DE ZEVEN BAZUINEN Les 7 voor 16 februari 2019

De zeven engelen met de zeven bazuinen maken deel uit van het toneel van het zevende zegel, na het einde van de genadetijd. Er zijn twee aanvullende interpretaties voor die bazuinen: De straf van God voor degenen die het volk van God hebben onderdrukt sinds Jezus’ tijd tot de Wederkomst (parallel aan de zeven zegels). De straf van God voor hen die geweigerd hebben het zegel van God aan te ontvangen (parallel aan de zeven plagen). De zevende zegel. Openbaring 8:1-5 De 7 bazuinen. Openbaring 8:6-9:21 Intermezzo: De engel met het kleine boek. Openbaring 10 De twee getuigen. Openbaring 11

HET ZEVENDE ZEGEL "En toen het Lam het zevende zegel geopend had, kwam er een stilte in de hemel van ongeveer een halfuur." (Openbaring 8: 1) Een diepe stilte heerst in de hemel terwijl iedereen op het goddelijke oordeel wacht dat over de aarde zal worden uitgestort. Er wordt meer wierook gegeven aan de engel die de gebeden van de heiligen aanbiedt (vers 3-4). Wanneer de gloeiende kolen (vers 5) naar buiten worden gegooid (naar de voorhof van de tempel, naar de aarde), ziet Johannes het goddelijke oordeel vallen op de rebellerende mensheid.

Hoe werden bazuinen gebruikt in het Oude Testament? DE 7 BAZUINEN (1) “En de zeven engelen die de zeven bazuinen hadden, gingen zich gereedmaken om op de bazuin te blazen.” (Openb. 8:6) Hoe werden bazuinen gebruikt in het Oude Testament? Om de mensen bij elkaar te brengen (Numeri 10:2-4) Om te waarschuwen en om tot oorlog op te roepen (Numeri 10:9) Om de feesten, het brandoffer en de vredeoffers te vieren (Numeri 10:10) Om de "dag des Heren" aan te kondigen, het Oordeel (Joël 2:1) Het volk van God is al verzegeld (9:4) en de vier engelen laten de winden los (9:14-15; zie 7:1-3), dus dit gebeurt parallel aan de laatste zeven plagen.

DE 7 BAZUINEN (2) “En de zeven engelen die de zeven bazuinen hadden, gingen zich gereedmaken om op de bazuin te blazen.” (Openb. 8:6) De bazuinen lijken erg op de plagen in Egypte en andere fragmenten uit het Oude Testament. Als we het zegel en de wind interpreteren als van toepassing zijnde op alle heiligen (Efeziërs 1:13), kunnen we de interpretatie van de zeven bazuinen toepassen op de geschiedenis zoals getoond in de volgende Dia’s.

1ste 2de 3re 4de

OMSCHRIJVING INTERPRETATIE REFERENTIES 1ste Hagel en vuur vermengden zich met bloed. Groen gras en een derde van de bomen worden verbrand. Oordeel over Jeruzalem. Bomen = De Rechtvaardigen: Ps. 1:1-3; Is. 61:3; Jer. 11:16-17. Hagel, vuur en bloed: Ex. 9:23-26; Jes. 10: 16-20; Ez. 38:22. Jeruzalem: Matt. 23:37-38; Luk. 23:28-31. 23:28-31. 2de Een grote brandende berg valt in de zee. Een derde deel van de zee wordt bloed, een derde van de zeedieren sterft en een derde van de schepen wordt vernietigd. Oordeel over Rome. Bloed: Ex. 7:19-21. Berg = Babylon: Jer. 51:24-25, 41-42. Babylon = Rome: 1 Petr. 5:13 3de Een grote ster brandend als een fakkel (Alsem) valt op zoet water en een derde van de wateren wordt alsem. Oordeel over de kerk in de middeleeuwen. Een ster valt = het werk van Satan: Jes. 14:12-19; Luk. 10:18; Openbaring 12:9. Alsem = De waarheid is bewaard gebleven: Ps. 1:3; 84: 6-7; 119: 105; Jer. 02:13 4de De bronnen van licht (zon, maan en sterren) worden geraakt. Gedeeltelijke duisternis. Oordeel over het Rooms Katholicisme en het Protestantisme. Duisternis = de waarheid is overschaduwd: Ex. 20:21-23; Job 38:2; Is. 8:22; Jn. 1:4-11; 3:18-21.

5de 7de 6de

OMSCHRIJVING INTERPRETATIE REFERENTIES 5de Een ster valt, de afgrond is open en de rook brengt duisternis. Sprinkhanen met de kracht van schorpioenen martelen mannen, maar geen bomen. Oordeel over atheïsme en secularisme Bomen = De Rechtvaardigen (zie 1e bazuin). Het licht afwijzen houdt straf in: Openb. 9:3-11; Luk. 10:17-20; Ef. 1:13-14. 6de De wind van de Eufraat wordt vrijgegeven. Een groot leger doodt een derde van de mensen met vuur, rook en zwavel. De afgodische mensen hebben geen berouw. Oordeel over het geestelijke Babylon. Slag bij de rivier de Eufraat: Openbaring 16:12-16. De val van Babylon: Jes. 47:9-12. De afgoderij van Babylon: Dan. 5:4,23. 7de Vreugde in de hemel omdat de wereld uiteindelijk is gered. De Wederkomst Oordeel: Ps. 9:8; 96:16; Handelingen 17:31.

DE ENGEL MET HET KLEINE BOEK "En ik zag een andere sterke Engel uit de hemel afdalen. Hij was bekleed met een wolk en boven Zijn hoofd was een regenboog. Zijn gezicht was als de zon, en Zijn voeten waren als zuilen van vuur." (Openbaring 10: 1) Er is een verklarende tussenpoos tussen Gods oordelen over de goddelozen en de 7e bazuin. God legt uit hoe Hij mensen tot Hem heeft geroepen tijdens de 1260 jaar van vervolging en vóór het einde van de genade. Hij gebruikte het Overblijfsel (hoofdstuk 10) en de Bijbel (hoofdstuk 11). Het aspect van de machtige engel in Openbaring 10 openbaart dat Hij Jezus Christus is (Openbaring 1:13-16; 5:5; Hos. 11:10; Amos 3:8).

DE ENGEL MET HET KLEINE BOEK “en Hij zwoer bij Hem Die leeft in alle eeuwigheid, Die de hemel heeft geschapen met wat daarin is, de aarde met wat daarop is en de zee met wat daarin is, dat er geen tijd meer zou zijn." (Openbaring 10:6) 457 v. Chr 1844 NC 2300 jaar 538 NC 1798 NC 1260 jaar De boodschap van die engel is het laatste verzegelde deel van Openbaring. De engel heeft het boek Daniël in zijn hand en Hij verklaart dat er geen tijd meer zal zijn (zie Daniël 12:7-9). Die verklaring wordt vermeld tussen het einde van de 1260 jaar van vervolging en het einde van de langste tijdprofetie in Daniël, de 2300 jaar (dat wil zeggen 1844 NC). Er zijn daarna geen tijdprofetieën meer. Er is maar één taak: het Evangelie prediken. "En Hij zei tegen mij: ‘U moet opnieuw profeteren over vele volken, naties, talen en koningen.'" (Vers 11).

"Deze tijd, die de engel met een plechtige eed aankondigt, is niet het einde van de geschiedenis van deze wereld, noch van de proeftijd, maar van de profetische tijd, die aan de komst van onze Heer zou moeten voorafgaan. Dat wil zeggen, de mensen zullen na een bepaalde tijd geen andere specifieke tijdsboodschap meer hebben ... . De langste tijdrekening reikt tot het najaar van 1844.“ Ellen G. White (SDA-Bijbelcommentaar, op Openbaring 10)

DE TWEE GETUIGEN "En mij werd een meetlat gegeven, die op een staf leek. En de engel was erbij komen staan en zei: Sta op en meet de tempel van God, het altaar en hen die daarin aanbidden." (Openbaring 11: 1) De tempel die Johannes moest meten was het Hemelse Heiligdom en zijn Gouden Altaar. De buitenste voorhof moest niet worden opgemeten, omdat het de Aarde vertegenwoordigt, waar het volk van God gedurende 1260 jaar vervolgd zou worden. Tijdens de vervolging werken de twee getuigen onder barre omstandigheden. Door dat te vergelijken met het visioen in Zacharia 4, begrijpen we dat die twee getuigen zijn: “het Woord van de Heer", versterkt door "Mijn Geest" (vers 6).

Verenigde Bijbelgenoot-schappen DE TWEE GETUIGEN "En wanneer zij hun getuigenis volbracht hebben, zal het beest dat uit de afgrond opkomt, oorlog met hen voeren en het zal hen overwinnen en hen doden." (Openbaring 11:7) Tegen het einde van de vervolging probeerde de Franse Revolutie de Bijbel te vernietigen door deze gedurende drie en een half jaar te verbieden (van 26-11- 1793 tot 17-6-1797). De bijbelverenigingen verspreidden de Bijbel echter op zo'n manier dat deze weer werd verheven, zodat die nooit kon worden vernietigd. "Voor eeuwig, HEERE, staat Uw woord vast in de hemel." (Psalm 119: 89) Verenigde Bijbelgenoot-schappen

Ellen G. White (Selected Messages, vol. 3, cp. 57, p. 426) "Plechtige gebeurtenissen die voor ons liggen, moeten nog plaatsvinden. Bazuin na bazuin moet klinken; schaal na schaal worden uitgestort, een na de ander, op de bewoners van de aarde. Scènes van verbazingwekkende belang staan pal voor ons. Deze dingen zullen zeker aanwijzingen zijn van de aanwezigheid van Hem die elke agressieve beweging heeft geregisseerd, Die de mars van Zijn zaak door de eeuwen heen heeft vergezeld, en die zich genadig heeft toegewijd om met Zijn mensen te zijn in al hun conflicten tot het einde van de wereld. Hij zal zijn waarheid rechtvaardigen. Hij zal het laten zegevieren. Hij is klaar om zijn gelovigen te voorzien van motieven en kracht van doel (krachtige doelen??), hen te inspireren met hoop en moed in verhoogde activiteit als de tijd is aangebroken. " Ellen G. White (Selected Messages, vol. 3, cp. 57, p. 426)