Leerhuis over het boek van Tjeu van den Berk HOOFDSTUK 4: “”The seasons of all natures, sleep” (Lady Macbeth) Het Mysterie van de Hersenstam, Over basisfuncties, psychosomatiek en spiritualiteit Leerhuisseizoen 2010 – 2011 Gereformeerde Kerk van Nieuw-Vennep Inleider: Drs. M. Valenkamp
De basisfuncties slaap en droom Lady MacBeth: "A heavy summons lies like lead upon me, and yet I would not sleep: merciful powers, Restrain in me the cursed thoughts that nature gives way to in repose! (Shakespeare, MacBeth: 2.1.6-9). http://www.twelfth-night.info/clicknotes/macbeth/Sleep.html
Slapen en dromen, basisfuncties bij uitnemendheid Blz. 77: het slaapcentrum ligt in de hersenstam. Slapen ontrekt zich aan bewuste controle van de cortex, maar, als slapen is het ontrekken van bewuste controle van de cortex over het functioneren van de mens, dan moet de cortex dat wel willen. humoren (?) spelen een rol (http://www.kwakzalverij.nl/936/Encyclopedie_Humorenleer_). De rol van stress bij het inslapen: emoties beletten het inslapen.
Slaapfasen of -stadia Wakker zijn : alfa- en betagolven De normale slaap: Stadium I : vnl. thetagolven Stadium II : slaapspoeltjes en K-complexen Stadium III : 20 – 50% deltagolven Stadium IV : meer dan 50% deltagolven De ‘droomslaap’ of REM-slaap Naast het basistracé van stadium I ziet men in deze fase snelle onwillekeurige oogbewegingen (Rapid Eye-Mouvements). ENKELE LEUKE WEBSITES http://droomweverij.webklik.nl/page/slaapstadia http://users.ugent.be/~dpeverna/slaapstadia.htm
Slaapfasen of -stadia
Enkele Nota Benes Op blz. 79 beschrijft van den Berk de slaapcycli en de kenmerkend van de REM- of droomslaap. Een mens doorsloopt zo een vijf cycli per nacht, maar zo, dat ‘s morgens de droomslaap domineert. Die periode omvat 1½ à 2 uur per nacht (zie sheet 5). Op blz. 79 maakt van den Berk ook de volgende opmerkingen: De mentale activiteiten van de droomslaap zijn intellectueler van aard dan die in de normale slaap. VRAAG: wat is dat? Wat bedoelt van den Berk daarmee? “Hersencentra die door de daagse arbeid zijn gedeformeerd worden gereformeerd”. VRAAG: Wat is dat gedeformeerd? Wat deformeert er dan? Hoort die hersenactiviteit dan niet zo te verlopen als ze overdag en ’s nachts verlopen?
Maar, wat is slapen dan …. Eigenlijk weten we niet wat slapen is (blz. 80 ev.). We weten wel dat ‘waarnemen’ met de cortex gebeurt, en, dat we overdag en ‘s nachts waarnemen. De bewuste controle over de cortex lijkt het enige verschil tussen overdag en ‘s nachts waarnemen. We moeten afscheid nemen van de idee dat de nacht on-werkelijke waarnemingen oplevert.
Is slapen dan rijker dan de dag? Van den Berk: we moeten af van de overgecultiveerdheid van het corticale bewustzijn; Naar alle waarschijnlijkheid daalt de menselijke geest gedurende de nacht af naar de meest rijke lagen van zichzelf (blz. 81). Is de slaap niet de meest holistische ervaring van de mens (blz. 82). En dan zijn er de dromen!
De koninklijke weg van de droom Het was de arts Sigmund Freud die de droom herontdekte (in 1900 gaf Freud zijn boek Traumdeutung uit). Hij zag de droom als de via regia naar het onbewuste (Duits: Die Traumdeutung ist in Wirklichkeit die Via Regia zum Unbewussten, die sicherste Grundlage der Psychoanalyse); De droom heeft een schildwachtfunctie: Volgens de psychoanalytische droomtheorie van Freud komt dit omdat een censor de droominhoud verdraait. Deze bevat namelijk onderdrukte wensen die bedreigend zijn voor het bewustzijn. De censor fungeert dus als een soort vervormer: een machine die de droominhoud in een symbolische code verpakt.; http://nl.wikipedia.org/wiki/Droom
Freud’s theorie over verdringingen en de oorsprong van de dromen In de verdrongen ‘dingen’ ligt de bron van de droom (ook van de Fehlleistungen, enz.) Kijk eens op: http://nl.wikipedia.org/wiki/Psychoanalyse
Carl Jung’s bewustzijnslagen 1 Collectief onbewuste: herinneringen van het ganse voorgeslacht. Persoonlijk onbewuste: herinneringen uit het individuele bestaan. Het bewuste of het ik: actuele inhouden, meningen, enz.
Carl Jung’s bewustzijnslagen 2 Een combinatie van de bewustzijnslagen en het waarnemen van de mens en diens verhouding tot de binnen- en buitenwereld.
Carl Jung’s bewustzijnslagen 3 Verhouding van binnen- en buiten- wereld en het IK/Zelf. De ‘schaduw’ van de mens: wat mensen in hun leven verdringen. Animus en anima: het beeld dat de man van de vrouw en de vrouw zich van de man vormt.
Jung’s droominterpretatie (1875-1961) Jung’s droominterpretatie Persoonlijk en collectief onbewuste Volgens Jung bestaan er twee vormen van het psychische systeem, waarvan er één van persoonlijke- en één van niet-persoonlijke aard is. Zijn stelling luidt: "In tegenstelling tot het persoonlijke karakter van onze 'bewuste psyche', bestaat er een tweede 'niet-bewust' psychisch systeem van collectieve, 'niet-persoonlijke' aard naast ons normale bewustzijn, dat wij als het enige waarneembare ervaren, zelfs als we het 'persoonlijk onbewuste' er aan toevoegen. Het wordt verkregen door middel van overerving en ontwikkelt zich dus nooit individueel. Het bestaat uit pre-existente vormen die pas secundair bewust kunnen worden en verleent daarbij vaste vorm aan de inhoud van het bewustzijn." 1875 - 1961
Jung’s droominterpretatie Volgens Jung is de droom een gedeeltelijk onwillekeurige werking van de psyche, die niet genoeg bewustzijn bezit om in het waakbestaan te worden gereproduceerd. Hun taal is archaïsch en symbolisch: een taal in beelden waarvan de zin slechts via duiding gekend kan worden.
Jung’s droominterpretatie: archetypen Als inhouden van het collectief bewuste noemt Jung onder meer de volgende belangrijke archetypen: de archetypen van de geboorte, de dood, de macht, de held, het kind, God, de duivel, de oude man, moeder aarde, de maan, de zon, de wind, de rivieren, vuur, dieren en ook vele door mensen gemaakte voorwerpen zoals ringen en wapens. "Er zijn evenveel archetypen als kenmerkende situaties in het leven“ . "Door veelvuldige herhaling zijn deze ervaringen in onze psychische constitutie gegrift, niet in de vorm van beelden met een specifieke inhoud, maar aanvankelijk slechts als vormen zonder inhoud, die slechts de mogelijkheid bieden tot een bepaalde wijze van waarnemen en handelen."
Jung: voorbeelden van mannelijke archetypen Mannelijke archetypen; de oude wijze man (de paus, Sinterklaas); de jonge prins (die de mooie prinses wakker kust); de magiër (bijv. bij Astrix en bij de Smurfen!); de medicijnman; de vader; de tiran; de god van de donder (Donar, Wodan bij de Germanen), van de wraak; De Drieëenheid in de Christelijke godsdienst: God de Vader (archetype van de strenge, almachtige vader); God de Zoon (archetype van de Verzoener, de Verlosser); God de Heilige Geest (de verlichte geest van de magiër); de vele goden in het hindoeïsme, zoals Brahma, Shiva, Vishnu.
Jung: voorbeelden van vrouwelijke archetypen Vrouwelijke archetypen: de maagd, de moeder; de heilige, toegewijde, verzorgende moeder (bijv.: Maria; moeder Theresa); de heks (de levensbedreigende moeder). Deze archetypen worden vertegenwoordigd door o.a. Isis, Astarte, de maagd Maria, de heilige Sofia; de non; de vrouwelijke paus; de hemelse moeder; de Hogepriesteres. In het Christendom is er geen 'Moeder-God'; Maria, de moeder van Jezus komt er het dichtst bij. Andere culturen kennen wel godinnen, bijv.: vruchtbaarheidsgodinnen; Sophia en Pallas Athene zijn wijsheidsgodinnen; in het hindoeïsme zijn godinnen als Devi, Parvati, Sarasvati, Durga prachtige voorbeelden van vrouwelijke archetypen.
Jung: voorbeelden van vrouw- en kind-archetypen De vrouwelijke archetypen vertegenwoordigen het ontvankelijke principe, de vrouwelijke intuïtie, het vrouwelijk mysterie. In archetypische zin vertegenwoordigen zij de ontwikkeling van de anima. De anima verbindt het bewuste met het onbewuste. kind-archetypen: het goddelijk kind (in haast alle godsdiensten terug te vinden), het kwetsbare kind, het speelse kind, het magische kind, de zoon, de dochter.
Jung: voorbeelden van dier-archetypen dier-archetpyen: de slang is het archetypische symbool voor duistere machten; de leeuw is het symbool van kracht; de wolf is het symbool voor het meedogenloze, hongerige, nietsontziende roofdier; Ganesha is een hindoe-god met kenmerken van een olifant; de draak is het symbool van de hartstochten en emoties, bijv. bij Sint Joris en de draak. Sint Joris, hoog te paard gezeten, doodt de draak van de passies waar we door bezeten kunnen worden. De held realiseert zich het bestaan van zijn schaduw (namelijk zijn passies die hem tot zonde kunnen verleiden) en probeert deze te overwinnen. Een vrouw kijkt toe; pas wanneer de passies van het ego overwonnen zijn is er ruimte voor echte liefde lijkt dit archetypische verhaal te zeggen.
Jung: de rol of betekenis van archetypen De gedachte van Carl Jung is dat al de archetypische symbolen en beelden niet los van mensen ergens in boeken, sprookjes, verhalen, of ergens ver weg in een hemel bestaan, maar dat ze door overerving collectief in ons onbewuste aanwezig zijn. Het zijn eigenschappen van mensen, gedragsmogelijkheden die ontwikkeld kunnen worden. We hebben allemaal ‘de oude wijze’ in ons, evenals het onschuldige kind, en ook de heks. De archetypen in ons collectief onbewuste helpen ons de situaties waar we voor staan het hoofd te bieden. Gedragsmogelijkheden. http://home.wanadoo.nl/a.heer/Jung_archetypen.htm
Een citaat van Drewermann Drewermann schreef: “Niet de prediking is de eigenlijke plaats van het religieuze, maar het woordenloze in beelden beleven in de diepe lagen van de menselijke psyche, de droom, vormt het uitgangspunt voor inzicht in religieuze overlevering” (Drewermann, Dieptepsychologie en exegese, blz. 56) Eugen Drewermann Zie filmpjes met Eugen Drewermann