Wat denken de mensen over hun medemensen?

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Het tweede werkstuk.
Advertisements

Uitleg bijwoordelijke bepaling (bwb)
Uitleg meewerkend voorwerp (mv)
Liberalisme voor de rijken en Socialisme voor de arbeiders
Welke kenmerken schrijven jij of anderen aan God toe? Roept u maar!
Uitleg lijdend voorwerp (lv)
Koninkrijk Bingo. KONINKRIJK BINGO Wie was de eerste Nederlandse koning? VRAAG.
Beelden storm.
3. Het sociaal-economisch systeem
Do’s and Don’ts presentaties
4.3 Politieke stromingen.
Civitas maatschappijleer op niveau!
Het socialisme Paragraaf 7..
Liberalen, socialisten confessionelen
Paragraaf 5.4 De strijd om de school.
De staatsinrichting van Nederland.
HET CURRICULUM VITAE = VISTEKAARTJE NUMMER 2
QUIZ Katern Politiek.
Welkom bij de enige onafhanklijke en objectieve nationale kieswijzer
Tekenen.
10.3: Iedereen hagelslag en karnemelk
Het Politiek Systeem Civitas Hoofdstuk 8
Uitleg bij 82-89, historische vaardigheden
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Geschiedenis van de democratische rechtsstaat in Nederland
Nederland in de 20ste eeuw
Historisch overzicht Nederland
Verzuiling en ontzuiling in Nederland
1.
Politieke stromingen LiNKS RECHTS.
Regels zijn regels.
Ruimtevaartquiz De Maan De.
Politiek jargon Bingo.
Werkverslag. Inhoudsopgave Pag.1 wat hebben we gedaan in deze lessen?
De staatsinrichting van Nederland.
1/9 2/9 INHOUD Wat is een referendum precies? Wie zijn de kandidaten? Wat zijn de voordelen van zo’n burgemeestersreferendum? En wat de nadelen? Conclusie.
Samenvatting in beeld van het werkboek Maatschappijleer
Interpreteren van data
Republiek versus Frankrijk
Liberalisme en socialisme
Politiek.
1.2: geschiedenis van de rechtsstaat
Herhaling Staatsinrichting
Proeftoets periode 1 4 havo.
de tijd van burgers en stoommachines
Inleiding politieke stromingen
Uitleg persoonsvorm (pv)
Politieke partijen en stromingen tot 1940
ANW Module 2 Leven Door Gabriella, Melanie, Elise en Fabienne van v4.
Staatsinrichting In Nederland.
Wat is geschiedenis en wat heb je eraan?
Politieke stromingen De liberalen
§2: politieke stromingen en partijen:
Groep 8, Hoofdstuk 6: Samenwerking in de wereld. In welk jaar begon de Tweede Wereldoorlog in Nederland? En in welk jaar eindigde hij ?
Reactievergelijkingen Een kwestie van links en rechts kijken.
Nederlands Vrijdag 11 maart 2VA.
Leesvaardig Examentraining.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
…..LET OP…………. Deze powerpoint gaat over de “Politieke Stromingen”.
Blok 2 Vrijheid in Nederland
De grondwet Paragraaf 4 politiek.
Les kiezen, politieke stromingen en partijen
Blok 2 Vrijheid in Nederland
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
Politieke stromingen 2.1 t/m 2.3.
Welke koning ondertekende de grondwetswijziging van Thorbecke?
§3.4 Politieke stromingen
Politieke veranderingen in het verhoudingsvraagstuk
Transcript van de presentatie:

in Civitas wordt in het intermezzo stap voor stap uitgelegd hoe de rechthoek in elkaar zit

Wat denken de mensen over hun medemensen? Als we dat willen weten, moeten we naar de mensbeelden kijken

Wat zijn mensbeelden? Dat zijn ideeën over mensen: • hoe sociaal de mensen eigenlijk zijn en • welke capaciteiten de mensen hebben

Er zijn twee soorten mensbeelden: • het optimistische mensbeeld • het pessimistische mensbeeld Er zijn ook twee soorten Godsbeelden die in grote lijnen met de mensbeelden overeenkomen

We kunnen dit samenvatten in het volgende overzicht: het optimistische mensbeeld het pessimistische mensbeeld Sociale kant Capaciteitenkant

Volgens het pessimistische mensbeeld Hoe sociaal zijn de mensen eigenlijk? Volgens het pessimistische mensbeeld Volgens het optimistische mensbeeld

Volgens het pessimistische mensbeeld Als we onderzoeken hoe de capaciteiten verdeeld zijn, vinden we de volgende opvattingen: Volgens het pessimistische mensbeeld Volgens het optimistische mensbeeld

wie kunnen politiek mee doen? Volgens het optimistische mensbeeld Volgens het pessimistische mensbeeld iedereen maar enkelen, een elite

De lijn links stelt een 100% optimistisch mensbeeld voor En de lijn rechts een 100 % pessimistisch mensbeeld iemand op de linkse lijn vindt dat mensen compleet vrij moeten zijn, geen enkele leiding nodig hebben, bovendien dat ze allemaal veel in hun mars hebben iemand op de rechter lijn, vindt dat er één geniale leider is die bepaalt wat er moet gebeuren, anders maken ze elkaar af, de meeste mensen zijn dom

Maar bijna niemand denkt zo rechtlijnig de meeste mensen zitten daar tussenin ze nemen de mensbeelden zwakker over hoe meer ze naar de andere kant zitten, hoe zwakker

je ziet ook dat iedereen de twee mensbeelden tegelijkertijd heeft over het ene onderwerp denk je meer optimistisch. over het andere meer pessimistisch

mensbeelden: optimistisch pessimistisch pessimistisch optimistisch Onder de mensbeelden vinden we de Godsbeelden mensbeelden: optimistisch pessimistisch pessimistisch optimistisch Godsbeelden:

In deze rechthoek gaan we waarden plaatsen we gebruiken daarvoor twee regels: • van links naar rechts en van rechts naar links plaatsen we ze volgens de twee mensbeelden • aan de bovenkant volgens de mensbeelden en aan de onderkant volgens de Godsbeelden

Waarden in de rechthoek: ze passen bij de beelden die eronder liggen Grote gelijkheid Minder gelijkheid Ongelijkheid Gezag de Wrake Gods Ieder mens is gelijk in de ogen van God Oog om oog, tand om tand Naastenliefde

hier kwam iemand uit bij de “ideologische test” (achterin je werkboek, of via www.philippens.com) Je kunt zien dat hij niet-gelovig is en meer sterke pessimistische waarden heeft en minder optimistische

Naast hem kwamen nog anderen terecht met hun individuele ideologie

zo vinden we in dit vlak een groep van mensen met vergelijkbare opvattingen stroming zo’n groep heet een

Civitas behandelt 16 stromingen die we naast elkaar kunnen zetten volgens dit patroon: als je goed telt zie je er 15, maar een is onzichtbaar De meeste maatschappijleermethoden behandelen niet meer dan vier stromingen

Het ontstaan van de stromingen Eerst zien we tegenover de conservatieve machten die al eeuwen aan de macht waren de liberalen en socialisten opkomen

Het ontstaan van de stromingen De confessionele stromingen ontstaan aan het eind van de 19e eeuw

Het ontstaan van de stromingen Rond 1900 splitst de socialistische beweging zich in de revolutionaire anarchisten en communisten aan de ene kant en de op democratie gerichte sociaal-democraten aan de andere kant

Het ontstaan van de stromingen In de jaren dertig van de twintigste eeuw komt het fascisme op

Het ontstaan van de stromingen In de jaren zeventig van de twintigste eeuw verschijnen de radicalen, de ecologische beweging als laatste stroming

over deze stromingen (ofwel: collectieve ideologieën) tekenen we de partijen die daarbij horen de VVD bijvoorbeeld: liberaal én conservatief: Je vindt alle partijen die in het parlement zitten op pagina 105 van Civitas

hier zie je de VVD en daaronder het CDA links van de VVD zie je D66

de plaats van de regering tekenen we door in het zwaartepunt van de drie partijen een dikke lijn te trekken

Zo was de regering Balkenende samengesteld in de vorige jaren

Maar in een vorig kabinet zaten CDA, PvdA en ChristenUnie Dit kabinet-Balkenende zat meer naar links

In het vorige kabinet zitten CDA en VVD (en de PVV gedoogde) Dit kabinet-Rutte was wat rechtser

In dit kabinet zitten VVD en PvdA Dit kabinet-Rutte is “midden” en moet rekening houden met andere partijen in de Eerste Kamer

De Nederlandse Politieke Partijen SP PvdA D66 VVD PVV GRL PvdD CDA CU SGP

in Nederland zitten onze regeringen altijd in het midden, soms iets meer naar links, soms naar rechts ze zitten bij ons dus ergens in dit vlak in het midden in alle westerse democratische landen is dat het geval

“gemiddeld” zitten westerse democratieën in het midden we tekenen nu die gemiddelde plaatsen van de verschillende soorten landen linkse (communistische) dictatuur westerse democratie “normaal” ontwikkelingsland links ontwikkelingsland rechtse dictatuur

progressief en konservatief: Let op: konservatief met een k! J.L Heldring onderscheidt Conservatisme en conservatisme

progressief = vernieuwend konservatief = alles zo houden of terug gaan naar “vroeger”

Onze regeringen zaten vroeger helemaal rechts, we zijn in de vorige eeuw naar het midden opgeschoven

Let op: we tekenen altijd de vorige plaats van een regering met een stippellijn

We kwamen van rechts (in 1848 toen onze moderne staat ontstond, bevonden we ons daar) We zijn doorgeschoven naar het midden

Konservatief zit dus op de lijn van de regering (zo houden als het nu is) en alles tot aan de rechterkant

voor haar uit is alles nog progressief De regering sleept konservatief achter zich aan; voor haar uit is alles nog progressief

hier zitten de conservatieven zij zijn een stroming met duidelijke waarden

in 1815 waren deze conservatieven nog progressief want de regeringen zaten toen in de rechterhoek en het vlak daarvoor was progressief

nu zijn deze conservatieven konservatief want onze regeringen zitten ergens in het midden en het konservatieve vlak zit rechts daarvan

Opdracht 1: In de krant staat: “De leider van de VVD noemt de SP conservatief, omdat die partij de verzorgingsstaat wil houden” Hoe schrijven wij dat schuingedrukte woord: met een c of een k?

Waarom is ex-president Clinton voor Amerikanen progressief Opdracht 2: Waarom is ex-president Clinton voor Amerikanen progressief en voor Nederland konservatief?

Clinton is daar progressief , die zit dus ergens in het linkervlak antwoord: teken eerst de regering van VS die zit vaak wat rechtser Clinton is daar progressief , die zit dus ergens in het linkervlak

teken dan de regering van Nederland in een rechthoek daaronder Clinton is konservatief, die zit voor Nederland ergens in het rechtervlak

Clinton moet dus tussen beide regeringen zitten

CONCLUSIE: De rechthoek bestaat uit drie lagen

de eerste laag: de laag van de waarden die over de mensbeelden liggen

daar overheen de tweede laag: de laag van de ideologieën

daar overheen de derde laag: de laag van de partijen en regeringen

links midden rechts Links en rechts komen aan de orde in hoofdstuk 4, Midden in hoofdstuk 5