Danielle Bloemsma, Suzan Coster en Ilja Rosenbrand 5VWO

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het bestuur van België Wereldoriëntatie les 3
Advertisements

Staatsinrichting 1 Veranderingen herkennen/ beschrijven die in 1848 werden doorgevoerd in het kiesrecht door de liberalen o.l.v. Thorbecke.
Het Landsbestuur 4.1 Regering 4.2 Parlement 4.3 Provincie en gemeente
Politiek, diverse zaken aan de orde
4.1: Het parlement is baas boven baas
Staatsinrichting Kabinet. Inhoud n Leden van het Kabinet –De Minister-President De Minister-PresidentDe Minister-President –De Ministers De MinistersDe.
Leven in een rechtsstaat
Maatschappijleer 1 Nadya Karim
Paragraaf 7. Zijn voor de Tweede Kamer om de 4 jaar. Dan kiezen we volksvertegenwoordigers. Zij nemen beslissingen namens ons. De leden van Eerste kamer.
QUIZ Katern Politiek.
4.1: Het parlement is baas boven baas
Het Politiek Systeem Civitas Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 3 Instellingen van de EG en hun bevoegdheden.
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
19de eeuw(1.5 en 4.2) In 1813 komt de zoon van Willem V terug als soeverein vorst(na nederlaag Napoleon) als koning Willem I Er komt een nieuwe grondwet.
Staatsinrichting van Nederland
Staatsinrichting van Nederland
Hoofdstuk 4 EU-instellingen.
Politieke stromingen LiNKS RECHTS.
Politiek jargon Bingo.
met mensen die niet horen je kunt het achterwege laten
De wetgevende macht Charles de Montesquieu Wetgevende macht
Wat willen we vandaag doen?
Interpreteren van data
Parlementaire democratie
4.2: De geschiedenis van de NL democratie
Lot project-opdracht 2 Vragen van opdracht 2 en de antwoorden De 3 meiden van groep brenda.
Welkom!.
ZomerRaad 21 juli 2014 Ruimte voor beeld 21,6 x 8,7 cm.
Politiek jargon Bingo.
Staatsinrichting.
Cursus Politiek Actief Bijeenkomst 3: De gemeenteraad
Ruimte voor beeld 21,6 x 8,7 cm Cursus Politiek Actief Bijeenkomst 1: Introductie en algemene staatsinrichting.
Herhaling Staatsinrichting
4.1: Het parlement is baas boven baas
Parlementaire Procedure Serge Goussaert Dag vd Verantwoordelijke 2014.
Inleiding in de Module R. Hoijtink. Met welke gevoelens associeer je deze beelden? Vrijheid, vakantie, succes, natuur, avontuur, rust. Kortom alles wat.
Hoofdstuk 7 paragraaf 1: de regio
Politiek-juridische dimensie
Het Volk 2e Kamer 150 leden 1e Kamer 75 leden Directe verkiezingen
De Republiek der zeven verenigde nederlanden
De liberale revolutie in 1848
Onze doelen en visie in beeld
Onderzoeksvaardigheden 3
§4: Regering en Parlement:
Tekstbronnen Wat moet je er mee?. Lees de vraag Welke informatie heb je nodig? Weet je al iets over dit onderwerp? Over welke tijd gaat het? Over welk.
Vergadertechnieken. Uit welke vaste onderdelen bestaat een vergadering? Vooraf weet iedereen wanneer en waar de vergadering plaatsvindt.Vooraf weet iedereen.
Hoe werkt een gemeente? Welkom Opdracht vandaag Gemeente werkt met Bureaucratie Democratie Schema Beleid Maken Vaststellen Toepassen Conclusie.
Hoe wordt ons land bestuurd?
Gasunie is een van de grootste gasinfrastructuurbedrijven in Europa. Veiligheid heeft binnen Gasunie de hoogste prioriteit; het vormt de basis van onze.
Staatsinrichting Wie is de baas van Nederland? ©Tom Verbeek sep 2010.
Staatsinrichting van Nederland (deel 2)
Stemexamen.
Blok 2 Vrijheid in Nederland
Bijeenkomst 3 Bespreking huiswerkopdracht week 2: invloed burgers/organisaties op besluit van een gemeente Taken en rollen van de gemeenteraad De gereedschapskist.
Het Parlement Paragraaf 6.
Democratie in Nederland
België.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de Nederland; rechts-staat en democratie De powerpoint bevat de basisstof die je moet kennen om het centraal.
Blok 2 Vrijheid in Nederland
HOOFDSTUK 1 NEDERLAND VAN 1848 TOT 1914
1.1 DE NEDERLANDSE STAATSINRICHTING NU
PowerPointpresentatie Algemene staatsinrichting
Spreken en gesprekken 4.1 en 4.2 Formuleren en stijl 3.3
Het parlement Hoofdstuk 6 ‘Politiek.
Nee-zeggen Footer Text 12/30/2018.
Milieu wet- en regelgeving
Regering en parlement Regering en parlement Machten… Machten…
Nederland en de rest van de wereld
Aantekening van: Wie is de baas
Transcript van de presentatie:

Danielle Bloemsma, Suzan Coster en Ilja Rosenbrand 5VWO Staatsinrichting 3-4-2017 Parlement <Naar inhoud ^Klik hier^ Danielle Bloemsma, Suzan Coster en Ilja Rosenbrand 5VWO

Inhoud Parlement De Kamers Rechten van het parlement 3-4-2017 Inhoud Parlement De Kamers Rechten van het parlement Recht van interpellatie Motie van de orde Ministercrisis In de vergaderzalen van het parlement Kamerleden in debat Begrippenlijst Einde

Parlement Heet ook wel: volksvertegenwoordiging of Staten-Generaal. Het parlement bestaat uit een aantal mensen, die namens het volk erop toezien dat het land goed bestuurd wordt door de ministers. Dit toezien splitst zich op in twee hoofdzaken: - controle - medewetgeving Zo kan voorkomen worden dat een minister een alleenheerser wordt Het werk wordt twee keer gedaan: Door de Tweede kamer en de Eerste Kamer. Inhoud

De kamers Inhoud Het binnenhof 3-4-2017 De kamers Er zijn twee kamers: De Eerste Kamer en de Tweede Kamer (Als ze het in de krant over “de Kamer” hebben is dat meestal de tweede) Komt een minister met een nieuwe wet, dan moet de Tweede Kamer eerst zijn goedkeuring geven. De Tweede Kamer controleert ook eerst het werk van de minister. Daarna pas de Eerste Kamer. Als de beide Kamers het ermee eens zijn kan de opdracht uitgevoerd worden. Schema om makkelijk te onthouden: Die kan je onderaan de begrippenlijst vinden. Het binnenhof Inhoud

Rechten van het parlement Inhoud

Recht van interpellatie Als een kamerlid vindt dat de minister een verkeerd beleid voert, kan hij daarop ingaan. De minister is verplicht om op alle vragen antwoord te geven. Dit kan schriftelijk en mondeling. Het kamerlid moet eerst van de meerderheid van zijn Kamer toestemming krijgen. Inhoud

Motie van orde Vindt een kamerlid de antwoorden onduidelijk of wil een minister zijn beleid niet veranderen dan volgt een motie van orde. De minister kan 2 dingen doen: - zijn beleid veranderen - niks van de motie aantrekken Hierop reageert de Kamer weer, ook nu kunnen er twee dingen gebeuren: - het erbij laten zitten - een motie van afkeuring of wantrouwen indienen. Wordt deze motie door de meerderheid aangenomen dan is er sprake van een ministercrisis (dit staat op de volgende bladzijde). Inhoud

Ministercrisis Inhoud Nadat de motie van afkeuring of wantrouwen is goedgekeurd is het lot van de minister bezegeld. Het is de gewoonte dat de minister na zo’n motie opstapt. Als zijn collega-ministers zijn kant kiezen en ook opstappen is er sprake van een kabinetscrisis. De minister-president dient dan zijn ontslag in bij de Koningin. Meestal loopt dit niet met zo’n vaart, de minister en de Kamer geven vaak een beetje toe, een compromis. Inhoud

In de vergaderzalen van het parlement In elke Kamer is een voorzitter die ervoor zorgt dat de debatten netjes verlopen. Een Kamerlid mag in de Kamer vrijuit spreken en zijn mening geven zonder gearresteerd te worden. Dit is parlementaire onschendbaarheid. In beide Kamers zijn ook notulisten aanwezig die alles wat wordt gezegd opschrijven. Later tikken ze het uit tot een dik boek: “Handelingen”. Inhoud

Kamerleden in debat Inhoud ministerkamer Je kan de vergaderzalen bezoeken, dan moet je op de publieke tribune zitten. Er is ook een speciale perstribune. Als Kamerleden in een debat zijn, worden ze soms botweg onderbroken. Dit heet interrumperen. Het interrumperen is wel aan regels gebonden, wanneer het wel en niet mag. Tijdens de debatten zijn er maar weinig mensen in een zaal, dit komt omdat ieder gespecialiseerd is in een paar onderwerpen. Voor elk onderwerp is er een vaste Kamercommissie. ministerkamer Inhoud

Begrippenlijst Inhoud Klik hier om terug te gaan naar de laatst weergegeven pagina Budgetrecht : Het recht van de Kamers om de begroting goed te keuren of te verwerpen. De Tweede Kamer mag de begroting ook wijzigen. Instemmingsrecht :Dit is het recht van beide Kamers om een wetsvoorstel goed of af te keuren. Kamercommissie :Een groep mensen uit de Eerste kamer of uit de Tweede Kamer die tijdelijk een commissie vormen om iets te onderzoeken. Motie van de orde : Een uitspraak van de Eerste of Tweede Kamer waarin deze een oordeel over een minister of een wens met betrekking tot het beleid van de minister duidelijk maakt. Motie van afkeuring :Een uitspraak van de Eerste of Tweede kamer waarin deze zijn afkeuring uitspreekt over het beleid van een minister. Een minister treedt dan vaak af. Het wordt ook wel een motie van wantrouwen genoemd. Recht van amendement :Het recht van de Tweede Kamer om wijzigingen aan te brengen in een wetsvoorstel.Dit recht is onderdeel van de hoofdtaak medewetgeving. Recht van goedkeuring of afkeuring :Het recht van beide Kamers om een wetsvoorstel goed of af te keuren. Recht van initiatief : Het recht van de Tweede Kamer om zelf een wetsvoorstel te doen. Recht van interpellatie : Het recht van beide Kamers om vragen te stellen. De meerderheid van de Kamer moet het er wel mee eens zijn. De minister is verplicht antwoord te geven. Vragenrecht : Individuele kamerleden hebben het recht vragen te stellen. De minister hoeft geen antwoord te geven. Vaste Kamercommissie : Deze bereiden discussies over nieuwe wetsvoorstellen voor. Ieder kamerlid is lid van een vaste kamercommissie. Schema bij “De Kamers” : Parlement>Parlementariër, Volksvertegenwoordiging>Volksvertegenwoordiger, Eerste Kamer of Senaat>kamerlid of senator, Tweede Kamer>kamerlid Staten-Generaal>Lid van de Staten-Generaal Inhoud

Als je zeker Einde weet dat je wilt stoppen klik dan op het stopbord!! Inhoud