Door Roel Bruintjes

 Voorstellen.  Wat kom je halen rondje  Inleidend Bijbelstuk  Wie is de ex-gedetineerde?  Wie is de helper?  Houding van de helper  Vragen en gesprek.  Koffie

WWie ben je? WWat is je raakvlak met deze doelgroep? WWat zou je deze avond willen meenemen? ▪O▪Onderbreek mij gerust voor vragen of opmerkingen tijdens dit praatje.

 Lucas 10: De barmhartige Samaritaan.  Inzoomen op: ▪ De man langs de weg ▪ De helper

 Hoe is de man daar gekomen?  Slechte jeugd (slechte voorbeelden) ▪ Mishandeling, verkrachting, geweld. ▪ Gebrek ontwikkeling sociale vaardigheden  Afwezigheid vader  Opgroeien op de straat  Opgegroeid in een ander land  Gewenning met geweld, drugs, mensen gebruiken  Geen rem op lusten  Gedwongen door context/moment.

 Wat is zijn status?  Alleen  Financieel uitgekleed  Tijd van gevangnisstraf gehad  Gewond door verleden  Wantrouwend naar de wereld  Getekend door strafblad  Afgezonderd van de samenleving (letterlijk langs de weg)  Wanhopig over de toekomst  Weinig motivatie tot ander gedrag (hoe?)  Vaak verslaafd aan drugs of alcohol  Soms getekend door diagnoses

 Wat heeft hij nodig?  Luisterend oor  Financiële hulp  Netwerk waar hij op kan bouwen  Kansen in de arbeidsmarkt  Positieve zingeving  Mensen die te vertrouwen zijn  Voorbeelden

 Wie helpt?  De bewogen ‘toevallige’ voorbijganger  De naaste die medelijden heeft  Degene die niet alleen kijkt en beschouwt, maar tot actie komt

 Wat doet hij?  Verzorgd de wonden  Begeleid hem terug in de samenleving: ▪ met onderdak helpen, verhaal laten doen, sociale vaardigheden bevorderen, goede relaties opbouwen, positieve zingeving stimuleren, zelfredzaamheid in de samenleving bevorderen  Blijft bij hem tijdens de nacht ( de moeilijkste tijd)  Niet perse geven aan, maar zeker wel geven om ▪ 2 denarie (genoeg voor twee dagen) : afgebakerde gepaste hulp. Verwijst hem vervolgens, wanneer hij weer verder gaat.  Hoop: ’ik kom terug en houd je in de gaten en help je zo nodig weer’.

 Bespreek 10 minuten in tweetallen wat een reden voor jou zou kunnen zijn waardoor je in de gevangenis beland (denk aan verkeerde situatie of geen rem op je lusten).   hoop dat dit bescheidenheid geeft.

 Begrip: ▪ Mensen hebben een verhaal, veroordeel niet. ▪ Overlevers: gericht op veiligheid, onderkomen, eten. Moeite om daadwerkelijk bezig te gaan met gedragsveranderingen

 Niet uit de hoogte. Naast en naasteliefde  Genadig. Mensen hebben 2/3/30/100ste kans nodig.  Denk aan verhaal van de verloren zoon voor inspiratie tot een houding.