboren is.’ Lukas 12:16-21
9 ‘Maar hoe kan dat?’ vroeg Nikodemus. 10 ‘Begrijpt u dit niet,’ zei Jezus, ‘terwijl u een leraar van Israël bent? 11 Waarachtig, ik verzeker u: wij spreken over wat we weten en we getuigen van wat we gezien hebben, maar jullie accepteren ons getuigenis niet. Lukas 12:16-21
12 Wanneer jullie me niet geloven als ik over aardse dingen spreek, hoe zouden jullie me dan geloven als ik over hemelse dingen spreek? 13 Er is toch nooit iemand opgestegen naar de hemel behalve degene die uit de hemel is neergedaald: de Mensenzoon? Lukas 12:16-21
14 De Mensenzoon moet hoog verheven worden, zoals Mozes in de woestijn de slang omhooggeheven heeft, 15 opdat iedereen die gelooft, in hem eeuwig leven heeft. 16 Want God had de wereld zo lief dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. Lukas 12:16-21
17 God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door hem te redden. 18 Over wie in hem gelooft wordt geen oordeel uitgesproken, maar wie niet in hem gelooft is al veroordeeld, omdat hij niet wilde geloven in de naam van Gods enige Zoon. Lukas 12:16-21
19 Dit is het oordeel: het licht kwam in de wereld en de mensen hielden meer van de duisternis dan van het licht, want hun daden waren slecht. 20 Wie kwaad doet, haat het licht; hij schuwt het licht omdat anders zijn daden bekend worden. 21 Maar wie oprecht handelt zoekt het licht op, zodat zichtbaar wordt dat God werkzaam is in alles wat hij doet.’ Lukas 12:16-21
Gezang 75: 13 en 15 U kennen, uit en tot U leven, Verborgene die bij ons zijt, zolang ons 't aanzijn is gegeven, de aarde en de aardse tijd, o Christus, die voor ons begin en einde zijt, der wereld zin!
Gezang 75: 13 en 15 O Christus, ons van God gegeven, Gij tot in alle eeuwigheid de weg, de waarheid en het leven, Gij zijt de zin van alle tijd. Vervul van dit geheimenis uw kerk die in de wereld is.
De kinderen gaan naar de bijbelklas. Het onderwerp is: ‘Wie is Jezus?’ (Marcus 8:27-9:1)
God enkel licht, wiens aangezicht zo blinkend is van luister, ziet ons onrein, ziet hoe wij zijn vervallen aan het duister. Gezang 449: 1, 2, 3, 4 en 5
Der sterren pracht is voor Hem nacht, hoe hel zij schittren mogen; en wij, bevlekt, met schuld bedekt, wat zijn wij in zijn ogen? Gezang 449: 1, 2, 3, 4 en 5
Heer, waar dan heen? Tot U alleen! Gij zult ons niet verstoten. Uw eigen Zoon heeft tot uw troon de weg ons weer ontsloten. Gezang 449: 1, 2, 3, 4 en 5
Ja, amen, ja, op Golgotha stierf Hij voor onze zonde. Zijn schuldloos bloed maakt alles goed en reinigt ons van zonde. Gezang 449: 1, 2, 3, 4 en 5
God onze Heer, wil tot uw eer ons klein geloof versterken. Dan zullen wij Hem, waarlijk vrij, volgen in goede werken. Gezang 449: 1, 2, 3, 4 en 5
Voorbeden en dankzegging
Nadat de kinderen terug zijn, zal er gecollecteerd worden voor: 1.Werelddiaconaat: Voedselbank te D’Kar in Botswana 2.Kerk
O grote God die liefde zijt, o Vader van ons leven, vervul ons hart, dat wij altijd ons aan uw liefde geven. Laat ons het zout der aarde zijn, het licht der wereld, klaar en rein. Laat ons uw woord bewaren, uw waarheid openbaren. Gezang 481: 1, 2, 3, en 4
Maak ons volbrengers van dat woord, getuigen van uw vrede, dan gaat wie aarzelt met ons voort, wie afdwaalt met ons mede. Laat ons getrouw de weg begaan tot allen die ons verre staan en laat ons zonder vrezen de minste willen wezen. Gezang 481: 1, 2, 3, en 4
Leer ons het goddelijk beleid der liefde te beamen, opdat wij niet door onze strijd uw goede trouw beschamen. Leg ons de woorden in de mond die weer herstellen uw verbond. Spreek zelf door onze daden van vrede en genade. Gezang 481: 1, 2, 3, en 4
Wij danken U, o liefde groot, dat Christus is gekomen. Wij hebben in zijn stervensnood uw diepste woord vernomen. Nog klinkt dat woord; het spreekt met macht en het wordt overal volbracht waar liefde wordt gegeven, wij uit uw liefde leven. Gezang 481: 1, 2, 3, en 4
Zegen
Vanmiddag begint de dienst om uur. Allen hartelijk welkom!