GEDRAGSGEVOLGEN VAN EEN NAH IN EEN THERAPEUTISCHE CONTEXT

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Een menswaardig levenseinde
Advertisements

Gemaakt door :marten cuiper
Lindenhout gaat 2.0, jij ook?
“IK KRIJG HET NIET UIT MIJN HOOFD”
Activeren van ouders met behulp van video-beelden
Beroepsvaardigheden onderdeel van SBC
Autisme en Mindmap Thuis en op School
Lees- en Taalproblemen
3 x opvoeden 12 april Effecten van belonen en straffen
Sociaal emotionele ontwikkeling en groepsgedrag
Les 1 Wat is “ Kook met mij mee!”?. Een dag zonder vlees
Provincie Limburg Workshop mentorschap 17/5/2013
Alzheimer Een haperend geheugen
VUmc Basispresentatie
Lotgenotencontact.
Communicatief gedrag + / -
Competentie 12 Kritiek geven en kritiek ontvangen
Dialoogdag Ouderswerking Vlaams-Brabant
De relatie tussen logistiek en veiligheid
1 ‘Continuï-tijd’ in psychotherapie: een relatief begrip? Aan de hand van twee casussen gaan we op zoek naar de verhouding tussen essentie en efficiëntie.
Effectieve interventies tegen jeugddelinquentie
Motivational Interviewing
Infotheater Omgaan met agressie.
Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat
Artikel over transactionele analyse
Ben ik de enige? Een op de zes Nederlanders last heeft van somberheid, angst of andere klachten personen krijgen een depressie jaarlijks 1,1 miljoen.
Hoofdstuk 12 Beoordeling en ontwikkeling van medewerkers
SOCIALE COMPETENTIE Jacqueline Blaak-Venneman.
Persoonlijke en sociale vaardigheden van de commerciële professional
TEKST 13 SAMENWERKING IN HET ALGEMEEN
Vooraf Ochtendprogramma Interreligieuze communicatie Gelderse ontmoetingsdag, 6/11/2010, Mijke Jetten Voorstellen PowerPoint: structuur, zie
workshop Bespreekbaar maken van seksualiteit 28 november 2011
MET DANK AAN COLLEGA’S IN DEN LANDE ! vee 2012
Is de vereniging auti-proof?
Aan de slag met de BETERapp
HELP MIJN KIND IS DRUK! Welkom en voorstellen Karin Ariës
SUPPORTTEAM NAH Vlaams-Brabant Sociale Plattegrond - oktober 2014.
ANW Module 2 bakkengellam.wordpress.com. Groep Dimfy Lambriex, Emma Bakker, Isa Engelen Thema Leven Hoofdvraag Is het terecht mensen te straffen voor.
‘Stel samen met jongeren omgangsregels vast’
Woord van Leven Juli 2014.
Workshop ondersteunen eigen regie van de patiënt: Jeroen Havers Angela de Rooij 4 december 2014.
Werkhoudingsproblemen bij hoogbegaafde kinderen
Gespreksvaardigheden
Communicatie en dementie
Emoties p
Waarom? Alle ouders willen dat hun kind de beste kansen krijgt om goed te ontwikkelen in deze samenleving. Een goede ontwikkeling start al van bij de geboorte.
Communicatieve vaardigheden SAMENWERKEN
HOE WORD JE EEN WINNING TEAM?
Groepsdynamica & Interactief communiceren
Week 2.  Theoretische inleiding vaardigheden  Bespreken van de verdiepende leervraag  Oefenen met vaardigheden  Laatste uur: zelfstandig oefenen.
Dieren, gedrag en leefomgeving
Luisteren en feedback Hoofdstuk 15 VP15 Begeleidingskunde
Klinische les medisch maatschappelijk werk
Methodiek: Plancyclus
Welkom ik maak me sterk.
Sowebatraining bovenbouw. Doel van de Sowebalessen! Het aanleren van sociaal competent gedrag en de daarbij behorende vaardigheden Het aanleren van sociale.
Communicatie & Relatie
Een jaar later… Inclusief praktische ervaringen van leerkrachten Jan Engelen & Nicole Goossens.
Bed Bad brood Laagdrempelige opvang van thuislozen Jasmine Marechal-1Basw AO.
Aanwijzingen voor een bezinning in kleine of grote kring.
In raden of commissies van een kerkelijke gemeente, als er conflicten dreigen.
Uitleg bij de vragenlijst Veiligheidsbeleving
De therapeutische relatie in actie
Boek ‘Begeleiden’ Hoofdstuk 13 Communicatieproblemen
In gesprek met elkaar Gebruik eventueel rode en groene kaartjes waarmee mensen kunnen aangeven of ze het eens of oneens zijn met de stelling.
Contact maken en contact houden
Communicatie 7e les.
Drie vormen van gedrag:
Gewoon pubergedrag? Over Relaties
Transcript van de presentatie:

GEDRAGSGEVOLGEN VAN EEN NAH IN EEN THERAPEUTISCHE CONTEXT Een artikel geschreven door Guy Lorent

Inhoudstafel Inleiding Probleemschets Verzorgen context Geheugen en structuur Interacties Empatisch directief werken Omgevingsafhankelijk Anosognosie of een gebrek aan ziekte-aanzicht Impulscontrole Besluit Bronnenlijst en verdere literatuurtips

1. Inleiding NAH staat voor niet-aangeboren hersenletsel. Dit letsel is tot stand gekomen, niet door een erfelijke aandoening of tijdens de zwangerschap, maar hersenbeschadiging na de geboorte door bijvoorbeeld een ongeval, beroerte, tumor,…. Guy Lorent is een klinisch neuropsycholoog en werkt in Bierbeek. Hij werkt met personen met NAH. Hij schreef een artikel over de gedragsgevolgen van een NAH in een therapeutische context. Voor meer informatie kunt u altijd zijn site bezoeken : http://www.lorent.org/index.htm

2. Probleemschets Elk hersenletsel heeft zijn eigen gevolgen en dit verschilt dan nog eens van persoon tot persoon. Gevolgen die invloed hebben op het gedrag of de manier hoe er wordt omgegaan met dit gedrag. Er zijn 2 grote gevolgen : De snelheid van de prikkeloverdracht in de hersenen gaat veranderen. Beperkte stimulusverwerking (dit wil zeggen dat de onnodige informatie (geluiden, beelden,…) niet gefilterd wordt en een beperkte mogelijkheid om zich te kunnen concentreren.)

3. Verzorgen van de context Het is belangrijk dat de therapeutische omgeving een evenwicht vindt tussen gezelligheid en gesprekslokaal. De omgeving moet prikkelarm zijn zodat de concentratie optimaal is en er zo weinig mogelijk afleiding is. De duur van de sessie hangt af van de mogelijkheden van de patiënt. Het is beter om enkele korte sessies te houden dan 1 lange sessie. De personen met NAH verstaan geen complexe taal. Je moet dus eenvoudige taal gebruiken, traag spreken en 1 gedachte per zin. Verwijzende of abstracte taal gebruik je beter niet.

4. Geheugen en Structuur Voor de therapie begint, is het best dat de therapeut zelf de oefening, zijn naam, het doel,… herhaalt aan de patiënt dan het te vragen. Dit heeft een positieve invloed op de relatie tussen de therapeut en de patiënt doordat het duidelijkheid en structuur brengt. De moeilijkheidsgraad van de oefeningen kan worden opgetrokken wanneer ze beiden overtuigd zijn van de mogelijkheden.

5. Interacties Er wordt vaak gecommuniceerd met non-verbale signalen. Personen met NAH kunnen moeilijk de emotionele toestand en de gezichtsuitdrukking van een andere persoon inschatten. Als therapeut moet je je eigen inschattings- en onderscheidingsvermogen. Als de gevoelens niet verstaanbaar zijn voor de patiënt, vertel je de gevoelens beter in woorden.

6. Empathisch directief werken Als therapeut is het belangrijk om te vertrekken vanuit de wijze waarop de persoon met NAH zijn situatie ziet, begrijpt en beleeft, en hier dan je ervaring aan te koppelen. Een inlevend contact is nodig om deze personen te kunnen begeleiden. De wilsbekwaamheid moet getraind worden in een team omdat ze zouden leren om in alle omstandigheden de juiste beslissing te nemen.

7. Omgevingsafhankelijk Een persoon met NAH kan moeilijk zijn gedrag afstemmen op de toekomst. Vanaf een situatie wijzigt, wordt hij terug emotioneel geprikkeld en verandert zijn gedrag dus ook. Maar bij personen met NAH ontbreekt deze emotionele prikkel en zij gaan dus eerder kiezen voor een situatie met directe beloning. Ze nemen het falen met zich mee in al de sessies dus dit moet zeker niet benadrukt worden!

8. Anosognosie of een gebrek aan ziekte inzicht Een hulpverlener moet zich goed kunnen inleven in zijn patiënt, zeker wanneer deze een verhaal vertelt waarvan je weet dat dit niet kan kloppen. Als jij dan de waarheid vertelt, dan moet je hun ontkenning accepteren en zeker niet dwingen tot hij de waarheid gelooft. Je moet ervoor zorgen dat de persoon vertrouwen heeft en zich veilig voelt.

9. Apathie De patiënten hebben vaak minder zin in activiteiten, hebben minder emoties en gedachten. Voor de omgeving is dit moeilijk te begrijpen want vroeger was hij misschien helemaal anders, maar toch zeggen de patiënten dat ze gelukkig zijn. De patiënten weten wat hun beperkingen zijn en ze hechten er geen belang aan.

10. Impulscontrole De verwerkte informatie van omgeving, informatie van eigen noden en verlangens, informatie over het zelfbeeld en lange termijndoelstellingen worden verzameld en daarna geuit in gedrag. Bij personen met NAH is er in dit proces een fout waardoor hun gedrag als afwijkend kan beschouwd worden. Er zijn geen regels over hoe je hiermee als therapeut kunt omgaan maar je moet het gedrag bijsturen. Elk gedrag heeft een betekenis voor de persoon met NAH dus is het ook zinvol gedrag!

11. Besluit De belangrijkste richtlijn over hoe je moet omgaan met een persoon met NAH is dat je moet rekening houden met deze persoon want het is zijn noden, verlangens en beleving die bepalen hoe hij gaat gedragen. Als hulpverlener moet je het gedrag bijsturen maar ook aandacht hebben voor de persoon zelf.

12. Bronnenlijst en verdere literatiuur De Wild, K. (2009). Radio1 over NAH – Niet aangeboren hersenletsel. Geraadpleegd op 1 december, op http://www.youtube.com/watch?v=kiSNFfB9r6E. Isabel (2004). Smogles. Geraadpleegd op 1 december 2010 op http://lebasi.web-log.nl/lebasi/2004/02/smog_les.html . Janke, M. (2010). Impressie van de themadag. Geraadpleegd op 1 december, op http://nahzorg.nl/actueel/nieuws/impressie-van-de-themadag . Redactie Medicalfacts (2010). Souvenaid. Geraadpleegd op 25 november 2010, op http://www.medicalfacts.eu/ . UCBO (2010). Wat is NAH. Geraadpleegd op 24 november 2010, op http://www.ucbo.be/doelgroep/nah.html.