Jezus’ droom: onze eenheid Ds. Jasper Klapwijk Jezus’ droom: onze eenheid Voorganger Thema Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

Wij stellen ons voor God Votum, groet Wij stellen ons voor God Hij begroet ons “Genade zij u …” Zingen

Zingen Gezang 71 (canon 2x) Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

De lof en de heerlijkheid en de wijsheid en de dank, Zingen Gez. 71 (canon 2x) De lof en de heerlijkheid en de wijsheid en de dank, 2. en de eer en de macht en de sterkte zij onze God 3. tot in alle eeuwigheden! A-amen.

Zingen Ps. 84: 1 en 2 Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

Hoe lieflijk is uw huis, o HEER! O God, U weet hoe ik begeer Zingen Ps. 84: [1] 2 Hoe lieflijk is uw huis, o HEER! O God, U weet hoe ik begeer bij U te wonen in uw hoven. U weet hoe heimwee mij bevangt, omdat geheel mijn hart verlangt U in uw heiligdom te loven. 'k Ga jubelend God tegemoet, die leeft en mij ook leven doet.

Zelfs vindt de mus een huis, o HEER, de zwaluw legt haar jongen neer Zingen Ps. 84: 1 [2] Zelfs vindt de mus een huis, o HEER, de zwaluw legt haar jongen neer bij uw altaren in uw woning. Laat mij bij U zo thuis zijn, HEER. Want daar is vrede; ik begeer bij U te zijn, mijn God en Koning! Welzalig wie daar wonen mag, hij zingt uw lof van dag tot dag.

Uitleg van de doop De opdracht om te dopen “Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest” (Matteüs 28,19)  Je hoort bij Jezus en zijn Koninkrijk Je bent in Gods gezin opgenomen

Wat betekent de doop Afwassing van de zonde Uitleg van de doop Wat betekent de doop Afwassing van de zonde Ondergaan in het oordeel en opstaan in een nieuw leven. Opgenomen in de gemeenschap/ het gezin van God

Wat is kenmerkend voor die gemeenschap? Uitleg van de doop Wat is kenmerkend voor die gemeenschap? Ze leven van Gods beloften: De Vader: in zijn verbond, zijn kind > zijn zorg De Zoon: wast je zonde weg, het is weer helemaal goed met God. De Geest verbind je met Christus en met de ander, vernieuwt je leven

Maar wat moeten we daarvoor doen? Uitleg van de doop Maar wat moeten we daarvoor doen? Niets. Hij heeft alles voor je gedaan! Geloof gevraagd: Hem erkennen en aanbidden als je God. Alles van Hem verwachten. Altijd weer naar Hem terug. Daarom belofte kinderen in die weg op te voeden

Zingen LB. 335: 1 en 2 Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

Gij hebt het woord genomen en zegt ons: laat de kindren tot Mij komen, Zingen LB. 335: [1] 2 Heer van uw kerk, Gij hebt het woord genomen en zegt ons: laat de kindren tot Mij komen, want hunner is het koninkrijk.

het moet U dankend worden weergegeven want alles komt uit uwe hand. Zingen LB. 335: 1 [2] Hier zijn wij dan: van U is 't jonge leven, het moet U dankend worden weergegeven want alles komt uit uwe hand.

Is dat ook iets voor de kinderen? Uitleg van de doop Is dat ook iets voor de kinderen? Het is één verbond! De kinderen horen bij dat verbond Doop geen teken van je geloof, maar van zijn verbond: Je hoort bij Hem en bij zijn gemeente.

Zingen LB. 335: 3, 4 en 5 Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

en komt ons vriendlijk tegen, Zingen LB. 335: [3] 4 5 Reeds staat Gij klaar en komt ons vriendlijk tegen, uw liefde vindt ons langs verborgen wegen, eer wij U zoeken zijt Gij daar.

de oude mens moet sterven, in U zal hij een nieuw bestaan verwerven Zingen LB. 335: 3 [4] 5 Geef ons uw naam, de oude mens moet sterven, in U zal hij een nieuw bestaan verwerven als Gij maar voor hem in wilt staan.

en 't kind ontvangt uw zegen, Zingen LB. 335: 3 4 [5] Het water wacht en 't kind ontvangt uw zegen, Gij spreekt het aan, het heeft een naam gekregen en niemand rukt het uit uw macht.

Bidden Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

Zingen LB. 335: 6, 7 en 8 Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

Gij wilt haar Heiland wezen, zij is gedoopt, begraven en herrezen Zingen LB. 335: [6] 7 8 Uw teken spreekt Gij wilt haar Heiland wezen, zij is gedoopt, begraven en herrezen in Vader, Zoon en Heilge Geest.

blijft over 't kind gebogen; zij wordt voor U geboren en getogen, Zingen LB. 335: 6 [7] 8 Uw mild gelaat blijft over 't kind gebogen; zij wordt voor U geboren en getogen, vervult haar wegen naar uw raad.

Van ‘t kind, dat wij U wijden, Zingen LB. 335: 6 7 [8] En laat de mond Van ‘t kind, dat wij U wijden, eens, zelf ontwaakt, met ons uw naam belijden: wij leven vast in uw verbond.

Zingen LB. 335: 9 Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

Wij allen zijn verbonden, Zingen LB. 335: [9] Er is gedoopt! Wij allen zijn verbonden, het voorgeslacht, de ouders, die hier stonden, de ganse kerk in één geloof.

Bidden Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

Johannes 17 Jezus’ gebed voor de zijnen aan de vooravond van zijn dood Johannes 17 Jezus’ gebed voor de zijnen aan de vooravond van zijn dood. Jezus’ droom: onze heiligheid onze openheid onze eenheid

Lezen Johannes 17: 20-26 Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

Zingen Gez. 119: 1 en 2 Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

kent slechts één vaste grond: 't is Christus, die door lijden Zingen Gez. 119: [1] 2 De kerk van alle tijden kent slechts één vaste grond: 't is Christus, die door lijden zijn volk aan Zich verbond. Om haar als bruid te werven, kwam Hij ten hemel af. 't Was Hij die door zijn sterven aan haar het leven gaf.

Uit ieder volk verkoren, toch in haar Heiland één, Zingen Gez. 119: 1 [2] Uit ieder volk verkoren, toch in haar Heiland één, is zij door Hem herboren, blijft dit haar kracht alleen: één Geest, één vast vertrouwen, één doop, één heilge dis, één Heer, op wie te bouwen haar troost en rijkdom is.

Preek Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

“De kerk voegt helemaal niets aan mijn geloof en mijn relatie met God toe” een kerkverlater

Jezus’ droom: onze eenheid Die eenheid is oorsprong en doel van alles Toepassing: een gemeenschapstest zonde

Jezus’ droom : onze éénheid a. oorsprong en doel Ik bid niet alleen voor hen, maar voor allen die door hun verkondiging in mij geloven. Laat hen allen één zijn, Vader.

Jezus’ droom : onze éénheid a. oorsprong en doel Ik bid niet alleen voor hen, maar voor allen die door hun verkondiging in mij geloven. Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals u in mij bent en ik in u

Jezus’ droom : onze éénheid a. oorsprong en doel “Vader, verhef mij nu tot uw majesteit, tot de grootheid die ik bij u had voordat de wereld bestond.” vers 5

Jezus’ droom : onze éénheid a. oorsprong en doel Vader, Zoon, de Geest

God, de HEER, dacht: Het is niet goed dat de mens alleen is. Gen.2:18 Jezus’ droom : onze éénheid a. oorsprong en doel schepping God, de HEER, dacht: Het is niet goed dat de mens alleen is. Gen.2:18

Jezus’ droom : onze éénheid a. oorsprong en doel schepping God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken.’ Gen.1:126

Uit de gemeenschap met God zelf in het middelpunt Jezus’ droom : onze éénheid a. oorsprong en doel zonde schepping Uit de gemeenschap met God zelf in het middelpunt onderlinge band kappot

Gods missie Jezus’ droom : onze éénheid a. oorsprong en doel zonde schepping

Jezus’ droom : onze éénheid a. oorsprong en doel zonde schepping Hij offerde zijn leven voor hun schuld, om zijn nageslacht te zien en lang te leven. Jesaja 53:10

Jezus’ droom : onze éénheid a. oorsprong en doel zonde schepping Ik bid niet alleen voor hen, maar voor allen die door hun verkondiging in mij geloven. Laat hen allen één zijn, Vader. Vers 20

Jezus’ droom : onze éénheid a. oorsprong en doel zonde schepping opdat zij één zijn zoals wij: ik in hen en u in mij. Vers 22

Jezus’ droom : onze éénheid a. oorsprong en doel zonde schepping Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat u mij hebt gezonden, en dat u hen liefhad zoals u mij liefhad. Vers 23

Jezus’ droom : onze éénheid a. oorsprong en doel zonde schepping Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar lief-hebben. Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.’ Joh.13:34-35

Jezus’ droom : onze éénheid a. oorsprong en doel zonde herschepping schepping

Oppervlakte gemeenschap Jezus’ droom : onze éénheid b. een gemeenschapstest Oppervlakte gemeenschap Zelfgericht Echte gemeenschap Gericht op de ander

Jezus’ droom : onze éénheid b. een gemeenschapstest

Oppervlakte gemeenschap Jezus’ droom : onze éénheid b. een gemeenschapstest Oppervlakte gemeenschap Zelfgericht Jij kiest jouw club Soort zoekt soort Uiterlijke eenheid Om wat je doet Hoe zie ik de ander Geen echte ontmoeting Echte gemeenschap Gericht op de ander Gemeenschap is gegeven Verschillen > vreugde Diepe eenheid Om wie je bent Hoe ziet Jezus de ander Echte ontmoeting

“De kerk voegt helemaal niets aan mijn geloof en mijn relatie tot God toe” een kerkverlater

Zingen Opw. 268 Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

Hij kwam bij ons, heel gewoon, de Zoon van God als mensenzoon. Zingen Opw. 268 Hij kwam bij ons, heel gewoon, de Zoon van God als mensenzoon. Hij diende ons als een knecht en heeft zijn leven afgelegd. Refrein: Zie onze God, de Koning-knecht, Hij heeft zijn leven afgelegd. Zijn voorbeeld roept om te dienen iedere dag, gedragen door zijn liefd' en kracht.

verkoos Hij als een lam te zijn, verscheurd door angst en verdriet Zingen Opw. 268 En in de tuin van de pijn verkoos Hij als een lam te zijn, verscheurd door angst en verdriet maar toch zei Hij: 'Uw wil geschied'. Refrein: Zie onze God, de Koning-knecht, Hij heeft zijn leven afgelegd. Zijn voorbeeld roept om te dienen iedere dag, gedragen door zijn liefd' en kracht.

De hand die aard' en hemel schiep, vergaf de hand die Hem sloeg. Zingen Opw. 268 Zie je de wonden zo diep. De hand die aard' en hemel schiep, vergaf de hand die Hem sloeg. De Man, die onze zonden droeg. Refrein: Zie onze God, de Koning-knecht, Hij heeft zijn leven afgelegd. Zijn voorbeeld roept om te dienen iedere dag, gedragen door zijn liefd' en kracht.

Wij willen worden als Hij. Elkanders lasten dragen wij. Zingen Opw. 268 Wij willen worden als Hij. Elkanders lasten dragen wij. Wie is er ned'rig en klein? Die zal bij ons de grootste zijn. Refrein: Zie onze God, de Koning-knecht, Hij heeft zijn leven afgelegd. Zijn voorbeeld roept om te dienen iedere dag, gedragen door zijn liefd' en kracht.

Wet Wet Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

Zingen Ps. 119: 63 en 65 Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

Ik die uw wil naar uw geboden doe, Zingen Ps. 119: [63] 65 Ik die uw wil naar uw geboden doe, hoop op het heil dat Gij mij hebt beschoren. Mijn hele leven leef ik naar U toe, het zijn uw wetten die mijn hart bekoren. Gij kent mijn weg, o HEER, ik word niet moe om van uw trouw te spreken en te horen.

Al uw geboden zijn gerechtigheid. Zingen Ps. 119: 63 [65] Al uw geboden zijn gerechtigheid. Ik prijs uw woord met juichende gezangen. Uw rechterhand geleide mij altijd; naar uw geboden richt ik al mijn gangen. Het is uw wet, waarin ik mij verblijd, het is uw heil, waarnaar ik blijf verlangen.

Bidden Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

Bidden Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

Zingen Opw. 378 Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378

Ik wil jou van harte dienen en als Christus voor je zijn. Zingen Opw. 378 Ik wil jou van harte dienen en als Christus voor je zijn. Bid dat ik genade vind, dat jij het ook voor mij kunt zijn.

Wij zijn onderweg als pelgrims, vinden bij elkaar houvast. Zingen Opw. 378 Wij zijn onderweg als pelgrims, vinden bij elkaar houvast. Naast elkaar als broers en zusters, dragen wij elkanders last.

Ik zal Christus' licht ontsteken als het duister jou omvangt. Zingen Opw. 378 Ik zal Christus' licht ontsteken als het duister jou omvangt. Ik zal jou van vrede spreken waar je hart naar heeft verlangd.

Ik zal blij zijn als jij blij bent huilen om jouw droefenis. Zingen Opw. 378 Ik zal blij zijn als jij blij bent huilen om jouw droefenis. Al mijn leeftocht met je delen tot de reis ten einde is.

Dan zal het volmaakte komen als wij zingend voor Hem staan. Zingen Opw. 378 Dan zal het volmaakte komen als wij zingend voor Hem staan. Als wij Christus' weg van liefde en van lijden zijn gegaan.

Zegen Gez. 71 Ps. 84: 1, 2 LB. 335 : 1, 2 LB. 335: 3, 4, 5 LB. 335: 6, 7, 8 LB. 335: 9 Joh. 17: 20-26 Gez. 119: 1, 2 Opw. 268 Ps. 119: 63, 65 Opw. 378