De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Uitleg bij 82-89, historische vaardigheden

Verwante presentaties


Presentatie over: "Uitleg bij 82-89, historische vaardigheden"— Transcript van de presentatie:

1 Uitleg bij 82-89, historische vaardigheden
B2D Uitleg bij 82-89, historische vaardigheden

2 Historsiche vaardigheden?
Kan je wat zeggen over: Hoe betrouwbaar bronnen zijn Of veranderingen groot of klein zijn Hoe mensen vroeger dachten Uitleg aan de hand van vragen stencil uit laatste les.

3 Soorten vragen Beschrijvende vraag: wat gebeurde er?
Waarderende vraag: was wat er gebeurde een goede of slecht ontwikkeling? Verklarende vraag: waarom gebeurde er wat er gebeurde?

4 Antwoorden stencil Beschrijvende vraag 5.1: Hoeveel macht hadden de ministers in Nederland voor 1848? Waarderende vraag 5.2: Was 1848 een goed jaar voor de Nederlandse democratie? Verklarende vraag 5.3: Hoe komt het dat het socialisme in Nederland meer aanhang had dan het communisme?

5 Feit en mening Een feit kan je bewijzen
Een mening is iets wat jij of iemand anders vindt.

6 Antwoorden stencil Feit over Domela Nieuwenhuis:
Nieuwenhuis zat een tijd in de gevangenis. Mening over Abraham Kuyper: Kuyper is de belangrijkste politicus die de cenfessionelen ooit gehad hebben

7 Geschikte bronnen zoeken bij een vraag
Let er op dat een bron: Over het onderwerp gaat waar je wat over wilt weten Over de juiste tijd gaat Betrouwbaar is, feiten zijn meestal bruikbaarder dan meningen

8 Antwoorden stencil Zoek 3 bronnen in het boek die bruikbaar zijn voor een werkstuk genaamd: kinderen in de 19e eeuw. Bron 5 is wel geschikt (blz. 10) gaat over wat er door de regering veranderd wordt voor kinderen Bron 22 laat een hoop kinderen zien, zegt wat over hun kleding etc. Bron 18 gaat over een kind dat vertelt over zijn leven als arbeider.

9 Continuïteit en verandering
Continuïteit: een gebeurtenis is geen grote verandering, het is eigenlijk logisch en te verwachten dat iets gebeurt. Bijv. je scoort het hele jaar vieren op wiskunde en haalt nu een 3.5 Verandering: Een gebeurtenis is een grote plotselinge verandering Bijv. Je staat gemiddeld een 3.5 op geschiedenis en haalt ineens een 8

10 Antwoorden stencil Een continuïteit voor vrouwen in de 19e en 20e eeuw  arbeidersvrouwen bleven werken Een verandering voor vrouwen in de 19e en 20e eeuw  Vrouwen kregen kiesrecht in 1917.

11 Oorzaak en gevolg Oorzaken te splitsen in:
Indirecte oorzaken, verklaringen Directe oorzaken, aanleiding, wat er gebeurt net voordat het gevolg plaats vindt. Gevolg  wat er daarna gebeurt Zie blz. 86, 87

12 Antwoorden stencil 3 oorzaken verzuiling + hun gevolg
1. Opkomst socialisme  arbeiders verenigd in hun eigen groep 2. Schoolstrijd confessionelen  confessionelen krijgen hun eigen scholen 3. Overgang naar evenredige vertegenwoordiging bij verkiezingen  Kleine groepen krijgen meer macht

13 Directe en indirecte oorzaken
Directe oorzaak grondwetwijziging 1848 Koning Willem II is bang voor revolutie in Nederland na opstanden in andere Europese landen Indirecte oorzaak grondwetswijziging 1848 Bijv. Liberalen willen al heel lang meer macht In andere landen komt ook steeds meer democratie

14 Waarden en Normen Norm wat je normaal vind (voor mij bijv. dat leerlingen niet in een hoekje van de klas gaan poepen) Waarde Wat je belangrijk vind (voor mij bijv. dat leerlingen goed opletten in de les)

15 Antwoorden stencil Waarde van de socialisten  arbeiders moeten gelijke rechten krijgen 2 normen van de socialisten Alles eerlijk delen De sterkeren zorgen voor de zwakkeren

16 Wat merken we vandaag nog?
Noem 2 dingen die we vandaag nog merken van wat er verteld is in hoofdstuk 5 Grondwet is er nog steeds Algemeen kiesrecht is er nog steeds Confessionelen, liberalen en socialisten zitten nog steeds in de politiek Christelijke scholen worden nog steeds door de regering betaald


Download ppt "Uitleg bij 82-89, historische vaardigheden"

Verwante presentaties


Ads door Google