Formele evaluatie in het vak godsdienst.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Algemene vorming in het secundair onderwijs van de toekomst
Advertisements

Voorstelling leerplan godsdienst kleuter- lager en buitengewoononderwijs enkele klemtonen.
Een katholieke school is geen school van gelovigen, maar een school door gelovigen gedragen. Een katholieke school herken je aan haar ‘open deuren’. Ieder.
EDO in de lerarenopleiding
Gabriëlschool Hoofdlocatie/Het Kristal
Sociaal emotionele ontwikkeling en groepsgedrag
EDO in het basisonderwijs Educatie voor Duurzame Ontwikkeling in het onderwijs Brussel, 20 januari 2009 Marleen Wouters, Departement Onderwijs en Vorming.
Respectvolle bejegening
Welkom Mijzelf voorstellen aan de hand van een recente gebeurtenis waarbij ik ‘in mijn vuur stond’ Wat gaan we doen vandaag.
Dialoogdag Ouderswerking Vlaams-Brabant
Identiteit is geen kwestie van kiezen, maar van delen. SOPOW, 31 oktober 2012 Vereniging Openbaar Onderwijs.
Begrip A Een handeling uit vrije wil is een handeling waarvoor je moreel verantwoordelijk bent. Als je niet uit vrije wil handelt, dan ben je ook niet.
Pastoraal op school.
Verstehende of interpretatieve benadering
TOM waarom eigenlijk? Recht doen aan verschillen
Samenwerken in burgerschap
SLOA vrijval project Bs. Aan de Bron Weert.
Voorstelling 6de leerjaar
Verdraagzaamheid & diversiteit + wordcloud (voor, in, met, en, …)
17 januari Talent … “Overal aanwezig, maar niet altijd zichtbaar.”
Vragen bij leven en dood: aandacht voor levensvragen in de palliatieve zorg Mw. M. Meevis, netwerkcoördinator Mw. J. Teeuwen, coördinator LPZ.
Inleiding Filosofie en Ethiek Vierde Bijeenkomst: De tweede wetenschappelijke revolutie (2) Dinsdag 28 september 2004.
Godsdienst en ASS Buitengewoon secundair onderwijs
GELOOF EN SOCIALE RECHTVAARDIGHEID 11 en 17 februari 2004.
MENSELIJKE ONTWIKKELING OUDER-KIND RELATIE 0 – 3 JAAR
Mijn ideale manier van actief en samenwerkend leren Geraldine van Herk
Interculturele communicatie
Beeldmeditatie Toon een beeld zonder voorafgaande of begeleidende commentaar Wat zie je? Wat zie je erin? Uitwisseling, geen discussie.
Dag met vakcoördinatoren Mechelen 23 – agenda Een model om aandacht te hebben voor de leerlijn en de vakoptiek Een model om aandacht te hebben.
De levensbeschouwelijke analyse
Netwerknamiddag 7des en Se-n-Se
Volksuniversiteit Zwolle
Leervragen in een PLG PLG bijeenkomst 17 november 2014
Aanvaarding en tolerantie
Dialoog School Hoe kunnen we aankomende leerkrachten opleiden tot deze nieuwe didactiek?
Leerstijlen KOLB SJM.
Levensbeschouwelijk kringgesprek
Reclame Masters | Ik en reclame!
Basisvorming. 2/3 kerndeel  58 kerndoelen 1/3 differentieel  iig 2e MVT & profilering 1040 klokuren (max 69 dagen)
MEDIAOPVOEDING. 1. EEN NIEUW LEERPLAN zie blz. 5 Mediamaatschappij Beleidsdiscours rond mediawijsheid/ geletterdheid/digitale kloof Mediageneratie van.
Evaluatie van de voorbije werking SG via CODI (én het CASS). “ Kijken naar het verleden met het oog op het nemen van beslissingen voor de toekomst ”. Een.
IKOS Introductie. Ikos-opleiding Actieve pluriformiteit HumanismeIslamChristendom Keuzemodules: Bijbel Geschiedenis van het christendom - Wereldreligies.
Workshop Identiteit?.
Jennifer de Vries-Aydogdu med.hro.nl/vrije
Mirjam van Puijfelik Ethiek Ethische aspecten en professioneel handelen door de maatschappelijk werker.
Dozen als werkvorm in de godsdienstles PAG BuBaO bisdom Hasselt
INFORMATIEAVOND 25 FEBRUARI Onderwijs dat leeft!.
Van levenskunst tot stervenskunst Crematorium Tilburg 6 april 2016 Prof Dr Carlo Leget
Religie, mens en samenleving (voorlichting algemeen) 1 RMS – Wat? Waarom? Voor wie? Presentatie voor de leerlingen van VWO 3 over een nieuw keuzevak in.
Bedrijfsstijlen in de Multifunctionele Landbouw. Multifunctionele landbouw Afbouwstrategie? Toekomst van de Nederlandse landbouw? Leuk voor erbij? Uitlaatklep.
Evolutie van het godsdienstonderwijs Van geloof naar geloofservaring (deductief) – tot de jaren 1960 Van ervaring naar geloof (inductief) – tot de jaren1990.
Voorstelling van het vak KATHOLIEKE GODSDIENST. Doel van het vak KATHOLIEKE GODSDIENST Kinderen helpen om te groeien als mens en te bouwen aan een eigen.
Een geïnspireerd, neteigen leerplan
Het loopbaangesprek.
Onderzoeken en Ontwerpen met Kunst
Module 6; didactisch handelen
Ouderavond De Borgh 11 oktober Ouderavond De Borgh 11 oktober 2017.
Politieke socialisatie Politieke institutie Sociale institutie
Toelichting bij ''Backward designing'' uit de kennisbank
het katholiek basisonderwijs
Tool WD-3: Verbinding met de wereld van de tuinbouwindustrie
ACTUALISATIE LEERPLAN 1 september 2019
ACTUALISATIE LEERPLAN 1 september 2019
Heb jij ballen voor scrummen?
Sint-Jozefsinstituut
Havo lesboek deel 1 ~ Hoofdstuk 1
Sint-Jozefsinstituut
Waarderende benadering
MEDIAOPVOEDING Leerplan media tonen Inspirerende gedachte
Hoe jongeren hun leven zelf vorm kunnen geven
Transcript van de presentatie:

Formele evaluatie in het vak godsdienst

De nieuwe leerplannen r. -k De nieuwe leerplannen r.-k. godsdienst voor het lager en secundair onderwijs in Vlaanderen richten het leerproces op de levensbeschouwelijke groei van de leerlingen. Het vak wil voor de kinderen en jongeren een appèl zijn, om te groeien naar een eigen en verantwoorde beslissing inzake geloven en leven. Deze beslissing kan zeer verschillend zijn. “Het vak beoogt een attitude tot godsdienstige en/of levensbeschouwelijke bedachtzaamheid te genereren. Dit moet leiden tot een kritisch persoonlijk en verantwoord standpunt. In de maatschappij zullen de jongeren in toenemende mate zelfstandig hun weg moeten zoeken onder meer in de uitdijende informatie- en kennisstroom.” Leerplan r.-k. godsdienst voor het secundair onderwijs in Vlaanderen, p. 28.

De nieuwe leerplannen zien het leerproces in het godsdienstonderwijs niet als een systematische ontvouwing en overdracht van de inhoud van het christelijk geloof… “Het godsdienstonderwijs op secundair niveau stelt zich niet tot doel stellingen van de godsdienstwetenschappelijke en theologische disciplines toegankelijk te maken. Dergelijke aanpak zou de loutere kennisoverdracht in de hand werken en mondt uit in niet-geïnternaliseerde, oppervlakkige kennis, waarvan de transferwaarde eerder twijfelachtig is. Jongeren sluiten zich ook af voor deze aanpak.“ Leerplan r.-k. godsdienst voor het secundair onderwijs in Vlaanderen, p. 28.

Het nieuwe leerplan ziet het leerproces in het godsdienstonderwijs als een project, waarbij leerlingen, telkens op belangrijke terreinen van menselijk leven, ‘in gesprek gaan’ met de eigen diepte-ervaringen, met de culturen van geestelijk leven in onze plurale samenleving, met de levensbeschouwelijke tradities, en in het bijzonder met de christelijke traditie. “Levensbeschouwelijke communicatie wijst dus, voorbij 'social talk' en klasgesprekken als 'opstapje' of 'uitstapje', naar een ernstige, diepgaande ontmoeting van leerlingen met elkaar en met datgene wat mensen wezenlijk bezielt. In deze dynamiek komen getuigenissen vanuit de christelijke traditie -en vanuit andere levensovertuigingen- ter sprake als expressie van en uitdaging tot bewogenheid.“

Het leerproces vanuit het perspectief van de leerinhouden; Voor leerlingen is deze levensbeschouwelijke communicatie een erg complexe activiteit ! Het leerproces situeert zich op twee gelijkwaardige, ‘gesynchroniseerde’ niveaus: Het leerproces vanuit het perspectief van de leerinhouden; ‘Waarover gaat het?’ Het proces vanuit het perspectief van de levensbeschouwelijke vaardigheden; ‘Wat moeten we kunnen?’ De eigen ‘techniek’ van levensbeschouwelijke arbeid’ in de vingers krijgen. De leerkracht kan hen daarbij helpen, door fases in levensbeschouwelijke arbeid gedurende het leerproces én in de evaluatie scherper te onderscheiden.

Vaardigheden en attitudes Vaardigheden verwijzen naar de bekwaamheid om een bepaalde ‘handeling’ naar behoren uit te voeren. Het evalueren van vaardigheden richt zich dus op de handeling van de leerlingen. Attitudes verwijzen naar de houding van mensen. Die houding weerspiegelt niet alleen een handelingsgerichtheid en -bekwaamheid, maar ook de gevoelens, de sociale positie, de levensbeschouwing, de persoonlijkheid van de betrokkene. Van daaruit is duidelijk dat evaluatie van attitudes delicaat is.

VAARDIG IN LEVENSBESCHOUWELIJKE COMMUNICATIE Schema 1: groeiende levensbeschouwelijke vaardigheid, omschreven als een indruk van een jongere…     attent worden voor de (eigen) ervaring van de levensbeschouwelijke dimensie van de werkelijkheid;  luisterend omgaan met de pluraliteit van het zinaanbod de eigen positie motiveren t.a.v. levensbeschouwelijke vragen en ervaringen; Ik zie wat mensen beweegt om te leven zoals zij leven... Ik kan de waarde inschatten van andere levensvisies… Mijn meningen groeien naar een levensvisie, en ik kan achterhalen van waaruit zij groeien… VAARDIG IN LEVENSBESCHOUWELIJKE COMMUNICATIE consequenties voor het eigen handelen bevragen en vorm geven; het eigen verhaal verbinden met de rijkdom van het christelijk geloven en het ermee confronteren  De eigen levensbeschouwelijke ervaringen en reflecties expliciteren; Ik begrijp dat ik erover moet blijven nadenken hoe ik in de gemeenschap kan waarmaken wat ik belangrijk vind… Ik ervaar hoe christelijke verhalen een eigen kleur kunnen geven aan het leven van mensen, ook aan het mijne … Ik vind de taal om mijn eigen gevoelens, bedenkingen, vragen en meningen over levensvisie uit te spreken…

VAARDIG IN LEVENSBESCHOUWELIJKE COMMUNICATIE Schema 3: van (mogelijke) beginsituatie naar een getuigenis van groeiende levensbeschouwelijke vaardigheid…   attent worden luisterend omgaan motiveren De indruk dat godsdienst en levensbeschouwing een ‘aparte wereld’ vormen, die slechts op uitzonderlijke momenten doordringt in het dagelijks leven… Levensbeschouwelijke pluraliteit als een labyrint van meningen… ‘losse eindjes’, die nog verweven moeten worden tot een dragende levensvisie…   “In mijn / ons leven ontdek ik doorheen doen, ervaren een levens-beschouwelijke ondergrond. “  “Die beleving van het leven is zo anders. Ik neem daar, denk ik, wel iets van mee. Het verschil tussen ons leert me ook iets over onze eigenheid.” “Als ik nu op zo’n manier tegenover die gebeurtenis sta, kan ik uitleggen hoe dat komt.” VAARDIG IN LEVENSBESCHOUWELIJKE COMMUNICATIE consequenties bevragen en vorm geven verbinden en confronteren expliciteren De eigen verantwoordelijkheid groeit, vanuit afgebakende taakver-antwoordelijkheid tot ‘levens-verantwoordelijkheid’.  Het is niet vanzelfsprekend om met hun nieuwe ervaringen in de snelle ontwikkeling van kind naar jongvolwassene binnen te treden in het christelijk verhaal. Beperkt vermogen om uit te drukken wat ervaringen én hun ondergrond betekenen voor anderen en ook voor henzelf.  “Ik besef dat mijn keuzes niet alleen op korte termijn bepalend zijn, maar ook mijn leven én het leven van anderen een richting geven.”  “Ik zie hoe christelijke verhalen een eigen aard hebben, en hoe zij een eigen impact kunnen hebben op onze manier van leven.”  “Ik merk dat het me steeds beter lukt om uit te drukken wat mezelf en andere mensen ten diepste beroert."  

VAARDIG IN LEVENSBESCHOUWELIJKE COMMUNICATIE Schema 2: Levensbeschouwelijke vaardigheden in ontwikkeling doorheen drie fases… attent worden voor de (eigen) ervaring van de levensbeschouwelijke dimensie van de werkelijkheid; luisterend omgaan met de pluraliteit van het zinaanbod de eigen positie motiveren t.a.v. levensbeschouwelijke vragen en ervaringen; 1.levensbeschouwelijk perspectief en/of ervaring onderscheiden van andere invalshoeken;    1.ontdekken van de andere, het andere, zichzelf als bron van levenservaring, als openbaring;  1.beweegredenen voor houdingen en reacties ontdekken;  2.levensbeschouwelijkheid herkennen als grondoptiek;  2.doorgronden van de kern in wat op me (ons) afkomt;  2.coherentie, waarachtigheid en daadkracht van beweegredenen (in houdingen en reflecties) evalueren;  3.levensbeschouwelijkheid opnemen als grondoptiek;  3.het andere, het nieuwe een plaats geven in het eigen levensbeschouwelijk referentiekader;  3.eigen levensbeschouwelijke reflecties, ‘wortels’ en keuzes verantwoorden naar hun samenhang; VAARDIG IN LEVENSBESCHOUWELIJKE COMMUNICATIE consequenties voor het eigen handelen bevragen en vorm geven; het eigen verhaal verbinden met de rijkdom van het christelijk geloven en het ermee confronteren  1.het eigen standpunt verkennen, afba-kenen en mogelijke grondhoudingen en engagementen onderscheiden;  1.opsporen, beluisteren hoe in tradities omgegaan wordt met levensvragen en –ervaringen;  1.‘taal’, expressie als voertuig van ervaring en reflectie ontdekken en beleven; 2.de draagkracht van grondhoudingen en de waarde van engagementen onderzoeken en scherpstellen;  2.doorgronden van de scheppende kracht van tradities;  2.‘taal’ actief hanteren als expressie van diepte-ervaring en reflectie; 3.vormgeven aan eigen keuzen in een gemeenschapsperspectief; 3.zichzelf situeren in / tegenover traditie(s); 3.met oog voor de context levensbeschouwelijke boodschappen transfereren; De eigen levensbeschouwelijke ervaringen en reflecties expliciteren;

Evaluatie situeert zich op twee gelijkwaardige, ‘gesynchroniseerde’ niveaus: Evaluatie van leerinhouden: - Duidelijk aangeven welke inhouden aan bod zullen komen bij formele evaluatie; - De leerinhouden evenwichtig spreiden en herkenbaar aan bod laten komen bij formele evaluatie; Evaluatie van levensbeschouwelijke vaardigheden: - In groeiende mate het leerproces ook ontwikkelen op niveau van de vaardigheden; - Dit niveau in groeiende mate verhelderen voor de leerlingen; - De levensbeschouwelijke vaardigheden ook bij formele evaluatie in groeiende mate evenwichtig gespreid en herkenbaar aan bod laten komen;

Transparantie. Graad van duidelijkheid omtrent het evaluatieveld (wat wordt geëvalueerd), het tijdstip en de wijze waarop geëvalueerd wordt. Validiteit. Graad van overeenkomst van de meting (de toets) met de doelen / vaardigheden die in het leerproces aan de orde waren. Betrouwbaarheid. Graad van overeenkomst van het meetresultaat met datgene wat men beoogde te meten. Objectiviteit. Graad van onafhankelijkheid van het meetresultaat t.a.v. de subjectieve invloed van degene die de evaluatie leidt. Authenticiteit. De mate waarin de inhoud van de opdracht relevant is voor de levensbeschouwelijke groei van deze jongeren in hun maatschappelijke context (en dus niet slechts relevant in een ‘parallelle context’ van de godsdienstles). Betrokkenheid. De mate waarin de opdracht de leerling oproept om ‘zijn volle gewicht in de schaal te leggen’, al zijn vaardigheden in te zetten, zodoende dat ook de toets zelf bijdraagt tot het leerproces. Impact. De wijze waarop de toets bij de leerlingen vaardigheden, motivatie, betrokkenheid, samenwerking… in de toekomst beïnvloedt. Inbedding. De wisselwerking tussen evaluatie enerzijds en leeromgeving en opvoedingsklimaat in de school als geheel anderzijds.