Interculturele communicatie Zorgportaal Met de steun van het Europees Sociaal Fonds en de Koning Boudewijnstichting.
Deel I: Cultuur?
Wat is cultuur? Cultuur is de mentale programmering van ons verstand, onze gevoelens, ons gedrag
Mentale programmering: 3 niveaus Wat is cultuur? Mentale programmering: 3 niveaus Individu Aangeboren en aangeleerd Specifiek voor het individu Persoonlijkheid Specifiek voor de groep of categorie Aangeleerd Cultuur Universeel Menselijke natuur Aangeboren
Cultuurbril Groepsgebonden en individueel Niet statisch Lenzen en ooglapjes
Wereldbeeld Eenieder heeft een eigen kijk op (lezing van) de werkelijkheid. Eenieder handelt vanuit een eigen logica ‘do the British drive on the wrong side or on the left side of the road?’
Cultuur als een ijsberg Gewoonten, gedrag, tradities, taal, gechiedenis Bewust Onbewust Waarde, wereldvisie, verwachting, denkwijze
0orsprong van cultuur Geërfd: doorgegeven door vorige generaties Overgenomen: invloeden van buitenaf Uitgevonden: bedacht en gecreëerd Verhelst, 1986
Menselijke functies van cultuur Zelfrespect Selecteren van invloeden van buitenaf en er greep op krijgen Verzet tegen wat wordt opgelegd en wat men onaanvaardbaar en schadelijk vindt Zin geven aan wat we doen Verhelst, 1986
Een westerse visie op cultuur 4 verschillende visies ethnocentrisme universalisme cultuur relativisme pluralisme
Een westerse visie op cultuur 4 visies (1) Etnocentrisme Idee: de kenmerken van de eigen etnische groep zijn superieur ten opzichte van andere etnische groepen
Een westerse visie op cultuur 4 visies (2) Universalisme Idee: waarden zijn eigelijk universeel, andere ulturen zullen zich ontwikkelen in de richting van onze cultuur.
Een westerse visie op cultuur 4 visies (3) Cultuurrelativisme Idee: de werkelijkheid is veelvormig, vanuit respect voor andere culturen worden waarden en gebruiken niet ter discussie gesteld.
Cultuurrelativisme Ik en de ‘andere’: een spiegelfunctie Waarden en normen zijn niet absoluut Mijn zelfbeeld is niet absoluut ‘wij zijn niet zoals zij’ Iets leren van de cultuur van de ‘andere’ Via de cultuur van de ‘andere’ iets leren van de eigen cultuur Gailly, 2000
Een westerse visie op cultuur 4 visies (4) Pluralisme Compromis tussen universalisme and relativisme Idee: Elke cultuur is in evolutie Niet de cultuur maar de persoon staat centraal
Niet culturen, maar mensen ontmoeten elkaar Persoonlijkheden Unieke personen ‘ik ben zoals geen ander’ Sociale systemen: ‘ik ben als sommige mensen’ groepen,culturen, sociale identiteiten Mensheid ‘ik ben als alle mensen’
Deel II: ontmoeting met de cultureel ‘andere’
Wie is de cultureel ‘andere’? Een meer omvattende culturele context Verschillende groepen binnen eenzelfde samenleving (subculturen). Afhankelijk van wederzijdse identiteitstoeschrijving. Shadid, 2003
Denkkaders voor het bestuderen van cultuur Etnografische kennis Cultureel antropologische kennis Intercultureel dialoog
Etnografische kennis reconstructie van het socio-culturele systeem van een welomschreven, beperkte groep Gailly, 2000
Cultureel antropologische kennis dichotome indeling van wereldculturen (meestal in termen van waarden en normen) Gailly, 2000
Dichotome indelingen van cultuur Hofstede Trompenaars Ronen en Shenkar
Cultuur is moeilijk te bestuderen Heterogeniteit (Etnisch, religieus, klasse, leeftijd enz.) Individuele variaties in een groep Gevaar voor stereotypering Intra-cultureel vs. cross-cultureel gedrag Evolutie o.i.v. veranderde omstandigheden
“Meten” van cultuur Cultuurverschillen (gegevens over groepen): Directe metingen door gebruik van een gestandaardiseerde vragen over waarden en normen Data “clustering” methoden Gematchte steekproeven Op individueel niveau: culturele attitudes en oriëntaties (deze zijn niet noodzakelijk representatief voor iemands cultuur).
Dichotome indeling De natuur van de mens Communicatiestijl Relatie van mens tot mens Drijfveer van het menselijke handelen Ruimte Tijdsoriëntatie Relatie van de mens tot de natuur en het bovennatuurlijke
Dichotome indeling Hofstede Bond Trompenaars Deze classificaties vertonen gelijkaardige dimensies en classificeren landen in dezelfde clusters. Ronen and Shenkar – “Clusters van landen” gebaseerd op meerdere studies
Hofstede Bevroeg IBM werknemers in 50 verschillende landen. Vijf dimensies: machtsafstand onzekerheidsvermijding individualisme/collectivisme Feminiene/masculiene culturen Lange termijn / korte termijn oriëntatie
Trompenaars Individualisme versus collectivisme Universalisme versus particularisme Neutrale versus emotionele relaties Specifieke versus diffuse relaties Prestatie versus toeschrijving
De natuur van de mens Negatief mensbeeld Positief mensbeeld De mens is in wezen slecht De mens is in wezen goed Mensen zijn vaak gesloten. Meer wantrouwen en controle. Meer vertrouwen, hulp aan mensen die het nodig hebben. Positieve/negatieve grondhouding kan niet veranderd worden Positieve/negatieve grondhouding kan wel veranderd worden
Context van de Communicatie Lage context, expliciete culturen informatie expliciet woorden, specifiek logica taal, precisie transparant direct schriftelijk Hoge context, impliciete culturen informatie impliciet non-verbale hints intuïtie stilte ambigu indirect mondeling
Relatie van mens tot mens Individualisme: identiteit wordt ontleend aan wat je zelf bent en doet Collectivisme: identiteit wordt ontleend aan wat de groep waartoe je behoort, is en doet
Relatie van mens tot mens Collectivisme Individualisme Nauwe betrekkingen Betrekkingen zijn heel los Zorgen voor de eigen groep, trouw aan opvattingen en waarheden van de groep Zorgen voor zichzelf Collectieve belangen boven individuele belangen Individuele belangen boven collectieve belangen Vrienden en familie behandel je beter Iedereen moet gelijk behadeld worden
Relatie van mens tot mens Grote machtsafstand: men vindt het normaal dat macht ongelijk verdeeld is Kleine machtsafstand: men vindt het niet normaal dat macht ongelijk verdeeld is
Relatie van mens tot mens Universalisme: wat goed of slecht is staat vast, menselijk gedrag wordt geregeld door regels. Particularisme: of men iets goed of slecht vindt is afhankelijk van de omstandigheden en de mensen die er bij betrokken zijn, menselijk gedrag wordt geregeld door relaties.
Relatie van mens tot mens Neutrale relaties: emoties worden in bedwang gehouden Emotionele relaties: tonen van emoties is geoorloofd
Relatie van mens tot mens Prestatieculturen: status wordt ontleend aan wat je hebt gepresteerd Toeschrijvingsculturen: status wordt ontleend aan je afkomst en je relaties
Drijfveer van het menselijke handelen Feminiene culturen: reageren op impulsen en behoeften Waarden zoals relaties tussen mensen, elkaar helpen, kwaliteit van het bestaan Mannen en vrouwen horen zich hetzelfde te gedragen Masculiene culturen: reageren doelgericht Waarden zoals assertiviteit en geld Vrouwen horen zich anders te gedragen dan mannen
Drijfveer van het menselijke handelen Onzekerheidsvermijding: hoe gaan mensen om met risico’s en in hoeverre proberen zij deze te vermijden?
Ruimte Intieme ruimte: voor zeer persoonlijk contact Persoonlijke ruimte: voor mensen die je vrij goed kent Hoe kleiner, hoe meer gepast elkaar aan te raken Sociale ruimte: voor mensen die je niet zo goed kent Publieke ruimte: voor mensen die je niet kent
Ruimte Privé-territorium: Klein: weinig ruimtes wordt als eigen territorium gezien Wat er wel toe hoort is èrg privé Groot: veel ruimtes wordt als eigen territorium gezien Doordringende geuren en leudruchtigheid zullen meer storen.
Ruimte Specifieke relaties: zaken en privé-leven worden gescheiden Diffuse relaties: minder duidelijke scheiding tussen zaken en privé-leven Werkt relatiebevorderend Kennismakingsproces duurt langer
Tijdsoriëntatie Monochrone culturen: men wil maar één ding teglijk doen en men houdt een strikte tijdsindeling aan. Polychroon: de tijd is niet strikt in opeenvolgende eenheden gestructureerd. Men doet verschillende dingen tegelijk.
Gericht op het verleden Tijdsoriëntatie Gericht op het verleden Gericht op het heden Gericht op de toekomst Continuïteit van tradities Werken voor het moment Monochroon Liefst geen vernieuwingen Polychroon Deadlines zijn belangrijk Geen haast Betrokkenheid personen belangrijker dan tijdschema’s Vernieuwingen, veranderingen worden gewaardeerd Vaak polychroon
Tijdsoriëntatie Langetermijn- versus kortetermijngerichtheid: meet de bereidheid van de mens zich op te offeren op de korte termijn omwille van een beloning op de lange termijn.
Relatie tot de natuur en het bovennatuurlijke De mens is ondergeschikt De mens leeft in en gebruikt de natuur De mens is meester over de natuur
Etnografische en sociaal-cultureel antropologische kennis Voordelen: Geeft ons een beeld van eigen waarden en normen Bijdrage tot het wederzijds begrijpen identificeren en duiden van mogelijke cultuurconflicten Gailly, 2000
Etnografische en sociaal-cultureel antropologische kennis Valkuilen: reductionistisch Ontkenning van allerlei interne differentiaties Risico tot stereotyperen Statische visie van cultuur Grondige taal- en cultuurkennis van elke groep is onmogelijk Gailly, 2000
Besluit Etnografische kennis, sociaal-cultureel antropologische kennis en benadering van culturele variabliteit is onvoldoende om de cultureel ‘andere’ als individu te begrijpen. Gailly, 2000
Interculturele communicatie Contact tussen mensen die zichzelf in culturele termen als verschillend van elkaar definiëren waarbij deze culturele identiteiten impliciet of expliciet in de conversatie tot uitdrukking worden gebracht.
Interculturele communicatie Elk gesprek is intercultureel van karakter Gespreksvoering tussen een allochtoon en een autochtoon is ook ‘gewoon’ communicatie.
Interculturele communicatie Dé vraag waar het om draait: kunnen we het vreemde in de ander toelaten, mag het werkelijk bestaan?
Interculturele communicatie 3 factoren spelen hierin een rol: het kennen van de eigen angsten voor het vreemde het toekennen van ruimte voor verkenning het meervoudig kijken
Interculturele communicatie Is communicatie tussen personen met verschillende opinies en verschillende achtergronden mogelijk? en hoe?
Interculturele communicatie 3 pijlers om een brug te kunnen slaan tussen mensen met verschillende culturele achtergronden (Procee)
Interculturele communicatie Eerste peiler: ondanks alle verschillen: In iedere samenleving moeten gelijksoortige problemen van menselijk leven en samenleven worden opgelost Iedere mens kent dezelfde basisbehoeften en dezelfde basiservaringen Elke samenleving kent algemeen menselijke praktijken
Interculturele communicatie Tweede peiler Mensen handelen in hun omgeving zo rationeel en zinvol mogelijk Mensen zijn, ongeacht welke achtergrond, redelijk en competent
Interculturele communicatie Derde peiler Het is mogelijk iets van een andere cultuur te begrijpen zonder er deel van uit te maken Het is belangrijk ‘vreemde’ en ‘nieuwe’ begrippen in hun eigen waarde te laten
Competenties in internationale samenwerking Bewust zijn van het belang van communicatie Je kan niet niet communiceren Communicatie is interculturele uitwisseling Basisregels in interculturele communicatie: luisteren, genuanceerd zijn, open staan voor ideeën van anderen, risico’s nemen, humor In staat zijn tot zelfkritiek Kennis van je eigen cultuur De vooronderstellingen van je eigen denken en handelen in vraag durven stellen Een teamspeler zijn Delen van verantwoordelijkheden verdelen van de uitvoering van complexe taken Aanvaarden van culturele verschillen in de uitvoering van taken Vertrouwen hebben in de anderen
Competenties in internationale samenwerking In staat zijn tot conflictbeheersing Door: respecteren van de tradities, geduld, eigen limieten kennen, diplomatie aan de dag leggen Geloven in het opzetten van een partnerschap Kunnen je plan trekken Creatief en inventief zijn om met weinig/andere middelen te kunnen werken Alternatieven kunnen bedenken en uitwerken
Opdracht interculturele communicatie Onderwerp van het gesprek Verloop van het gesprek Eigen normen en waarden? Normen en waarden van de ander? Wat betekent het vreemde gedrag van de ander?
Deel III: cultuurshock
Cultuurschok Fase 1: contact Fase 2: desintegratie perceptie vanuit etnocentrisch standpunt euforie en bewondering verschillen worden nog niet sterk waargenomen Fase 2: desintegratie verwarring en desoriëntatie groeiend gevoel van verschillend zijn psychologisch geïsoleerd Fase 3: reïntegratie gastcultuur wordt verworpen beschermreactie: stereotypering, veralgemening en vaak een negatief beoordelende houding keuzemoment: terugkeren of oplossingen zoeken?
Cultuurschok Fase 4: autonomie Fase 5: onafhankelijkheid groeiende gevoeligheid voor verschillende aspecten van de gastcultuur verwerving van vaardigheden: begrip, flexibiliteit culturele kameleon Fase 5: onafhankelijkheid verhoogd zelf- en cultureel bewustzijn onafhankelijk van een specifieke cultuur keuzen maken op basis van één en hetzelfde referentiekader, een mengvorm van beide culturen
Cultuurschok aankomst terugkeer terug thuis opgetogen evenwicht incubatie contact opgetogen doorbraak independance confrontatie wennen evenwicht ‘schok’ aankomst terugkeer terug thuis
Non-verbale communicatie Ruimte: afstand Tijd: interrupties, stilte Body language: houding gelaatsuitdrukkingen gebaren: onbewust bewust
Interrupties A B
Cognitieve stijl feiten en cijfers concepten Inductief Deductief specialisten Deductief generalisten
Redeneren Angel-saksisch Latijns Niet-Westers