LEIDERSCHAP © Dia van Berry Hagendijk
1. DOELSTELLINGEN BEPALEN INTRODUCTIE: LEIDERSCHAP © Dia van Berry Hagendijk 1. DOELSTELLINGEN BEPALEN 2. PLANNEN 3. ORGANISEREN 4. LEIDINGGEVEN 5. CONTROLEREN
Jouw opdracht bij iedere sheet: INTRODUCTIE: LEIDERSCHAP © Dia van Berry Hagendijk BESTE LEERLING, Voordat je deze PP doorneemt, is het verstandig onderstaande tekst door te nemen. Eigenlijk moeten we dit hoofdstuk doornemen met in gedachten dat jij de manager bent van een bedrijf. We doen het even op een andere manier. Een manier die voor jou veel zichtbaarder is. We doen namelijk alsof jij de docent bent. Vanaf nu moet jij leiding gaan geven aan de klas. Hoe ga je dit doen? Welke stijl van leiderschap kies je? Hoe behandel jij jouw leerlingen? Waar hangt dit vanaf? Je leert het in deze PP. Jouw opdracht bij iedere sheet: Situatie: Jij bent de docent en gaat leiding geven aan de klas. Jouw doel: Leerlingen moeten plezier hebben in jouw vak en veel leren over je vak. Opdracht: Geef na iedere sheet jouw mening/visie over wat het beste is om jouw doel te behalen (=effectiviteit).
Omspannings-vermogen & Spanwijdte INTRODUCTIE: LEIDERSCHAP © Dia van Berry Hagendijk OVERZICHT POWERPOINT Les 1: Omspannings-vermogen & Spanwijdte Les 4: HRM Les 3: Management-methoden Les 2: Leiderschapsstijlen Les 2: Theorie X & Y
OMSPANNINGSVERMOGEN & SPANWIJDTE © Dia van Berry Hagendijk ORGANISATIENIVEAUS
OMSPANNINGSVERMOGEN & SPANWIJDTE © Dia van Berry Hagendijk Spanwijdte / Span of control: Aantal personen waar je (feitelijk) leiding aan geeft. Omspanningsvermogen: Aantal personen waar je effectief leiding aan kan geven. Effectief leiding geven: Zodanig leidinggeven dat het doel wordt behaald tegen zo laag mogelijke kosten. 1) Kan jij effectief leidinggeven aan een klas met 150 leerlingen? 2) Wat is dan jouw omspanningsvermogen? Omspanningsvermogen Spanwijdte 150 leerlingen 30 leerlingen
OMSPANNINGSVERMOGEN & SPANWIJDTE © Dia van Berry Hagendijk Je omspanningsvermogen kan groter worden door: Organisatiestructuur: je hulp krijgt van staf- en ondersteunende diensten Communicatie: je weinig moet communiceren of hiervoor hulpmiddelen hebt. Aard van het werk: het werk eenvoudig is. Deskundigheid van medewerkers/leerlingen: je weinig hoeft uit te leggen. Stijl van leidinggeven: je werk uit handen durft te geven.
SAMENGEVAT LES 1 Spanwijdte / Span of control: © Dia van Berry Hagendijk Spanwijdte / Span of control: Aantal personen waar je (feitelijk) leiding aan geeft. Omspanningsvermogen: Aantal personen waar je effectief leiding aan kan geven
THEORIE X & Y Mensbeeld bij theorie X (=negatief mensbeeld): © Dia van Berry Hagendijk Mensbeeld bij theorie X (=negatief mensbeeld): 1. Elke werknemer is lui en wil liever niet werken. 2. Werknemers willen geen verantwoordelijkheid dragen. 3. Je moet werknemers dwingen om te presteren. Mensbeeld bij theorie Y (=positief mensbeeld): 1. Werken is natuurlijk, mensen willen werken. 2. Medewerkers willen wel verantwoordelijkheid dragen. 3. Aandacht motiveert mensen (HRM). 4. Medewerkers willen meedenken (HRM). 3) Wat voor type mens ben jij? 4) Hoe denk jij over leerlingen? 5) Wat betekent dit voor jouw stijl van leidinggeven?
6) Wat voor stijl van leiderschap past bij jou? LEIDERSCHAPSSTIJLEN © Dia van Berry Hagendijk Leiderschapsstijlen in het algemeen: 1. Autocratisch leiderschap: taakgericht - Een alleenheerser, de werknemer heeft niets te zeggen. 2. Democratisch leiderschap: mensgericht - Werknemers mogen meebeslissen. 3. Laissez-faire-leiderschap: grote vrijheid - Werknemer heeft alle vrijheid, gaat vaak ten koste van de taken. 4. Ondersteunend leiderschap: coachend/goede teamgeest - Het in balans houden van: werken & gezelligheid 5. Participerend leiderschap: gedeelde macht - Managers en werknemers delen macht, slaagt alleen bij gemotiveerde werknemers. 6. Flexibel leiderschap mix - De stijl van leidinggeven hangt af van de situatie, soms autocratisch soms… - Belangrijk, maar ontbreekt in het model van Blake & Mouton (volgende sheet). 6) Wat voor stijl van leiderschap past bij jou? 7) Welke stijl van leiderschap is het meest effectief voor jou als docent?
SAMENGEVAT LES 2 Twee manieren om naar mensen te kijken: © Dia van Berry Hagendijk Twee manieren om naar mensen te kijken: Mensbeeld bij theorie X (=negatief mensbeeld) Mensbeeld bij theorie Y (=positief mensbeeld) Leiderschapsstijlen in het algemeen: 1. Autocratisch leiderschap: taakgericht 2. Democratisch leiderschap: mensgericht 3. Laissez-faire-leiderschap: grote vrijheid 4. Ondersteunend leiderschap: coachend/goede teamgeest 5. Participerend leiderschap: gedeelde macht 6. Flexibel leiderschap mix
MANAGEMENTMETHODEN Management: © Dia van Berry Hagendijk Management: Bestaat niet alleen uit leidinggeven (zie introductie) Alle taken van een manager kun je op een bepaalde methode uitvoeren. 6 Managementmethoden (combinaties zijn mogelijk): 1. Integraal management: - Manager is overal verantwoordelijk voor. - Veel stafdiensten zijn nodig om dit als manager aan te kunnen. 2. Management by direction: - Manager bepaalt alles, controleert streng en zegt exact wat je doen moet. - Mensbeeld X past hierbij. 3. Management by objectives: - Manager bepaalt in samenspraak met werknemers doelen. - Linking Pin Model past hierbij. 4. Management by exception: - Manager grijpt pas in als de doelen niet behaald dreigen te worden.
8) Welke managementmethoden zou jij als docent toepassen? © Dia van Berry Hagendijk 6 Managementmethoden: 5. Management by walking around: - Manager is voortdurend in de buurt van het personeel waardoor het personeel zich gecontroleerd en geen vertrouwen voelt. 6. Management by delegation: - Taken van de manager worden overgedragen aan werknemers. (Slim! Minder werk voor de manager, maar schept ook vertrouwen in werknemers!) 8) Welke managementmethoden zou jij als docent toepassen?
MANAGEMENTMETHODEN Delegation = delegeren: © Dia van Berry Hagendijk Delegation = delegeren: Een taak is pas gedelegeerd als het overgedragen wordt met de bijbehorende: Verantwoordelijkheid Bevoegdheden 2 Vormen van taakdelegatie: Structurele delegatie: een taak voor altijd overdragen. - Als je dit doet moet iemands functie ook veranderen. Een docent die ook ineens leiding mag gaan geven aan andere docenten is niet meer een ‘gewone’ docent. Zijn functie verandert in ‘afdelingsleider’. Voor die functie geldt ook een ander salaris. En terecht! Meer verantwoordelijkheid, is andere functie .is meer salaris! 2. Incidentele delegatie: tijdelijk een taak overdragen. 9) Hoe kun je als docent in de klas delegeren? “Wie zou willen helpen uitdelen van de toetsen?”
SAMENGEVAT LES 3 6 Managementmethoden (combinaties zijn mogelijk): © Dia van Berry Hagendijk 6 Managementmethoden (combinaties zijn mogelijk): 1. Integraal management manager overal verantwoordelijk voor 2. Management by direction manager dwingt en controleert streng 3. Management by objectives manager bepaalt doelen met werknemers 4. Management by exception manager grijpt pas in wanneer echt nodig 5. Management by walking around manager kijkt bij alles wat je doet mee 6. Management by delegation manager draagt taken over aan werknemers
12) Hoe haal je het beste uit leerlingen? HRM © Dia van Berry Hagendijk HRM (Human Resources Management): Een management manier om het beste in iedere werknemer naar boven te halen door een stimulerende omgeving voor hen te creëren. Risico’s/Gevaren/Kanttekeningen HRM: Ondoelmatigheid. Focussen op kwaliteiten van werknemers die niet in het belang zijn van de organisatie. Té individualistisch denken. Focus is te veel op ieder persoon waardoor je de groep als geheel niet meer ziet. 12) Hoe haal je het beste uit leerlingen?
SAMENGEVAT LES 4 HRM (Human Resources Management): © Dia van Berry Hagendijk HRM (Human Resources Management): Een management manier om het beste in iedere werknemer naar boven te halen door een stimulerende omgeving voor hen te creëren.