14 februari 2014 Ondernemersplan - Financieel plan.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het Eigen Vermogen. Het eigen vermogen is het geld dat de eigenaar zelf in zijn onderneming heeft gestoken. Het is een schuld, want de onderneming zou.
Advertisements

Be.
Kopen en werken Hoofdstuk 5: Een eigen bedrijf
EMZ2 H1 De functionele indeling
Exploitatiebegroting
Klaas koopt een bank voor in de winkel, waarop mensen kunnen zitten
Be
‘Is er geld nodig voor de onderneming?’
Bedrijfsadministratie EcoMo 3.1 De Balans Havo 3.
Omzet.
Verkoopresultaat Niveau 3 Kerntaak 5 Blz. 63.
6.1 Wat wordt de prijs? Winkeliers mogen zelf weten voor welke prijs ze hun producten verkopen. Hoe berekenen ze die prijs? Wat hebben vraag en aanbod.
Balans Een overzicht van je bezittingen en schulden op een bepaald moment. Een balans op zich hoeft niet veel te zeggen; morgen kan de balans er heel anders.
Agenda  Lessen (6)  tot  hs 30
Agenda  Les 15  wkn 14 2e  hs 2.6 winst & verlies
Goedemorgen H3b.
BSN - Financieel Management Executive A 8 april 2009
Hoofdstuk 5 “Een eigen bedrijf”
Lesplanning 3.2 blz Binnenkomst Intro Nakijken 3.1, klaar? Dan alvast 3.2 maken Uitleg 3.2 Gezamenlijk lezen blz Zelfstandig werken,
Exploitatiebegroting
DE BALANS.
Financiering en inkoop
Stap 3; Constant of Variabel?
Exploitatiebegroting Deel 2
Financiering en kengetallen
H.5 Winst en toegevoegde waarde
Stap 2 Investeringsbegroting
5.1 Hoeveel kost dat? Afzet is het aantal producten dat een bedrijf verkoopt. Vermenigvuldig je de afzet met de verkoopprijs (excl. btw) dan weet je wat.
Pupate Mens en Ondernemen
Boekhouding H1 De Balans Logistiek supervisor.
Balans per (na afschrijving en winstverdeling)
Ondernemen moet je doen
J. de Lange ECONOMIE HOE KUN JE DAT NOU MAKEN?. Winstberekening Belangrijk PROGRAMMA:
HOOFDSTUK 7 ONZE KOSTEN & BATEN
Financiering en inkoop H2 Investeringsbegroting Certificeerbare Eenheid Ondernemerschap.
Les: Ondernemings plan 2. LBB – Module Groen Ondernemen Coen van Wetering.
Van idee naar onderneming Wat brengt het idee op? FEBRUARI 2016JAN PAUL TER KEURST.
Financieel Management Hoofdstuk 6 en 7
Je hebt nu € ,00 op de bank staan van jouw privé rekening (ABN) Het is
Basisboek Bedrijfseconomie hoofdstuk 3 Financiële overzichten Achtste druk © 2008 Noordhoff Uitgevers © 2010 Economie Leer Kracht.
Hoofdstuk 2 De winstmarge
Hoofdstuk 6 Productie.
Aantekeningen hoofdstuk 8. Een ondernemingsplan maken 1. Een goed idee en jezelf kennen als ondernemer. 3. Zoek naar benodigde vergunningen, diploma’s.
Financieel Plan deel.
Stroom- en voorraadgrootheden
H3 Financiering van een bedrijf
omzet, inkoopwaarde, bedrijfskosten en nettoresultaat
De balans & de resultatenrekening
Omzet-kosten-winst HAVO 3
Hoofdstuk 2 De winstmarge VWO 3
Beste Havo 4..
Welkom op dag 2 van Jong Ondernemen
BTW = Belasting toegevoegde waarde
De brutowinstmethode  .
Begroten & Budgetteren
Welkom havo/vwo 3..
Welkom Havo/vwo 3..
Resultatenrekening prognose
liquiditeitsbegroting
De Openingsbalans Bij een startend bedrijf bestaat de openingsbalans uit een investeringsbegroting en een financieringsbegroting.
Afzet = Aantal verkochte producten
PRODUCEREN OMZET, AFZET, WINST.
Hoofdstuk Omzet, kosten, winst
Hoofdstuk De exploitatiebegroting (exploitatiebudget)
Financiële overzichten en vreemd vermogen
Financieel 2.
Financiering van de onderneming
BASISREKENVAARDIGHEDEN
Hoofdstuk 6 Hoe ga ik dat financieel doen?
BASISREKENVAARDIGHEDEN
Transcript van de presentatie:

14 februari 2014 Ondernemersplan - Financieel plan

Het financiële gedeelte van het ondernemersplan bestaat uit drie gedeelten: investeringsplan = Hoeveel geld heb ik nodig financieringsplan = Hoe kom ik aan het geld exploitatiebegroting = Hoe zien mijn kosten en opbrengsten eruit

Het investeringsplan In het investeringsplan komt te staan wat je nodig hebt voor je bedrijf. De bezittingen worden opgedeeld in: - Vaste activa - Vlottende activa - Liquide middelen

Vaste activa Vaste activa zijn bezittingen die langer dan een jaar mee gaan. Voorbeelden zijn: - huisvesting (bijv. bedrijfspand) - inventaris - gereedschap - vervoermiddelen

Vlottende activa Vlottende activa zijn bezittingen die korter dan een jaar mee gaan. Voorbeelden zijn: - debiteuren - voorraad - aanloopkosten - voorfinanciering btw Op de investeringsbegroting mag je de voorraad als totaalpost noteren. Eventueel kun je op een extra bladzijde de voorraad uitsplitsen.

Liquide middelen Liquide middelen is geld dat op je bankrekening staat (giraal) of zich in je kas bevindt (chartaal). Om te kunnen kopen en verkopen is een bepaalde geldvoorraad op je bankrekening handig. Als je op markten e.d. gaat staan, moet je ook wisselgeld in e kas hebben.

Investeringsbegroting (voorbeeld) Vaste activa € 0,- Vlottende activa € 0,- Voorraad € 600,- Debiteuren € 0,- Voorgefinancierde btw € 126,- Aanloopkosten € 125,- +/+ Liquide middelen € 851,- Kas € 24,- Bank € 100,- +/+ € 124,- +/+ Totaal te investeren € 975,-

Financieringsplan Uit je investeringsbegroting wordt duidelijk hoeveel geld nodig is om je bedrijf te starten. De volgende stap is om dit geld bij elkaar te krijgen! In het ‘gewone’ leven moet je denken aan: - eigen (spaar)geld = Eigen Vermogen - lening van bank en/of familie = Vreemd Vermogen

Financieringsplan Bij Jong Ondernemen bestaat je hele investeringsbedrag uit aandelenkapitaal. Je verkoopt aandelen voor € 15,- per stuk. Als je het totale investeringsbedrag deelt door € 15,- , dan weet het aantal aandelen dat minimaal verkocht moet worden. (maximum verkoop is 150 aandelen)

Financieringsplan In ons voorbeeld hadden we een investeringsbedrag van € 975,- Dus: € 975,- / 15 = 65 aandelen. De berekening van het aantal aandelen neem je op in je ondernemersplan als financieringsplan.

Exploitatiebegroting In de exploitatiebegroting geef je aan wat je denkt dat gedurende het bestaan van je company de opbrengsten en kosten zullen zijn. Aan de hand daarvan kun je de toekomstige winst voorspellen. Ook kun je uitrekenen hoeveel producten je minimaal moet verkopen om je kosten weer terug te verdienen.

Exploitatiebegroting Omzet = aantal te verkopen producten x verkoopprijs Inkoopkosten = aantal te verkopen producten x inkoopprijs Bruto winst = omzet - inkoopkosten Nettowinst (voor belasting) = bruto winst - exploitatiekosten

Exploitatiebegroting (voorbeeld) Omzet (inclusief btw) € 1.492,50 (150 producten van € 9,95) Btw (21%) € 259,03 -/- Omzet (exclusief btw) € 1.233,47 Inkoopkosten (excl. btw) € 600,- -/- (150 producten van € 4,00) Bruto winst € 633,47

Exploitatiebegroting Om de nettowinst te bepalen wordt de brutowinst verminderd met de exploitatiekosten. (= bedrijfskosten) Voorbeelden van exploitatiekosten zijn: (Let op: je aanloopkosten zijn nu een onderdeel geworden van de exploitatiekosten) Personeelskosten (inclusief loonbelasting) Verpakkingskosten Promotiekosten Reiskosten

Exploitatiebegroting In het financiële plan geef je ook aan hoeveel het (verplichte) uurloon bedraagt, dat alle ondernemers krijgen uitbetaald. Op je exploitatiebegroting maak je een inschatting van alle uren van alle deelnemers van de company, gedurende de hele periode. Dit totaal aantal uren doe keer het uurloon. (inclusief 42% loonbelasting) (De loonberekening/uitbetaling van de ondernemers start vanaf het moment dat de aandeelhouders het ondernemersplan hebben goedgekeurd)

Exploitatiebegroting (voorbeeld) Bruto winst € 633,47 Exploitatiekosten: Personeelskosten (incl. bel.) € 100,- Verpakkingskosten € 50,- Promotiekosten € 75,- Reiskosten € 75,- +/+ € 300,-- -/- Nettowinst voor belasting € 333,47 (= fiscale winst)

Exploitatiebegroting (voorbeeld) Van je nettowinst moet je 23% vennootschapsbelasting afdragen. Netto winst (voor belasting) € 333,47 Vennootschapsbelasting (23%) € 76,70 -/- Netto winst (na belasting) € 256,77

Exploitatiebegroting (overzicht) Omzet (inclusief btw) € 1.492,50 Btw (21%) € 259,03 -/- Omzet (exclusief btw) € 1.233,47 Inkoopkosten (excl btw) € 600,- -/- Bruto winst € 633,47 Exploitatiekosten: Personeelskosten € 100,- Verpakkingskosten € 50,- Promotiekosten € 75,- Reiskosten € 75,- +/+ € 300,-- -/- Nettowinst (voor belasting) € 333,47 Vennootschapsbelasting (23%) € 76,70 -/- Netto winst (na belasting) € 256,77

Nu kun je ook de verwachte winst per aandeel uitrekenen: Over 65 aandelen mag je € 256,77 winst verdelen. Dat betekent dus € 256,77 / 65 = € 3,95 winst per aandeel. In procenten: € 3,95 x 100% = 26% winstuitkering. 15

Break-even afzet Om quitte te draaien zal je minimaal je exploitatie kosten moeten goed maken. Dit heet break-evenpoint. Je boekt dan geen winst en ook geen verlies. Break-even afzet = exploitatie kosten verkoopprijs - inkoopprijs In ons voorbeeld: € 300 ,- = 71 stuks. € 8,22 – € 4,00 (Hierbij gaan we ervanuit dat de onverkochte producten retour kunnen, dan wel minimaal de inkooprijs opbrengen)

Break-even omzet De break-even omzet bepaal je door de break-even afzet te vermenigvuldigen met de verkoopprijs. 71 producten x € 9,95 = € 706,45 (incl. btw)

V R A G E N ?