De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

H8.1 De Verlichting Pruiken en revoluties.

Verwante presentaties


Presentatie over: "H8.1 De Verlichting Pruiken en revoluties."— Transcript van de presentatie:

1 H8.1 De Verlichting Pruiken en revoluties

2 Verlichting Verlichting is door logisch nadenken tot kennis van de waarheid komen Dat schept licht in de duisternis van bijgeloof en onwetendheid(bv hekserij en wonderen) Basis van de Verlichting is het rationalisme (gebruik maken van de rede/het verstand, redelijk) Verlichting komt voort uit de wetenschappelijke revolutie Verschil is, dat men nu niet zoekt naar de natuurwetten, maar naar wetmatigheid in de menselijke samenleving Vooral in Frankrijk na 1750 Vooruitgangsgeloof (‘alles wordt alleen maar beter’)

3 Achtergrond van de Verlichting
Men probeert alle kennis van de wereld te verzamelen (Encyclopedie van Diderot bijv.) Iedereen verlichten nadruk op onderwijs (“Bouw scholen, geen gevangenissen”) discussie en verspreiding ideeën via Salons Koffiehuizen Geschriften, brieven, toneelstukken

4

5 Kenmerken van de Verlichting
Vóór de Verlichting Verlichting Staatsgodsdienst/ staatskerk/godsdienstvrijheid Standenmaatschappij Mens is zondig Willekeurige rechtspraak en klassejustitie Absolutisme Mercantilisme Scheiding kerk en staat en tolerantie Mens van nature gelijk Mens is goed en kan beter (tabula rasa) Iedereen is voor de wet gelijk / geen lijfstraffen Vrijheid en democratisering Vrijhandel

6 Voltaire Voorstander van godsdienstige verdraagzaamheid
Heftig tegenstander van (bij)geloof Aanhanger van het deïsme God heeft de wereld geschapen maar bemoeit zich daarna niet meer (klokkenmaker principe)

7 Locke(1670) De mensen hebben van nature dezelfde rechten (leven, bezit en vrijheid) en sluiten een sociaal contract af met de vorst die hun rechten moet beschermen(vorst afzetbaar) (natuurrecht denken)

8 Montesquieu(1748) Trias Politica: de 3 machten moeten gescheiden worden en elkaar in evenwicht houden (controle) Wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht Vorst heeft uitvoerende macht Parlement heeft wetgevende macht Onafhankelijke rechters hebben rechterlijke macht Montesquieu is een aristocraat

9 Rousseau(1762) Hoogste macht ligt bij het volk (volkssoevereiniteit)
De regering moet de volkswil uitvoeren Rousseau is een democraat


Download ppt "H8.1 De Verlichting Pruiken en revoluties."

Verwante presentaties


Ads door Google