Gemaakt door: Quendy, Daouia,Fleur en Nick. Het Jodendom De Tuindorpschool Den Helder Gemaakt door: Quendy, Daouia,Fleur en Nick.
De inleiding. Wij maken deze PowerPoint presentatie omdat de mensen van de Nieuwe Kerk in Amsterdam ons een leuke en leerzame tentoonstelling over het Jodendom hebben laten zien. We kregen ook een rondleiding door de kerk. Ze wilden ook graag dat wij iets voor ze terug deden. Het was heel leuk in de kerk, we hebben er veel van geleerd en vonden het interessant.
Het Jodendom. Het ontstaan. Het Jodendom begint bij de schepping van de wereld door God. Vanaf dat moment begint de joodse jaartelling dan ook. In 1995 was het volgens de Joden dan ook 5755. De schepping De schepping is het begin van de wereld. Volgens het Jodendom besloot God om het heelal, de aarde, planten, dieren en de mens te maken. Alles maakte God uit niets. De schepping was goed en God was er tevreden over. God had contact met de mens en andersom. Totdat het mis ging. De mens werd ongehoorzaam en ging zijn eigen gang. De Aartsvaders Later komen de Aartsvaders in beeld. De eerste was Abraham die door God werd geroepen om naar een ver land te verhuizen. Dit land werd Kanaan genoemd en heet nu Palestina. Voor de Joden is dit een belangrijke geschiedenis, want uit Abraham zou het volk van de Joden zijn gekomen. God beloofde Abraham een land waarin het Joodse volk zou gaan wonen.
Jozef Jozef in Egypte Jozef was de zoon van Jakob (een kleinkind van Abraham). Wat met Jozef gebeurde is heel wonderlijk. Hij werd door zijn broers verkocht aan slavenhandelaren zodat ze hem kwijt waren. Ze hadden namelijk nogal een hekel aan hem omdat zijn vader hem voortrok. Jozef kwam in Egypte terecht en via een wonderlijke weg werd hij de belangrijkste man na de Farao (is een soort koning) in Egypte. Toen er in Palestina een hongersnood was haalde hij zijn hele familie naar Egypte. Zijn familie waren de joden, dus zo overleefde het Joodse volk de hongersnood. Mozes en de uittocht uit Egypte De Joden bleven in Egypte. Toen Jozef stierf kwam er ook een andere Farao aan de macht. Deze farao was minder aardig voor de Joden en zette ze als slaven aan het werk. Dit duurde ongeveer 400 jaar. Totdat God besloot om in de grijpen. Hij gaf Mozes de opdracht om de Joden uit Egypte te bevrijden. Dit gebeurde ook. God bracht het volk door de woestijn naar het beloofde land. Dit duurde wel wat langer dan gepland was. Het volk klaagde veel in de woestijn en was vaak ongehoorzaam aan God. Daarom gaf God een straf aan het volk. Pas na 40 jaar rondzwerven in de woestijn mochten ze het beloofde land binnen gaan. Maar in de woestijn gebeurde er nog iets. Op een dag kreeg Mozes van God te horen dat hij een berg op moest klimmen. Helemaal alleen klom Mozes naar boven. De berg heette de Sinai. En helemaal boven op deze berg kreeg Mozes van God drie grote stenen blokken. In die blokken had God geboden geschreven waaraan de Joden zich moesten houden. Nu wordt er ook wel eens verteld dat Mozes onderweg naar beneden struikelde en dat er maar 1 blok overbleef. Dit blok werd heel erg goed bewaard door de familie van Mozes. Ze namen hem mee tijdens hun barre tocht in de woestijn. Het beloofde land Zo kwamen de Joden dus weer terug in hun beloofde land. Ze hadden 40 jaar lang door de woestijn gezworven. Hoe het verder gaat met de Joden en het Joodse geloof komt in de volgende les.
De 2de Wereldoorlog. Vroeger wou Hitler alle Joden uitroeien, met behulp van oorlog. Om de Joden verboden te maken zei hij dat er alleen mensen met blauwe ogen en blonde haren mochten blijven leven, terwijl Hitler zelf bruine ogen en bruine haren had. Hitler liet de huizen van elk mens helemaal doorzoeken om alle Joden te vinden. Veel Joodse mensen zaten ondergedoken voor Hitler. Niet veel mensen hebben het overleefd. Alle Joden die Hitler vond liet hij naar concentratiekampen in bijvoorbeeld Duitsland of Nederland brengen. De Joden werden als slaven behandeld. Mensen kregen een houten bed en daar moesten ze in slapen. Ze werden vast gemaakt met kettingen. Daardoor konden ze niet naar de wc en plasten en poepten ze in hun bed. Ze kregen ook weinig eten.
Joodse Feestdagen. Veel Joodse feestdagen hebben te maken met de seizoenen. De meeste feesten hadden te maken met het werken op het land. Op sommige feesten moesten offers van de oogst aan God gebracht worden. Het Joodse paasfeest, Pesach, moest daarom altijd in het voorjaar gevierd worden, het Wekenfeest, Sjavoeot, vond plaats in de zomer en het Loofhuttenfeest, Soekkot, vierden ze in de herfst. Deze drie feesten vieren de Joden nog steeds in dezelfde seizoenen. Ze herinneren aan het vertrek van het Joodse volk uit Egypte en worden daarom ook wel de pelgrimsfeesten genoemd. Tijdens Rosj Hasjana (Joods nieuwjaar), Jom Kipoer (Grote Verzoendag), Soekot (Loofhuttenfeest), Sjemini Atseret (Slotfeest), Simchat Tora (Vreugde der Wet), Pesach en Sjavoeot (Wekenfeest) mogen Joden niet werken.
De symbolen. Davidster De Davidster is hét symbool van het Jodendom. De zespuntige ster bestaat uit twee in elkaar geschoven driehoeken. Deze ster is vanaf de middeleeuwen al een typisch Joods symbool. De Joodse mensen droegen deze ster allemaal in de 2de wereldoorlog. Mezoeza De Mezoeza is genoemd naar de plaats waar het hangt, de deurstijl. Het is een kokertje van metaal, hout of plastic waarin een klein rolletje van perkament inzit. Chanoekia De Chanoekia heeft negen armen, acht voor iedere dag en de negende is de dienaar (shamash) waar de andere mee aangestoken worden.
Het eten van de Joden. Joden mogen geen vlees met bloed er in eten. Om aan deze regel te voldoen moet het vlees op de juiste manier geslacht worden. Dit wordt gedaan door de zogenaamde sjocheet, die slacht het vlees op een rituele manier. Dit is een heel belangrijke taak, want door dit rituele slachten moet het bloed uit het vlees verwijderd worden. Als er per ongeluk toch bloedresten achter blijven worden deze door een koosjere slager weggehaald. Maar daarmee is de behandeling van het vlees nog niet klaar, thuis moeten de Joden ook nog bepaalde dingen met het vlees doen. Ze moeten het vlees enkele uren in water laten weken, waarna het met zout wordt besprenkeld en met een doek of een vergiet worden de laatste restjes bloed uit het vlees gehaald. Een heel werk. Producten met melkbestanddelen mogen niet in aanraking komen met vleesproducten. Dit doen de Joden vanwege één zinnetje uit de Tora: “Kookt een geitenbokje niet in de melk van zijn moeder”. Dat is waarom de strenge Joden, de orthodoxe Joden, een gedeelde keuken hebben, één voor het vlees en één voor de melkproducten. Alles is gescheiden want niks mag met elkaar in aanraking komen dus ook niet het bestek, borden en de gaspit.
Het slot. Wij vonden het heel leuk bij de Nieuwe Kerk in Amsterdam. De kerk was heel mooi. Als opdracht moesten we deze PowerPoint maken en we vonden het heel leuk en interessant om te doen.