Duurzame governance van duurzaamheid Vijfde college Advanced course on governance November 2007
Sustainable development Brundtlandrapport 1987 SD=meeting the needs of the present without compromising the ability of future generations to meet their own needs 1992 Rio: 3 P’s: planet, people, profit oftewel ecologisch, sociaal en economisch 1994 Barbados: specificatie SD voor Small Island Developing States
Majeure bedreigingen van SD Uitputting van de aarde Verlies biodiversiteit Langdurige onderdrukking Economische stagnatie Economische maten onbetrouwbaar omdat externe effecten niet zijn meegerekend
SD versus milieu? Sommige milieuspecialisten vrezen dat aandacht voor milieu is verslapt door teveel aandacht voor SD “where is the ecology we lost in sustainability?” Aandacht voor onomkeerbaarheid wellicht inderdaad verslapt
SD is vol spanning Spanning tussen heden en toekomst Spanning tussen 3P’s Spanning over vraag of alleen beleid moet veranderen of ook de instituties Instituties zijn gestolde waarden Dus ook spanning tussen waarden volop in het geding
Verschillende niveau’s SD te beschouwen op het niveau van inhoud: wat te doen SD ook te bezien van uit institutioneel perspectief: hoe vormen we een wil op een wijze die SD borgt SD wellicht ook te bezien op het niveau van determinanten van de wil: dus waarden
SD inhoud Grote complexiteit Niet-lineaire modellen Onomkeerbarheid niet te kwantificeren Kennis onvolledig en bestreden
SD institutioneel Democratietheorie volop in het geding Checks and balances als kernbegrip Instituties produceren inhoud
SD op waardenniveau Complexe interacties en interferenties Waardenstructuur van groot belang
Paradigma’s Maakt de mens deel uit van de natuur of staat hij daarbuiten? Gelden natuurwetten ook voor hem? Zo ja, dan is de mens niet de master of the universe (verlichtingsideaal)
constituties Constitutionele problematiek is drosteverpleegster Rigid constitutions zijn paradoxaal Spelregels en spel, macro, meso en micro beinvloeden elkaar wederzijds
Wat is een waarde Dringend belangrijk oordeel Gevormd door emotie, openbaring, geloof, ervaring en kennis Over goed en kwaad, mooi en lelijk, over waarachtig en onwaarachtig Vaak betreffende de wereld Bijvoorbeeld: menselijk leven verdient respect Waarden leiden tot drijfveren
Waarde en norm Waarde zelf is geen gedragsvoorschrift Norm=gedragsvoorschrift, vloeit vaak voort uit waarde: bijvoorbeeld: gij zult niet doden is een norm die voortvloeit uit voornoemde waarde Die norm geldt in de eerste plaats voor je eigen leven Sommige normen zijn in het positieve recht opgenomen en voorzien van een sanctie
Universaliteitpretentie Je kunt je niet indenken dat er betere waarden bestaan dan de waarden die je zelf hebt (dan zou je immers die andere hebben) Sterker nog, je vindt dat de normen die uit je waarden voortvloeien ook voor anderen behoren te gelden Die universaliteitpretentie leidt tot het streven naar hegemonie
Uitzonderingen op hegemonie Onverschilligheid (de ander is niet voldoende waardevol om je om hem druk te maken; laat maar zitten) Autonomie (de ander heeft het recht om overeenkomstig eigen normen te leven) Tolerantie (ik zie af van een interventie in het niet normconforme handelen van de ander, omdat … ik hem aardig vind)
Van “of” naar “en” In plaats van dichotomie is spectrum op zijn plaats Iedere positie op een spectrum is een gemengde positie De extremen zijn absurd Waardenschema bestaat uit tussenposities op verschillende dimensies
Hiërarchie van waarden Waarden hebben geen natuurlijke hiërarchie Tussenwaarden vestigen die om dilemma's te voorkomen Voorbeeld van een tussenwaarde: ethiek is belangrijker dan esthetiek
Wil Wil ontwikkelt zich uit waarden en behoeften Wil is drang tot handelen Wil drijft de mens Deugden richten en encadreren de wil
Dilemma’s Er is sprake van een dilemma, als ik niet meer kan handelen overeenkomstig al mijn waarden Een dilemma duikt op bij het ontbreken van tussenwaarden Een dilemma is niet op te lossen, maar je kunt wel goed of slecht omgaan met een dilemma
Onwaarden Sociale integratie eerder bepaald door overeenstemming over onwaarden (unvalues) dan over waarden Onwaarden begrenzen een speelveld van vrijheid, terwijl waarden dringen in een enkele richting Voornoemd integratiebegrip laat dus meer vrijheid
Onwaarden op spectrum Afzonderlijke waarden vormen dimensies van een complex spanningsveld Als beslissende tussenwaarden ontbreken, neem je spanningen waar tussen dimensies die afzonderlijke behandeling vergen Die spanningen vergen aandacht
intercreatie Inter=tussen Niet bedoeld zijn bovenstaande tussenwaarden Wel bedoeld nieuwe combinaties van posities op spectrumdimensies Intercreatie behoort dus meer bij “en”dan bij “of”
Mijn intuitie Dat begrip intercratie zegt iets over een waardevolle waardendynamiek in de richting van borging van SD Maar het is ook bijna religie SD als dynamisch spanningsvol evenwicht is misschien ook te moeilijk voor ons
Terug naar de instituties SD op institutioneel niveau gaat over dynamische interactie van staat (centrale waarde altruisme), markt (centrale waarde egocentriciteit), netwerk (centrale waarde empathie) en DIANA (centrale waarde sympathie Ook daartussen checks and balances nodig