HAVO 5: Groei en inkomen Hoofdstuk 1: De vorming van inkomen

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Nationale rekening DEEL 1 Productie meten.
Advertisements

Be.
Oerproducent (bijv. de veehouder)
Nationale grootheden Klik om verder te gaan.
Kopen en werken Hoofdstuk 5: Een eigen bedrijf
Winst- & verliesrekening (of resultatenrekening of baten- & lastenrekening) Het Eigen Vermogen verandert als gevolg van de bedrijfsactiviteiten gedurende.
VWO 4: Welvaart Hoofdstuk 1: Vakantie of werken
HAVO 4: Jong & Oud Hoofdstuk 3: Werken en leven
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Bedrijfsadministratie EcoMo 3.1 De Balans Havo 3.
HAVO 5: Inkomen en groei Hoofdstuk 3: Het nationaal inkomen
Inkomen Begrippen 1 t/m 5 Werkboek blz 5
VWO 5: Modellen Hoofdstuk 1: Crisis
Balans Een overzicht van je bezittingen en schulden op een bepaald moment. Een balans op zich hoeft niet veel te zeggen; morgen kan de balans er heel anders.
Modellen VWO 6.
Welvaart Hoofdstuk 2.
Economische kringloop
Goedemorgen H3b.
Les 3 opgave 11 t/m 15 Kennisvragen WERKBOEK blz 11.
Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6. 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land.
Boekje: Kopen en Werken Hoofdstuk 1:
HAVO 5 Inkomen en groei Hoofdstuk 4: Inkomensverdelingen
VWO 4: Vraag & aanbod Hoofdstuk 2: De producent: het bedrijfsleven
BSN - Financieel Management Executive A 8 april 2009
Toegevoegde Waarde Productie = inkomen.
Staat van middelen en bestedingen
Hoofdstuk 3: Aan het werk
Wat moet je leren: Heel hoofdstuk 3, behalve paragraaf 5
Investeringen Klik om verder te gaan. Hoe gebruik je deze uitleg? Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit.
DE BALANS.
H.5 Winst en toegevoegde waarde
Pupate Mens en Ondernemen
Boekhouden H1 De balans Ondernemer detailhandel.
Boekhouding H1 De Balans Logistiek supervisor.
Debet Balans per 31 december 2006 Credit Gebouwen Eigen vermogen Inventaris % hypothecaire lening Debiteuren % banklening
Les 2 Financieel plan (1) Liquiditeitsbegroting
Aantekeningen hfst 6.
Hoger Onderwijs Wolters Noordhoff
Wolters Noorhoff Hoger Onderwijs Financiële overzichten
Basisboek Bedrijfseconomie hoofdstuk 3 Financiële overzichten Achtste druk © 2008 Noordhoff Uitgevers © 2010 Economie Leer Kracht.
Hoofdstuk 6 Productie.
Aantekeningen hoofdstuk 8. Een ondernemingsplan maken 1. Een goed idee en jezelf kennen als ondernemer. 3. Zoek naar benodigde vergunningen, diploma’s.
Economische crisis Samenvatting. Hoofdstuk 1: kredietcrisis Huizen: – Om in te wonen (hypotheek – langdurige lening met onroerend goed als onderpand;
Opdracht Rob van der Laan En de balans, solvabiliteit en current ratio dan? Uhhhhh, welluk?????
Stroom- en voorraadgrootheden
H3 Financiering van een bedrijf
Hoofdstuk 6 Productie en markt.
De balans & de resultatenrekening
Lesbrief Verdienen en Uitgeven
3.1 PRODUCTIE.
Welkom Havo 5..
Welkom Havo 5..
Hst 4 Hoe wordt er gewerkt?
Toegevoegde Waarde 1 IntroFox.
Schaarste en welvaart Produceren en kiezen.
Hoofdstuk 25.1 Permanentie: Kosten & Uitgaven
Welkom Havo 5..
Opfriscursus kengetallen
Beste ath 4..
Hfst 5 Sparen of lenen? Concept: Ruilen over de tijd
Rekening courant krediet Crediteuren €
Overzicht Bezittingen (debet =links) en Schulden (credit=rechts)
Consumenten/producenten/overheid
Economische kringloop
Financiële overzichten en vreemd vermogen
Touroperator SunShine
Jaarrekening IBS - produceren -.
- Wat heb ik aan geld, ik heb veel meer aan brood -
- Wat heb ik aan geld, ik heb veel meer aan brood -
Transcript van de presentatie:

HAVO 5: Groei en inkomen Hoofdstuk 1: De vorming van inkomen http://www.alwaysauditioning.com/wp-content/uploads/2008/04/adf-cartoon-money-bag1.jpg

§1.1 De vorming van primair inkomen blz. 4 Ruilhandel Directe ruil Indirecte ruil Goederen of diensten worden tegen elkaar uitgewisseld. Hierbij worden goederen rechtstreeks tegen goederen geruild. Goederen of diensten worden tegen elkaar uitgewisseld. Daarbij worden goederen met geld als tussenliggend middel geruild. Ruil in natura …

§1.1 De vorming van primair inkomen blz. 4 De ontwikkeling van de ruil ging gepaard met de ontwikkeling van… Arbeidsverdeling Specialisatie De verdeling van het productieproces waarbij ieder zich bezig houdt met een deel van de productie. Het zich toeleggen door een onderneming op één of slechts enkele producten van de betreffende bedrijfskolom. De aard van de arbeidsverdeling kan zijn: - intern: binnen een huishouding - extern: tussen huishoudingen - geografisch: tussen gebieden en landen

§1.1 De vorming van primair inkomen blz. 4 Schaarste Beschikbare middelen zijn ontoereikend tov de menselijke behoeften. Als er productiefactoren nodig zijn om een goed te produceren zijn ze schaars… Productiefactoren Alle middelen die gebruikt worden bij het produceren. KANO Natuur Kapitaal Arbeid Ondernemerschap http://www.rgv.nl/fileadmin/user_upload/_temp_/32-Outdoor_Kano.jpg

§1.2 De toegevoegde waarde blz. 8 Kapitaal De fabrieken, machines, gereedschappen, grondstoffen & voorraden eindproduct die bij productie worden ingezet. Arbeid Alle lichamelijke en geestelijke inspanning van mensen die beschikbaar is om in het productieproces te worden ingeschakeld. Natuur Natuurlijke omgeving en natuurlijke hulpbronnen. Grond en delfstoffen. Ondernemerschap Combineren van kapitaal, arbeid & natuur. Omgaan met economische risico’s.

§1.2 De toegevoegde waarde blz. 8 De beloningen van de productiefactoren: Kapitaal Rente, huur, winst. Arbeid Werknemers: Loon & salaris Zelfstandigen: toegerekend ondernemersloon & winst Natuur Pacht Ondernemerschap Winst 6

§1.2 De toegevoegde waarde blz. 8 Productiewaarde óf Toegevoegde waarde De totale waarde die wordt toegevoegd aan de grond- en hulpstoffen. Omzet Inkoopwaarde (verbruik) in het productieproces - Toegevoegde waarde Netto toegevoegde waarde Beloning voor de productiefactoren; loon, huur, rente, winst & pacht Bruto toegevoegde waarde Netto toegevoegde waarde + afschrijvingen 7

§1.2 De toegevoegde waarde blz. 8 Toegevoegde waarde voor de overheid Alle ambtenarensalarissen bij elkaar opgeteld. 8

§1.3 Balans en resultatenrekening blz. 9 Overzicht van de bezittingen (activa) enerzijds en de schulden en het eigen vermogen (passiva) anderzijds op één bepaald moment Activa Balans per 1-1-2010 Passiva Bezittingen Vermogen 9

§1.3 Balans en resultatenrekening blz. 9 Activa Balans per 1-1-2010 Passiva Eigen vermogen Vaste activa kapitaalgoederen die meerdere productieprocessen meegaan. het geld waarover in principe door de eigenaar vrij kan worden beschikt (geld van de eigenaar zelf) Gebouw Machines Vlottende activa Lang vreemd vermogen Voorraden kapitaalgoederen die 1 productieproces meegaan. Hypotheek Debiteuren schuld waarbij de terugbetalingstermijn langer dan 1 jaar is Liquide activa Kort vreemd vermogen Rekening Courant Crediteuren schuld waarbij de terugbetalingstermijn korter dan 1 jaar is Kas Totaal Totaal 10

§1.3 Balans en resultatenrekening blz. 9 Een overzicht van de kosten en opbrengsten van een bedrijf over een bepaald tijdvak. Kosten Resultatenrekening Opbrengsten Kosten Omzet 11

§1.3 Balans en resultatenrekening blz. 9 Kosten Resultatenrekening Opbrengsten Omzet Inkoopwaarde grond/hulpstoffen Afzet x Gemiddelde Verkoopprijs Loon Huur Rente Pacht Saldo WINST Saldo VERLIES Totaal Totaal 12

§1.4 Van micro naar macro blz. 12 Bedrijfskolom Verticaal schema van ondernemingen die betrokken zijn bij de voortbrenging en distributie van een product. Van oerproducent, via tussenschakels tot de consument. Berekenen totale productie van een bedrijfskolom Productiewaarde of toegevoegde waarde van afzonderlijke bedrijven te aggregeren (samenvoegen) http://home.hetnet.nl/~daanrijsenbrij/ebi/nl/images/h1-11.gif 13

§1.4 Van micro naar macro blz. 12 Bedrijfstak Alle bedrijven die zich bezig houden met hetzelfde gedeelte van het productieproces. 14

§1.4 Van micro naar macro blz. 12 Nationaal inkomen Al het inkomen dat door de inwoners van een land verdiend wordt (ongeacht waar dat inkomen verdiend is). Binnenlands inkomen + Inkomens die zijn verdiend in het buitenland – Inkomens die zijn betaald aan het buitenland. Binnenlands inkomen Al het inkomen dat binnen de landsgrenzen wordt verdiend (ongeacht door wie het verdiend wordt). Productiewaarde van de bedrijven in de marktsector + Productie waarde van de overheid. 15

§1.4 Van micro naar macro blz. 12 Nationaal product De waarde van alle productie die door inwoners van een land is voortgebracht (ongeacht waar die productie heeft plaatsgevonden). Toegevoegde waarde van bedrijven + toegevoegde waarde overheid. Binnenlands product De waarde van alle productie die binnen de landsgrenzen is geproduceerd (ongeacht door wie het geproduceerd is). Productiewaarde van de bedrijven in de marktsector + Productie waarde van de overheid. 16

§1.4 Van micro naar macro blz. 12 Officiele circuit Het deel van de productie en inkomen waarover belasting wordt betaald. Witte circuit Officieuze circuit Het deel van de productie en inkomen waarover géén belasting wordt betaald. Zwarte circuit 17