Leerhuis over het boek van Tjeu van den Berk Het Mysterie van de Hersenstam, Over basisfuncties, psychosomatiek en spiritualiteit Leerhuisseizoen 2010 – 2011 Gereformeerde Kerk van Nieuw-Vennep Inleider: Drs. M. Valenkamp
Wie is Tjeu van den Berk? Tjeu van den Berk, een katholiek theoloog die eigenlijk priester zou worden, wordt als jongeling uitgezonden om in Rome en Lyon theologie te gaan studeren. Onderweg, op het station in Marseille, beseft hij dat hij er niets meer van gelooft. Op een stoeptegel in die franse havenplaats stort het hele bouwwerk van dogma’s en leerstellingen in elkaar. Toch blijft Rome en de godgeleerdheid trekken en begint van den Berk ondanks zijn twijfel aan zijn studie. Op een goede dag ontmoet Tjeu een man in Lyon die hem zegt dat denken oppervlakkig is en geen basisfunctie. Ademen, vrijen en eten daarentegen zijn de heilige bewijzen dat we in leven zijn. Deze twee gebeurtenissen, de stoeptegel en de man van het ademen vrijen en eten, veranderen het leven van de theoloog radicaal. Ten eerste besluit hij te trouwen en verder verdiept hij zich meer en meer in de kunst, in Gustav Jung en in de werking van onze hersenen. Dit resulteert niet alleen in een aantal prachtige boeken, maar vooral in een uniek en geprononceerd besef wat de zin van het leven is. De zin van het leven is de zin in het leven. Prof.Dr. Tjeu van den Berk Dr. Tjeu van den Berk werkte tot voor kort aan de Katholieke Universiteit te Utrecht als Praktisch theoloog. Recente boeken van hem zijn: Mystagogie. Inwijding in het symbolisch bewustzijn (1999/5de druk), Het mysterie van de hersenstam. Over basisfuncties, psychosomatiek en spiritualiteit (2001/5de druk), Het Numineuze (2005) en Op de bodem van de ziel. Onbewuste drijfveren in de spirituele beleving (2006).
Over het boek Over basisfuncties, psychosomatiek en spiritualiteit; door Tjeu Van Den Berk, over de machtsstrijd tussen onze hersenstam die onze basisfuncties regelt en onze cortex die een soort van rationele censuur uitoefent. Dit boek is een pleidooi voor de herwaardering van onze hersenstam met enkele kernachtige ideeën hierover uit verschillende disciplines, zoals bijvoorbeeld uit de gestallttherapie: "most people are awake but not aware!" Als we de fysiologische basis van ons leven uit het oog verliezen, worden we schijnheilig en arrogant. Dan ontgaat ons de zin van alles. Ons verstand, gezeteld in de hersenschors, kan in die zin wel blijven zoeken, maar steunend op eigen kracht zal ze die nooit vinden. Alleen onze instincten, gezeteld in de hersenstam, zouden die zin kunnen vinden, maar zullen die nooit bewust zoeken. Wijsheid is de onbewuste signalen van de hersenstam bewust weten te integreren in de hersenschors. Dat wil in dit boek onder meer zeggen, dat we aandacht mogen hebben voor onze basisfuncties zoals: slapen en dromen, eten en drinken, vrijen en ademhalen. Daar ligt niet alleen de ingang voor psychosomatisch gezond leven maar ook voor een (nieuwe vorm van ) spiritueel leven. Vele levensbeschouwingen hebben dit steeds geweten en daadwerkelijk tot uitdrukking gebracht; alleen het westerse christendom heeft daar de laatste eeuwen grote moeite mee. Het verassende in dit boek is dat eeuwenoude levenswijsheden juist meer inzichtelijk en reëler worden wanneer we ze bezien vanuit de werking van ons meest archaïsche brein, de hersenstam, die 500 miljoen jaren oud is.
Hoofdstuk 1: Drie losse overwegingen van de auteur De meest fundamentele functies van de mens (basisfuncties) functioneren bij de mens vrijwel geheel onbewust en autonoom; Psychische spanningen zetten zich juist af op de menselijke basisfuncties; Vrijwel alle grote spirituele levensbeschouwingen stellen deze basisfuncties, op de een of andere wijze, centraal. KERNVRAAG: bestaat er een intrinsieke relatie tussen deze drie overwegingen / inzichten?
Een centrale ervaring én een paar centrale denkers (1) v.d. Berk’s ervaring als student in Lyon: Hoe moet ik leven in deze wereld? ADEMEN! Nietzsche en diens analyse van de oorzaak van de westerse decadentie: de westerse mens overschat het denkvermogen. Bewustzijn is een werktuig, geen maatstaf. De betekenis van Sigmund Freud’s ontdekking van het onbewuste, de rol van de angst, de verdringingsmechanismen, de droomduidingen, overdracht. Ook de rol van de patiënt in diens genezingsproces.
Een centrale ervaring én een paar centrale denkers (2) Eugen Drewermann’s ontdekking van de tussenhersenen”. Drewermann stelde voor om Freud’s begrip onbewuste te vervangen door het begrip tussenhersenen. Alles wat er dan te zien is is ‘radicaal gecentreerd op het subject’, volledig symbolisch en altijd verbonden met sterke affecten en wensen en angsten. Dit alles delen we met dieren. BOODSCHAP: we moeten onze dierlijke wortels niet veronachtzamen, want die krachten blijken spirituele krachten te zijn, die gelovigen dronken maken van goddelijke wijn! Spirituele archetypen worden dan weer symbolisch tot leven gewekt.
Eugen Drewermann Eugen Drewermann (1940) is in Duitsland de bekendste hedendaagse theoloog. Sinds het ‘Berufsverbot’ in 1991 en de schorsing als priester in 1992 werkt hij in Paderborn als schrijver en psychotherapeut. “En ook hij wordt weer op dezelfde wijze gewantrouwd in het officiële kerkelijke veld als Freud en Jung dat werden in de officiële psychiatrie” (v.d. Berk, blz. 21). Hij schreef meer dan 70 boeken. Tot zijn hoofdwerken behoort ‘Glauben in Freiheit’, waarin hij zich grondig bezig houdt met de verhouding van de godsdienst tot de natuurwetenschappen. Het grote werk van Drewermann ‘Geloven in vrijheid’: Atem des Lebens. Die moderne Neurologie und die Frage nach Gott. Band 1: Das Gehirn en Band 2: Die Seele (2006 en 2007, Patmos, Düsseldorf). Drewermann behandelt in het eerste deel de hoofdthema’s van het neurologisch onderzoek van de hersenen en in het tweede deel gaat hij in op de vragen over het bewustzijn, de wil en de ziel.
Een nieuw soort bewustzijn We ervaren de werkelijkheid via verschillende psychische vermogens (gedachte, gedroomde, gevoelde werkelijkheid). Zo leren we over deze vermogens, méér, dan over wat die vermogens over de werkelijkheid-zelf zeggen. Kennistheorie (blz. 23): Kellendonk, Heisenberg (Waarom niet Kant genoemd?) M.V. : Opmerking: het is belangrijk (1) de vraag te stellen wat op blz. 22 t/m. 24 onder ‘werkelijkheid’ verstaan wordt; (2) hoe vd Berk iets over de werkelijkheid kan zeggen, zelfs als hij zegt dat het denken er niet echt iets over kan zeggen?
Een tot op het bot versleten driedeling Lichaam, Ziel, Geest Soma, Psyche, Pneuma Corpus, Anima, Spiritus Een onverbrekelijke drie-eenheid, die in de loop van de tijden los zijn komen staan en aan eigen deskundigen zijn overgelaten (of: overgeleverd?).
Een top het bot versleten drie-eenheid Tjeu van den Berk maakt (blz. 26) de opmerking, dat “juist op het vlak van de verbinding tussen psychosomatiek en spiritualiteit” zijn derde overweging speelt. Dat was zijn opmerking, dat vrijwel alle grote spirituele levensbeschouwingen deze basisfuncties, op de een of andere wijze, centraal stellen. Tjeu verwijst dan naar het z.g. animisme, dat de oude Grieken al zo hebben ervaren. Meer algemeen: de pneuma houdt alles bijéén! De geest als universele motor van energie.
Een bekend boek uit christelijke kring over die driedeling Prof. Dr. C.A. van Peursen: Lichaam, ziel, geest. Inleiding tot een wijsgerige antropologie. Bijleveld-Utrecht1961/1978. Enkele hoofdstukken waren: Lichaam en ziel: problematiek in beweging; Het dualisme van lichaam en ziel. Descartes; De prioriteit van ziel boven lichaam. Plato; De materialistische eenzijdigheid. Feuerbach; De spiritualistische eenzijdigheid. Berkeley; Ziel en lichaam binnen het primitieve wereldbeeld; Ziel en lichaam in het archaïsche denken; Lichaam, ziel en geest in de bijbel; De eenheid van lichaam en ziel in hun spanning tot de geest. Aristoteles; Lichamelijkheid. Gehlen, Plessner, Sartre, Merleau-Ponty; Het ontwijkende ik. Wittgenstein, Ryle, Hampshire. Hersenen en geest (zie de start van een artikelenserie van dagblad Trouw op dit punt: De dood van de vrije wil ); De eenheid van geestelijk en lichamelijk bestaan.
Een oud mooi boek H. Bavinck, Bijbelsche en religieuze Psychologie. J.H. Kok-Kampen, 1920 Bavinck maakte een interessante opmerking, die ik citeer: Een vaststaande term voor menselijke ziel “komt daarvoor in de Schrift niet voor; zij spreekt nu eens van ziel, dan van geest, nu eens van hart en dan weer van inwendigen mensch; en wij behooren er ons nauwkeurig rekenschap van te geven, welke beteekenis of nuance van beteekenis met elk van die woorden verbonden is”. (BLZ. 30)
Poging tot ordening Nederlands: Lichaam Ziel Geest Grieks: Soma Psyche Pneuma Latijn: Corpus Anima Spiritus Hebreeuws: Basar Nefesj Ruah Platoons is: de driedeling. Ook kern van het oude Griekse denken. Aristotelisch is: de tweedeling (Arist. liet de ‘pneuma’ als idee los. Nog steeds weet de Aristoteliaan geen echt raad met de geest! Volgens van den Berk waren de oude Grieken animisten (zie blz. 27),. Wat is dat en waarom?
Het z.g. oude “animisme”. Animisme algemeen (Latijn anima = 'geest', 'ziel') is het filosofisch, religieus of spiritueel concept waarbij zielen of geesten niet alleen existeren in mensen en dieren, maar ook in planten, stenen of natuurlijke fenomenen zoals donder en geografische zoals bergen en rivieren. Animisme wijst verder ook bezieling toe aan abstracte concepten zoals woorden, eigennamen of metaforen uit de mythologie. Religies waarin animisme voorkomt behoren meestal tot volksgeloof of etnische religies zoals sjamanisme, shinto of bepaalde stromingen binnen het hindoeïsme. Animisme in de filosofie. In de filosofie is deze wijze van beschouwing gekend als hylozoïsme. In de loop van de Europese geschiedenis hebben filosofen zoals Plato, Aristoteles en Thomas van Aquino de mogelijkheid overwogen van het bestaan van een ziel bij mensen, dieren en planten.
Het animisme (2) Animisme en religie. Animisme is eigenlijk geen religie op zichzelf, maar maakt deel uit van veel religies ter wereld, zoals bij het sjamanisme, maar ook in polytheïstische en monotheïstische godsdiensten. Animisme is, gezien vanuit het perspectief van de monotheïstische godsdiensten zoals het christendom, een natuurlijke of natuurgodsdienst waarbij geesten- en voorouderverering het belangrijkst zijn. Een animist gelooft in het bestaan van goede en kwade geesten, die kunnen huizen in ondermeer bomen, dieren en gebruiksvoorwerpen. De geesten moeten goed gestemd worden gehouden door hun offers te brengen, het houden van rituelen, rituele dansen en het houden van taboeregels. Animisme doordrenkt het hele leven van de aanhangers ervan.
De geest of de Geest - 1 De pneuma werd/wordt gezien als de levensgeest. In het Grieks heeft het woord ‘pneuma’ de connotatie van wind, blazen, de adem van de kosmos. O.i.v. Paulus (die in een Hellenistische wereld leefde!) is er een heroriëntatie op het woord ‘pneuma’. Het blijft wel wind, adem of geest betekenen, maar het krijgt door Paulus de betekenis van de geest Gods. Het wordt tot een tegenbegrip van ‘sarx’ (vlees), van zondigheid.
De geest of de Geest - 2 Geest is nu de werking Gods, die zich tot de mens uitstrekt, en de mens kan naar de geest of naar het vlees leven. De ‘pneumatikos’ is de mens die vanuit Gods geest leeft. Van Peursen merkt op, dat het in het N.T. niet gaat om een wijsgerig mensbeeld, maar “om de verkondiging van de verlossing en heil voor de mens”. (1961, blz. 88) Maar, hier moeten we de Geest wel als een gave zien, niet als iets wat tot de mens behoort!
Freud’s theorie over verdringingen Het is opvallend dat de surrealisten zich voornamelijk baseerden op de geschriften van Freud en geen notie hebben genomen van het werk van Jung dat in zijn uitleg over de mythen en occulte verschijnselen beter aansluit bij hun ideeën. Dromen werden door Freud gebruikt om zijn patiënten te helpen, bij de surrealisten werden ze verteld omdat iedereen er zou kunnen van genieten. Surrealisten waren overtuigd van de vrije associatie (begrip) van ideeën terwijl Freud juist betoogde dat deze associaties helemaal niet vrij waren want zij waren beïnvloed door het onderbewuste. De volharding der herinnering
Sigmund Freud