Organisatorische vaardigheden Hoorcollege Corné Broers
De arbeidsorganisatie Als je dit college hebt gevolgd, kun je, weet je: Het begrip organisatie omschrijven en enkele soorten organisaties benoemen Doelen en werkwijzen van een organisatie benoemen De sociale kaart van een organisatie uitleggen Een organisatiestructuur herkennen Een organigram lezen
Wat is organiseren? Een doel nastreven ………………………………. Activiteiten uitvoeren om dat doel te bereiken ………………………………. Met behulp van mensen en middelen ……………………………….
Kenmerken van een arbeidsorganisatie Gemeenschappelijk doel Samenwerkings- verband Gebruik van mensen en middelen Betaalde arbeid Werk vereist deskundigheid
Indelen arbeidsorganisaties naar organisatiedoelen Winst nastreven - Profit Geen winst nastreven - Non-profit - Not for profit Privébezit Staatseigendom Handelsonderneming (inkoop-verkoop) ……………………. Productiebedrijf (fabricage) ……………………. Dienstverlener …………………….
Indelen arbeidsorganisaties naar rechtsvorm Eenmanszaak ……………………. Vennootschap onder firma (VOF) ……………………. Besloten vennootschap ……………………. Naamloze vennootschap ……………………. Vereniging ……………………. Stichting …………………….
Doelomschrijvingen FoutiefGoedSmart FabriekProducten maken Met producten voorzien in de behoefte van de klant ……. VerpleeghuisVerzorgen en behandelen Zo lang mogelijk handhaven van de zelfredzaamheid van de klant ……. SchoolLes geven Goed opgeleide beroepsbeoefenaren opleiden ……. JeugdcentrumActiviteiten organiseren Jeugd begeleiden naar een sociale rol in de maatschappij …….
Doelomschrijvingen Hoofddoelen (bestaansgrond van de organisatie) ………………….. Subdoelen (doelen die naast het hoofddoel worden nagestreefd) ……………………
Organiseren Je kunt alleen van organiseren spreken bij inzet van Mensen Middelen Activiteiten - hoofdactiviteiten - deelactiviteiten
Hoofdactiviteit en deelactiviteit Primaire proces - school: les geven - ………………… - ………………… - ………………… - ………………… - ………………… - ………………… Secundaire proces - school: studiebegeleiding stagebegeleiding administratie voeren - …………………. - …………………. -…………………..
Sociale kaart Externe organisaties waarmee wordt samengewerkt Micro (regionale omgeving) Meso (landelijke invloed) Macro (branche-breed)
Sociale kaart Externe organisaties waarmee wordt samengewerkt Micro (regionale omgeving) Meso (landelijke invloed) Macro (branche-breed) ……………………
Soorten organisatiestructuren Lijnorganisatie Lijnstaforganisatie Matrixorganisatie
Lijnorganisatie
Lijnstaforganisatie
Matrixorganisatie DirectieInkoopVerkoopAdministr. Productie Project A XXX Project B XXXXX Project C XXX Project D XX Project E XXX
Bevoegdheden Hiërarchische bevoegdheid (rangorde: van hoog naar laag (van boven naar beneden)) ………………………….. ………………………….. Adviserende bevoegdheid (staffunctie) ………………………….. …………………………..