Ontwikkelingsperspectief Ingeborg van Wel Adjunct De Voorde
Amsterdams kleuterjuffenonderzoek
Wat is het OPP? Document waarin de onderwijsdoelen, het leerstofaanbod en de wijze van begeleiding zijn vastgelegd voor leerlingen in het (S)BaO en SO dat leidt tot een vastgesteld eindperspectief
Wettelijk kader: de inspectie zegt…..
Dus voor wie? Leerlingen die max 50 dle halen voor rekenen en/of technisch lezen en/of begrijpend lezen en/of spelling Het leerrendement < 83%
Dus voor wie? Het gaat veelal om de leerlingen die op termijn naar het volgend onderwijs gaan: VSO Praktijkonderwijs LWOO
Waarom een OPP? Planmatig en doelgericht werken Afstemmen op behoefte van de leerling (passend..) Afstemmen t.a.v. wisselwerking groep, leerkracht, school en ouders Open zijn over hoe je werkt en waarom je zo werkt
De inspectie toetst Is een realistisch eindniveau bepaald?
De inspectie toetst Is een realistisch eindniveau bepaald? Zijn er tussendoelen geformuleerd?
De inspectie toetst Is een realistisch eindniveau bepaald? Zijn er tussendoelen geformuleerd? Volgt de school de leerlingen aan de hand van deze tussendoelen en worden deze doelen behaald?
De inspectie toetst
De inspectie toetst
Beoordeling inspectie (toekomst) Als er geen lln zijn: ‘niet te beoordelen’ 1 van de 3 onvoldoende: onvoldoende Steekproef van max 6 lln -> 80% moet zich naar verwachting ontwikkelen
Beoordeling inspectie (nu) Vanaf januari 2011 geldt het OPP alleen voor leerlingen in groep 8 die voor één voor meerdere vakken zijn losgekoppeld van het reguliere curriculum
OPP = Geen resultaatsverplichting, maar inspanningsverplichting Niet meer volgen, maar plannen
Wanneer opstellen? Eind groep 4 Leerrendement < 83% op 1 of meer gebieden Onderzoek: toetsresultaten zijn betrouwbaarder dan IQ
Opstellen van het OPP Beschermende en bevorderende factoren Onderwijsbehoeften Verwacht eindniveau Uitstroomperspectief Bepaling tussendoelen Planning onderwijsaanbod Evaluatie onderwijsaanbod
1. Bevorderende en belemmerende factoren Samen met ouders invullen Kort invullen Geen diagnoses noemen, maar de belemmering hierin Objectief
2. Onderwijsbehoeften Zie voorbeeldlijst uit handleiding Beschrijf het kort en objectief
3. Verwacht eindniveau Bereken het leerrendement: (dle : dl) x 100 Bereken het gemiddelde leerrendement van 4 toetsmomenten Bereken het verwacht eindniveau: (leerrendement : 100) x 60 NB. Je kunt met een grafiek ook het verwacht eindniveau in vaardigheidsscores uitrekenen
4. Uitstroomniveaus LWOO Leer-Rendement Niveau IQ VWO - > 130% > 115 HAVO 110% - 130% > E8 105-110 VMBO TL 90% - 110% > E7 95 - 105 VMBO K 70% - 90% > E6 85 - 95 VMBO B 50% - 75% > E5 75 – 90% PRO < 50% < E5 55 - 75
4. Uitstroomperspectief
5. Bepaling tussendoelen Je weet de dle waar de leerling nu zit (bv 10) en je weet waar het naar toe moet (bv 35). Bereken hoeveel dle de leerling nog moet halen in de resterende tijd (25 dle in 40). Bereken hoeveel dle je per jaar als doel stelt (6 of 7 dle per jaar) = leerrendementsprognose
6. Planning onderwijsaanbod 2x per jaar opstellen Per vakgebied (verwijzen naar doelen in leerlijn of in methode) Methode, organisatie en bijzonderheden aangeven
7. Evaluatie onderwijsaanbod 2x per jaar Aangeven welk doel wel of niet is behaald en waarom Mogelijkheid OPP bijstellen
Als het leren niet vanzelf gaat Leerlijn Leren Leren Als het leren niet vanzelf gaat 28
4. 3 Zelfstandig (door)werken 4.4 Samenwerken 4.5 Reflectie op werk LEREN LEREN De leerlingen leren belangstelling hebben voor de wereld om hen heen, ze leren deze gemotiveerd onderzoeken en daarin taken uitvoeren, waarbij ze gebruik maken van informatie, strategieën en vaardigheden en ze leren reflecteren op eigen handelen. 4.1 Taakaanpak 4.2 Hulp vragen 4. 3 Zelfstandig (door)werken 4.4 Samenwerken 4.5 Reflectie op werk 4.6 Toepassen van strategieën
Niveau 1 2 3 4 4.1. Taakaanpak Luistert en kijkt naar de uitleg van een opdracht in een één op één situatie Wijst aan waar hij moet beginnen Gaat zorgvuldig met materialen om Blijft rustig als hij een fout maakt. Voert een simpele enkelvoudige taak uit Luistert en kijkt naar de uitleg van een opdracht in een groepsinstructie Herhaalt de opdracht die hem is gegeven (wat ga je nu doen?) Begint na de uitleg met zijn taak Voert twee taken achter elkaar uit met behulp van een planner Geeft aan dat hij klaar is met een taak (puzzel, werkblad) Pakt en ruimt zijn materialen op Luistert eerst naar de gehele instructie voordat hij aan de opdracht begint Kijkt hoe de leerkracht een taak aanpakt en neemt deze aanpak over Werkt van links naar rechts en van boven naar onder Plant met hulp van de leerkracht twee taken achter elkaar (binnen één vak) Verbetert na aanwijzingen de manier waarop hij een taak uitvoert Zorgt voor de juiste materialen, passend bij de opdracht Zorgt voor een overzichtelijke werkplek Bedenkt en vertelt hoe hij een taak gaat aanpakken Kijkt hoe medeleerlingen een taak aanpakken en neemt de strategie over Kiest uit twee manieren om een taak aan te pakken de beste manier Plant zelfstandig meerdere taken achter elkaar (binnen één vak) Zet door bij een taak die hij moeilijk of eng vindt (iets vragen aan andere leerkracht, iets uitleggen aan medeleerling, gymoefening die niet lukt) Weet van zichzelf of hij moeilijke taken liever uitstelt of juist niet Geeft aan wanneer hij toe is aan een moeilijkere taak 5 6 7 8 Geeft aan wat hij wel en niet verwacht te kunnen Plant zelfstandig meerdere taken achter elkaar (verschillende vakken) Kijkt na een taak of hij alles goed gedaan heeft en herstelt fouten Volgt schriftelijke instructies op Achterhaalt bij een veel voorkomende (of belangrijke) fout waar de oplossing zit Stelt zichzelf bij een bekende taak een tijdsdoel (dan moet ik het af hebben) Houdt bij meerdere taken het overzicht van wat wanneer moet gebeuren (agenda, actielijstje) Zet door bij tegenslag met een taak (aanwijzingen onleesbaar, spullen onvindbaar) Schat in hoeveel taken hij afkrijgt binnen een bepaalde tijd Stelt prioriteiten wanneer er meerdere dingen tegelijk moeten gebeuren Geeft vooraf aan bij welk resultaat hij tevreden is met zijn werk Maakt een plan voor de aanpak van een klein project (volgorde van taken, duur van taken, tijdsindeling, benodigdheden) Beoordeelt of hij een uitgevoerde taak goed had voorbereid en uitgevoerd Plant taken voor een vakgebied of huiswerk (agendabeheer)
Tenslotte Zie andere formats OPP: bruikbaar? Vragen?