Consumentengedrag Les 2: Consumentengedrag (paragraaf 1.1 – 1.3)
Doel van vandaag: De leerling heeft, aan het einde van de les, inzicht in wat behoeften, motieven en attitudes zijn en hoe deze toegepast worden in consumentengedrag.
Vraag van de dag: Hoe verkoop je een Ipad aan een dakloze?
Leg de volgende kernbegrippen uit: Doen Leg de volgende kernbegrippen uit: Consument Behoeften Primaire behoeften Secundaire behoeften Materiele behoeften Immateriële behoeften Effectieve behoeften Latente behoeften Individuele behoeften Collectieve behoeften Motivatie Nodig: drie kleuren post-it’s Eén voor het kernbegrip Eén voor de uitleg Eén voor de verbinding tussen de kernbegrippen Maak conceptmap van de verschillende kernbegrippen. Leg hierbij ook de verbindingen tussen de verschillende behoeften. Let op deze worden naar mate de lessen uitgebreid met meerdere concepten en kernbegrippen, na iedere dia vul je de conceptmap uit. Dit kan in individueel, in groepjes of in de klas DENK ERAAN DAT ZE BRONNEN TOEVOEGEN BIJ DE UITLEG!
Behoeftehiërarchie van Maslow Niet heilig Volgens sommigen achterhaald Motieven om iets te kopen: 1 overlevingsmotieven (onderste 2) 2 sociale motieven (middelste 1,5) 3 groeimotieven (bovenste 1,5)
Verband tussen behoeften en motieven Als je kijkt naar de behoeften piramide van Maslow en de vraag van de dag. Kun je dan motiveren waarom je wel of niet een Ipad kunt verkopen aan een dakloze?
Attitude (1) Zo nu eerst een …. Heerlijk, helder…. Je hebt bier, en je hebt…. ‘Biertje?’ ‘Voor elkaar’ ‘Vakmanschap is meesterschap’ Grote kans dat je minimaal één en waarschijnlijk al deze slogans wel kent. Waarschijnlijk klinken de drie uitspraken ook bekend in de oren. Het zijn slogans die behoren bij verschillende biermerken en die worden gebruikt in verschillende bierreclames. Als je de slogans kent betekent dit dat je regelmatig aan de reclames bent blootgesteld. Het zijn bierreclames die vooral veel jongeren bereiken. Ondanks dat het niet goed is voor jongeren er campagnes zijn, blijven jongeren te vroeg, te vaak en te veel alcohol drinken. Van belang is dat jongeren zich de gevaren van het alcoholgebruik realiseren. Met andere worden hun attitude ten aanzien van alcoholgebruik dient op een gewenste manier gevormd en/of veranderd te worden, en dat dit uiteindelijk in hun gedrag tot uiting komt.
Attitude (2) Een attitude is een evaluatie van een persoon, een voorwerp of een idee (attitudeobject). Deze bestaat uit 3 componenten. Een cognitieve component: onze gedachten en opvattingen op attitudeobject : Weten Een affectieve component: emotionele reactie op attitudeobject : Voelen Een gedragsmatige component: handelingen of gedrag op attitudeobject: Doen
Attitude (3) Op welke wijze zal de consument het beste beïnvloed kunnen worden als het gaat om attitude? Plaats in volgorde: Cognitief Affectief Conatief
Beïnvloeding van ons koopgedrag (DOEN) Leg de volgende kernbegrippen uit: Sociale invloeden Cultuur Abstracte cultuurelementen Concrete cultuurelementen Cultuurpatronen Subculturen Sociale klasse Welstandklassen Referentiegroep Informatieve invloed Expressieve invloed Normatieve invloed Primaire groepen Associatieve groepen Aspiratiegroepen Dissociatieve groepen Persoonlijke factoren (inclusief de vier rollen) Gezinslevenscyclus Economische situatie Koopkracht Brutoloon Nettoloon Vrij besteedbaar inkomen Doe hetzelfde met deze begrippen als met eerdere begrippen. Laat ze de verbindingen maken met de verschillende begrippen die uit de gehele les komen. Waar kunnen lijnen getrokken worden? Bespreek dit in de hele groep!
Verwerkingsopdracht (in tweetallen) Hoe kun je de aangeboden kennis van vandaag toepassen op je product? Welke kernbegrippen kunnen van belang zijn? Hoe kun je deze beschrijven in je verslag?