Wetenschappelijke revolutie
2.1 Wetenschappelijke revolutie De wetenschappelijke revolutie hield een nieuwe manier van onderzoeken in. Belangrijke kenmerken daarvan waren: observeren (zelf waarnemen, kijken wat er gebeurt) experimenteren (zelf proeven doen) redeneren (Zelf nadenken over wat er is gebeurd, zelf conclusies trekken uit observaties en experimenten)
Verschillen met de wetenschap in het Oude Griekenland Ook in het Oude Griekenland gingen wetenschappers uit van waargenomen feiten. Toch waren er verschillen met de Griekse manier van onderzoeken: Er werd door de onderzoekers veel meer geëxperimenteerd. Het aantal onderzoekers was veel groter. De onderzoekers werkten met elkaar samen in wetenschappelijke verenigingen. Deze verenigingen betaalden de experimenten van de onderzoekers. Deze verenigingen werden door de overheid gesteund.
Het verschil tussen technologie en wetenschap. Bij technologie denken we vooral aan de manier waarop (wetenschappelijke) kennis in de industrie wordt gebruikt. De wetenschap probeert er achter te komen waarom bepaalde dingen gebeuren. In grote bedrijven zoals Philips wordt niet alleen technologisch onderzoek gedaan (bijvoorbeeld voor het ontwikkelen van nieuwe producten). Ze doen daar ook aan wetenschappelijk onderzoek. De eerste onderzoekers werden niet door de regering gesteund. Onder hen zijn bekende mensen als Vesalius, Copernicus, Galilei, Newton en Van Leeuwenhoek.
2.2 Gevolgen van de Wetenschappelijke Revolutie In 1600 werd de monnik Giordano Bruno ter dood veroordeeld, omdat hij dingen beweerde over het heelal die niet in de bijbel staan. Galilei werd in 1633 nog bedreigd met martelingen, omdat hij zei dat de aarde om de zon draaide. Met Newton ging het anders. Hij werd zo beroemd, dat de Engelse koningin hem in de adelstand verhief. Het werk van Newton kreeg in hel Europa veel belangstelling. De mensen begonnen te begrijpen dat het toenemen van kennis veel voordelen had. Newton ontdekte de zwaartekracht. Newcomen ontwierp de stoommachine die door Watt sterk werd verbeterd.
De West - Europeanen gaan de wereld overheersen Dankzij de wetenschappelijke revolutie konden de West - Europeanen enkele eeuwen de wereld overheersen. Zonder zulke uitvindingen zoals kanonnen en later ook stoomschepen en spoorwegen hadden zij dit niet voor elkaar kunnen krijgen. Ieder volk wil graag zo veel mogelijk zijn eigen cultuur behouden. Maar voor de westerse wetenschap en technologie maakte men graag een uitzondering
De verlichting Onderzoekers toonden tijdens de Wetenschappelijke Revolutie aan dat veel anders was dan men eeuwenlang had gedacht. Mensen gingen toen ook over andere zaken nadenken. Ging men wel op de juiste manier met elkaar om? Of viel er veel te verbeteren? Moest een koning alles alleen beslissen? Of mocht een volk ook meebeslissen? Welke invloed moest de godsdienst hebben op wat er in de samenleving gebeurde? Zo leidde de Wetenschappelijke Revolutie tot de Verlichting.
2.3 Kenmerken van de Verlichting In de 18e eeuw gingen onderzoekers bestuderen hoe de mensen zich in de samenleving gedroegen. De samenleving moest met het verstand worden onderzocht. Met de boeken die zij daarover schreven, wilden zij de mensen meer kennis (licht in de duisternis) bijbrengen. de onderzoekers kregen veel invloed op de mensen. de 18e eeuw wordt daarom de Verlichting genoemd. Deze onderzoekers noemen we daarom ook wel de Verlichters.
De kenmerken van de verlichting zijn de volgende: De samenleving wetenschappelijk onderzoeken. De samenleving moet op dezelfde manier worden bestudeerd als de natuur. De mensen gedroegen zich net als de natuur volgens 'natuurwetten'. Gelijkheid en een menswaardig bestaan voor iedereen. In de Middeleeuwen was de aandacht van de mensen vooral gericht op het leven na de dood. De Verlichters vonden dat de mensen er recht op hadden ook tijdens het leven op aarde gelukkig te zijn. Zij vonden dat de mensen in de wereld overal en altijd gelijk zijn. Ongeacht hun huidskleur of hun sekse. De Verlichters schreven hoe de samenleving kon worden verbeterd. Het belangrijkste begrip hierin was vrijheid. Vrijheid van meningsuiting, drukpers, godsdienst en handel. Het volk hoort de macht in de staat te hebben. Tijdens de Verlichting veranderde ook het denken over de macht in de staat. het idee ontstond dat het volk de hoogste macht in handen hoort te hebben. Niet de koning en niet de Kerk. de afspraken moesten in een verdrag, een grondwet, worden vastgelegd. Aan die grondwet moest iedereen zich houden. Daarmee begon in het Westen een heel andere ontwikkeling dan in de rest van de wereld.
Kenmerken 2 Verering van de natuur. Volgens de Verlichters moesten de mensen een voorbeeld nemen aan de natuur. De natuur kon de mens het goede leren. Als de mens dat goed zou doen, dan zou er een einde komen aan slecht bestuur, aan onverdraagzaamheid en onwetendheid. Twee boeken uit die tijd waarin de natuur wordt vereerd zijn: 'Gulliver 's reizen' door Jonathan Swift en 'Robinson Crusoë' door Daniel Defoe. Twijfel of je eigen kijk op de wereld de enig juiste is (besef van de eigen standplaatsgebondenheid). In de Middeleeuwen dachten de mensen dat het de wil van god was dat alles zo zou moest blijven als het was. Voor hen was er maar één waarheid: wat de Kerk zei. Door het werk van de onderzoekers in de 18e eeuw gingen mensen twijfelen. In de eigen wereld bleken er ook andere culturen te bestaan zoals die van de Indianen en Chinezen, waarvan men kon leren. Als er in het verleden zo verschillend kon worden gedacht, hoe wist je dan zeker dat je eigen kijk op de wereld de enige juiste was?