De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Scheikunde DE MOL.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Scheikunde DE MOL."— Transcript van de presentatie:

1 Scheikunde DE MOL

2 De bouw van Stoffen Bestaan uit moleculen.
Moleculen bestaan uit nog kleinere deeltjes: ATOMEN (atoom = ondeelbaar) Atoom Molecuul

3 Een atoom bestaat uit een kern met protonen en neutronen en daarom heen elektronen.

4 Molecuulmassa (Mw) De som van de atoommassa’s van alle atomen die in een molecuul voorkomen Eenheid: u

5 1 atoom O weegt 16 u 1 mol O atomen weegt dan: 6,0223 x 1023 X 16 u Doordat u= 1, gram geldt: 1 mol O weegt 16 gram.

6 Molaire Massa (Molmassa)
De massa van 1 mol stof in gram Symbool is MM. Eenheid= gram B.v. Wat is de molecuulmassa van NH3? Wat is dan de molmassa?

7 Rekenschema Je weet altijd hoeveel 1 mol stof weegt, die is namelijk gelijk aan de molecuulmassa van een stof. B.v. voor H2O geldt: 1 mol 18 gr mol x gr

8 Natriumoxide heeft de formule NaO2
Reken uit: 5 mol natriumoxide = …..gram 500 gram natriumoxide = ….. mol

9 De coëfficiënten in een reactievergelijking geven zowel de verhouding van het aantal moleculen als van het aantal mol aan, waarin stoffen reageren of ontstaan.

10 Stappenschema 1 Stel de reactievergelijking op
2 Bepaal van welke stof de hoeveelheid is gegeven en van welke stof de hoeveelheid wordt gevraagd. 3 Leid uit de reactievergelijking de molverhouding af tussen de gegeven stof en de gevraagde stof 4 Reken de hoeveelheid gegeven stof om in mol 5 Bereken uit het aantal mol gegeven stof en de verhouding in mol van stap 3 het aantal mol gevraagde stof. 6 Reken het aantal mol gevraagde stof om in de gevraagde eenheid 7 Controlestap: Heb je de vraag beantwoord en heb je het antwoord in de juiste eenheid?

11 Bereken hoeveel gram koolstofdioxidegas ontstaat bij de verbranding van 10,0 gram butaan (C4H10 (g) ).

12 Stappenschema: 1 2 C4H O2  8 CO H2O 2 gegeven : 10,0 gram C4H10 gevraagd: aantal gram CO2 3 mol C4H10 : mol CO2 = 2 : 8 = 1 : 4 4 10,0 gram C4H10 = 10,0 / 58,12 = 0,17 mol (MW C4H10 = 58,12 u) 5 zie stap 3, er ontstaat 4 keer zoveel mol CO2, dus 0,6882 mol CO2 6 0,6882 mol CO2 = 0,6883 x 44= 30,29 g 7 Gedaan.

13 Bereken de molecuulmassa van
H2SO4 FeO Hoeveel gram weegt: 1,2 mol P 3 mmol fluor Hoeveel mol is: 4,6 gram C2H6 500 mg CuCO3

14 2H2 + O2  2 H2O 1 Geef de molverhouding waar in waterstof en zuurstof met elkaar reageren. 2 In welke massaverhouding moet je waterstof en zuurstof mengen voor de bereiding van water? 2 Cu2O3  4Cu + 3O2 3 Hoeveel ton koper kan worden verkregen uit 100 ton Cu2O3?


Download ppt "Scheikunde DE MOL."

Verwante presentaties


Ads door Google