RBVO, rekenbewust vakonderwijs rekenen in andere vakken Onderscheid tussen (1) rekenen aanleren (nieuwe kennis en vaardigheden) in aparte rekenlessen, door rekendocent met kennis van inhoud en didactiek EN (2) onderhouden, oefenen, gebruiken en toepassen, kan heel goed in andere vakken
Functioneel rekenen Functioneel rekenen gaat vaak over aanpak, interpretatie, taal, begrijpend lezen, snappen waar het probleem over gaat, ordenen gegevens Het daadwerkelijk rekenen is meestal niet zo ingewikkeld Zie als voorbeeld de opgaven uit examens van andere vakken. Overal wordt gerekend. De context is lastig, het rekenen niet zo zeer
REKENEN FUNCTIONEEL GEBRUIKEN
Aard van geintegreerd rekenen lastig te plaatsen in referentie niveau Blijft vaak impliciet (verborgen) en onbenoemd In praktische taken is het ‘handelend’ Rekenen vindt plaats in complexe situaties met bijv. veel gegevensbronnen Rekenvaardigheden op zich zijn vaak relatief eenvoudig Vaak is kennis van vakspecifieke begrippen nodig
rekendocenten alle docenten Zijn vakvaardig op gebied van vakinhoud en didactiek Kunnen differentiëren Durven methodes los te laten waar nodig Geven ook les (en praten) over rekenen Ondersteunen collega’s Herkennen en gebruiken de aanknopingspunten voor rekenen in hun eigen vak Rekenbewust vakonderwijs Benoemen het rekenen in wanneer dat in de les voorkomt Weten iets over de aanpak en didactiek van die rekenonderdelen Vinden rekenen ‘normaal’ Kunnen terugvallen op experts
Schoolbrede aanpak Handig om schoolbreed afspraken te maken over aanpak voor ‘standaard’ rekenonderwerpen (procenten, schaal, tabellen, bewerkingen, …) Met elkaar afspreken en beschikbaar hebben voor alle docenten en leerlingen Niet als de enige methode (meer aanpakken wel toelaten) Rekening houden met verschillen tussen leerlingen (achtergronden) en verschillen tussen vakken
Lerende school Procedurele school Beginnend weinig rekenbewust ervaren rekenbewust, breed repertoire