Zondag 2 december 2012 Gezang 124 Gezang 119 Psalm 77 Psalm 80 Psalm 130 Psalm 102 Gezang 128 Psalm 98 Jesaja 63 en 64
Welkom in deze dienst! Voorganger: Ds. H. Biesma Ouderling: E. Groenewold Organist: Krijn van Veen
Welkom…
Gezang 124 : 1, 2, 3, 4 1. Nu daagt het in het oosten, het licht schijnt overal: Hij komt de volken troosten, die eeuwig heersen zal.
Gezang 124 : 1, 2, 3, 4 2. De duisternis gaat wijken van de eeuwenlange nacht. Een nieuwe dag gaat prijken met ongekende pracht.
Gezang 124 : 1, 2, 3, 4 3. Zij, die gebonden zaten in schaduw van de dood, van God en mens verlaten begroeten 't morgenrood.
Gezang 124 : 1, 2, 3, 4 4. De zonne, voor wier stralen het nachtlijk duister zwicht, en die zal zegepralen, is Christus, 't eeuwig licht!
Mededelingen
Gezang 119: 1, 2, 3, 4, 5 (wisselzang) (Allen) 1 Richt op uw macht, o Here der heirscharen en laat uw hulp ontwaken uit uw hand, wil voor uw aangezicht uw volk bewaren opdat de nacht zal wijken uit het land.
Gezang 119: 1, 2, 3, 4, 5 (wisselzang) (Mannen) 2 Richt aan uw heil voor wie in onheil leven, zend uw gerechtigheid als morgendauw, dan zal het land de rijkste vruchten geven: de vijgeboom en wijnstok van de trouw.
Gezang 119: 1, 2, 3, 4, 5 (wisselzang) (Allen) 3 Richt op uw woning en roep ons tezamen, omring ons met uw alvermogend woord, wees ons een tempel en roep onze namen, zodat wij juichen: God heeft ons verhoord!
Gezang 119: 1, 2, 3, 4, 5 (wisselzang) (Vrouwen) 4 Richt aan de vreugdedis voor al de dagen, reik ons de beker van uw trouwverbond, wij zullen altoos van uw heil gewagen in brood en wijn, totdat Gij wederkomt.
Gezang 119: 1, 2, 3, 4, 5 (wisselzang) (Allen) 5 Richt over de aarde en haar diepe stromen, de volkeren de sterren, zon en maan, zij zullen allen voor uw aanschijn komen en zingen dat uw woorden niet vergaan.
Moment van inkeer, votum, groet
Psalm 77: 5, 7 5 ,,Zou de Heer Zijn gunstgenoten,'' Dacht ik, ,,dan altoos verstoten? Niet goedgunstig zijn voortaan? Nimmer ons meer gadeslaan? Zouden Zijn beloftenissen Verder haar vervulling missen, Vrucht'loos worden afgewacht Van geslachte tot geslacht?''
Psalm 77: 5, 7 7.'k Zal gedenken, hoe voor dezen Ons de Heer heeft gunst bewezen; 'k Zal de wond'ren gadeslaan, Die Gij hebt van ouds gedaan. 'k Zal nauwkeurig op Uw werken En derzelver uitkomst merken, En, in plaats van bitt're klacht, Daarvan spreken dag en nacht.
Verootmoediging
Psalm 80: 1, 7 1 O God van Jozef, leid ons verder, hoor ons en wees weer onze herder; gij vuurkolom, straal gij ons toe. Waak op, o Held, wij worden moe; laat lichten ons uw aanschijn, Heer, doe ons opstaan en help ons weer.
Psalm 80: 1, 7 7 Dan zullen wij niet van U wijken, uw naam zal op ons voorhoofd prijken, uw naam is ons als uw gelaat: een sterrebeeld, een dageraad. Laat lichten ons uw aanschijn, Heer, doe ons opstaan en help ons weer.
Gods regels
Psalm 130: 2, 4 2 Zoudt Gij indachtig wezen al wat een mens misdeed, wie zou nog kunnen leven in al zijn angst en leed? Maar Gij wilt ons vergeven, Gij scheldt de schulden kwijt, opdat wij zouden vrezen uw goedertierenheid.
Psalm 130: 2, 4 4 Gij al Gods bondgenoten, ziet naar zijn toekomst uit! De Heer is vast besloten tot goedertierenheid! Hoort aan de goede tijding: Hij geeft in zijn geduld aan Israël bevrijding van onrecht en van schuld.
Gebed
We lezen uit de Bijbel Jesaja 63: 7-10 Jesaja 63: 15- 64:3 Jesaja 64: 7-11
7 Ik zal de liefde van de HEER gedenken Jesaja 63: 7-10 7 Ik zal de liefde van de HEER gedenken en zijn roemrijke daden bezingen: alles wat de HEER voor ons heeft gedaan, de goedheid die hij het volk van Israël bewees in zijn ontferming en onbegrensde liefde. 8 Hij zei: ‘Natuurlijk, het is mijn volk! Mijn kinderen zijn te vertrouwen.’ Daarom wilde hij hun redder zijn.
9 In al hun nood was ook hijzelf in nood: Jesaja 63: 7-10 9 In al hun nood was ook hijzelf in nood: zij werden gered door de engel van zijn tegenwoordigheid. In zijn liefde en mededogen heeft hij hen zelf verlost, hij tilde hen op en heeft hen gedragen, alle jaren door. 10 Maar zij zijn in opstand gekomen en hebben zijn heilige geest gekrenkt. Daarom werd hij hun tot vijand en bond hij de strijd met hen aan.
15 Zie neer vanuit de hemel, Jesaja 63: 15- 64:3 15 Zie neer vanuit de hemel, kijk vanuit uw heilige, luisterrijke woning. Waar zijn uw strijdlust en uw machtige daden? U bent niet meer met mij begaan, uw ontferming gaat aan mij voorbij. 16 U bent toch onze vader? Abraham heeft ons niet gekend en Israël zou ons niet herkennen, maar u, HEER, bent onze vader, van oudsher heet u Onze beschermer.
17 Waarom, HEER, liet u ons afdwalen van uw wegen? Jesaja 63: 15- 64:3 17 Waarom, HEER, liet u ons afdwalen van uw wegen? Waarom hebt u ons onbuigzaam gemaakt, zodat wij geen ontzag meer voor u hadden? Keer toch terug, omwille van uw dienaren, van de stammen die u toebehoren. 18 Sinds kort hebben onze vijanden uw heilig volk in hun macht gekregen en uw heiligdom vertrapt.
19 Het is alsof u nooit over ons hebt geheerst, Jesaja 63: 15- 64:3 19 Het is alsof u nooit over ons hebt geheerst, alsof uw naam nooit over ons is uitgeroepen. Scheurde u maar de hemel open om af te dalen! De bergen zouden voor u beven.
1 Zoals vuur dorre twijgen in vlam zet, zoals vuur water doet koken, Jesaja 63: 15- 64:3 64 1 Zoals vuur dorre twijgen in vlam zet, zoals vuur water doet koken, zo zou u uw vijanden uw naam laten kennen en alle volken voor u laten beven, 2 omdat u de geduchte daden doet waarop wij niet durven hopen. Als u toch zou afdalen! De bergen zouden voor u beven.
3 Nog nooit is zoiets gehoord, niet eerder zoiets vernomen. Jesaja 63: 15-64 3 Nog nooit is zoiets gehoord, niet eerder zoiets vernomen. Geen oog zag ooit een god buiten u, die opkomt voor wie op hem wacht.
7 Toch, HEER, bent u onze vader, wij zijn de klei, door u gevormd, Jesaja 64:7-11 7 Toch, HEER, bent u onze vader, wij zijn de klei, door u gevormd, wij zijn het werk van uw handen. 8 Laat uw grote toorn toch varen, HEER, houd onze schuld niet steeds in gedachten, maar zie ons aan: wij zijn toch uw volk? 9 Uw heilige plaatsen zijn een woestijn geworden: Sion is een woestijn, Jeruzalem een woestenij.
10 Onze heilige, luisterrijke tempel, Jesaja 64:7-11 10 Onze heilige, luisterrijke tempel, waar onze voorouders u hebben vereerd, is ten prooi gevallen aan het vuur, en alles wat ons dierbaar was, is verwoest. 11 Laat dit alles u onbewogen, HEER? Blijft u zwijgen en laat u ons zozeer lijden?
Psalm 102: 6, 7 6 Gij, Heer, troont te allen tijde, steeds zal men uw naam belijden van geslachte tot geslacht. Gij zult opstaan in uw kracht. Gij zult ons verlossing schenken, Sion eindelijk gedenken. Tijd is 't voor uw grote daden, eindlijk tijd voor uw genade.
Psalm 102: 6, 7 7 Slaan w' op Sions puin de ogen, o, hoe is ons hart bewogen, hunkert het naar het herstel op uw goddelijk bevel, opdat alle volken spreken: “God is niet van hen geweken, God heeft Sion doen herbouwen, doet zijn glorie haar aanschouwen.”
De kinderen kunnen nu naar de bijbelklas.
Preek ‘Een heftig adventsgebed’
Gezang 128: 1, 4, 5, 6 1 Kom tot ons, scheur de heem'len, Heer, daal, Heiland, uit uw hemel neer. Ruk open, rijt ze uit het slot, de hemeldeuren, Zoon van God.
Gezang 128: 1, 4, 5, 6 4 Waar blijft Gij toch, o 's werelds troost, die wij verbeiden onverpoosd? O daal toch uit uw hoog paleis in ons verloren paradijs.
Gezang 128: 1, 4, 5, 6 5 Gij klare zon, gij schone ster, door ons aanschouwd van eind'loos ver, o zon ga op, o zonneschijn, laat ons niet in het donker zijn.
Gezang 128: 1, 4, 5, 6 6 Wij zijn hier in zo grote nood, wij leven allen naar de dood. O kom, en voer met sterke hand ons weer terug in 't vaderland.
Dank en voorbeden
Collecten De collecten zijn vandaag voor: 1 Theologische Universiteit Apeldoorn 2 Emeritikas
Psalm 98: 3, 4 3 Laat heel de aard' een loflied wezen, de psalmen gaan van mond tot mond. De naam des Heren wordt geprezen, lofzangen gaan de wereld rond. Hosanna voor de grote Koning, verhef, bazuin, uw stem van goud, de Heer heeft onder ons zijn woning, de Heer die bij ons intocht houdt.
Psalm 98: 3, 4 4 Laat alle zeeën, alle landen Hem prijzen met een blij geluid. Rivieren klappen in de handen, de bergen jubelen het uit. Hij komt, Hij komt de aarde richten, Hij komt, o volken weest verblijd, Hij komt zijn koninkrijk hier stichten, zijn heil en zijn gerechtigheid.
Zegen te beantwoorden met