Wat is mol??? Rekenen aan de deeltjes. Meten aan stoffen Grootheden en eenheden Grootheid = wat we meten, de elektrische energie die we gebruiken. Eenheid.

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
Concentratie Hardheid van water ADI-waarde
Advertisements

De mol.
Molairiteit Klas 4.
Wijziging planning Vandaag korte uitleg over 3.6/3.7, Powerpoint staat bij downloads. Vandaag zelf practicum 3.10 uitvoeren na uitleg Woensdag SO reactievergelijkingen,
Dichtheid Dit hoofdstuk gaat over dichtheid. Dichtheid is een eigenschap van een stof, en is voor iedere stof anders.
3T Nask1 Hoofdstuk 1 Elektriciteit
Kun je complexe problemen oplossen.
Chemisch rekenen Bij scheikunde wordt gebruikt gemaakt van het aantal
Stoffen en stofeigenschappen
Stoffentransport tussen cellen en hun omgeving
mol molariteit percentage promillage ppm
percentage promillage ppm
Stoffen, moleculen en atomen
Massaverhoudingen Klas 3
Molair Volume (Vm).
Chemische reacties De mol.
Scheikunde DE MOL.
Samenvatting Hoofdstuk 3
Opstellen van zuur-base reacties
Reactiesnelheid 1 4 Havo/VWO.
De Mol 2 4 Havo-VWO.
Rekenen met atomen De mol.
5 VWO Hst 8 – zuren en basen.
Stoffen en stofeigenschappen
Berekeningen aan redoxtitraties
Paragraaf 3.1.
Paragraaf 1.5 Volume & inhoud.
Massa’s en massaverhoudingen bij een chemische reactie
3.6 Rekenen aan reacties 4T Nask2 3 Verbrandingen.
4.5 Samenstelling van mengsels
Chemisch rekenen Bij scheikunde wordt gebruikt gemaakt van het aantal
Chemisch rekenen: overzicht
Analyse van energiesystemen (TB142E)
1.5 De snelheid van een reactie
Energie De lading van een atoom.
De chemische concentratie
4.4.Doorstroom Scheikunde H 1
Nova Scheikunde VWO hoofdstuk 1
Formules, vergelijkingen en mol (en)
Chemisch rekenen voor oplossingen
Verdunningen berekenen
Chemisch rekenen Hfst 3.4 t/m 3.7. Een chemische reactie verloopt vaak niet voor 100% De opbrengst (de Yield = de hoeveelheid product(en) is dan lager.
Summerschool Algemene Chemie
Wet van Lambert en Beer.
Molariteit Molariteit concentratie van stof X [X] = Eenheid molair M
Mol paar dozijn gros mol • 1023.
Rekenen aan reacties Zo doe je dat Stap 1
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 4
Metalen & opfris molberekeningen Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 2.
Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 5
Rekenen met concentratie
Rekenen aan reacties Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 3.
Rekenen aan reacties 4 Scheikunde Niveau 4 Jaar 1 Periode 3 Week 6.
Hoofdstuk 4 Mengen en scheiden
Stappenplan rekenen stap 1: LEZEN stap 2: kloppende reactievergelijking stap 3: molecuulmassa’s stap 4: massaverhouding stap 5: verhoudingstabel stap 6:
Duid aan of de onderstaande deeltjes als reductor (RED), als oxidator (OX) of als beide kunnen optreden (RED + Ox) Fe3 Fe2 H2O2 H2S Cl MnO2(vast) NO2
3.7 Rekenen met massaverhoudingen
Scheikunde Chemie overal
massapercentages Zo doe je dat Deel weegt 0,20 g Geheel weegt 3,95 g 1
Paragraaf 1.3 – Zinken,zweven en drijven
Rekenen met atomen De mol.
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Milieu Jaar 1 Periode 3.
Scheikunde leerjaar 2.
Hoofdstuk 21 Metriek stelsel. Hoofdstuk 21 Metriek stelsel.
Drijven zinken zweven basisstof 6.
Zouten 6.3.
Wetenschappelijk onderzoek naar chemische formules
Berekeningen aan redoxtitraties
Rekenen met verhoudingen
Transcript van de presentatie:

Wat is mol??? Rekenen aan de deeltjes

Meten aan stoffen Grootheden en eenheden Grootheid = wat we meten, de elektrische energie die we gebruiken. Eenheid = afgesproken maat om mee te meten kilowattuur (kWh)

Hoeveel stof? GrootheidEenheid Massa Volume Aantal deeltjes

De mol Een mol = een (héél groot) afgesproken aantal deeltjes Dit aantal deeltjes = 6,

Voorbeeld 1 dozijn eieren = 12 eieren 1 gros schoenveters = 144 schoenveters 1 mol atomen = atomen (≈ 6, atomen)

Chemisch rekenen 1 molecuul1 atoom2 atomen 1 dozijn 1 gros 1 mol

Waarom 6,02214·10 23 ??? 1 dozijn eitjes van 8,33 g elk heeft een massa van (12 stuks x 8,33 g =) 100 g 1 mol atomen van 1 u elk heeft een massa van (6,02·10 23 stuks x 1,66· g =) 1 g

dus onthoud: Een atoommassa van X u ?? Dan heeft 1 mol van die atomen een massa van X gram (in plaats van X kun je invullen wat je wilt)

Avogadro

Voor een klein idee van 6,02214· mL water is één mol Als je atomen zou kunnen tellen met een snelheid van 10 miljoen stuks per seconde, dan zou je er nog 2 miljard jaar over doen om alle atomen in één mol te tellen.

1 mol knikkers Hoeveel is éen mol knikkers? Past het in het lokaal? Past het in de school, Veenendaal, Utrecht of Europa

Berekening: 1knikker =1 cm 3 1 mol knikkers is: 6,0 x cm 3 (1 km 3 = ( ) 1,0 x cm 3 ) dus 1 mol knikkers= 6,02 x 10 8 km 3 Opp aarde = 4 π r 2 (r = 6378 km) 4. π = 5,1 x 10 8 km 2 volume/oppervlak = hoogte 6.02x 10 8 /5,1x10 8 = 1,2 km !!!!! (een deken knikkers van 1,2 km dik om de aarde)

Chemische rekenen in reacties Vraag: hoeveel gram zwavel reageert met 8,0 gram ijzer

Berekening 1.Hoeveel mol is 8,0 gram ijzer (massa naar deeltjes) 2.In welke verhouding reageren ijzer en zwavel. 3.Hoeveel deeltjes zwavel zijn nodig 4.Hoeveel gram is dat aantal deeltjes

Reken schema Stof ijzer zwavel ijzersulfide Reactie- vergelijking 1Fe+1S  1FeS Verhouding Deeltjes(mol) 1, mol (Molaire massa) 55,85 g/mol 32 g/mol Massa 8,0 g = 4,6 g (overmaat)

Stof water stof zuurst of water Reactie vergelijking 2H2H2 +1O2O2  2H2OH2O Verhouding Deeltjes(mol) (Molaire massa) Massa 10 g

Stof water stof zuurst of water Reactie vergelijking 2H2H2 +1O2O2  2H2OH2O Verhouding Deeltjes(mol) 5 mol (Molaire massa) 2 g/mol Massa 10 g

Stof water stof zuurst of water Reactie vergelijking 2H2H2 +1O2O2  2H2OH2O Verhouding Deeltjes(mol) 5 mol 2,5 mol (Molaire massa) 2 g/mol Massa 10 g

Stof water stof zuurst of water Reactie vergelijking 2H2H2 +1O2O2  2H2OH2O Verhouding Deeltjes(mol) 5 mol 2,5 mol (Molaire massa) 2 g/mol 32 g/mol Massa 10 g 80 g

Stof water stof zuurst of water Reactie vergelijking 2H2H2 +1O2O2  2H2OH2O Verhouding Deeltjes(mol) 5 mol 2,5 mol 5 mol (Molaire massa) 2 g/mol 32 g/mol 18 g/mol Massa 10 g 80 g 90 g

Stof water stof zuurst of water Reactie vergelijking 2H2H2 +1O2O2  2H2OH2O Verhouding Deeltjes(mol) 5 mol 2,5 mol 5 mol (Molaire massa) 2 g/mol 32 g/mol 18 g/mol Massa 10 g+ 80 g 90 g Volume Concentratie (molariteit) Wet van behoud van massa!!!!!! En geen wet van behoud van deeltje!!!!!

concentratie Stof zoutzuur Deeltjes(mol) mol mol (Molaire massa) 98 g/mol Massa Volume 25 mL X mL Concentratie (molariteit) 1,2 mol/L 0,10 mol/L 25 mL van 1,2 M zoutzuur bevat 30 mmol. ( mol) Het volume moet 0,10 M (mmol/mL) worden. 1 mL bevat in de nieuwe oplossing 0,10 mmol. Voor 30 mmol heb je dus 300 mL nodig. Je hebt al 25 mL. Je moet dan 300 mL – 25 mL = 275 mL water toevoegen. c M = n / V Molariteit is de hoeveelheid mol van een stof er in 1 L oplosmiddel (meestal water) is opgelost.