BEZITTINGEN -> debet bezittingen staan links. Voorbeelden van bezittingen: auto, pc’s, laptops, kassa, onderdelen, kas (contant geld in de kassa), bank (geld op de betaalrekening) VERMOGEN -> credit Rechts staan de schulden, dus van wie de bezittingen links zijn. bijvoorbeeld een lening bij de bank (moet je dus nog terugbetalen) Een speciaal soort creditpost is het Eigen Vermogen. Dit is de schuld van het bedrijf aan de eigenaren. debet = credit Dit betekent dat totaal links altijd gelijk is aan totaal rechts Daarom heet het een ‘balans’
Debiteuren en crediteuren Debiteuren: zijn mensen die ‘jou’ nog moeten betalen. (dit geld is van jou, maar nog niet op de bank of in de kas) Crediteuren: deze mensen moet ‘jij’ nog betalen. (dit geld is niet van jou, dus schuld)
Een balans
MAKEN 6.18 C en D Op een mutatiebalans zet je alleen de verandering op dat moment.
MAKEN 6.18 E en F
MAKEN 6.18 G en F
MAKEN 6.18 i
Opstellen nieuwe balans = oude balans + verandering MAKEN 6.18 j Opstellen nieuwe balans = oude balans + verandering