De drughulpverlening in Vlaanderen: organisatie, feiten en tendenzen Wouter Vanderplasschen Vakgroep Orthopedagogiek Universiteit Gent
Lesoverzicht Ontstaan Overzicht bestaande voorzieningen Naar meer kwaliteitszorg
Ontstaan drughulpverlening (1) Vanaf eind jaren ‘60 - begin jaren ‘70: toenemend druggebruik (heroïne) Traditionele gezondheidszorg weigerachtig: oprichting gespecialiseerd PZ en 2 TG’s (1972-1975) Groeiende beschikbaarheid + problemen: crisisinterventiecentra, dagcentra, KTP’s en TG’s Weinig sturing door regering, betrokkenheid verschillende ministeries, belangrijke focus binnen de gezondheidszorg groot aantal gespecialiseerde initiatieven voor druggebruikers Meer recent: straathoekwerk, MSOC’s, sociale werkplaatsen
Ontstaan drughulpverlening (2) Vanaf jaren ‘80: meer en meer in contact met traditionele gezondheidszorg: algemene of psychiatrische ziekenhuizen, centra geestelijke gezondheidszorg Vrij uitgebreid en gedifferentieerd categoriaal hulpverleningsaanbod: meer lappendeken, dan netwerk Nood aan meer coördinatie, samenwerking en overleg tussen alle niveaus en betrokkenen Drugvrije en psychiatrische behandeling; methadonsubstitutie; harm reduction; geïntegreerde behandeling
Overzicht betrokken voorzieningen Algemene gezondheids- en welzijnszorg Ambulant OCMW Straathoekwerk Sociale Werkplaatsen Huisartsen Apotheken CGG Residentieel Onthaalcentra AZ of PAAZ PZ Gespecialiseerde drughulpverlening Ambulant Dagcentra MSOC Residentieel CIC KTP TG
Belgisch drugbeleid In overeenstemming met Europese regelgeving preventie en reductie druggebruik reductie van het aantal nieuwe gebruikers bescherming van de samenleving zorg voor (problematische) druggebruikers betere ‘quality of life’ Volksgezondheidsprobleem + normalisatie (controle + reductie druggerelateerde risico’s) Preventie; behandeling, reïntegratie, schadebeperkende maatregelen; repressie
Terugdringen van de vraag Preventie: op school + in naaste omgeving behandeling: zonder gebruik van drugs: positieve relatie tussen duur en succes van behandeling meer en meer case management substitutietherapie (ook naltrexone, heroïne) Schadebeperkende maatregelen straathoekwerk laagdrempelige hulpverlening (gebruikersruimten) early warning system (gezondheidsmaatregelen) Repressie (criminaliteitsbestrijding) preventie (in gevangenis) + rehabilitatie (onderwijs, huisvesting, werk, training)
Risicogedrag delen van injectiespuiten (20 - 65%) en andere materiaal: watten, water en sponzen vrees voor Aids beperkt; uitbreiding substitutiebehandeling + afname intraveneus gebruik weinig overdracht via seksueel contact; wel van moeder op kind maatregelen: steriele naalden, condooms, HIV-voorlichting en tests, gebruikersruimten en gecontroleerde heroïneverstrekking
Kwaliteit in de verslavingszorg Evaluatie-onderzoek: als gevolg van een ruimere maatschappelijke tendens (vrije markt, verantwoording, effectiviteit, efficiëntie) Reorganisatie van de ggz op basis van zorgvraag cliënten en vorming van zorgcircuits Meer continuïteit, geïndividualiseerde zorg, coördinatie, samenwerking Aanbod- en instellingsgericht; gebrek aan standaardisatie; dubbel werk; onvoldoende communicatie; fragmentatie; overlappingen en hiaten; meer complexe zorgvragen; shopping; competitie; gebrek aan follow-up; Alternatieven: case management; netwerkvorming; ‘client-matching’; centraliseren van de intake
Naar geïntegreerde behandelvormen (1) Reorganisatie van de verslavingszorg: cliënten met meervoudige en complexe problematiek + meer coördinatie en continuïteit TG in de verdrukking meer methadonverstrekking + ook heroïne TG’s in gevangenissen Recovery-paradigma tegenover harm reduction VS: meer methadonsubstitutie + prohibitie nood aan meer samenwerking, uitbreiding naar specifieke doelgroepen + aaneenschakeling modules
Naar geïntegreerde behandelvormen (2) Conceptuele en ethische vragen Uiteenlopende doelstellingen van behandeling: abstinentie - schadebeperking Drugvrije behandeling, psychiatrische behandeling, substitutie, harm reduction: compatibel druggebruikers maken gebruik van verschillende behandelvorm tegelijk of kort na elkaar aanpak: decriminaliseren, depenaliseren, legaliseren
Verschillende paradigma’s (drugvrij) Drugvrije levensstijl + volledig herstel ‘No-exit’-approach bekritiseerd geloof in mogelijkheden = SFP methadon is illusie autoritaire omgang met gebruikers sektarisch karakter
Tegengestelde paradigma’s (substitutie) Effectief en goedkoop middel om personen te laten functioneren in maatschappij: gebruik, criminaliteit HIV zorgde voor groei Cliëntgericht, psychologische en medische begeleiding, beperkte drop-out
Tegengestelde paradigma’s (harm reduction) Methadon centrale rol negatieve gevolgen van druggebruik beperken aan de hand van verschillende interventies van veilig gebruik tot volledige abstinentie respect voor autonomie individu intraveneus toedienen drugs, voorschrijven van injecteerbare drugs, spuitenruil, liberalisering druggebruik, gebruikersorganisaties
Tegengestelde paradigma’s (managed care) Meer aandacht voor kosten-baten Nieuwere werkvormen: centrale intake, netwerkvorming, matching, case management Doelen: inspelen op noden en behoeften, beperken negatieve gevolgen, integreren verschillende interventies, omvattende behandeling, preventie, basiszorg, sterkte-zwakte analyse
Voorwaarden integratie Wederzijds respect rekening houden met oude tegenstellingen unieke benadrukken van elke behandeling verschillende werkvormen aanbieden multidisciplinariteit assessment, planning, evaluatie specifieke doelgroepen, individualiseren + continuïteit samenwerking, communicatie, gemeenschappelijke taal
Voorwaarden registratie en dossiervorming verwijsprotocol participatie analyse van behoeften en tevredenheid