Les htv2 APV/Handhaving Oud blz
Handhaving Handhaving = elke handeling die erop gericht is de naleving door anderen van rechtsregels te bevorderen. De belangrijkste redenen voor handhaving zijn: Door handhaving zal de overheid in steeds grotere mate het door haar beoogde doel bereiken Door handhaving kan de achteruitgang van de kwaliteit van de samenleving worden tegengegaan De rechtszekerheid en gelijke behandeling van burgers worden gewaarborgd. Handhaving kan zowel strafrechtelijk als bestuursrechtelijk zijn.
Toezicht Toezicht vindt plaats als er (nog) geen sprake is van een redelijk vermoeden dat er een strafbaar feit is gepleegd. Art. 5:20 lid 1 AWB: een ieder is verplicht om aan een toezichthouder alle medewerking te verlenen die hij redelijkerwijs kan vorderen. Art. 5:20 lid 2 AWB: geheimhouders (arts/advocaat) en de verdachte hoeven niet mee te werken. Als je verdachte bent kan er namelijk een strafvervolging tegen je gestart worden en is er sprake van criminal charge (art 6 Europees verdrag van de rechten van de mens) en mag je beroep doen op zwijgrecht. (Er is nu sprake van opsporing en niet van toezicht) Bij opsporing moet er wel sprake zijn van een redelijk vermoeden van een strafbaar feit.
Strafrechtelijke handhaving Art. 1:6 AWB: Zegt dat de AWB niet van toepassing is op de opsporing, vervolging van strafbare feiten en tenuitvoerlegging van straf hierop. Als er sprake is van strafbare feiten, vinden we regels daarover terug in Sr, Sv en bijzondere wetten. O.a. genoemd in art. 141 en 142 Sv kunnen onderzoek doen. Algemene opsporingsmethoden zijn niet geregeld in Sv, wel de bijzondere opsporingsbevoegdheden. Denk dan aan infiltreren, observatie, pseudokoop doen, opnemen van vertrouwelijke communicatie etc. o.a. kunnen ook bevoegd zijn tot het uitoefenen van controlebevoegdheden die in bijzondere wetten worden toegekend. Bijv. in de WVW staat dat dat een bestuurder op eerste vordering verplicht is mee te werken aan een ademonderzoek. Dit is een controlebevoegdheid.
Bestuursdwang, dwangsom en gedogen Art. 125 Gemeentewet: Het gemeentebestuur heeft de bevoegdheid tot het uitoefenen van bestuursdwang. Het uitoefenen van bestuursdwang heeft als doel om overeenstemming te brengen met bestuursrechtelijke voorschriften van een onwettige situatie. Het heeft een herstellende werking (is niet om te straffen, maar om te herstellen) en heet reparatoire sanctie. Art. 5:32 AWB: Een bestuursorgaan dat is bevoegd om bestuursdwang toe te passen, mag ook een dwangsom (een last om te betalen) opleggen. Je kunt geen bestuursdwang en dwangsom tegelijk opleggen.
vervolg Een bestuursorgaan kan bij een situatie die in strijd is met de wet, besluiten niet over te gaan tot handhaven. Dit heet gedogen. Wel moet een bestuursorgaan als het wordt aangesproken op de handhaving van regels volgens de jurisprudentie ook worden voldaan aan de handhaving. Bestuurlijke strafbeschikking: Sinds 2010 kunnen gemeenten bepaalde overtredingen van de APV afdoen met een bestuurlijke strafbeschikking (boete). Dit wijkt af van de andere bestuursrechtelijke ‘reparatoire sancties’(bedoeld om te herstellen). De bestuurlijke strafbeschikking is om te straffen (punitief). Bij de bestuurlijke strafbeschikking ga je in bezwaar bij het OM, terwijl dat bij een bestuurlijke boete bij het bestuursorgaan is.