Kwalitatieve bevraging van de stakeholders van het FAVV-AFSCA 2014 Finaal rapport September 2014
Managementsamenvatting Scope en doelstelling van de opdracht Dit rapport geeft de resultaten van de kwalitatieve bevraging van de stakeholders van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) in verband met de werking van het Agentschap. Deze bevraging werd door Deloitte uitgevoerd in opdracht van het FAVV. Deze kwalitatieve bevraging zal dienen als input voor het schrijven van het nieuw Business plan 2015-2017. Het doel van de kwalitatieve bevraging was om enerzijds inzicht te krijgen in de beoordeling en verwachtingen van de stakeholders met betrekking tot de huidige werking van het FAVV en anderzijds inzicht te verwerven in de houding van de stakeholders t.a.v. de strategische visie van het Agentschap. De bevraging werd afgenomen tussen begin juni en eind augustus 2014. De bevraging werd gestructureerd volgens 12 thema’s: (1) FAVV, een organisatie in beweging; (2) Verantwoordelijk voor de voedselveiligheid / Taakverdeling; (3) Controlebeleid- en programma; (4) Controles, inspectie en keuring; (5) Certificaten, Export, Toelatingen,…; (6) Crisispreventie en crisisbeheer; (7) Financiering; (8) Communicatie; (9) FAVV en andere overheden; (10) FAVV en administratieve lasten; (11) Beleid, regelgeving en internationale relaties en (12) Autocontrole. De bevraging werd uitgevoerd door middel van een online survey met zowel operatoren als federaties (ter voorbereiding van de focusgroepen en diepte-interviews), 2 focusgroepen met operatoren en 55 diepte-interviews (23 personaliteiten uit het Raadgevend comité van het FAVV, 32 operatoren actief in de voedingssector). Algemene conclusies van de stakeholderbevraging Belangrijke algemene bedenkingen van de respondenten: Het FAVV wordt aanschouwd als een performante overheid die geldt als een internationaal voorbeeld. De doorgevoerde veranderingen zijn voelbaar in het veld en worden positief onthaald (vb. checklists, communicatie en informatie, bereikbaarheid Provinciale controle-eenheden (PCE’s), enz.) maar er is ruimte voor continue verbetering (vb. verder administratieve lasten verlagen). Het FAVV biedt ruimte voor samenwerking en overleg via meerdere kanalen en formats. Echter bestaat er de perceptie onder respondenten dat het FAVV: Onvoldoende in staat is om haar imago te valoriseren in binnen- en buitenland m.b.t. haar efficiënte en effectieve werking om voedselveiligheid te borgen in België (bijvoorbeeld ter bevordering van export). Moet trachten de uniformiteit te versterken in de toepassing en interpretatie van wetgeving bij controles, regelen van export, toepassen van sectorgidsen, etc. zowel op niveau van PCE als controleur. Meer inspanningen moet leveren inzake advies en coaching aan operatoren, in het bijzonder KMO’s. Aandachtspunten en bezorgdheden van de verschillende respondenten zijn o.a. : Bijkomende besparingsrondes mogen een efficiënte werking van het FAVV niet in de weg staan of een risico vormen voor de sector (te weinig externe controles of druk tot invoeren van een autocontrolesysteem). Fragmentatie van bevoegdheden en verantwoordelijkheden creëert onduidelijkheid. Toenemend belang aan export in de sector staat niet in verhouding tot de inspanningen die door FAVV worden doorgevoerd wat betreft deze sector. Ontbreken van stimuli voor KMO’s om een autocontrolesysteem (ACS) te implementeren.
Managementsamenvatting Gevoeligheid thema’s In vergelijking met de voorgaande FAVV Stakeholderbevraging (2011) zijn de volgende thema’s in gevoeligheid toegenomen bij respondenten, met andere woorden het belang van deze onderwerpen neemt toe in de sector, wat een betekenisvolle input kan geven in de opmaak van het nieuw Business Plan 2015 - 2017: Certificaten, Export en Toelatingen; Controle/inspectie/keuring; Financiering. Belangrijkste aanbevelingen uit de stakeholderbevraging Verder inzetten op het uniformiseren van de controles op niveau van de verschillende PCE’s, met name door: het versterken van de kennis van controleurs in de specifieke domeinen die men controleert, samen met de federaties. meer gerichte communicatie en feedback naar operatoren m.b.t. controleprogrammering alsook uitgevoerde activiteiten. Versterken van de ondersteuning aan operatoren, in het bijzonder KMO’s met name door: de adviesfunctie ten behoeve van operatoren te versterken (vb. vulgariserende brochures, aanbieden van een cursus, doorverwijzen naar specifieke informatiebronnen of contactpersonen die kunnen helpen). de huidige inspanningen om procedures te digitaliseren te behouden alsook bijkomende administratieve lastenverlaging te implementeren (o.a. registers en informatieverplichtingen, facturatie, exportverplichtingen). de verdere ondersteuning van operatoren in de implementatie en uitvoering van het autocontrolesysteem alsook focus op het creëren van meer (financiële) incentives voor kleine(re) operatoren. Verder inzetten op gerichte communicatie met betrekking tot. : het versterken van het profiel van het FAVV in binnen- en buitenland in haar capaciteiten om voedselveiligheid te borgen in België. FAVV dient haar troeven (sterk kwaliteitssysteem) beter te communiceren, ook naar het buitenland om export te promoten. verduidelijken van rollen en bevoegdheden van het FAVV en andere overheden naar operatoren. gebalanceerde communicatie bij (binnenlandse of internationale) crisissen. optimaliseren van de structuur/categorisering en gebruikte kanalen van informatiebedeling (vb. brochure per sector, gespecialiseerde nieuwsbrieven, andere structuur website) verder inzetten op interactie/overleg met federaties. Uitbreiden van aandacht en middelen rond thema export, gezien het stijgend belang binnen de voedingssector, met name door het: verbeteren van de administratieve procedures m.b.t. export en versnellen van de dienstverlening m.b.t. export gerelateerde dossiers. versterken van de ondersteuning aan de voedingssector in hun export alsook meewerken om bestaande markten van derde landen open te houden en nieuwe markten mogelijk te maken.
Agenda Inleiding Methodiek Resultaten van de bevraging Appendix 1 1.1 Doelstelling van de opdracht 2 Methodiek 2.1 Organisatie van de bevraging 2.2 Bevraagde thema’s en sectoren 2.3 Kwaliteitsbewaking bij survey, interviews en focusgroepen 3 Resultaten van de bevraging 3.1 Bevindingen per thema 3.2 Aanbevelingen voor het FAVV per thema 3.3 Overzicht van de sterktes, zwaktes, opportuniteiten en dreigingen van het FAVV 3.4 Baselining gevoeligheid thema’s 2014 - 2011 3.5 Aanbevelingen voor toekomstige stakeholderbevragingen 4 Appendix 4.1 Overzicht resultaten online survey 4.2 Overzicht resultaten bevraging personaliteiten uit het Raadgevend Comité
Inleiding
1. Inleiding 1.1 Doelstelling van de opdracht Dit rapport bevat de bevindingen van de kwalitatieve bevraging van de stakeholders van het FAVV. Deze bevraging werd door Deloitte uitgevoerd in opdracht van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. Deze kwalitatieve bevraging kadert in de ontwikkeling van een nieuw Business plan 2015-2017. Het doel van de kwalitatieve bevraging was dubbel: inzicht krijgen in de beoordeling en verwachtingen van de stakeholders met betrekking tot de huidige werking van het FAVV; inzicht verwerven in de houding van de stakeholders t.a.v. de strategische visie van het agentschap; teneinde deze strategische visie verder te zetten of deels te herzien in het nieuwe business plan. De bevraging werd afgenomen tussen begin juni en eind augustus 2014. De bevraging werd uitgevoerd door middel van een online survey (ter voorbereiding van de focusgroepen en diepte- interviews), focusgroepen en diepte-interviews. De lijst met mogelijke respondenten werd geselecteerd in samenspraak met het FAVV. Zowel de online survey, focusgroepen als diepte-interviews werden op een semigestructureerde manier georganiseerd aan de hand van een vragenlijst of PowerPoint presentatie (in geval van focusgroep). De vragenlijst bestond uit open vragen en werd samen met het FAVV opgesteld. Het kwalitatieve aspect van de bevraging werd aangevuld door een analyse waarbij op een semi-kwantitatieve manier de conclusies van de respondenten werden gerangschikt naar gevoeligheid. Kwaliteit en voortgang van het project werd continu bewaakt en gecommuniceerd aan het FAVV projectteam. De resultaten van de stakeholderbevraging worden voorgesteld aan het Directiecomité en Raadgevend Comité.
1. Inleiding 1.1 Doelstelling van de opdracht De volgende vragenlijsten werden ontwikkeld voor de stakeholderbevraging: Twee online vragenlijsten voor operatoren (Franstalig en Nederlandstalig); Twee online vragenlijsten voor federaties (Franstalig en Nederlandstalig); Twee vragenlijsten voor diepte-interviews met operatoren en federaties (Franstalig en Nederlandstalig); Twee PowerPoint presentaties voor een focusgroep met operatoren (Franstalig en Nederlandstalig). De templates en vragenlijsten werden ontwikkeld in samenwerking met het FAVV projectteam. De online vragenlijst werd gestructureerd volgens 12 kernthema’s. De vragenlijst voor de diepte-interviews alsook de PowerPoint presentatie voor de focusgroepen werden ontwikkeld en bijgestuurd op basis van de resultaten en eerste bevindingen uit de online survey. Op die manier was het mogelijk om tijdens de bevraging te concentreren op de meest opmerkelijke bevindingen uit de online survey met als doel om specifieke knelpunten en verbeterpunten te identificeren. Desondanks werden alle 12 thema’s bevraagd tijdens de diepte-interviews en focusgroepen. De conclusies en aanbevelingen vervat in het eindrapport zijn een consolidatie van de bevindingen geformuleerd door de respondenten tijdens de bevraging.
Methodiek
2. Methodiek Online Survey Focusgroepen Interviews 2.1 Organisatie van de bevraging (1/5) De stakeholderbevraging* werd gestructureerd op basis van drie bevragingsmethodes: Bevragen van operatoren en federaties via online survey Verzamelen van eerste inzichten en formuleren van stellingen. Online Survey Diepte-interviews met personaliteiten van het Raadgevend Comité. 32 diepte-interviews met operatoren uit verschillende sectoren. Interviews 2 focusgroepen met deelnemers uit verschillende sectoren. Georganiseerd op basis van moedertaal deelnemers. Focusgroepen * De resultaten mogen enkel beschouwd worden als een weergave van de opinies van de bevraagde respondenten. De bevindingen mogen niet beschouwd worden als een statistisch representatieve weergave van de opinies van de volledige populatie van ‘stakeholders’.
Aantal verstuurde enquêtes Aantal antwoorden enquête 2. Methodiek 2.1 Organisatie van de bevraging (2/5) 1. Online survey: De online survey werd afgenomen tussen 19 juni en 9 juli 2014. De online survey werd gestructureerd per doelgroep (operator en federatie) en taal (Nederlandstalig en Franstalig). De eerste resultaten van de online enquête werden verwerkt in een PowerPoint presentatie ter ondersteuning van de interviews en focusgroepen. Via verschillende hypothesen tracht men de resultaten uit de online enquête te testen/valideren tijdens een interview of focusgroep en dieper in te gaan op knelpunten en vervolgens mogelijke verbeterpunten te identificeren. De participatiegraad tijdens de online survey was als volgt: Segment Aantal verstuurde enquêtes Aantal antwoorden enquête Percentage respons Operatoren NL 116 49 42% Operatoren FR 55 16 29% Federaties NL 34 19 55% Federaties FR 8 50%
2. Methodiek 2.1 Organisatie van de bevraging (3/5) 2. Focusgroepen met operatoren: De twee focusgroepen werden georganiseerd op 22 en 24 juli 2014. Het doel van de focusgroepen is om creatief te zijn en dankzij intervisie te komen tot bijkomende inzichten. De samenstelling van de focusgroepen was als volgt: Focusgroep Aantal Nederlandstalige Focusgroep (6 leden) 2x primaire sector 1x groothandel sector 1x kleinhandel sector 2x horeca sector Franstalige Focusgroep (4 leden) 1x verwerking sector *Opmerking: de oorspronkelijke methodologisch aanpak veronderstelde 10 focusgroepen (georganiseerd per sector en enkel met operatoren), echter wegens een lage respons werd, in samenspraak met de FAVV projectleiding, gekozen voor 2 focusgroepen (gemengde sectoren) met operatoren en bijkomend 32 diepte-interviews met operatoren.
2. Methodiek 2.1 Organisatie van de bevraging (4/5) 3. Diepte-interviews met operatoren: De diepte-interviews met enerzijds operatoren en anderzijds personaliteiten uit het Raadgevend Comité (federaties en overheden) vonden plaats in de periode 2 juli – 26 augustus 2014. Er werd gewerkt met gestandaardiseerde vragenlijsten. Van elk interview werd een beknopt verslag opgesteld en vervolgens gevalideerd door de respondent. Om de anonimiteit van de operatoren te garanderen werden enkel de interviewverslagen met federaties ter beschikking gesteld aan het FAVV projectteam. Respondenten gaven aan feedback te willen ontvangen van de resultaten van de bevraging. De verdeling van de 32 diepte-interviews met operatoren was als volgt: Sector Aantal interviews Nederlandstalige operatoren Aantal interviews Franstalige operatoren TOTAAL Toelevering Primair 2 4 Primair 6 Verwerking Groothandel Kleinhandel Horeca Overheid 16 32
2. Methodiek 2.1 Organisatie van de bevraging (5/5) 3. Diepte-interviews met personaliteiten uit het Raadgevend Comité De diepte-interviews met personaliteiten uit het Raadgevend Comité waren als volgt: Vandamme, Hendrik Algemeen Boerensyndicaat (ABS) Van Damme, Eddy Belgische Confederatie B.B.C.I. Debergh, Renaat Belgische Confederatie van de Zuivelindustrie Cools, Romain Belgapom De Jaegher, Yvan en Hoeven Erik Beroepsvereniging van de Mengvoederfabricanten (BEMEFA) Henrotte, Benedicte en Grogna, Philippe Bioforum/Biowallonie Mijten, Erik Boerenbond De Greeve, Nathalie Comeos Mortier, Philippe DG4 Peter, Jaeken Essenscia Smagghe, Thierry FEBEV Pottier, Jean-Luc , Landuyt Marc en Cuypers Johan Landsbond der Beenhouwers, Spekslagers en Traiteurs van België Hallaert, Johan Fevia Coulonval, Daniel Fédération Wallonne de l’Agriculture (FWA) Poriau, Pierre FED. Ho.Re.Ca. Wallonie Francis, Clarysse Hormonenmagistraat Van de Meerssche, Eric IVP Helsen, Karen Natuurpunt / Bond Beter Leefmilieu Vandenbroucke, Joost en Lauryssen, Sigrid Test-Aankoop Fonteyn, Freija Transport & Logistiek Vlaanderen Spenik, Kathleen FEBETRA (toegevoegd in overleg met het FAVV) Bert, Veronique Unizo De Craene, Ann Verbond van Belgische Tuinbouwcoöperaties (VBT) * Er vonden geen interviews plaats met J. Lesceux (UCM), N. Van Ginderachter (L&V), R. Sterckx (Horeca Vlaanderen) en S. Carlos Braem (CRIOC) wegens onvoldoende interactie tussen de organisatie en FAVV of onbeschikbaar tijdens de bevraging.
2. Methodiek 2.2 Bevraagde thema’s en sectoren/personaliteiten FAVV, een organisatie in beweging Verantwoordelijk voor de voedselveiligheid / Taakverdeling Controlebeleid- en programma Controles, inspectie en keuring Certificaten, Export, Toelatingen,… Crisispreventie en crisisbeheer Financiering Communicatie FAVV en andere overheden FAVV en administratieve lasten Beleid, regelgeving en internationale relaties Autocontrole Sectoren Toelevering Primaire sector (voeders, etc.) Primaire sector (akker, fruit, vee, etc.) Fabricatie en verwerking (dierlijk, plantaardig, dranken/voeding) Distributie (groothandel, kleinhandel, distributie) Overheid
Voorbeeld voor categorie “Financiering” 2. Methodiek 2.3 Kwaliteitsbewaking bij survey, interviews en focusgroepen Survey input focusgroep Voorbeeld voor categorie “Financiering” Ontwerp van survey Analyse van resultaten Survey input interviews Continue opvolging kwaliteit en voortgang samen met FAVV, periodieke afstemming. Goedkeuring template en selectie van deelnemers in samenwerking met FAVV. Interviewverslagen gevalideerd. Beschikbaar stellen van verslagen federaties aan FAVV. De kwalitatieve conclusies van de bevraging werden objectief geanalyseerd door middel van een semi-kwantitatieve prioritisering op basis van het aantal vermeldingen van de bevindingen van respondenten.
Resultaten van de bevraging
3. Resultaten van de bevraging Leeswijzer Overzicht van de meest opvallende resultaten van de online survey voor zowel de operatoren als federaties. Op basis van de stakeholderbevraging via survey, focusgroepen en diepte-interview formuleren we algemene aanbevelingen voor FAVV als input naar haar nieuwe business plan 2015 – 2017. Op basis van de stakeholderbevraging worden de belangrijkste conclusies getrokken voor het desbetreffende thema. De conclusies worden geprioriteerd van zeer gevoelig bij stakeholders naar gematigd gevoelig op basis van het aantal vermeldingen van desbetreffende bevinding door respondenten.
3. Thema 1 : FAVV, een organisatie in beweging 3.1. Overzicht van resultaten Resultaten van de online enquête Operatoren Federaties Conclusies van de interviews en focusgroepen Zeer gevoelig bij stakeholders Gevoelig bij stakeholders Gematigd gevoelig bij stakeholders Stakeholders hebben een goed begrip van de rol en het belang van het FAVV en beoordelen FAVV als een professionele organisatie die geldt als een internationaal voorbeeld. Echter, bestaat er een negatief beeld bij sommige operatoren (voornamelijk bij kleine ondernemingen en Franstalig België). De rol als controleur wordt niet altijd als relevant ingezien. Er is een nood aan een advies en begeleiding naar aanleiding van een controle. Het FAVV is steeds beschikbaar om vragen te beantwoorden (bereikbaarheid PCE’s, open voor overleg, etc.) echter heerst soms perceptie dat interactie traag verloopt. Perceptie bij federaties dat de belangen van hun sector ter harte wordt genomen en er vertrouwen is, echter kan de expertiserol van federaties verder geoptimaliseerd worden (vb. overleg wetenschappelijk comité, uitwerken sectorgidsen, opstellen normen). De aanstelling van een leidend ambtenaar met jaren ervaring binnen FAVV wordt gezien als een garantie voor continuïteit. Perceptie dat er onvoldoende wordt geïnformeerd bij nieuwigheden, veranderingen, etc. (ook gebrek aan sectorspecifieke informatie). Stakeholders merken een verschil in werking tussen PCE's onderling alsook in vergelijking met Brussel (PCE’s zijn trager, interpretatieverschillen, tendens om vragen of verantwoordelijkheid door te schuiven naar Brussel). Vrees bij sommige stakeholders naar verlies van specifieke kennis en expertise bij FAVV door pensionering van medewerkers. Perceptie naar gebrek aan pragmatisme (werking, interpretatie regelgeving bij controles, bij het zoeken naar oplossingen bij vaststelling inbreuk).
3. Thema 1 : FAVV, een organisatie in beweging 3.2. Aanbevelingen voor het FAVV Aanbevelingen van de stakeholders Versterken van profiel FAVV in binnen- en buitenland in haar capaciteiten om voedselveiligheid te borgen in België. Strenge controles zijn een troef voor de sector op lange termijn. FAVV dient deze troef beter te communiceren (in vergelijking met bijvoorbeeld Nederland waar het controlebeleid voor een stuk overgelaten wordt aan privé- initiatieven, hierdoor zijn ze niet langer in staat voedselveiligheid te borgen). Versterken van de adviesfunctie ten behoeve van operatoren, in het bijzonder KMO’s: aanreiken van oplossingen en feedback bij vaststellingen (vb. vulgariserende brochures, aanbieden van een cursus, doorverwijzen naar specifieke informatiebronnen of contactpersonen die kunnen helpen). Trachten meer flexibiliteit en pragmatisme samen met de federaties in te voeren t.o.v. operator. Versterken en specifiëren van informatieverlening (sectorspecifiek, kleine versus grote ondernemingen, per doelgroep aanbieden op website). Waakzaam zijn voor verlies aan continuïteit en kennisverlies n.a.v. uitstroom oudere ervaren medewerkers (o.a. controleurs gezien de generatiewissel die aan de gang is binnen het FAVV).
3. Thema 2 : Verantwoordelijkheid voor voedselveiligheid / Taakverdeling 3.1. Bevindingen Resultaten van de online enquête Conclusies van de interviews en focusgroepen Zeer gevoelig bij stakeholders Gevoelig bij stakeholders Gematigd gevoelig bij stakeholders Er bestaat een duidelijk beeld m.b.t. de rol van de federaties, echter met betrekking tot de taakverdeling en verantwoordelijkheden tussen FAVV – federaties – operatoren is dit minder uitgesproken. Perceptie bij sommige stakeholders (voornamelijk Franstalige kleine ondernemingen) dat de structuur van FAVV complex is en operatoren hierover onvoldoende geïnformeerd worden. Overlegstructuren/kanalen (Raadgevend Comité, werkgroepen, bilateraal overleg) worden positief beoordeeld. Er wordt voldoende ruimte voorzien voor interactie, overleg en samenwerking. Echter bestaat soms de perceptie dat feedback van federaties onvoldoende wordt opgenomen.
Aanbevelingen van de stakeholders 3. Thema 2 : Verantwoordelijkheid voor voedselveiligheid / Taakverdeling 3.2. Aanbevelingen voor het FAVV Aanbevelingen van de stakeholders Blijven investeren in overleg met federaties als partners voor FAVV multilateraal (Raadgevend Comité,…) en bilateraal (deelname aan bestuursvergaderingen federaties, bezoek aan operatoren, …): interpretatie regelgeving, issues bij controles, toepassing sectorgidsen, afspraken over communicatie, aanpak crisiscommunicatie, aanpak omzendbrieven, … Blijven investeren in het communiceren van de rol en taakverdeling van alle actoren in de voedselveiligheidketen. Communiceer duidelijk en transparant inzake besluitvormingsstructuur (wie doet wat op welk niveau) – rol EU, FAVV, FOD VVVL, politie, douane, mestbank, Agentschap L&V, DG4, AWEX, FIT en andere overheidsinstanties (focus op kleine ondernemingen door bijvoorbeeld ontwikkeling van een vulgariserende brochure).
3. Thema 3 : Controlebeleid en programma 3.1. Bevindingen Resultaten van de online enquête Operatoren Federaties Conclusies van de interviews en focusgroepen Zeer gevoelig bij stakeholders Gevoelig bij stakeholders Gematigd gevoelig bij stakeholders Perceptie van kleine ondernemingen, dat er te zware voorwaarden rond het controlebeleid zijn (vb. dure en frequente analyses / staalnames van bepaalde producten, traceerbaarheid van alle levensmiddelen, debat allergenenfiches). Federaties zijn van oordeel dat men voldoende geraadpleegd wordt of mogelijkheid tot overleg heeft bij de opmaak van het controlebeleid. Een meerderheid van de respondenten beoordeelt de opmaak van het controlebeleid als duidelijk / transparant (tevens versterken de sectorgidsen deze bewustwording). Perceptie dat de maximaal toegelaten contaminatienormen gestipuleerd in een controlebeleid niet in verhouding staan tot de reële risico's. (vb. detectieniveau van een contaminant in labo omgeving hanteren als norm versus effectieve schadelijke waarde van contaminant). De nadruk op het resultaat i.p.v. toegepaste middelen / manier wordt als een positieve evolutie ervaren door operatoren. Perceptie bij kleine ondernemingen in verwerkingssector dat men over onvoldoende kennis beschikt (typische activiteiten, de processen/ keten) om een realistisch en pragmatisch beleid te vormen. Perceptie dat het wetenschappelijk comité soms onrealistische of onduidelijke adviezen vormt.
3. Thema 3 : Controlebeleid en programma 3.2. Aanbevelingen voor het FAVV Aanbevelingen van de stakeholders Optimaliseer het controleprogramma: Evenwichtige samenhang tussen de controleplannen voor alle schakels in de keten (leverancier - verbruiker; controle op juiste moment in de keten; geen overcontrole in elke schakel; schrappen van overlappende controles). Frequentie controles conform de mogelijke problemen of risico’s. Evenwichtige spreiding geografisch, grote - versus kleine -, oude - versus nieuwe bedrijven, etc. Optimaliseer de toelaatbare normen voor contaminanten afhankelijk van het reëel gevaar en minder op basis van de detectiewaarden in labo omgeving. Toepassen van meer pragmatisme in de ontwikkeling van controlebeleid voor kleine ondernemingen (rekening houdende met de risico’s, haalbaarheid, de dagelijkse naleving van de verplichtingen).
3. Thema 4 : Controle, inspectie en keuring 3.1. Bevindingen Resultaten van de online enquête Operatoren Federaties Conclusies van de interviews en focusgroepen Zeer gevoelig bij stakeholders Gevoelig bij stakeholders Gematigd gevoelig bij stakeholders Een meerderheid van de stakeholders is van mening dat de controles nuttig zijn en deze regelmatig moeten worden uitgevoerd. Federaties zijn unaniem op dit punt. Echter zijn sommige operatoren (voornamelijk in Franstalig landsgedeelte) van oordeel dat er een te grote focus is op rol als “controle-instantie” en voorkeur voor meer rol als “partner” inzake voedselveiligheid. De procedures en methoden m.b.t. controle zijn duidelijk voor de meeste operatoren en federaties. Perceptie naar een ongelijke behandeling bij controles (in termen van selectie, implementatie, interpretatie, opvolging) binnen en tussen PCE’s. Perceptie bij sommige operatoren dat controleurs onvoldoende kennis hebben om een correct oordeel te vellen (sectorspecifieke kennis, bijvoorbeeld verschil in kennis dierlijke en plantaardige producten). Perceptie dat een sterk imago op vlak van controle en voedselveiligheid een concurrentieel voordeel is, mits een pragmatische houding, indien volksgezondheid geen risico heeft, dient ook geen nultolerantie worden toegepast. Positieve perceptie bij de operator inzake het charter van de controleur; evenwel is er een gevoel van een gebrek aan flexibiliteit / pragmatisme bij de controleur. Negatieve perceptie bij kleinere operatoren over onaangekondigde controles. De beroepsprocedure is weinig bekend. Echter hebben operatoren de voorkeur om via consensus problemen op te lossen, eerst via PCE en vervolgens FAVV (samen met de federatie). Er is terughoudendheid om een formele beroepsprocedure op te starten. Sommige operatoren merken op dat er onvoldoende transparantie is tussen de vastgestelde inbreuk bij een controle en de boete (in beperkte gevallen is er een perceptie van willekeur in het uitschrijven van boetes gekoppeld aan de vastgestelde inbreuk) Gebrek aan feedback m.b.t. staalnames en labotest (feedback alleen als er een probleem is, maar niet als er geen inbreuken zijn vastgesteld). De analyses duren soms te lang waardoor het moeilijk is om effectieve maatregelen te nemen (vb. bij blokkering van producten).
3. Thema 4 : Controle, inspectie en keuring 3.2. Aanbevelingen voor het FAVV Aanbevelingen van de stakeholders Versterken van de kennis van controleurs in de specifieke domeinen (sectorspecifieke activiteiten en handelingen, dierlijk en plantaardige producten, etc.) die men controleert (of verander de structuur naar meer gespecialiseerde expert-controleurs), samen met de federaties. Versterken van sociale vaardigheden controleurs (communicatie, overleg, etc.). Verder inzetten op het uniformiseren van de controles op niveau van de verschillende PCE’s voor de volledige ketting: preventie, selectie controles, uitvoeren van controles, opvolging, inning, contentieux): richtlijnen, opleiding, monitoring, interne controle, …). Geef de operator feedback na elke staalname / labonderzoek, ongeacht het resultaat van de uitgevoerde test (zowel negatieve als positieve resultaten worden medegedeeld). Verduidelijk de rol van de Dierenarts Met Opdracht (DMO), (bv. controle plantaardige gewassen of goedkeuren van exportcertificaten) en versterk hun kennis van de sectoren en wetgeving via coaching en opleidingen (vb. up-to-date zijn met nieuwe exportvoorwaarden; ziektes in fruit/groente; wat te doen indien een exportvoorwaarde niet in orde is). Versterken van omkadering en procedures inzake vervolgingsbeleid (aanbevelingen vanuit magistratuur): Sneller doorsturen van zaken naar parket (dit zou maximum 6 maanden mogen zijn); Verder implementeren van juridisch kader noodzakelijk indien men administratieve geldboetes wil vervangen door alternatieve straffen; Verbeteren van feedback vanuit Openbaar Ministerie naar FAVV m.b.t vervolgingsbeleid (status van lopende zaken; wat is de uiteindelijke uitspraak, etc.); Nagaan of inning administratieve geldboetes kan worden verbeterd, (bv. inning geldboetes via bPost organiseren); Gelijke behandeling operatoren vanaf controlebeleid FAVV tot en met vervolgingsbeleid Openbaar Ministerie (perceptie naar ongelijke behandeling zowel aan selectiekant controleprogramma als zwaarte van vervolging). Introduceer meer pragmatisme/duidelijkheid in het boetesysteem: Meer nadruk op coaching, echter strenger bestraffen van recidivisten; Introduceer een systeem waarbij boetes kunnen vervangen worden door opleidingen of coaching (vb. Horeca); Voorkeur van eerst waarschuwing en niet meteen bestraffen (in het bijzonder in de gevallen waarbij een inbreuk geen direct gevaar oplevert); Betere koppeling inbreuk en boete.
3. Thema 5 : Certificaten, Export, Toelatingen, … 3.1. Bevindingen Resultaten van de online enquête Operatoren Federaties Conclusies van de interviews en focusgroepen Zeer gevoelig bij stakeholders Gevoelig bij stakeholders Gematigd gevoelig bij stakeholders Stakeholders zijn grotendeels van mening dat het FAVV een toenemend aantal inspanningen doet om de export van Belgische producten te versterken, echter is dit onvoldoende wegens het toenemend belang van export binnen alle sectoren. Operatoren ervaren een ongelijke behandeling tussen Belgische – en buitenlandse producten, met name dat er meer gecontroleerd wordt op export en minder controle is op de invoer van producten binnen de voedingssector en ervaren dit als een concurrentieel nadeel. Proces van digitalisering (BECERT project) wordt positief onthaald, echter noodzaak aan het versnellen van lopende verbetertrajecten. Er leeft de perceptie dat de procedure voor het indienen en bekomen van een erkenning, toelating, certificaat, etc. traag en log verloopt (probleem naar traceerbaarheid van dossier alsook ervaring dat een PCE of Brussel herhaaldelijk moet herinnerd worden aan een ingediend dossier). De rol van de Dierenartsen Met Opdracht (DMO) in het goedkeuren van een export wordt in vraag gesteld (onvoldoende kennis, beperkte controle van formulier, kost). Perceptie dat buitenlandse transporteurs minder gecontroleerd worden en dus aanzien wordt als een concurrentieel nadeel voor de binnenlandse productie.
3. Thema 5 : Certificaten, Export, Toelatingen, … 3.2. Aanbevelingen voor het FAVV Aanbevelingen van de stakeholders Uitbreiden van aandacht en middelen rond thema export, gezien het stijgend belang. FAVV moet meewerken om bestaande markten van derde landen open te houden, nieuwe markten derde landen mogelijk te maken (bv. verkrijgen officiële documenten, contacten officiële instanties). Verbeteren van de administratieve procedures m.b.t. export (erkenningen, certificaat, etc.) door middel van: Het versterken van de capaciteit en kennis van de Cel Import, Export & Notificaties binnen FAVV; Het verhogen van de traceerbaarheid status van dossier / vraag van operator (track & trace); Het versnellen en/of uitbreiden van huidige verbeterprojecten inzake digitaliseren exportprocedures (BECERT project); Het opmaken en ter beschikking stellen van een tabel met overzicht derde landen en status van dossier. Versterken van de samenwerking tussen FAVV - andere overheidsinstanties (FIT, AWEX, etc.) - derde landen / diplomatieke posten waarbij FAVV een meer sturende rol kan opnemen. Verhelderen van de huidige controlemechanismen m.b.t. invoer (vb. rol van Food and Veterinary Office - FVO) aan de operator. Versterk de ondersteuning aan de voedingssector in hun export (vb. investeren in specifieke exportproblemen zoals volatiele aardappelexportmarkt vs. stabiele groenten/fruitexport) en tracht de (administratieve) lasten verder te verlagen. Evalueer in welke mate de Dierenartsen Met Opdracht (DMO) in de goedkeuring van exportcertificaten over de juiste kwalificaties beschikken.
3. Thema 6: Crisispreventie en crisisbeheer 3.1. Bevindingen Resultaten van de online enquête Operatoren Federaties Conclusies van de interviews en focusgroepen Zeer gevoelig bij stakeholders Gevoelig bij stakeholders Gematigd gevoelig bij stakeholders Algemeen positieve perceptie dat FAVV goed handelt in het voorkomen en beheren van een crisis. Het FAVV heeft veel geleerd uit voorgaande voedselcrisissen. Een meerderheid ervaart de handelingen van het FAVV als efficiënt en effectief indien deze op een gecentraliseerde manier worden georganiseerd. Communicatie tijdens (potentiele) crisissen kan beter, dit zowel binnen de voedingssector als naar de consument toe. Perceptie van trage procedure in het lokaliseren van de oorzaak van de crisis / contaminatie (voornamelijk indien te maken met plantaardige / verse producten). Recall procedure wordt als goed ervaren echter nood aan eenduidige verplichtingen (soms tegenstrijdige eisen vanuit verschillende PCE’s).
3. Thema 6: Crisispreventie en crisisbeheer 3.2. Aanbevelingen voor het FAVV Aanbevelingen van de stakeholders Tracht een juiste balans te vinden m.b.t. crisiscommunicatie: Doelgerichte communicatie naar enkel de betrokken sectoren. Balans tussen proactieve en reactieve communicatie. Open communicatie naar de publieke opinie om dichter te komen bij de consument (aanbeveling consumentenorganisatie). Nood aan meer communicatie bij een internationale crisis: Potentiele impact op Belgische sectoren (is een product ingevoerd naar België? is er een verbod op invoer? wat is de oorzaak?); Indien geen impact op België, communicatie naar derde landen om export te vrijwaren. Communiceer ook gevallen waarbij er geen gevaar is voor volksgezondheid (vb. gebruik van chinese broodverbeteraar of Nederlandse bakovens). Verduidelijk het principe van verplichte kennisgeving van risico’s aan operatoren (welke informatie moet gegeven worden, welke hulp kan men verwachten vanuit FAVV, wat zal FAVV niet doen). Versoepel of annuleer de blokkering van producten/bedrijven zo snel mogelijk indien de sector niet beïnvloed is. Optimaliseer en versnel de onderzoeksfase in het lokaliseren van de oorzaken van een crisis, hoofdzakelijk bij plantaardige / verse producten. Optimaliseer de recallprocedure met oog op 1) het centraal uitwerken van recall-voorwaarden i.p.v. op niveau van de PCE (bv. recall met of zonder persbericht soms verschillend per PCE) en 2) recalls uit te roepen in verhouding tot reële risico (perceptie aantal recalls in België ligt hoger dan rest van EU).
3. Thema 7: Financiering 3.1. Bevindingen Resultaten van de online enquête Operatoren Federaties Conclusies van de interviews en focusgroepen Conclusies van de interviews en focusgroepen Zeer gevoelig bij stakeholders Gevoelig bij stakeholders Gematigd gevoelig bij stakeholders De financieringsregeling wordt merendeel als duidelijk gepercipieerd alsook de huidige heffingen worden door de meeste operatoren als realistisch beoordeelt echter… …vragen velen zich af waarom men moet betalen om gecontroleerd te worden en pleit men voor de afschaffing van de heffing indien men over een ACS beschikt. Er zijn verdeelde meningen over de impact van het bonussysteem. Het bonussysteem verschaft onvoldoende incentives voor KMO’s om te kiezen voor een ACS. Ervaring dat het keurmerk (de “smiley”) onvoldoende toegevoegde waarde geeft en consumenten zijn niet vertrouwd met dit concept. Landbouwers beoordelen de dubbele bestraffing (boete + schorsing van EU steun) als oneerlijk. Facturatie is voor sommigen onduidelijk m.b.t. traceerbaarheid prestaties en kost; heffingen met of zonder ACS; opeengestapelde heffingen of kortingen; enz. Zowel sommige federaties als operatoren vrezen voor een budgettaire druk op het huidig financieringssysteem (pleiten voor continuïteit in de bijdrages vanuit de overheid) en het aandeel vanuit de industrie mag niet omhoog gaan.
Aanbevelingen van de stakeholders 3. Thema 7 : Financiering 3.2. Aanbevelingen voor het FAVV Aanbevelingen van de stakeholders Evalueer het huidig bonussysteem met daarbij focus op het creëren van meer incentives voor kleine(re) operatoren: Grotere financiële incentive (nulheffing); Toepassen van autocontrolesysteem dat internationaal erkend is in de sector; Dagelijkse verplichtingen in het kader van ACS afstemmen op de interne werking / ter ondersteuning van interne monitoring onderneming; Beperkt aantal voorwaarden of administratieve verplichtingen; Langere geldigheid certificering ACS; Aanpassing frequentie controles / audits (verlagen bij ACS). Administratief vereenvoudigen en transparanter maken van het basisheffingsysteem en facturatie (momenteel perceptie naar complexe opeenstapeling van kortingen en toeslagen bij keuze ACS).
3. Thema 8: Communicatie 3.1. Bevindingen Resultaten van de online enquête Conclusies van de interviews en focusgroepen Zeer gevoelig bij stakeholders Gevoelig bij stakeholders Gematigd gevoelig bij stakeholders Zeer goede perceptie bij zowel operatoren en federaties m.b.t. algemeen communicatiebeleid FAVV (beschikbaar materiaal, kanalen, etc.). Zowel operatoren als federaties zijn van oordeel dat het FAVV (zowel PCE / FAVV Brussel) bereikbaar is om vragen te beantwoorden. De ombudsdienst is relatief onbekend bij operatoren. Daarnaast is er een zekere vrees bij operatoren om via de ombudsdienst een formele klacht neer te leggen. Bij problemen zoeken operatoren en federaties bij voorkeur rechtstreeks contact met een expert of hun contactpersoon bij de PCE of FAVV Brussel. Perceptie, voornamelijk op het niveau van de PCE’s, naar gebrek aan responsiviteit bij het indienden van een specifiek dossier (vb. exporterkenning). Perceptie bij beperkt aantal stakeholders m.b.t. gebrek aan bereidheid van het FAVV om dialoog aan te gaan voor specifieke thema’s (vb. allergenen debat, openbaar publiceren van resultaten controles, etc.). Gezien de complexiteit en omvang aan informatie ervaren sommigen een sterke leercurve / last in het zoeken naar specifieke informatie. PCE’s zijn goed bereikbaar, echter ervaren sommigen hun werking als traag of dat deze vaak vragen doorsturen naar Brussel.
Aanbevelingen van de stakeholders 3. Thema 8 : Communicatie 3.2. Aanbevelingen voor het FAVV Aanbevelingen van de stakeholders Verfijn de communicatie naar operatoren: Evalueer de huidige toegepaste categorisering / thema’s (vb. op website / inschrijvingskeuzes nieuwsbrieven) – tracht communicatie te specifiëren per doelgroep; Ontwikkeling van brochures per sector; Meer tips en aandachtspunten op bijvoorbeeld maandelijkse basis (vb. in de zomermaanden: instructies bij warm weer); Nog verder verbeteren van de communicatie naar consumenten toe, om de perceptie van het FAVV bij het grote publiek nog te optimaliseren. Verhoog het aantal fysieke contacten buiten controles (trainingen, overleg, informele bijeenkomsten, open dagen bij FAVV). Verbeter de structuur van de website : website is volledig, maar onvoldoende toegankelijk voor operatoren. Toegankelijkheid verhogen door categoriseren in doelgroepen en informatie meer laagdrempelig te maken. Verder inzetten op interactie/overleg met federaties om tegenstrijdige of onduidelijke communicatie te vermijden (vb. omzendbrieven samen voorbereiden) alsook trachten meer aanwezig te zijn op beurzen of evenementen georganiseerd door federaties. Verhogen van communicatie inzake de status van belangrijke thema’s, projecten, knelpunten, vragen (de keuzes die het FAVV heeft gemaakt, welk werk er reeds is uitgevoerd, welke mijlpalen nog moeten worden bereikt) (vb. BECERT project).
3. Thema 9: FAVV en andere overheden 3.1. Bevindingen Resultaten van de online enquête Operatoren Federaties Conclusies van de interviews en focusgroepen Zeer gevoelig bij stakeholders Gevoelig bij stakeholders Gematigd gevoelig bij stakeholders FAVV wordt door zowel operatoren als federaties als één van de betere overheidsdiensten aanschouwd. Tegenstrijdige meningen bij zowel operatoren als federaties om te kiezen voor een diepgaande integratie van de verschillende inspectiediensten. Niettemin is er nood aan een betere identificatie van de verschillende inspectiediensten (op niveau van de controleur – operator) en hun bevoegdheden. Perceptie naar onvoldoende interactie tussen de overheden (vb. uitwisselen van informatie van de operator).
3. Thema 9 : FAVV en andere overheden 3.2. Aanbevelingen voor het FAVV Aanbevelingen van de stakeholders Versterk overleg tussen de verschillende overheidsinstanties (FAVV – FOD’s – AWEX – FIT) en tracht met één coherente boodschap te communiceren / handelen naar anderen (de federatie, operator, derde land). Integreer informatie van andere instanties in de communicatiemiddelen/kanalen van het FAVV (FAVV als ‘Single Point Of Contact’ inzake voedselveiligheid). Wegwerken van onduidelijkheden FAVV – FOD Volksgezondheid door het opstellen van “wie is wie” lijsten voor federaties (overzicht van contactpersonen; experten) (vb. wie is expert rookverbod, export, .. bij FAVV enerzijds en bij FOD Volksgezondheid anderzijds) met nadruk op bevoegdheden met “grijze zones” alsook het organiseren van een gezamenlijke afstemmingsvergadering (opmerking vanuit federaties). Identificeren van quick wins (casegericht) naar betere samenwerking tussen overheidsdiensten (bv. verschuiving controle zoutgehalte van FOD Volksgezondheid naar FAVV, controles van Ministerie van Landbouw integreren met controles FAVV (vb. tellen van runderen), enz.). Optimaliseren van huidig gefragmenteerde of overlappende bevoegdheden (opmerking vanuit de sector en bezorgdheid van andere overheidsdiensten): Controle op rookverbod; Onlogische afbakening van bevoegdheden: vis, tabak, dierenwelzijn; Impact zesde staatshervorming.
3. Thema 10: FAVV en administratieve lasten 3.1. Bevindingen Resultaten van de online enquête Weinig last Veel last Conclusies van de interviews en focusgroepen Zeer gevoelig bij stakeholders Gevoelig bij stakeholders Zowel operatoren als federaties erkennen de positieve vooruitgang die in de afgelopen jaren is gemaakt inzake administratieve vereenvoudiging. Tevens ervaart men, in het algemeen, de opgelegde administratieve verplichtingen als duidelijk en noodzakelijk. Echter bestaat er de perceptie dat de huidige administratieve verplichtingen het meest haalbare zijn, een verdere toename aan administratieve lasten / informatieverplichtingen zou onrealistisch zijn. Er zijn tegengestelde meningen inzake de bruikbaarheid van de bij te houden registers en informatie. Niet alle operatoren vinden de informatie bruikbaar voor hun eigen monitoring of ter ondersteuning van de interne werking.
3. Thema 10 : FAVV en administratieve lasten 3.2. Aanbevelingen voor het FAVV Aanbevelingen van de stakeholders Behoud de huidige inspanningen om procedures te digitaliseren (opmerking: voor de Franstalige landbouwers is er echter een limiet op verregaande digitalisering). Vereenvoudig de (informatie)verplichtingen voor kleine (ambachtelijke) ondernemingen, voornamelijk indien men autocontrolesysteem wil promoten. Vereenvoudig procedures traceerbaarheid van producten en audit van leveranciers: Schrap overlappende of gedupliceerde administratieve verplichtingen / zelfcontroles (vb. controle mengvoeders zowel bij leverancier – vervoerder – gebruiker). Enkele geïdentificeerde opportuniteiten: Versnellen van de staalnameprocedure; Vereenvoudigen van procedure exporterkenningen alsook versnellen implementatie BECERT project; Afschaffen verplichting 3-jaarlijks doktersbriefje “vrij van besmettelijke ziektes”; Digitalisering Landbouw & Visserij doortrekken naar FAVV (vb. e-loket en papierarm); Gegevensuitwisseling FAVV – KBO versnellen; Specifieer de checklists op niveau van de sector / type onderneming; Integratie bestaande kwaliteitssystemen (IFS, BRC, Vegaplan Standard, …) met ACS; Versnellen doorlooptijd bij herziening van ACS gidsen; Pragmatische toepassing van mogelijke introductie allergenenfiches; Digitaliseren van registers; Evalueren bestaande informatieverplichtingen i.s.m. alle federaties; Vermijden van administratieve lasten bij het uitwerken van nieuwe procedures (bv. fytosanitair certificaat); Vermijden van “irriterende” administratieve lasten bij KMO’s, bv. het aankondigen van inspecties 24u op voorhand i.p.v. onverwachte inspecties, aankondigen van controles gericht op papierwerk/administratie; Overwegen of de toegepaste inspectiefrequentie verder kan worden verlaagd voor de laagste risicoprofielen; Voldoende pragmatisme toepassen door bijvoorbeeld het certificeren van vereisten die commercieel maar niet wettelijk vereist zijn.
3. Thema 11: Beleid, regelgeving en internationale relaties 3.1. Bevindingen Resultaten van de online enquête Conclusies van de interviews en focusgroepen Zeer gevoelig bij stakeholders Gevoelig bij stakeholders Perceptie bestaat bij zowel operatoren als federaties dat België, in het algemeen, Europese regelgeving strenger toepast in vergelijking met andere lidstaten… …echter is men van mening dat dit soms een (competitief) voordeel kan verschaffen door nadruk te leggen op de hoge kwaliteit van onze producten, zeker voor exportgerichte bedrijven. …maar er bestaat ook een vrees dat bij een verdere toename in wettelijke verplichtingen de kosten te hoog worden en een risico vormt voor de economische leefbaarheid van de sectoren. Tegengestelde meningen naar de openheid en mogelijkheid tot overleg in de opmaak van nieuw beleid. Sommige federaties ervaren dat er te weinig consensusgericht overleg plaatsvindt en het FAVV te weinig oor heeft naar de feedback / input van de federaties en/of het FAVV onvoldoende terugkoppelt naar doelgroepen eens een beslissing is gemaakt.
3. Thema 11 : Beleid, regelgeving en internationale relaties 3.2. Aanbevelingen voor het FAVV Aanbevelingen van de stakeholders Tracht stakeholders in een vroeg stadium te betrekken in het besluitvormingsproces (via verschillende consultatiemechanismen) bijvoorbeeld omtrent thema’s zoals: Toepassing van nieuwe verplichtingen in dagelijkse praktijk/controles; Ontwikkeling en communicatie omzendbrieven; Implementatie van allergenenfiches. Evalueren van de Belgische regelgeving op basis van verplichtingen uit Europese regelgeving met een focus op te streven naar hogere uniformiteit. Evalueren van de interactie en overlegmogelijkheden tussen het wetenschappelijk comité en experts vanuit de federaties. Uitvoeren van een internationale benchmarking en nagaan van de effectiviteit van de gevoerde handhaving. Voor exportgerichte bedrijven is het belangrijk dat… er gestreefd wordt naar een balans tussen controles op enerzijds export en anderzijds import van voedingsproducten; het FAVV meer aanwezig is op vakbeurzen (in binnen- en buitenland) om de sterktes van het kwaliteitssysteem te promoten.
3. Thema 12: Autocontrole 3.1. Bevindingen Resultaten van de online enquête Operatoren Federaties Conclusies van de interviews en focusgroepen Zeer gevoelig bij stakeholders Gevoelig bij stakeholders Gematigd gevoelig bij stakeholders Het autocontrolesysteem (ACS) wordt door de meerderheid van de stakeholders ervaren als gerechtvaardigd en duidelijk met een aanvaardbare administratieve last (dit is minder het geval bij kleine ondernemingen). Alsook is men van mening dat het ACS een positieve impact heeft op de sector of specifieke onderneming (het stimuleert zelfreflectie en een groter bewustwording inzake voedselveiligheid). Potentieel naar vereenvoudiging ACS door integratie met kwaliteitssystemen die in de industrie reeds bestaan door combinatie in één audit. Operatoren zijn van mening dat de sectorgidsen duidelijk zijn en alle nodige informatie vervatten. Perceptie dat de voorwaarden voor een ACS voor kleine ondernemingen te zwaar en kostelijk zijn en er nood is aan meer pragmatisme en realistische voorwaarden alsook meer financiële incentives. Zowel operatoren en federaties pleiten voor het streven naar een eindbalans waarbij er geen bijkomende verplichtingen of nieuwe normen / controles worden opgelegd. Er bestaat onduidelijkheid naar de inspectiefrequenties indien men al dan niet beschikt over een ACS systeem. Vrees naar mogelijke voedselveiligheidsrisico’s ten gevolge van bijkomende besparingsrondes (te weinig externe controles of meer druk om een ACS in te voeren?). Perceptie dat de herziening van ACS zeer lang duurt bij FAVV (lange iteraties).
Aanbevelingen van de stakeholders 3. Thema 12 : Autocontrole 3.2. Aanbevelingen voor het FAVV Aanbevelingen van de stakeholders Evalueren op welke wijze KMO’s kunnen gestimuleerd worden om meer toe te treden tot een ACS (sensibilisering, financiering), bijvoorbeeld het verminderen van formaliteiten, 100% vrijstelling heffing, specifieke stimuli, aangepaste sectorgids, verlagen van bijkomende controles of voorwaarden voor KMO's alsook blijvend investeren in opleiding en begeleiding op maat van deze doelgroep. Vereenvoudiging ACS door integratie met kwaliteitssystemen die in de industrie reeds bestaan (Vegaplan Standard, IFS, BRC, ..) door het combineren van BRC, IFC en ACS in één audit. Integratie van normen door vertrouwen te schenken in industrienormen. Versterk de ondersteuning van operatoren in de implementatie en uitvoering van het autocontrolesysteem. Organiseer, samen met de federaties, doelgerichte communicatiecampagnes om de operator te informeren naar de voordelen van een autocontrolesysteem. Tevens blijven investeren in vulgariserende brochures over het nut van ACS. Tracht internationaal erkende controlesystemen maximaal op te nemen in het Belgisch autocontrolesysteem; (geïntegreerde en gedragen aanpak). Verduidelijk de inspectieprocedures bij operatoren. Toon aan, via cijfers, dat operatoren met een autocontrolesysteem gemiddeld minder gecontroleerd worden. Optimaliseren van het besluitvorming/herziening proces van een ACS gids: sector blijven betrekken bij de uitwerking en implementatie; versnellen van de procedure; verduidelijken van rollen en verantwoordelijkheden in de opmaak van een nieuwe gids.
3. Resultaten van de bevraging 3.3 Overzicht van de sterktes, zwaktes, opportuniteiten en dreigingen van het FAVV. Op basis van de conclusies en aanbevelingen geïdentificeerd per thema werd onderstaande SWOT analyse opgemaakt. De SWOT analyse tracht een geconsolideerd overzicht te verschaffen van de belangrijkste bevindingen uit de stakeholderbevraging. Deze SWOT is opgesteld op basis van de interpretaties van de interviewers betrokken in deze opdracht. Sterktes FAVV wordt aanschouwd als een performante overheid die geldt als een internationaal voorbeeld. De doorgevoerde veranderingen zijn voelbaar in het veld en worden positief onthaald (vb. checklists, communicatie en informatie, bereikbaarheid PCE’s, etc.). FAVV biedt ruimte voor samenwerking en overleg via meerdere kanalen en formats. Zwaktes Onvoldoende in staat om via communicatie haar imago te valoriseren in binnen- en buitenland m.b.t. de efficiënte en effectieve werking van het FAVV om voedselveiligheid te borgen in België. Perceptie van gebrek aan uniformiteit in toepassing en interpretatie van wetgeving bij controles, regelen van export, toepassen van sectorgidsen, etc. zowel op niveau van PCE als controleur. S W Opportuniteiten Stakeholders, zowel operatoren als federaties, staan ook open voor overleg en samenwerking. Potentieel om administratieve lasten voor operatoren (KMO’s) verder te verlagen. Het uitwerken van een holistische, conceptuele communicatiestrategie voor het FAVV, doelgroepgericht en niet gefragmenteerd. O Bedreigingen Bijkomende besparingsrondes mogen een efficiënte werking van het FAVV niet in de weg staan. Fragmentatie van bevoegdheden en verantwoordelijkheden creëert onduidelijkheid. Toenemend belang aan export in de sector staat niet in verhouding tot de inspanningen die door FAVV worden doorgevoerd wat betreft deze sector. T
3. Resultaten van de bevraging 3.4 Baselining gevoeligheid thema’s 2014 – 2011 - 2008 Onderstaande tabel geeft een overzicht van de mate van gevoeligheid van de verschillende behandelde thema’s bij de respondenten uit de bevraagde sectoren en dit in vergelijking met de mate van gevoeligheid bij voorgaande bevragingen. Deze tabel is gebaseerd op een gevoelsmatige inschatting van de interviewers op basis van de antwoorden en de wijze waarop deze werden geformuleerd. 2008 - 2011 2011 - 2014 Thema’s waarbij de gevoeligheid is afgenomen FAVV, een organisatie in beweging Verantwoordelijkheid voor de voedselveiligheid Controlebeleid en –programma Administratieve lasten Crisispreventie en crisisbeheer Thema’s waarbij de gevoeligheid is toegenomen Certificaten, Export en Toelatingen Financiering Controle/inspectie/keuring Thema’s waarbij de mate van gevoeligheid status quo is gebleven Analyses * Communicatie FAVV en andere overheden Beleid, regelgeving en internationale relaties FAVV: mensen en werkmethodes * * = niet van toepassing, thema’s werden niet meer afzonderlijk bevraagd in 2014.
3. Resultaten van de bevraging 3.5 Aanbevelingen voor toekomstige stakeholderbevragingen Deze aanbevelingen zijn geformuleerd op basis van de bevindingen en “lessons learned” vanuit het Deloitte projectteam. Het organiseren van een stakeholderbevraging tijdens de zomervakantie impliceert een groter risico voor een lagere responsratio. Een bevraging buiten een langdurige verlofperiode kan de responsratio verhogen. Naast begeleidende communicatie vanuit het FAVV in kader van een stakeholderbevraging is het ook aangeraden om een ondersteunende communicatie uit te sturen vanuit de federaties naar de operatoren om de responsratio te verhogen. Het organiseren van focusgroepen vereist een grotere bereidheid tot deelname bij de respondenten in vergelijking met klassiekere vormen van bevraging zoals survey of interview. Het is dan ook van belang dat bij de selectie van de long- list aan respondenten er reeds een afweging wordt gemaakt indien deze personen beschikbaar zijn om deel te nemen aan het onderzoek.
Appendix
4. Appendix 4.1 Overzicht resultaten online survey Een gedetailleerd overzicht van de resultaten van de online bevraging (voor zowel operatoren als federaties) kan men terugvinden in bijlage.
4. Appendix 4.2 Overzicht resultaten bevraging personaliteiten uit het Raadgevend Comité Een gedetailleerd overzicht van de resultaten van de diepte-interviews met personaliteiten uit het Raadgevend Comité kan men terugvinden in bijlage.