Toelichting VLAREM-actualisatie

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Methodiek overige leidingen
Advertisements

Chemicaliën Op School 11 oktober 2008.
Nathalie Ragheno Adviseur bij het Juridisch departement van het VBO
18 september 2012 Hadewych Auditorium
In aanvulling op het gemeentelijk HORECA-reglement
Consequenties voor werknemers en de bedrijfspraktijk
Nieuwe project-m.e.r.-regelgeving Project-m.e.r.-screening Dienst Mer
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap AMINAL **** Afdeling Milieuvergunningen SYMPOSIUM 5 DECEMBER 2001 SITUERING VLAREM door ing. François WAMBACQ Afdelingshoofd.
Toelichtingen bij het aanvraagformulier Noël Remue
Uitgaven aan zorg per financieringsbron / /Hoofdstuk 2 Zorg in perspectief /pagina 1.
Ontwerpakkoord 13 februari 2014
OPSLAG.
Omvang van de ambachtseconomie
BEMS-voorlichting 3 noordelijke provincies
1 Tilburg klaart de lucht Luchtkwaliteitsplan gemeente Tilburg
Ronde (Sport & Spel) Quiz Night !
Toelichting VLAREM-actualisatie
Jasper Dekker consultant Agentschap SZW
Nieuwe meetvoorwaarden voor stookinstallaties, stationaire motoren en gasturbines 11 juni 2004 Peter Meulepas
WANNEER BEGINT DE VACCINATIE TEGEN FIJN STOF?.
© GfK 2012 | Title of presentation | DD. Month
H16: Renten H 16 gaat over renten. Wat is het verschil met H 15?
1 Diplomaruimte Infosessie studenten Faculteit Sociale Wetenschappen.
Het FANC is ISO 9001:2000 gecertifieerd – l’AFCN est certifiée ISO 9001:2000 Formulieren Martine Liebens Expert Invoer & Vervoer Registratieformulier Aanvraagformulieren.
DE BIJZONDERE BEROEPSTITEL VAN VERPLEEGKUNDIGE GESPECIALISEERD IN GERIATRIE EN DE BIJZONDERE BEROEPSBEKWAAMHEID VAN VERPLEEGKUNDIGE MET EEN BIJZONDERE.
Besluit Stralingsbescherming 2011 Niveau 3 - 4
1.Sociaal objectief 2.Wonen in eigen streek (DGPB, boek 5) 3.Register onbebouwde percelen 4.Leegstandsregister.
Energieprestatiecertificaat (EPC) voor publieke gebouwen Vlaams Energieagentschap.
Hoofdstuk 13 Directe werking van richtlijnen. (2/13) In hoofdstuk 4 hebben we gezien dat: De in een richtlijn opgenomen normen door de lidstaten moeten.
Hoofdstuk 4 Europese wetgeving.
Varia Mer-forum deskundigen 19 mei Varia 1. Actualisatie richtlijnenboeken 2. Erkenning Mer-coördinator 3. Infosessie Archeologie 4. Vaak gestelde.
Voorstel Richtlijn Hernieuwbare Energie 2020 Vlaams Energieagentschap Lieven Van Lieshout CCIM-stakeholderoverleg 25 februari 2008.
CO 2 is, in tegenstelling tot andere emissies zoals NO X, fijn stof, en CO), geen ongewenst neveneffect van de verbranding. CO 2 is geen vervuilend gas.
Contingent art.60 verhoogde staatstoelage Werkgroep activering 11 januari 2013.
Gecombineerd onderwijs Gecombineerd onderwijs Studiedag Talen 19 maart 2010.
Febelfin – Studiedag “De beurs vandaag” Leen Van Wambeke Retail Marketing Services Euronext Brussels.
Activiteitenbesluit en geluid
Wat betekent EU-GHS voor afnemers van chemische stoffen en mengsels?
Taskforce Mobiliteitsmanagement:
Workshop NeR: Controleren van luchtemissies (3.7)
Train de trainer energiedeskundigen type A september/oktober 2012
Inkomen Begrippen + 6 t/m 10 Werkboek 6. 2 Begrippen Arbeidsverdeling Verdeling van het werk in een land.
Module ribCTH Construeren van een Tennishal Spantconstructies. Week 14
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Nieuwe Verordening Individuele Wmo Voorzieningen Raadsinformatieavond 17 december 2009.
Presentatie Bems R. Beckers
Dia 1 Productencatalogus: Infosessie provinciale en lokale besturen 24/11/11.
Voorlichting VMBO- 4 PTA -examenjaar- 06 oktober 2009.
Toelichting VLAREM-actualisatie
1 Actualisatie milieuvergunning afvalberging DMH Johan G. Vollenbroek 12 oktober 2010.
Pesticidenvrij terreinbeheer Samenwerken tussen gemeentebestuur en bewoners.
Basisopleiding sociale wetgeving januari 2014 Dag 1 Eenheidsstatuut: Nieuwe opzeggingstermijnen.
CENTRAAL KERKBESTUUR GENT STAD
Over sluiting en sluitingsuren
Dienst Belastingen - 21 juni 2012 Belasting op motoren Overzicht
Risicoanalyse van de elektrische installatie
19.30 Opening door gedeputeerde Marten Wiersma Presentatie over de vergunning en vragen Presentatie toezicht + handhaving en vragen Presentatie.
Overheidsopdrachten en dagelijks bestuur - VVSG 2008 Overheidsopdrachten De spelregels bijgesteld Donderdag 13 november 2008, Gent Dinsdag 18 november.
Vlaamse Reguleringsinstantie voor de Elektriciteits- en Gasmarkt Werkgroep netbeheer en decentrale productie Werkvergadering 13 december 2010.
Wet 4/08/1996 betreffende het welzijn op het werk
Nieuwe hemelwaterverordening Geldig voor bouwdossiers ingediend na !
CVGP STOOKINSTALLATIES STAVAZA. INHOUD Kader Wijzigingen Vlarem/Code Aanvullingen in de Code Timing.
Regels voor vastleggen van ELVs
Hoe eenvoudig is een gemiddelde?
CvGP stookinstallaties
CvGP stookinstallaties stavaza
Hoe eenvoudig is een gemiddelde?
K.B. van 29/05/2018 : Veiligheidsvoorschriften voor de kerninstallaties voor wat betreft de opslaginstallaties van verbruikte kernbrandstof en van colli.
CvGP stookinstallaties
11 juni 2004 Peter Meulepas Nieuwe meetvoorwaarden voor stookinstallaties, stationaire motoren en gasturbines 11 juni 2004 Peter.
Transcript van de presentatie:

Toelichting VLAREM-actualisatie Besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2008 LNE - Afdeling Milieuvergunningen in samenwerking met de Provinciebesturen

Lucht Annemie Janssens adviesverlener dienst Beste Beschikbare Technieken en Erkenningen afdeling Milieuvergunningen

THEMA LUCHT Algemene vw lucht (stof) + afwijkingsmogelijkheid Fugitieve emissies Bedekkingsmiddelen (rubriek 4) Houtverwerking (rubriek 19) Bubbel raffinaderijen (rubriek 20) Metaalverwerking (rubriek 29) Minerale producten (rubriek 30) Stationaire motoren (rubriek 31) Stookinstallaties (rubriek 43)

Algemene vw lucht (stof) Verstrenging EGW stof in bijlage 4.4.2 gebaseerd op TA Luft algemene EGW “stofdeeltjes totaal” bij > 200 g/u : verstrengd van 50,0 mg/Nm³ tot 20,0 mg/Nm³  overgangstermijn 01.01.2012 Om vlotter te kunnen inspelen op BBT: afwijkingsmogelijkheid voorzien in art. 1.2.2.1. en bijlage 4.4.2. Van de voornoemde emissiegrenswaarde van 20 mg/Nm3 voor de parameter "stofdeeltjes totaal, met inbegrip van fijn stof", kan conform artikel 1.2.2.1 van Vlarem II worden afgeweken. De individueel afwijkende emissiegrenswaarde mag in dit geval echter maximaal 50 mg/Nm3 bedragen. Overgangstermijn 01.01.2012 Art 1.2.2.1.: afwijkingen kunnen algemene EGW versoepelen, enkel indien afwijkingsmogelijkheid expliciet vermeld

Fugitieve emissies Invoering van een meet- en beheersprogramma (LDAR) voor fugitieve VOS-emissies Voorzien in door VR goedgekeurd Reductieprogramma NEC- richtlijn (maart 2007) voor chemie (1,1 kton) en raffinaderijen (2,6 kton) Gebaseerd op studie VITO i.o. van AMI, aangepast na bespreking in werkgroep federaties Chemie/Raffinaderijen Vlarem II, DEEL I Artikel 1.1.2 Definities Luchtverontreiniging Vlarem II, DEEL IV Subafd. 4.4.6.2. Meet - en beheersprogramma Vlarem II, BIJLAGEN Bijlage 4.4.6. Meet - en beheersprogramma Overgangsbepalingen voor inrichtingen vergund voor 2009

Fugitieve emissies (2) Een beschrijving van de inrichting Een inventaris van apparaten Een meet- en herstelprogramma meetprogramma: Start: initiële steekproef (inclusief meetresultaten > 01/01/2000) Jaarlijks en uiterlijk binnen één jaar na afronding van vorige steekproef: aangepaste steekproef + apparaten die lek waren in vorige steekproef opnieuw meten Steekproef zo kiezen dat na min. # steekproeven alle apparaten gemeten Niet meetbare apparaten: documenteren en meten wanneer mogelijk herstelprogramma: herstelcriterium – termijnen – opnieuw meten Een berekening van emissies Een rapportering

Bedekkingsmiddelen (rubriek 4) Geen wijzigingen indelingslijst: hinder ruimer dan stof & geluid In artikel 5.4.3.1.4 van VLAREM II wordt een §2BIS ingevoegd om overlappende VOS-regelingen te vermijden voor coating van houten opp. met een jaarlijks oplosmiddelverbruik > 15 ton (inrichtingen die tevens onder de subrubriek 59.7):  enkel Hfst 5.59 coating van houten opp. met een jaarlijks oplosmiddelverbruik < 15 ton:  specifieke regeling opgenomen Hoofdstuk 5.59! 5.19 was storende typfout

Houtverwerking (rubriek 19) Aanpassing indelingslijst: actualisatie geïnst. drijfkracht In artikel 5.19.1.4. van VLAREM II: aanpassingen gebaseerd op TA Luft §2 vervangen: nieuwe “TA-Luft”-waarden worden ingeschreven (te respecteren vanaf 1 januari 2015), incl. massastroom 200 g/u ipv 500 g/u. nieuwe §2bis: sectorale normen voor direct gestookte spaandrogers. nieuwe §2ter: sectorale normen voor hybride-spaandrogers. § 3 vervangen: emissies van de stoffen uit bijlage 4.4.2, punt 9° en 10° van Vlarem beperken tot 0,06 kg/m³ plaat (dus met inbegrip van formaldehyde en weglating van stoffen uit groep 11°). § 4 vervangen & nieuwe §5 en §6: vaststellen van een geëigende regeling van de meetfrequentie, de meetmethode en de evaluatie van de meetresultaten. Zeer technische aanpassingen

Bubbel raffinaderijen (rubriek 20) Aanpassing indelingslijst: actualisatie geïnst. drijfkracht ! Niet voor 20.3.2.a (productie en omzetting van asbestproducten) In artikel 5.20.2.2, §1: aanpassing principe bubbel raff. Nu: elektriciteitsproductie via WKK’s mee verrekend bij EGW en NEC-doelstellingen van raffinaderijen vanaf 01.01.2010: voor de gasturbines in warmtekrachttoepassing enkel het warmterecuperatiegedeelte in rekening gebracht voor toepassing EGW  vooral: bubbelemissieconcept op een meer consequente wijze toegepast en elke raffinaderij wordt op een gelijke manier behandeld, ongeacht of er al dan niet elektriciteit wordt opgewekt op het bedrijfsterrein In artikel 5.20.2.7, §4 verwijzing naar “dioxines en furanen” 4000 Nm3/Mwhe à 15% O2

Metaalverwerking (rubriek 29) Aanpassing indelingslijst: actualisatie geïnst. drijfkracht + correctie 29.5.5.3. (oppervlaktebehandeling van metalen dmv elektrolytisch of chemisch procédé) In artikel 5.29.0.4.: aanpassing aan BREF “Emissions from storage of bulk or dangerous materials”, m.n.voor de opslag van stuivende vaste stoffen in gesloten systemen behorende bij een GPBV-installatie : Verplichting gebruik stofverwijderingsinstallatie EGW stof van deze stofverwijderingsinstallatie < 10 mg/Nm³ Overgangstermijn 01.01.2011 In artikel 5.29.0.6.§1 verwijzing naar “dioxines en furanen” 29.5.5.3. aangepast zodat samen met punt 4° (X) met zekerheid alle inrichtingen klasse 1 zijn geviseerd. (oppervlaktebehandeling van metalen dmv elektrolytisch of chemisch procédé, met gezamenlijke inhoud van de gebruikte behandelingsbaden en spoelbaden)

Minerale producten (rubriek 30) Aanpassing indelingslijst: actualisatie geïnst. drijfkracht ! Niet voor 30.1, 30.2, 30.3 (steenbrekers, betonfabrieken, mortel- en betoncentrales, e.d.) en 30.6 (asbest) In artikel 5.30.0.6.: aanpassing aan BREF “Emissions from storage of bulk or dangerous materials”, m.n.voor de opslag van stuivende vaste stoffen in gesloten systemen behorende bij een GPBV-installatie : Verplichting gebruik stofverwijderingsinstallatie EGW stof van deze stofverwijderingsinstallatie < 10 mg/Nm³ Overgangstermijn 01.01.2011 BBT-emissieniveau 1-10 mg/Nm3 , strenger dan nieuwe algemene EGW

Minerale producten (rubriek 30) (2) Art. 5.30.1.3. en 5.30.1.4: aanpassing van de CO-norm voor de fabricage van keramische producten op basis van advies GMC sectorale afwijkingsaanvraag Bijlage 5.30.1.: meetmethode fabricage van keramische producten Afdeling 5.30.2: invoeren geactualiseerde sectorale voorwaarden asfaltbetoncentrales op basis van het advies dat de Gewestelijke Milieuvergunningencommissie op 17 januari 2005 formuleerde over een sectorale afwijkingsaanvraag die door het VEV was ingediend.

Stationaire motoren (rubriek 31) Aanpassing indelingslijst: actualisatie geïnst. drijfkracht In artikel 5.31.1.2.(motoren > 360 h/j): aanpassing NOX-EGW voor dieselmotoren op vloeibare biomassa aanpassing S-gehalte stookolie (0,6  1%) In artikel 5.31.2.2. (motoren < 360 h/j) Huidige EGW NOx gebaseerd op BBT-studie (2002) ‘stookinstallaties en stationaire motoren’ + overleg Nog geen rekening gehouden met dieselmotoren op palmolie. Haalbare NOx-emissies? Tot eind 2009 tijdelijk hogere norm (2000 ipv 1000 mg/Nm3)

Stookinstallaties (rubriek 43) Versoepeling van de SO2-norm voor installaties op zware stookolie van 1.020 mg/Nm3 naar 1.700 mg/Nm3 (cfr. 1% S) Grote stookinstallaties: art. 5.43.2.1.1. Middelgrote stookinstallaties: art. 5.43.2.2.1. Kleine stookinstallaties: art. 5.43.2.3.1. In artikel 5.43.2.3.1, §1, 3° (kleine stookinstallaties, aardgas): NOX-EGW aangepast o.b.v. BBT-studie “glastuinbouw” In artikel 5.43.3.3, §2 (gasturbines en STEG): vrijstelling van continue SO2- en stofmeting uitgebreid met ontzwaveld raffinaderijgas (< 150 ppm), naar analogie met artikel 5.43.2.1.3, §2 voor grote stookinstallaties.

Gassen en gevaarlijke stoffen Jean Ferong diensthoofd Buitendienst Limburg afdeling Milieuvergunningen

GASSEN VLAREM I- Indelingsrubriek 16 Rubriek 16.3.2.: klasse - verlagingen zowel in als buiten industriegebied Rubriek 16.7. Opslag in verplaatsbare recipiënten Opmerking (bij BVLR dd. 15/09/ 2006 ten onrechte opgeheven) ivm bepalen waterinhoudsvermogen, geactualiseerd en heringevoegd Gebruikte verplaatsbare recipiënten meetellen Verplaatsbare recipiënten, aangeschakeld aan verplaatsbare verbruiker (vb laspost): niet meetellen vaste verbruiker: meetellen vanaf 300 liter

GASSEN (2) VLAREM II - HOOFDSTUK 5.16. “Gemeenschappelijke bepalingen” samengebracht (5.16.1.1. t/m 5.16.1.9.) Enkel vaste houders kunnen ter plaatse worden gevuld Verwijzing naar hoofdstuk 5.17. geschrapt Vrijstelling bouw- en veiligheidsvoorschriften en lekdichtheidstest ingeval van CE - markering (Pressure Equipment Directive PED-Richtlijn 97/23/EG, KB 13/06/1999) Herhaalde bepalingen uit overige afdelingen verplaatst en geactualiseerd naar “gemeenschappelijke bepalingen”, o.a. Indeling gassen Voorwaarden betreffende de lokalen (rook-en vuurverbod, verwarming, …) Leidingen Ondergrondse gasreservoirs (LPG) Periodieke onderzoeken (MD) en overgangsbepalingen

GASSEN (3) VLAREM II - HOOFDSTUK 5.16. Luchtcompressoren Van toepassing indien PS x V>3000 bar.liter (ifv KB 13/06/1999) Inspectieopeningen ifv grootte van drukvat Onderzoek bij ingebruikname en verder periodiek onderzoek (MD) en overgangsbepalingen Andere dan luchtcompressoren en koelinstallaties Voorheen geen sectorale voorwaarden Ondergrens toepassingsgebied ifv KB 13/06/1999 LPG-stations: zie afzonderlijke toelichting

GEVAARLIJKE PRODUCTEN VLAREM I – Indelingsrubriek 17 Subrubrieken 17.3.3, 3° en 17.3.8, 2° en 3° : inwinnen van het advies van de afdeling bevoegd voor het toezicht volksgezondheid (G) geschrapt. Subrubriek 17.3.9 - de 2de klasse voor brandstofverdeelinstallaties waarmee uitsluitend eigen bedrijfsvoertuigen worden bevoorraad, uitgebreid tot max. twee verdeelslangen. - koppeling met opslaghoeveelheid uitgebreid

GEVAARLIJKE PRODUCTEN (2) VLAREM II – HOOFDSTUK 5. 17. Algemene bepalingen (art 5.17.1.10.) Ter beperking van VOS – emissies (basis BREF/BBT Emissions from storage) dienen vanaf 1 januari 2015 houders voor opslag van vluchtige gevaarlijke vloeistoffen met een inhoud vanaf 500 m³ en deeluitmakend van GPBV-installatie uitgerust met dampbehandelingsinstallatie * T+, T, Xn of C en dampdruk > 13,3 kPa bij 35°C : emissiereductie van 98% tov houder met vast dak en alleen vacuüm/overdrukklep * Andere dan T+, T, Xn of C en dampdruk > 13,3 kPa bij 35°C: emissiereductie van 97% (intern of extern vlottend dak) tov houder met vast dak en alleen vacuüm/overdrukklep

GEVAARLIJKE PRODUCTEN (3) VLAREM II – HOOFDSTUK 5. 17. Bijkomende maatregelen voor houders met rode merkplaat ingevolge periodieke onderzoeken (installatie in goede staat brengen, hercontrole en melding rode merkplaat aan VMM-grondwater) (art 5.17.2.10. en 5.17.3.18.) Algemeen onderzoek bovengrondse houders Vrijstelling voor (voorheen: Voor in klasse 3 ingedeelde opslag van …): - Houders voor opslag van P3- producten met een individuele inhoud van 20.000 l - Houders voor opslag van P4- producten met een individuele inhoud van 50.000 l Indien inwendige reiniging van de houder niet mogelijk: evenwaardige onderzoeken onder bepaalde voorwaarden (risicoanalyse MD)

GEVAARLIJKE PRODUCTEN (4) VLAREM II – HOOFDSTUK 5. 17. Autoassemblagebedrijven die werken “in lijn” of “lopende band” waar de nieuwe geassembleerde benzineauto's voor de eerste maal getankt worden - Damprecuperatie fase 2 (benzinetankvulling) via tussentank, dampterugwinningsinstallatie of gelijkwaardig systeem met emissies <=5 g C per liter getankt (afdeling 5.17.4.2.) - Benzineverdeling onder en binnen gebouwen toegelaten; bevoorradingsstandplaats boven inkuiping

GEVAARLIJKE PRODUCTEN (5) VLAREM II – HOOFDSTUK 5. 17. Nieuwe subafdeling 5.17.4.3. Op- en overslagactiviteiten in petroleumraffinaderijen Bijkomend van toepassing op opslag van 17.3.4. en 17.3.5. in petroleumraffinaderijen ( 1.1. en/of 20.1.2.) Bovengrondse verticale houders vanaf 500 m³ voor opslag van vloeibare organische producten die een dampspanning hebben van 13,3 kPa of meer bij 35°C dienen uitgerust met bv interne (90% VOS – emissiereductie) of externe vlottende daken ( 95% VOS-emissiereductie) Vanaf 1 januari 2010 of indien uitstoot < 10 tonVOS/j vanaf 1 januari 2015

PARTICULIERE STOOKOLIETANKS VLAREM II – HOOFDSTUK 6.5. Toepassingsgebied verduidelijkt Bovengrondse en ondergrondse houders Geen periodieke controles (ET) op bovengrondse houders (enkel controle bij plaasting/ingebruikname) Buitengebruikstelling: ingegraven houders dienen verwijderd of opgevuld certificaat van ET Periodieke controles ( ET) op ondergrondse houders - om de 5 jaar vanaf plaatsing - dichtheidsbeproeving op ingegraven houders niet uitgerust met een permanent lekdetectiesysteem - rode, oranje, of groene merkplaat met vermelding erkenningsnummer van ET, datum uitgevoerde controle en volgende controle

Erkenningen/ gebruik gevaarlijke stoffen / LPG-stations/ geluidsnormen Jan Baeten diensthoofd Beste Beschikbare Technieken en Erkenningen afdeling Milieuvergunningen

art. 35+206: wederzijdse erkenning wederzijdse erkenning: principe Europese dienstenrichtlijn en richtlijn beroepskwalificaties ten behoeve van vrije dienstenverkeer VLAREM: milieudeskundige (art. 1.3.1.1 titel II van het VLAREM) + erkend technicus particuliere stookolietanks < 5.000 l (art. 6.5.6.6) wie: onderdanen EU-lidstaat in het bezit van bekwaamheidsattest dat of de opleidingstitel die in het andere Gewest of in de andere EU-lidstaat verplicht wordt gesteld voor de toegang tot of uitoefening van hetzelfde beroep procedure: schriftelijke verklaring en akteneming door de afdeling Milieuvergunningen omzetting Europese Dienstenrichtlijn vóór 28 december 2009: dit jaar bijkomende wijzigingen betreffende erkenningen op komst

art. 36: “nieuwe” milieudeskundigen erkenningsprocedure: art. 1.3.2.2 titel II van het VLAREM discipline bodem, deeldomein bodembescherming: laboratoria bodemanalyses ten behoeve van beheerseisen landbouwgrond (randvoorwaarden steunregelingen landbouwers - BVR 8 juli 2005 en diverse verordeningen) discipline water: = milieudeskundige in functie van voorwaarden ingedeelde inrichtingen ≠ MER-deskundige water (deeldomeinen geohydrologie, oppervlaktewater, mariene waters) volgens procedure BVR 23 maart 1989 - evenwel: van rechtswege erkend als milieudeskundige ≠ laboratoria wateranalyse: BVR 29 juni 1994

art. 37: referentielaboratorium art. 1.3.4.3, § 2 titel II van het VLAREM aanwijzing referentielaboratorium: advisering erkenningsaanvragen laboratoria en verplichte externe kwaliteitscontroles (art. 1.3.3.1) VITO was reeds referentielaboratorium voor discipline lucht (aanwijzing VLAREM) en water (aanwijzing BVR 29 juni 1994) VITO nu referentielaboratorium voor de disciplines: lucht bodem, deeldomein bodembescherming water, inclusief deeldomeinen oppervlaktewater en grondwater

art. 47/48/49: gebruik gevaarlijke stoffen afdeling 4.1.11 titel II van het VLAREM (algemene milieuvoorwaarden): omzetting dochterrichtlijnen van richtlijn 76/769/EEG verbod of beperking gebruik bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten ter bescherming van mens en/of leefmilieu naast federale omzetting zijn gewesten bevoegd voor gebruik binnen hinderlijke inrichtingen art. 4.1.11.2 creosoot (houtbehandeling) - richtlijn 2001/90/EG ingevoegd bij BVR 12 mei 2006 vernietigd door RvS wegens ontbreken afwijkingsmogelijkheid nu opnieuw ingevoegd met afwijkingsmogelijkheid art. 4.1.11.5 arseenverbindingen - richtlijn 2006/139/EG art. 4.1.11.8 perfluoroctaansulfonaten (PFOS) - richtlijn 2006/122/EG telkens: algemeen verbod met welbepaalde afwijkingen

art. 88: ozonlaag afbrekende stoffen art. 5.7.1.2 (algemene bepalingen rubriek 7: chemicaliën) toepassing verordening 2037/2000 van 29 juni 2000 betreffende de ozonlaag afbrekende stoffen (uitvoering Protocol van Montréal) tenzij anders vermeld in de milieuvergunning, met in achtneming van de verordening 2037/2000, is de productie en het gebruik van volgende gereguleerde stoffen verboden (stoffen in bijlage I verordening): a) chloorfluorkoolstoffen (CFK's) b) andere volledig gehalogeneerde chloorfluorkoolstoffen (CFK's) c) halonen (HCFK's = gehalogeneerde koolwaterstoffen) d) tetrachloorkoolstof e) 1,1,1-trichloorethaan f) broomfluorkoolwaterstoffen (BFK’s) g) broomchloormethaan

art. 89: chloorproductie kwikcelprocedé BREF chlooralkali (2001) geeft als BBT voor kwikcelinstallaties omschakeling op membraanceltechnologie aan voorheen: kwikcelprocedé mag na 2010 niet meer toegepast worden (art. 5.7.5.1, §3 titel II van het VLAREM) wijziging: idem maar kwikcelprocedé met gebruik van kaliumchloride (KCl) nog toegelaten tot en met 2015 mits naleving van voorwaarden: inrichting is behoorlijk vergund voor de verlengde periode; kennisgeving vóór 2011 met vermelding definitieve stopzettingsdatum; samen met kennisgeving plan indienen voor definitieve stopzetting kwikcelinstallaties; niet vereist in geval vóór 2011 met het Vlaams Gewest een definitief goedgekeurde MBO afgesloten motivering: lange levensduur installaties en redelijke termijn omschakeling limietdatum 2010 gehandhaafd voor kwikcelprocedé met gebruik van natriumchloride (NaCl)

art. 90: dioxines vinylchloride-industrie OSPAR-verdrag (1992 - in werking sinds 1998): bescherming maritieme milieu Noord-Oostelijke Atlantische Oceaan (incl. Noordzee) verving eerdere conventies van Oslo (1972) en Parijs (1974) ondertekend en geratificeerd door België uitvoering via juridisch bindende besluiten OSPAR Commissie OSPAR-besluit 98/4 voorziet in BBT-gebaseerde grenswaarden voor emissie en lozing bij de productie van vinylchoride-monomeer (VCM), met inbegrip van de productie van 1,2-dichloorethaan (DCE) vervolledigde implementatie op Vlaams niveau: toevoegen ontbrekende emissiegrenswaarde dioxines in art. 5.7.7.1 titel II van het VLAREM (sectorale voorwaarden productie van organische chemicaliën of oplosmiddelen) ten minste éénmaal per jaar emissiemeting dioxines

art. 109-112: LPG-verdeelinstallaties (1) art. 5.16.4.4.2: Het is verboden motorvoertuigen met LPG te bevoorraden waarvan het vulpunt zich niet binnen de [aangeduide] vulplaats bevindt art. 5.16.4.4.4: technische actualisatie bepalingen tankzuilen art. 5.16.4.4.7: vuloperaties voertuig moet voldoen aan KB 9 mei 2001 (vervangt KB 13 juli 1977) – exploitant mag getuigschrift vragen vullen toegelaten van LPG-recipiënten met een inhoudsvermogen kleiner dan of gelijk aan 60 [120] liter welke dienen voor de verwarmings- of keukeninstallaties van caravans of motorhomes mits tijdige herbeproeving [en geen tanks met duidelijk dichtheidsdefect of andere abnormaliteit] exploitant of aangestelde moet in het station aanwezig zijn [en verricht zelf de vuloperaties of houdt toezicht vanuit de controlecabine] art. 5.16.4.4.9: vijfjaarlijks (ipv driejaarlijks) controles op VLAREM-conformiteit door erkend milieudeskundige

art. 113: LPG-verdeelinstallaties (2) art. 5.16.4.4.10: ingegraven LPG-houders 2° de minimumafstand in horizontale projectie gemeten, die de houders[, de kranen, de kleppen, de pompen en de vulopeningen] moet scheiden van elke opening van een woonlokaal, van elke opening van een werklokaal dat niet onderworpen is aan het open vuurverbod, van elke openbare weg, van elke naburige eigendom en van riolen, bedraagt 5 m; 3° de nodige voorzieningen worden getroffen om de houder en de ondergrondse leidingen, tegen bodemcorrosie te beschermen; de aard en de omvang van deze voorzieningen worden bepaald door de exploitant [in overleg met en] op basis van het advies van een bevoegd deskundige of van een milieudeskundige erkend in de discipline bodemcorrosie; (…)

art. 114: LPG-verdeelinstallaties (3) art. 5.16.4.4.11 (nieuw): minimale veiligheidsafstanden §1: bescherming omgeving LPG-station tegen gevolgen van ongevallen complementair aan bestaande afstandsregels van art. 5.16.4.4.1 die brand en ontploffingen beogen te voorkomen voor “standaard” LPG-stations die beantwoorden aan de standaardcriteria en minimale technische eisen van bijlage 5.16.6 andere LPG-stations: geïndividualiseerde minimale veiligheidsafstanden die nodig zijn volgens de bij de milieuvergunningsaanvraag gevoegde individuele veiligheidsstudie uitgevoerd door een erkend VR-deskundige §4: overgangsregeling van 10 jaar - verdeelinstallaties eerste maal voor 1 januari 2009 vergund, moeten uiterlijk op 1 januari 2019 voldoen aan de veiligheidsafstandsregels van dit artikel  meerdere bestaande LPG-verdeelinstallaties stopzetting of herlocalisatie!

art. 114: LPG-verdeelinstallaties (4) art. 5.16.4.4.11 (nieuw): minimale veiligheidsafstanden bijlage 5.16.6: “standaard” LPG-stations standaardcriteria : volume LPG-houder van 10.000 liter tot 24.500 liter omzet max. 500 ton LPG/jaar inhoud LPG-tankwagen maximaal 23 ton LPG-lossing max. 20 min. & totale tijd LPG-tankwagen in station max. 1 h omgeving LPG-station bevolkingsdichtheid max. 3.000 pers./km² minimale technische eisen: onderscheid LPG-stations met bovengrondse en ondergrondse tanks betrekking op: losinstallatie (bevoorrading vanuit vrachtwagen) tank & toebehoren bevoorrading van de verdeelzuil

art. 114: LPG-verdeelinstallaties (5) art. 5.16.4.4.11 (nieuw): minimale veiligheidsafstanden §2: ondergrondse opslagtanks §3: bovengrondse opslagtanks (onderscheid debietbegrenzer 190 of 380 liter/min) Telkens beide volgende veiligheidsafstandsregels: tussen vulpunt LPG-station enerzijds en anderzijds: meest nabijgelegen bestaande of potentiële (volgens de regelgeving inzake ruimtelijke ordening) woning gebouwen andere dan woningen, met regelmatige bezetting door mensen  afstand minimum gelijk aan die in grafiek aangegeven in functie van de max. LPG-jaaromzet (ton/jaar) en waterinhoud LPG-opslagtank (~ 10-6 isorisicocontour) tussen losplaats LPG-vrachtwagen waarmee LPG-opslagtank wordt gevuld enerzijds en meest nabijgelegen kwetsbare locatie anderzijds (“locatie waar vele personen verblijven of kunnen verblijven, inzonderheid scholen, ziekenhuizen, bejaardentehuizen en gelijkaardige risicogroepen”)  afstand minimum gelijk aan die in grafiek aangegeven in functie van de max. LPG-jaaromzet (ton/jaar) en waterinhoud LPG-opslagtank (~ 10-7 isorisicocontour)

art. 114: LPG-verdeelinstallaties (6) Voorbeeld: bovengrondse LPG-opslagtank met debietbegrenzer 380 liter/min

art. 167: milieugevaarl. stoffen & textiel art. 5.41.1.5 (nieuw, bij algemene bepalingen rubriek 41 - textielindustrie)  maximaal inperken gebruik van milieugevaarlijke stoffen, gebaseerd op: beleidsvoorstellen Vlaamse studie “Oriënterend onderzoek substitutie milieugevaarlijke stoffen” (oktober 2000 – uitvoering MINA-plan) Europese BBT-studie (BREF) textielindustrie (juli 2003) §1: gebruik milieugevaarlijke stoffen moet beperkt en zo mogelijk vermeden worden bij voorkeur totaal biodegradeerbare en/of bioëlimineerbare stoffen definitie biodegradeerbaar / bioëlimineerbaar indien vervanging onmogelijk: risicobeperkende maatregelen mens en milieu §2: stoffen/stofgroepen die maximaal moeten worden vervangen §3: stoffen die niet gebruikt mogen worden §4: procesbaden met broomhoudende vlamvertragers of antimoon mogen niet geloosd worden

art. 207: milieukwaliteitsnormen geluid wijzigingen bijlage 2.2.1 – milieukwaliteitsnormen voor geluid in open lucht 1° en 2° technische correcties: telkens aanduiding “milieukwaliteitsnormen” (deel 2 van titel II van het VLAREM) en niet “richtwaarden” (richtwaarden voor geluid voor ingedeelde inrichtingen vastgesteld in bijlage 4.5.4) 3°: milieukwaliteitsnormen in agrarisch gebied met 5 dB(A) verhoogd - gelijkstelling met woongebieden (voorheen samen met natuurgebieden in categorie ‘landelijke gebieden’ met strengste geluidsnormen) overdag ‘s avonds ‘s nachts 45 dB(A) 40 dB(A) 35 dB(A)

art. 208: berekening wegverkeerslawaai wijzigingen bijlage 2.2.4.2 – geluidsbelastingsindicatoren uitvoering EG- richtlijn 2002/49/EG van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai bij omzetting van deze richtlijn bij BVR 22 juli 2005 werd voor wegverkeerslawaai geopteerd voor de Franse berekeningsmethode omdat dit de door de Commissie aanbevolen voorlopige methode was voor lidstaten die nog niet over een eigen nationale berekeningsmethode beschikten inmiddels een aantal vergelijkingen uitgevoerd tussen metingen en berekeningen (Vlaamse studie oktober 2006): beste correlatie gevonden voor de Nederlandse berekeningsmethode RMW in de praktijk gebruiken meeste studiebureaus Nederlandse berekeningsmethode voor berekenen wegverkeerslawaai bij milieueffectrapportering vandaar dat nu voor wegverkeerslawaai voor de Nederlandse berekeningsmethode RMW 2002 wordt geopteerd

art. 214: richtwaarden geluid wijzigingen bijlage 4.5.4 - richtwaarden voor specifieke geluid in open lucht van als hinderlijk ingedeelde inrichtingen 1° technische correctie: telkens aanduiding “richtwaarden” (deel 4 van titel II van het VLAREM – algemene voorwaarden voor ingedeelde inrichtingen ) en niet “milieukwaliteitsnormen” (bijlage 2.2.1) 2°: richtwaarden in agrarisch gebied met 5 dB(A) verhoogd - gelijkstelling met woongebieden (voorheen categorie ‘landelijke gebieden’ met strengste geluidsnormen - bij een normale bedrijfsactiviteit snel overschreden) overdag ‘s avonds ‘s nachts 45 dB(A) 40 dB(A) 35 dB(A)

art. 215: etikettering PCB-apparaten opheffing bijlage 4.8 (zonder voorwerp geworden): met artikel 10.2.1 van BVR 5 december 2003 tot vaststelling van het VLAREA werden hoofdstuk 2.7 en hoofdstuk 4.8 van titel II van het VLAREM opgeheven in het opgeheven hoofdstuk 4.8 werd verwezen naar bijlage 4.8 van titel II ("etikettering van gereinigde PCB-apparaten") deze bijlage werd destijds echter niet opgeheven en zit bijgevolg nog steeds in VLAREM zonder verwijzing ernaar binnen VLAREM of VLAREA in het nieuwe VLAREA trouwens geen enkele bepaling meer m.b.t. etikettering van gereinigde PCB-apparaten

Groeven, graverijen, winningen - Voedingsnijverheid Willy De Valck diensthoofd Buitendienst Oost-Vlaanderen afdeling Milieuvergunningen

Groeven, graverijen, winningen - Voedingsnijverheid Wijzigingen indelingslijst hinderlijke inrichtingen rubrieken 18 en 45 Wijzigingen voorwaarden titel II van het VLAREM hoofdstukken 5.18 en 5.45

Groeven, graverijen, winningen

Groeven en graverijen Wijziging indelingslijst 18.2 Turfwinning 18.3 Afbaggering bodem 18.4 Winningen 18.5 Minerale industrie en steenwinning 18.6 Ondergrondse mijnbouw + W W = VMM, afdeling Operationeel Waterbeheer

Groeven en graverijen (2) Actualisering hoofdstuk 5.18, mede rekening houdend met het decreet van 4 april 2003 betreffende de oppervlaktedelfstoffen

Groeven, graverijen, winningen Delfstoffen: geen limitatieve opsomming delfstoffen meer  elke delfstof als geologische afzetting in nabijheid van aardoppervlak Dreiging instorting / verzakking: MOET dit gemeld worden per … (kan ook per e-mail aan toezichthoudende overheid)

Groeven, graverijen, winningen (2) Werkplan: herwerking i.v.m. plaats (plaatsen) van de ontginning, motivering al of niet veranderen van de grondwatertafel m.i.v. aantal peilputten, plaats peilputten, lozingspunt), nauwkeurige omschrijving eindafwerking, hinder i.z. stof en geluid, eindafwerking conform stedenbouwkundige bepalingen Voorwaarden ontginningswerken: toegang en afscherming plaatsen (met burgemeester), natte winningen (voorkoming watervervuiling), springstoffen enkel toegelaten mits opgenomen in de MV

Voedingsnijverheid

Voedingsnijverheid (2) Wijziging indelingslijst Opslitsing productiecap. Geïnstalleerd vermogen 45.1 Slachthuizen 45.2 Smelterijen 45.3 Voedingsvetten 45.4 Behandelingen 45.5 Vis 45.6 Zuivel 45.7 Zetmelen 45.8 Melen 45.9 Suiker

Voedingsnijverheid (3) Wijziging indelingslijst Geïnstalleerd vermogen Definities / opslagbedijf, intermediair cat. 3-, 2-,1- bedrijf, verwerkingsbedrijf cat. 3-, 2-, 1- materiaal 45.10 Specerijen 45.11 Branderijen 45.12 Confituren 45.13 Groenten 45.14 Granen 45.15 Azijn 45.16 Grondstoffen 45.17 Voeding/genot 45.18 Dierlijke bijproducten

Voedingsnijverheid (4) Actualisering hoofdstuk 5.45 in het licht van de EU-verordening 1774/2002 van 3 oktober 2002 (niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten), specifieke voorwaarden voor rituele slachtingen, verbods- en afstandsregels

Voedingsnijverheid (5) Verbods- en afstandsregels: de voorheen geldende verbods-en afstandregels voor de eerste klasse-inrichtingen (nieuwe inrichtingen) van rubriek 45 t.o.v. een waterwingebied / beschermingszone / woongebied / recreatiegebied zijn enkel nog van toepassing voor slachthuizen (uitgez. rituele slachtingen), smelterijen voedingsstoffen, pensziederijen en darmwasserijen, dierlijke bijproducten

Voedingsnijverheid (6) Rituele slachtingen: mogen in slachthuis en in specifieke inrichtingen voor rituele slachtingen op dagen van het Offerfeest. Voorwaarden: op vloer van noodslachtingen en als er geen noodslachtingen doorgaan (slachthuizen) en conform verwerking dierlijke bijproducten, overdekte inrichting, niet zichtbaar van openbare weg (keelsnede), drinkbaar water, verharde vloer, rustplaats dieren, één levend dier in de kelingsruimte, bloedopvang, doorstromingsprincipe, afvalwater, … (specifieke inrichtingen)

Voedingsnijverheid (7) Dierlijke bijproducten: - niet voor menselijke consumptie DBP (cat. 1-, 2-, 3-materiaal) - Enkel de dierlijke bijproducten andere dan afvalstoffen die onder rub. 45.18 vallen - Definities in VLAREM conform de EU-verordening: opslagbedrijf, verwerkingsbedrijf, cat. 1-, 2-, 3- verwerkingsbedrijf, intermediair cat. 1-, 2- , 3-bedrijf - EU-verordening legt erkennngsplicht op, maar lidstaten dienen zorg te dragen voor de opslag, verwerking, … daarom: opgelegd om dit te waarborgen

Voedingsnijverheid (8) Andere voorwaarden: - huiden: te koelen i.p.v. zouten of behandelen met formaline - alle dierlijke afval af te voeren overeenkomstig nieuwe bepalingen - cat. 1- materiaal met kleurstof gemerkt Dank voor uw aandacht

Dieren/ mest/ schietstanden/ontspanningsinrichtingen Robrecht Vermoortel diensthoofd Buitendienst West-Vlaanderen afdeling Milieuvergunningen

DIEREN Algemeen stallen Formulieren aangepast en verduidelijkt Betere aanduiding van wat een inrichting omvat Voorstel van tabel Afschaffing Noordzeekustzone Aangepast volgens het mestdecreet verval pas na 5 jaar Vlaamse Landmaatschappij geen adviesverlener meer Aanpassing definities meststof, dierlijke mest en stalmest Overbodige definities geschrapt Opslag mengmest van 6 naar 9 maand vanaf 31/12/2011 Bijlage 5.9 richtlijnen mestopslagcapaciteit aangepast

DIEREN (2) Varkensstallen Pluimveestallen Enkel bij belangrijke uitbreiding toepassen verbods- en afstandsregels Al of niet verhoging bij verandering beoordelen op basis van varkenseenheden en niet meer volgens mestproductie Pluimveestallen Afstandsregels voor grote bedrijven in lijn gebracht met deze van de kleinere en uitgebreid tot ≥ 80 000 Andere dan pluimvee en varkens Verbods- en afstandsregels niet meer van toepassing voor proefdierinrichtingen, uitgenomen voor vee Nieuwe voorwaarden voor inrichtingen voor honden Visuele afscherming Hokken met geluidsisolatie

MESTOPSLAG en MESTVERWERKING Vlaamse Landmaatschappij geen adviesverlener meer Niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten dienen als categorie 1-, categorie 2- of categorie3- , verzameld, behandeld en afgevoerd conform de voorschriften van de Verordening (EG) nr. 1774/2002 Mestverwerking Nieuwe sectorale lozingsnormen voor mestverwerking Onderscheid voor chloriden tussen kalvergier (2.800 mg/l), grootschalige installaties (1.000 mg/l) en overige (geen)

ONTSPANNINGSINRICHTINGEN Modelvliegtuigen Modelvliegtuigen met elektrische motor, niet meer klasse 2 Vanaf 3 modelvliegtuigen met elektrische motor, nu klasse 3 Inrichtingen klasse 1, gebruik niet meer verboden tussen 19u – 7u Algemeen schietstanden Politie valt nu ook zeker onder de uitzondering van de indelingsplicht Kleiduifschietstand met vuurwapens wordt klasse 2 i.p.v. klasse 1 Voor schietstanden in open lucht, geen automatische afwijking van Vlarem II meer, voor regels algemeen erkende schietdiscipline

ONTSPANNINGSINRICHTINGEN (2) Kleiduivenschietstanden in open lucht Minder voorwaarden voor de schietplaats, werpmachine en register Geen loodpatronen meer vanaf 01/01/2010 Geen kleiduiven meer met milieugevaarlijke stoffen vanaf 01/01/2010 Nieuwe geluidsvoorwaarden Enkel schieten overdag Register met BBT-maatregelen en maximum geluidsniveau Verbods- en afstandsregels voor nieuwe inrichtingen met continu gebruik

ONTSPANNINGSINRICHTINGEN (3) Algemeen zwembaden en open zwemgelegenheden Afwijking mogelijk inzake toezicht en redders (geen instructiebad) Volgens criteria, bijv. max. 1,4 m diep en beperkte wateroppervlakte ≤ 500 m² Overdekte circulatiebaden Relatieve vochtigheid max. 65% Duikactiviteiten combinatie leraar en redder, onder voorwaarden Duikactiviteiten, comb. leraar en toezichthouder, onder voorwaarden

ONTSPANNINGSINRICHTINGEN (4) Niet overdekte circulatiebaden Verplicht gebruik voetwaadbak of voetsproeiers Verplicht gebruik van stortbad Bad ≤ 100 m² turnover zuivering water max. 2 u Idem duikactiviteiten Hot Whirlpools Betere controle Legionella

ONTSPANNINGSINRICHTINGEN (5) Open zwemgelegenheden en watersportzones Rubriek 32.8.2 watersportzones (klasse 2) Windsurfen niet meer vermeld Opgenomen, waterski-racing en jetski Rubriek 32.8.3 zwemgelegenheden en watersportzones (klasse 3) Windsurfen opgenomen Beperking tot disciplines van waterski die niet vallen onder 32.8.2. Idem duikactiviteiten Bacteriologisch onderzoek min. vanaf 1 mei t.e.m. 30 september Als er enkel duikactiviteiten zijn, geen EHBO-lokaal geen omkleedcabines, toiletten, stortbaden

ONTSPANNINGSINRICHTINGEN (6) Omlopen voor motorvoertuigen Betere formulering van de rubriek Verbodsbepaling, ingevolge afstandsregels, geldt niet, bij gebruik van vaar- en voertuigen, die aan vigerende geluidsnormen voldoen Wel nu beperkt gebruik van de omloop op zondag mogelijk, met voertuigen, die niet aan vigerende geluidsnormen voldoen, mits aan de algemene geluidsvoorwaarden voldaan wordt Beperkt gebruik van de omloop op zondag en andere dagen mogelijk, met vaartuigen, die aan vigerende geluidsnormen voldoen, mits aan de algemene geluidsvoorwaarden voldaan wordt

ONTSPANNINGSINRICHTINGEN (7) Omlopen voor motorvoertuigen Indoorkartings met vaar- en voertuigen met ontploffingsmotoren Nieuwe voorwaarden Voorwaarden inzake geluid, binnen Voorwaarden inzake CO-gehalte in de binnenlucht en risico hiervan Voorwaarden inzake veiligheid (nooduitgangen, advies brandweer) Rijscholen, ruitersport… Uitzondering uitgebreid tot twee activiteiten per jaar

Bedankt voor uw aandacht! Vragen?  milieuvergunningen@lne.vlaanderen.be