Academisch schrijven op de pabo: onderwijzen in plaats van eisen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Startbijeenkomst Leren Leren in een professionele oefencultuur
Advertisements

Tevredenheid met behandelaar en behandeling.
Basisboek Interviewen 3e druk 2012
Wat moeten we verder doen?
Redactioneel schrijven Les 3
Makkelijk lezen voor volwassenen [Bedrijfsnaam]. Wat doen we?  We maken lezen aantrekkelijk.  We maken volwassenen actief met taal.  Dan wordt lezen.
Groep Doel bepalen Voorspellen Kennis ophalen Vragen stellen
Normen Ga van een positieve intentie uit Communiceer respectvol
Sociale media als taalvaardigheidstool
Voldoende dekking Nieuwsbegrip
Makkelijk lezen voor volwassenen [Bedrijfsnaam]. Wat doen we?  We maken lezen aantrekkelijk.  We maken volwassenen actief met taal.  Dan wordt lezen.
Kats en coaching doe, leer, ontwikkel jezelf
Redactioneel schrijven Les 2
Lesgeven en begeleiden
Geletterdheid….. Wat is dat?
Redactioneel schrijven Les 1
vakdidactiek lezen, spreken luisteren en kijken
Beroepsvaardigheden onderdeel van SBC
Portfolio
Professioneel-kritische Instelling
Ruimte voor jouw persoonlijke ontwikkeling Professioneel-kritische Instelling Training follow-up (dag 2)
DALTON compleet?.
Informatie- avond groep 6
Interpreteren van data
pret met intervisie: ket-lessen Conferentie BV NT2 24 mei 2014
Differentiatie in het geschiedenisonderwijs
Presentatie resultaten monitor landelijk versus lokaal maart 2014.
LES 3 LESMODULE LAAGGELETTERDHEID
Onderzoek doen een methodische aanpak
OFC28 mediawijsheid les 7 leren door te maken
Stappenplan Samenvatten
Presentatie methodeanalyse Zo leren kinderen lezen en spellen & Leeslijn De Hand-out.
De dag van het solliciteren Blok 1
Onze doelen en visie in beeld
Boekbespreking Differentiëren is te leren, Aafke Bouwman
Leesvaardigheid Hoofdstuk 1 t/m 3
Teksten schrijven. Teksten schrijven Teksten schrijven – Waar gaat het over Onderwerp Titel Lead Tussenkopjes Illustraties Woorden vet/cursief.
Loopbaan oriëntatie en begeleiding
Thema 2 Bijeenkomst oktober 2015.
Groepsdynamica & Interactief communiceren
Solliciteren: wat wil ik?
Onderzoeksvaardigheden 3
Kijken naar Kinderen Week 4
verhoudingen – breuken – procenten - kommagetallen
Lezen: doe het goed voor
Tekstverklaring Hoe doe je dat?.
De rode draad in opleiden binnen AAOS
1 december  Toelichting BSA programma  Per onderdeel koppeling met thuis  Komende periode  Afsluiting.
Jennifer de Vries-Aydogdu Med.hr.nl/vrije Project: Oriëntatie op het beroep.
TRENDS 2014 Hafida
Happy new year Goede voornemens.... Waardenlijst Neem de waardenlijst door. Omcirkel de vijf voor jou belangrijkste waarden van de groep waarop je werkt.
Plancyclus, les 4  Actualiteit  Vragen naar aanleiding van vorige les  Vragen over hoofdstuk 4 en 5  Observeren met een plan; het verschil tussen observeren.
Methodiek: Plancyclus
Pemwjk3. Programma tafeltjesronde over ruimte en materiaal Bespreek de inzichten die naar aanleiding van de tafeltjesronde over ruimte en materialen hebt.
Verschillende rollen en stijlen
Professionele nieuwsgierigheid Coaching en gesprekstechnieken
Ouderavond Slim Fit unit 5 t/m 8. Inhoud / programma van deze ouderavond Hoe zag onze proefweek eruit? Wat houdt Slim Fit in voor unit 5 t/m 8? Enkele.
VAD bijeenkomst 1.5. Inhoud VAD bijeenkomst Welkom, mededelingen, terugblik vorige week didactische ervaringen uit de praktijk 2. Opdracht Stille.
Lezen en schrijven: 1+1=3 Conferentie Begrijpend Lezen 7 maart 2012 Eindhoven Paul de Maat.
Vakdidactiek Bijeenkomst 2 periode 2 16 november 2015.
Bijeenkomst 5.  Doelen  Wat hebben jullie bij thema vanmorgen gedaan?  Feedback geven en ontvangen op huiswerkopdracht  Van doelen naar leeractiviteiten.
Leesvaardig Examentraining.
VAKDIDACTIEK PEDAGOGIEK Bijeenkomst 2.1 Kopopleiding – Vakdidactiek Docent: Sanne van Kessel.
Taal in de rekenles Netwerk rekencoördinatoren Sarkon.
WELKOM Tweede jaars OGP6 Onderzoek Bijeenkomst
Basiscursus Onderzoekend en Ontwerpend Leren De rol van taal Carmen Damhuis & Heleen van Ravenswaaij.
Uitleg bij de vragenlijst Veiligheidsbeleving
Opdracht Nederlands Je doet in een groepje van vijf personen een klein literatuuronderzoek. De uitkomsten van dit onderzoek beschrijf je in een verslag.
Vakdidactiek en Onderwijskunde 2
De zakelijke brief – schrijven 3.3
Transcript van de presentatie:

Academisch schrijven op de pabo: onderwijzen in plaats van eisen Bart van der Leeuw & Suzanne van Norden LOPON2 zomerschool schrijven en schrijfdidactiek Olaertsduyn 28-29 augustus 2014 Logo van taalvorming vervangen door logo Marnix?

Academisch schrijven op de pabo Gewoon maar door breien denk ik theoretisch kader……? Ik heb het tekstballonnetje veranderd! Prima ik heb de animaties goed in volgorde gezet. De jongen denkt aan het meisje want die kan dit veel beter..... Of zo iets.

Academisch schrijven op de pabo: overzicht Toenemende aandacht voor academisch schrijven in het hbo Docentervaringen op de Marnix Academie De schrijftaak 'theoretisch kader' Bespreking voorbeeldteksten (deelnemers aan het werk) Terugblik: elementen van de werkwijze Zin en onzin van academisch schrijven in het pabocurriculum (discussie) Opgepast: ik heb 1 en 2 omgedraaid: dus is in het algemeen iets over ac. Schrijven, dan de docentervaringen op Marnix. Leek me logischer SvN prima, doe ik die toelichting dan ook of doe jij dat?

Toenemende aandacht voor academisch schrijven in het hbo Doel: pedagogische en vakdidactische kennis tonen door middel van geschreven teksten Kenmerken van academisch schrijven? gebruik maken van de taal van het vakgebied kritisch inzicht tonen in de kennis van het vak doelgericht schrijven zonder onnodige uitweidingen rekening houden met wat de lezer al weet en wat hij wil weten op een verantwoorde manier gebruik maken van bronnen op een correcte manier refereren aan literatuur Kenmerkende schrijftaken in het hbo portfolio’s, verwerking van literatuur, visiestukken, stageverslagen, reflectieverslagen de beroepstaak, bijvoorbeeld het praktijk- of actieonderzoek waarover een verslag geschreven moet worden. SvN Ik vind het belangrijk om behalve kenmerken en schrijftaken ook nog ‘doelen’ toe te voegen: waarom moet het eigenlijk? heb ik dus bovenaan toegevoegd.

Docentervaringen Situatie nu: Studenten krijgen schrijfopdracht en eisen waaraan de tekst moet voldoen Instructie ontbreekt Iedereen schrijft individueel Docent begeleidt studenten individueel, vaak op dezelfde punten, in te weinig tijd Teksten verschillen erg en beoordelen is hierdoor lastig Docenten hanteren verschillende beoordelingscriteria Alternatief: De schrijfopdracht vooraf bespreken Instructie geven op organisatie en talige kenmerken van het betreffende tekstgenre SvN misschien moet het alternatief hier nog niet zo gepreciseerd worden, maar pas in de terugblik na de tekstbesprekingen dus (dia 12)? Dan ga ik hier alleen algemeen iets zeggen over de noodzaak van instructie bij schrijven. Prima, is dit een goeie aanpassing?

De schrijftaak 'theoretisch kader' De schriftelijke instructie bij het onderzoeksverslag: Hoofdstuk 1: Inleiding (verlegenheidssituatie, doelstelling in en van het project en de onderzoeksvragen) Hoofdstuk 2: Theoretisch kader (ongeveer 3 kantjes: 1800 woorden) Beschrijf datgene wat de literatuur te bieden heeft en jouw eigen ervaringen en die van je collega’s met betrekking tot het onderwerp. Een goed theoretisch kader is altijd een bewerkt theoretisch kader, ofwel geconstrueerde kennis. In die kennis zitten eigen ervaringen en elementen van de praktijksituatie verwerkt. We spreken van ‘gecontextualiseerde’ of van ‘doorleefde’ theorie. Hoofdstuk 3: Opzet van het project Hoofdstuk 4: Resultaten Hoofdstuk 5: Conclusie SvN Zal ik dit ook nog kort toelichten, omdat het van mijn school komt? Ja dat is goed.

Theoretisch kader als 'genre' Algemene inzichten genre-theorie Genre: een taaluiting (tekst) waarmee stapsgewijs een sociaal doel wordt gerealiseerd Gebruik taalmiddelen op gebied van inhoud, standpunt en samenhang Voorbeelden: verhaal, vertelling, procedure, verklaring, beschouwing Organisatie van een beschouwing: Kwestie ^ Perspectieven ^ Positie  Organisatie van je theoretisch kader (beschouwing) 1. Inleidende alinea over je onderwerp, wat je bent gaan zoeken in de literatuur en wat we gaan lezen in dit hoofdstuk. 2. Per deelonderwerp/deelvraag: korte indruk wat de gelezen literatuur over dat onderwerp schrijft. Je geeft dus per onderwerpje verschillende bronnen weer, waarbij je ook je praktijkervaring kunt inbrengen. 3. Conclusie: wat vind je belangrijk om uit de literatuur in je onderzoek mee te nemen. SvN wel belangrijk om te zeggen dat deze tekstorganisatie in een les is gepresenteerd! BL Ja dus dat een deel van de instructie. Ik stel voor dat ik het bij deze dia van je overneem.

Tekstvoorbeelden overzicht Tekststadia Student A Student B Kwestie In de inleiding wordt al veel geschreven over de Viertakt van Verhallen. De Viertakt van Verhallen is de woordenschatdidactiek. In het eerste hoofdstuk is duidelijk geworden wat de praktijkvraag is, namelijk ‘Hoe kan ik door gebruik te maken van coöperatief leren de taallessen uit de methode positief beïnvloeden ...’ Perspectieven Allereerst zijn er kinderen die de positieve attitude (het willen leren) tijdens hun schoolloopbaan kwijtraken. Ik ben ook artikelen gaan lezen en kwam het artikel Boek Woordenschatwinst tegen in het blad JSW (2013, p.36). Positie Wanneer ik kijk naar mijn theoretische deel van het onderzoek zie ik dat er een paar dingen opvallen. Het onderzoek naar vertellen en voorlezen heeft mij vooral veel opgebracht hoe ik dit kan voorbereiden en waar je aan moet denken om dit te laten slagen. SvN heel netjes, maar zijn dit korte voorbeeldjes van elke fase van het theoretisch kader? Ga jij die toelichten? BvdL ja licht ik toe

Kwestie (wat is het onderwerp?) Student A Student B In de inleiding wordt al veel geschreven over de Viertakt van Verhallen. De Viertakt van Verhallen is de woordenschatdidactiek. Er wordt uitgegaan van vier didactische fasen: Voorbewerken Aanbieden en semantiseren Consolideren Controleren ‘Voorbewerken. Voorbewerken houdt twee dingen in: enerzijds het zorgen voor een uitdagende concrete leeromgeving die de belangstelling van kinderen wekt en hun motiveert voor het leren van nieuwe woorden; en anderzijds het activeren van voorkennis. Dat laatste is belangrijk omdat nieuwe woorden beter onthouden worden als die aansluiten bij het netwerk van reeds gekende woorden. Om die aansluiting te kunnen maken, moet die kennis dus eerst geactiveerd worden. 2.1 Inleiding In het eerste hoofdstuk is duidelijk geworden wat de praktijkvraag is, namelijk ‘Hoe kan ik door gebruik te maken van coöperatief leren de taallessen uit de methode positief beïnvloeden bij deze groep 6, zonder dat het ten koste gaat van de effectieve leertijd?’ Volgens Looy (2007, p. 59) wordt de effectieve leertijd positief beïnvloed door programma's waarin leerlingen samenwerken. Of dit bij mijn groep 6 ook zo is, is nu de vraag. In dit hoofdstuk wordt uiteengezet wat de basiskenmerken zijn van coöperatief leren, waarna de rol van de leerkracht uitgewerkt wordt. Vervolgens wordt beschreven wat er zo leerzaam is voor kinderen als zij coöperatief werken. Ten slotte beschrijf ik in mijn conclusie wat ik belangrijk vind om uit de literatuur in mijn onderzoek mee te nemen.

Werken met tekstvoorbeeldem Opdracht voor drietallen Keuze: Perspectieven of Positie Bespreek de teksten vergelijkenderwijs Identificeer voor elke tekst minimaal twee punten voor verbetering  Formuleer de feedback die je op die punten zou kunnen geven Transformeer de feedback naar instructie

Perspectieven (wat zeggen de bronnen?) Student A Student B ' (...) Allereerst zijn er kinderen die de positieve attitude (het willen leren) tijdens hun schoolloopbaan kwijtraken. Daarnaast hebben leerlingen verschillende leerstijlen en verschillende voorkeuren voor strategieën. Goede leerlingen gebruiken veel verschillende strategieën en zijn zich bewust van hun leerproces, terwijl zwakke leerlingen maar weinig strategieën gebruiken en niet zo bewust woorden leren (Kienstra, 2011, p. 215).’ De leerkracht moet rekening houden met het feit dat kinderen allemaal op een andere manier leren en dus ook dat de kinderen woorden ook op verschillende manieren leren en/of onthouden. Tijdens het onderzoeken was dit ook wat ik merkte. Kinderen leerden de woorden op een andere manier. Hier probeerde ik op in te spelen. Iets wat te maken heeft met het leren op verschillende niveaus is Bloom. Hij heeft de taxonomie van Bloom ontwikkelt. Ik ben ook artikelen gaan lezen en kwam het artikel Boek Woordenschatwinst tegen in het blad JSW (2013, p.36). Baselmans (...) schrijft dat de achterstand waarmee veel allochtone kinderen binnen komen in de kleuterklassen verholpen kan worden door structureel voorlezen en vanaf groep 3 zelf lezen. Ook schrijft ze dat hoog frequente woorden in de dagelijkse gesprekken veel voorkomen. Laag frequente woorden die in boeken, kranten en strips wel voorkomen missen de kinderen wanneer ze niet tot weinig lezen. Haar pleidooi is dan ook: lees elke dag 15 minuten met de kinderen. Lees voor of geef ze dat moment om zelf te lezen, want het vergroot hun woordenschat met circa 750 woorden per jaar (voor kinderen met een lage woordenschat). Dat je laag frequente woorden (vaak) alleen tegen komt in boeken en kranten etc., daar kan ik wel in komen. Er zijn zo veel woorden die in een normaal gesprek nooit aan bod komen, maar die de kinderen wel moeten weten i.v.m. toetsing of bij de zaakvakken. Woordenschat kan uitgebreid worden wanneer er nieuwe woorden aangeboden worden, dat zien we ook terug in het boek `Met woorden in de weer’.

Positie (wat neem ik mee?) Student A Student B Wanneer ik kijk naar mijn theoretische deel van het onderzoek zie ik dat er een paar dingen opvallen. Woordenschatonderwijs moet betekenisvol zijn. Goed woordenschatonderwijs is niet binnen twee minuutjes per week gedaan. Het is iets waar je echt tijd in moet steken. Het onderzoek naar vertellen en voorlezen heeft mij vooral veel opgebracht hoe ik dit kan voorbereiden en waar je aan moet denken om dit te laten slagen. Hiervoor is bij beide een model/handleiding opgezet. Deze zijn beide goed te integreren bij elkaar (het verschil zit alleen in hoe je het overdraagt). Ik denk en vind niet dat er één manier erboven uit springt. Met de woorden van Jos Walta wil ik de conclusie trekken dat ze beide zeer waardevol zijn en dat er nog veel meer uit te halen is. ‘Bij voorlezen staat de voorlezer in dienst van de tekst, brengt de tekst tot leven. Bij vertellen staat het verhaal in dienst van de verteller, die maakt er zijn eigen verhaal van’ (2003, p. 21).

Terugblik: elementen van de werkwijze In plaats van de ga-je-gang-methode: Met de hele groep een schrijftaak voorbereiden Instructie geven gericht op het tekstgenre Voorbeeldteksten bespreken Zo mogelijk: werken met tekstbespreking in tweetallen Hoe werkte dat bij jullie? En hoe zou dit werken bij leerlingen in voortgezet- en basisonderwijs? Nieuw boek voor schrijfdidactiek in basisonderwijs: Iedereen kan leren schrijven. SvN zie dia 5, hier de leselementen presenteren die je kunt gebruiken / die ik nu uitprobeer op school? Prima, 5 is aangepast. Relatie leggen tussen wat we nu gedaan hebben en hoe het ook met studenten gaat, en met schrijfonderwijs aan kinderen in po en vo Dat doen we dan een beetje samen liefst!

Discussie Zonder degelijke instructie en begeleiding is het zinloos om hbo-studenten een onderzoeksverslag te laten schrijven ….want dan gaan ze breien (en krijg je een brij) en dat is bij academisch taalgebruik een weinig doeltreffende strategie! Prikkelende stelling wel. Ik ben benieuwd.