Gezond en veilig buitenwerken Het voorkomen van huidkanker bij buitenwerkers door langdurige blootstelling aan zonlicht
Risico’s voor buitenwerkers 2 tot 3 keer meer zonlicht op hun huid 4 tot 5 keer grotere kans op huidkanker Door blootstelling UV-straling uit zonlicht Bron: Gezondheidsraad, 1994 Buitenwerkers lopen door hun werk diverse risico’s. Te denken valt aan het oplopen van infecties als gevolg van insectenbeten of het in aanraking komen met bepaalde stoffen. Hierbij moet men denken aan het oplopen van een infectie als gevolg van een tekenbeet (Ziekte van Lyme) of besmetting met een legionella bacterie. Ook is er besmettingsgevaar door bijvoorbeeld het in contact komen met dieren, denk aan de Q-koorts of de vogelgriep. Een ander arbeidsrisico is langdurige blootstelling aan UV-straling uit zonlicht. Langdurige blootstelling aan deze straling is een belangrijke risicofactor voor het krijgen van huidkanker. Door hun werk krijgen buitenwerkers twee tot drie keer meer zonlicht op hun huid dan de gemiddelde werkende. Hierdoor hebben zij een vier tot vijf keer grotere kans op huidkanker. Dit volgt uit een rapport van de Gezondheidsraad van 1994. Alle reden om een beleid te voeren gericht op het voorkomen of verminderen van langdurige blootstelling aan zonlicht
UV-straling is het risico Ultraviolette straling UV-straling kent 3 soorten: UV-A, UV-B, UV-C UV-B: de meeste risico’s UV-A: aanwijzingen dat een grote mate van blootstelling de kans op huidkanker vergroot UV-C: geen risico: deze straling bereikt de aarde niet UV-straling Voluit betreft het ultraviolette straling. UV straling valt onder de noemer optische straling, die in te delen is naar UV-straling, zichtbare straling en infrarode straling. UV-straling kent drie soorten: UV-A, UV-B en UV-C. Voor de huid is vooral blootstelling aan UV-B het meest riskant. Ook zijn er aanwijzingen dat een grote mate van blootstelling aan UV-A de kans op huidkanker vergroot. Voor buitenwerkers is UV-C straling geen risico: deze straling bereikt de aarde niet. De ozonlaag rond de aarde houdt de meeste UV-straling tegen. Doordat de ozonlaag rond de aarde afneemt, komt er wel meer straling naar de aarde. Dit betekent dat de kans op huidkanker toeneemt.
Zonkracht en mate van straling Mate van straling afmeten aan zonkracht Schaal van 0-8 (van geen tot maximaal) Kracht afhankelijk van: stand van de zon bewolking vocht of stof in de atmosfeer Kracht geeft ook risico weer op verbranden Zonkracht De kracht van de zon en daarmee van de UV-straling kan afgemeten worden aan de hand van de zogenaamde zonkracht. De schaal varieert daarbij van 0 wanneer er geen UV-straling is tot 8 voor de maximale hoeveelheid UV-straling in zonlicht. De kracht van de zon varieert. En neemt toe naarmate de zon hoger in de hemel staat. Dit betekent een hogere zonkracht zomers dan ’s winters, en een hogere zonkracht overdag dan ’s avonds. Naast de stand van de zon, is de hoeveelheid UV-straling afhankelijk van de mate van bewolking, vocht of stof in de atmosfeer. Zo kan de zonkracht op een koele zonnige lentedag zelfs sterker zijn dan op een warme zomerdag. De kracht geeft ook het risico op verbranden weer: bij een lage zonkracht (0-4) is er minder risico op verbranding, dan bij een hoge zonkracht van 7 en hoger. De zonkracht wordt beïnvloed door bewolking. Bij bewolking is er minder UV-straling in zonlicht aanwezig, waardoor het risico op verbranden afneemt.
Zonkrachtschaal Bron: KNMI ism KWF kankerbestrijding Zonkrachtschaal In de tabel van de zonkracht is globaal aangegeven hoe lang de huid van een gemiddelde Nederlander midden op de dag zon kan verdragen. Voor wie snel verbrandt is de tijd korter, voor wie van nature een getinte huid heeft langer. De vermelde tijd geeft aan na hoeveel minuten volgens KWF Kankerbestrijding een onbeschermde huid zoveel UV heeft gekregen dat deze na 8 tot 24 uur rood kleurt. Dat is het maximum voor wie verstandig wil zonnen Bron: KNMI ism KWF kankerbestrijding
UV-straling en huidkanker Aantasting van cellen in de opperhuid door UV-straling Graadmeter voor blootstelling: Aantal uren in de zon (blootstelling) Aantal keren verbrand UV-straling en risico op huidkanker Het risico op huidkanker neemt toe met de hoeveelheid UV-straling die iemand gedurende de jaren op zijn of haar huid heeft gehad. Een ‘graadmeter’ hierbij is het aantal keren dat iemand verbrand is de opgelopen jaren. Om het risico op huidkanker te achterhalen, gaat het dus om het aantal ‘zonne-uren,’ en het aantal ‘zonnebranden.’ Ook de uren dat iemand is blootgesteld aan UV-straling van de zonnebank dient hierbij opgeteld te worden.
Huidkanker Meest voorkomende kankersoort circa 35.000 mensen de diagnose huidkanker Waarvan 3000 de meest agressieve vorm van huidkanker: melanoom Meeste mensen tussen de 40 - 60 jaar Genezing bij ontdekking in vroeg stadium is groot: tussen 95-100% (5-jaarsoverleving) Huidkanker is de meest voorkomende soort kanker. Per jaar krijgen circa 35.000 mensen de diagnose huidkanker. Met dit aantal is huidkanker de meest voorkomende kankersoort in Nederland, waaraan jaarlijks circa 600 mensen overlijden. Huidkanker ontstaat in de meest gevallen in de opperhuid, de buitenste huidlaag. Onder de diagnose huidkanker vallen ook 3000 mensen met melanoom, de meest agressieve vorm van huidkanker, waarbij de kanker zich ook uitzaait naar andere weefsels. Als een melanoom in een vroeg stadium wordt ontdekt, dat wil zeggen als een melanoom dun is en er geen uitzaaiingen zijn naar andere weefsels, is er een grote kans op genezing. De 5-jaarsoverlevingsprognose is dan 95%. Dat wil zeggen, dat binnen nu en vijf jaar iemand 95% overlevingskans heeft. Voor de andere vormen van huidkanker is het genezingspercentage hoog: tussen de 95-100%. Door de aantasting van de ozonlaag die een toename van UV-straling op aarde tot gevolg heeft, neemt het aantal mensen met huidkanker toe de komende jaren. Met naar verwachting circa 3.000 gevallen per jaar toenemen. Huidkanker treft juist mensen in hun werkzame jaren: de meeste mensen met de diagnose huidkanker zijn tussen de 40-60 jaar. Door de goede prognose op genezing, zullen mensen met huidkanker en melanoom door de behandeling tijdelijk (meer) afwezig zijn van het werk, maar op den duur het werk naar verwachting grotendeels of volledig hervatten.
Risicofactoren voor huidkanker Bij blootstelling aan UV-straling uit zonlicht: Lichte huid Erfelijke factoren Werken met bepaalde stoffen: Olie- en steenkoolproducten Roet, bitumen, pek, teer, paraffine, arseen PAK’s Een aantal mensen loopt meer risico op huidkanker. Mensen met een lichte huid hebben meer risico op het krijgen van huidkanker, dan mensen met een donker huidtype. Ook kunnen erfelijke factoren de gevoeligheid voor UV-straling en daarmee het risico op huidkanker verhogen. Bij het risico op huidkanker speelt ook het werken met bepaalde stoffen een rol. Naast blootstelling aan UV-straling uit zonlicht, kan huidkanker ontstaan als gevolg van blootstelling aan stoffen zoals olie- en steenkoolproducten, roet, bitumen, pek, teer, paraffine, arseen, PAK’s en PAK’s houdende verbindingen zoals gebruikt in bijvoorbeeld de wegenbouw en de dakbedekking. Deze voluit geschreven Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen kunnen kanker verwekken.
Niet alleen huidkanker Door blootstelling aan UV-straling ook: Aantasting van afweer, waardoor meer kans op infecties Oogafwijkingen: zoals staar, verminderd gezichtsvermogen Door blootstelling aan UV-straling neemt niet alleen het risico op huidkanker toe. Er zijn ook aanwijzingen dat blootstelling het immuunsysteem aantast waardoor de afweer afneemt, met een vergroot risico op infecties als gevolg. Verder zou het kunnen leiden tot oogafwijkingen zoals staar, waarbij de ooglens vertroebelt en het gezichtsvermogen vermindert of zelfs verloren gaat.
Wetgeving, zon en buitenwerken De website www.arboportaal.nl van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid laat aan duidelijkheid niets te wensen over: ‘Werkgevers zijn verplicht om hun werknemers te beschermen tegen gezondheidsgevaren door zonlicht.’ Dit volgt uit de Arbeidsomstandighedenwet. (www.arboportaal.nl, april 2011)
Arbowet Zorgplicht werkgever: veilige en gezonde werkomstandigheden En ook: Arbeidsomstandighedenwet, artikel 6.1 Temperatuur Dit betekent: Systematische aandacht, beleid en maatregelen Zoals in elke arbeidssituatie geldt de Arbeidsomstandighedenwet (kortweg Arbowet), met bijbehorend besluit en regelingen. Ook voor buitenwerkers in loondienst geldt de Arbowet. De verantwoordelijkheid ligt primair bij de werkgever: deze heeft een zogenaamde zorgplicht, om er zorg voor te dragen dat een buitenwerker gezond en veilig kan werken. Dit houdt in dat een werkgever systematisch aandacht heeft voor de risico’s van blootstelling aan UV-straling door buitenwerk, en hierop gericht beleid voert. De bescherming tegen blootstelling aan UV-straling uit zonlicht valt onder andere onder artikel 6.1 Temperatuur van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Arbeidsomstandighedenbesluit, Artikel 6.1. Temperatuur Rekening houdend met de aard van de werkzaamheden die door de werknemers worden verricht en de fysieke belasting die daar het gevolg van is, veroorzaakt de temperatuur op de arbeidsplaats geen schade aan de gezondheid van de werknemers. Indien door de temperatuur op de arbeidsplaats of door ongunstige weersomstandigheden toch schade aan de gezondheid van de werknemers kan ontstaan, worden persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking gesteld. Indien de ter beschikking gestelde persoonlijke beschermingsmiddelen schade aan de gezondheid niet kunnen voorkomen, wordt de duur van de arbeid in een zodanige mate beperkt of wordt de arbeid met een zodanige frequentie afgewisseld door een tijdelijk verblijf op een plaats waar een temperatuur heerst als bedoeld in het eerste lid, dat geen schade aan de gezondheid ontstaat.
Blootstelling UV-straling uit zonlicht Hoort thuis als arbeidsrisico in: De risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) Het bijbehorende plan van aanpak De uitvoer van maatregelen volgend uit het plan van aanpak Het overleg met de or/ personeels-vertegenwoordiging
Taken werkgever: Buitenwerkers zoveel mogelijk vrijwaren van blootstelling aan UV-straling Medewerkers die buitenwerken persoonlijke beschermingsmaterialen bieden ter voorkoming van langdurige blootstelling aan UV-straling uit zonlicht Medewerkers die (veelvuldig) buitenwerken voorlichten over de risico’s van buitenwerken Ad punt 1. Vrijwaring van blootstelling aan UV-straling dient te gebeuren conform de bronaanpak die zich bij UV-straling vertaalt in beperking van blootstelling door het nemen van maatregelen. Ad punt 2. Persoonlijke beschermingsmiddelen komen in sheet 20 in deze presentatie aan de orde.
Aansprakelijkheid van werkgever Zorgplicht volgend uit arbowet Verantwoordelijkheid werkgever Verantwoordelijkheid werknemer Lastig: Privé-zongedrag van werknemer Geen norm, wel grenswaarden voor UV-straling Grenswaarden gemakkelijk te overschrijden in de praktijk Aansprakelijkheid van werkgever Uit de arbowet volgt dat een werkgever bij wet gehouden is om een gericht beleid te voeren om een werknemer gezonde en veilige werkomstandigheden te bieden. Hiervan afgeleid heeft een werkgever ook een zorgplicht in geval van medewerkers die buitenwerken om een beleid te voeren gericht op het voorkomen en het beperken van blootstelling aan UV-straling uit zonlicht. Theoretisch gezien kan een werkgever die deze zorgplicht niet is nagekomen, hiervoor aansprakelijk worden gesteld. De Arbowet stelt ook dat werkgever en werknemer beiden verantwoordelijk zijn voor die gezonde en veilige werkplek. De werkgever moet zorgen voor veilige en gezonde arbeidsomstandigheden. De werknemer moet daaraan actief meewerken. Het hangt dus ook samen in hoeverre een werknemer zich houdt aan de maatregelen om blootstelling te voorkomen, en de persoonlijke beschermingsmiddelen op een goede manier gebruikt. Bij blootstelling aan UV-straling uit zonlicht kan ook meespelen in hoeverre iemand in zijn of haar privé situatie de zon opzoekt. En daarmee ook in privé omstandigheden het risico op huidkanker vergroot. En wat bij buitenwerken meespeelt, is dat de dosis blootstelling aan UV-straling lastig vast te stellen is. Er is ook geen eenduidige norm voor UV-straling, wel grenswaarden die internationaal zijn vastgesteld. Grenswaarden voor UV-straling De Gezondheidsraad heeft in 1994 een rapport uitgebracht over ‘UV-straling uit zonlicht’. In dit rapport heeft de raad internationale grenswaarden voor UV-straling overgenomen, die eerder door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en de internationale organisatie gericht op gezonde en veilige arbeidsomstandigheden (International Labour Organisation, ILO) zijn vastgesteld: Safety Standards Occupational exposure limits (EL) for UVR have been developed and include an action spectrum curve which envelops the threshold data for acute effects obtained from studies of minimal erythema and keratoconjunctivitis (Sliney 1972; IRPA 1989). This curve does not differ significantly from the collective threshold data, considering measurement errors and variations in individual response, and is well below the UVB cataractogenic thresholds. The EL for UVR is lowest at 270 nm (0.003 at 270 nm), and, for example, at 308 nm is 0.12 (ACGIH 1995, IRPA 1988). Regardless of whether the exposure occurs from a few pulsed exposures during the day, a single very brief exposure, or from an 8-hour exposure at a few microwatts per square centimetre, the biological hazard is the same, and the above limits apply to the full workday. www.ilo.org – april 2011 Uit onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid volgt de conclusie dat deze grenswaarden bij buitenwerkers eenvoudig overschreden kunnen worden. Wel afhankelijk van het type weer (zonnig, bewolkt) en de maatregelen die een organisatie neemt (zoals beschermingsmiddelen). Bron: Gezondheidsraad (1994); publicatie nr 1994/05 en Centrum GBW (2001)
In de praktijk: Zorgplicht werkgever telt het zwaarste Maatstaf is de mate van systematische aandacht voor: beleid maatregelen Op individueel niveau van een werknemer is het lastig om vast te stellen over er een werkgebonden oorzaak is voor huidkanker. In een werksituatie zal de zorgplicht van een werkgever het zwaarste tellen: is er een gericht beleid voor buitenwerkers en wat heeft de werkgever er aan gedaan om te voorkomen dat de buitenwerkers langdurig aan UV-straling worden blootgesteld?
Stappenplan voor beleid Bewustwording van noodzakelijke aandacht voor UV-straling en buitenwerk Maak gebruik van (bestaande) structuren Inventariseer behoeften, ideeën en wensen voor UV-stralingsbeleid Maak een plan van aanpak als basis voor beleid Maatregelen uitvoeren Evaluatie van de maatregelen en verankering in beleid
Mogelijke maatregelen Organisatorisch Technisch Preventief en beschermend Voorlichting en ondersteuning De maatregelen die u kunt nemen zijn onder te verdelen in organisatorische maatregelen, preventieve en beschermende maatregelen, voorlichting en ondersteuning.
Organisatorisch Vermijden van werkzaamheden in de zon Werkzaamheden inplannen in de schaduw Tussen 12-15 uur geen werk in de zon Verantwoordelijkheid bij roosterplanning Aandacht hier voor in RI&E Het meest doeltreffend is om werken in direct zonlicht te voorkomen. Dit kan door: Werkzaamheden zo in te plannen dat ze zoveel mogelijk in de schaduw kunnen plaatsvinden; werken in de zon tussen 12 – 15 uur, wanneer de zon op zijn krachtigst is, dient in ieder geval te worden voorkomen. Iemand verantwoordelijk te maken voor een haalbare roosterplanning en ook te checken of deze haalbaar is en zodanig wordt uitgevoerd dat ook in de praktijk daadwerkelijk niet in de zon wordt gewerkt of dit zoveel mogelijk wordt voorkomen. Dit kan ook nagegaan worden in de RI&E die regelmatig gehouden moet worden en waarbij blootstelling aan UV straling als arbeidsrisico meegenomen wordt.
Technisch ‘Fysieke’ maatregelen Dekzeilen boven plek waar in de zon gewerkt wordt Andere vormen van afscherming → Tip: eventuele mogelijkheden voor bedrijfslogo of PR voor andere organisaties via dekzeil Technische maatregelen: Het betreft hier maatregelen die ‘fysiek’ uitgevoerd kunnen worden om blootstelling te voorkomen, zoals het aanbrengen van dekzeilen boven de plek waar in de zon gewerkt wordt of andere vormen van afscherming. Zo is in de woningbouw steeds vaker beschermend doek tussen de steigers te zien, Deze beschermt niet alleen tegen vallen, maar biedt ook bescherming tegen de zon. Tevens kan hij ingezet worden als bijkomende bron van inkomsten, vooral in steden,door andere organisaties de mogelijkheid te bieden tot het aanbrengen van gratis reclame op het doek.
Preventief en beschermend UV-werende kleding Werkkleding met lange mouwen, lange pijpen Hoofdbescherming (met nekflap) Oogbescherming (UV-werend) Anti-zonnebrandcreme (dispensers) Je zou kunnen zeggen de PBM’s voor zonlicht. U kunt hierbij denken aan: Speciale UV-werende kleding die het bedrijf ter beschikking stelt. Gewone kleding laat meer zon door dan deze speciale kleding, waarbij dunne stof nauwelijks bescherming biedt. Als dit niet tot de mogelijkheden behoort, biedt dan in ieder geval werkkleding die zoveel mogelijk huid beschermt met lange mouwen, lange pijpen en die comfortabel zitten om te werken ook in warm weer. Let wel op: een dunne stof beschermt nauwelijks tegen UV-straling. Vandaar de voorkeur voor UV-werende kleding die meer comfortabel om in te werken is. Hoofdbescherming, zoals petten, bij voorkeur met een flap in de nek of helmen met een rand. Oogbescherming in de vorm van zonnebrillen, bijvoorkeur een UV-werende zonnebril met CE-markering. Dispensers met anti-zonnebrandcrème op de werkplekken, om delen van het lichaam die onbeschermd blijven (handen, gezicht, nek, oren) in te smeren; delen van de huid die niet door kleding bedekt kunnen worden (handen, gezicht) moeten goed ingesmeerd worden met zonnebrandcrème. Als u deze PBM’s ter beschikking stelt, geef daarbij aan vanuit welke visie uw organisatie dat doet, met het belang van de gezondheid van de medewerkers voor ogen. Dit maakt dat medewerkers het belang er van inzien en ook daadwerkelijk de PBM’s gaan gebruiken. Hier komen de ‘informele’ leiders in een team weer van pas. Ook is het een randvoorwaarde voor succes dat medewerkers in een leidinggevende of aansturende positie, zoals voorlieden en opzichters, het goede voorbeeld geven.
voorlichting en ondersteuning Arbeidsrisico’s van buitenwerken Maatregelen vanuit organisatie Verantwoordelijkheid van werknemer PBM’s, kleding, insmeren Stimuleer inspectie van de huid Via een deskundige zelfinspectie Voorlichting via PMO, PAGO, bedrijfsarts Zie stappenplan voor uitgebreide toelichting hierbij
Structureel aandacht vasthouden Introductiebeleid van nieuwe medewerkers Opleidingsbeleid van buitenwerkers Arbobeleid: RI&E, plan van aanpak, maatregelen, PMO’s en PAGO’s, bedrijfsarts (spreekuur) Voorlichtingsbeleid over veilig en gezond werken Personeelsbeleid: functionerings- en jaargesprekken Regulier werkoverleg: vast onderwerp op de agenda Structureel de aandacht voor blootstelling aan zonlicht bij buitenwerken in een beleid gieten, dat kan. Denk hierbij aan het verankeren van de aandacht hiervoor in: introductiebeleid van nieuwe medewerkers; opleidingsbeleid van buitenwerkers; arbobeleid: RI&E, plan van aanpak, maatregelen, PMO’s en PAGO’s; voorlichtingsbeleid over veilig en gezond werken; personeelsbeleid: functionerings- en jaargesprekken; regulier werkoverleg: vast onderwerp op de agenda.