De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Thema 3: De verzorgingsstaat

Verwante presentaties


Presentatie over: "Thema 3: De verzorgingsstaat"— Transcript van de presentatie:

1 Thema 3: De verzorgingsstaat

2 Paragraaf 1 Verzorgingsstaat : een staat waarin de overheid medeverantwoordelijkheid draagt voor de primaire behoeften van haar burgers. Welfare triangle: de driehoek van overheid, markt en particulier initiatief.

3 Paragraaf 2 Begrippen: Industrialisatie
Dilemma van de collectieve actie Arbeidersbeweging Functies van de verzorgingsstaat (verzorgen, verzekeren, verheffen, verbinden)

4 Dilemma van de collectieve actie
Video!

5 Met het dilemma van de collectieve actie (ook wel bekend als het free-riderprobleem ) bedoelt men het dilemma dat mensen gebruik kunnen maken van een goed of dienst zonder ervoor te betalen of bij te dragen aan de instandhouding ervan. Het dilemma doet zich alleen voor bij collectieve goederen.

6 Paragraaf 3 Begrippen Sociaal minimum
Minimum-behoefte-functie (minimaal nodig) Loondervingsfunctie (‘op niveau blijven’) Equivalentiebeginsel (betalen en krijgen) Solidariteitsbeginsel (betalen naar draagkracht)

7 Sociale verzekeringen volksverzekering werknemersverzekering Sociale voorzieningen

8 Paragraaf 4 Begrippen: Sociale ongelijkheid: Er is in de samenleving een ongelijke verdeling van macht, inkomen en kennis De overheid probeert via onderwijs de bereikbaarheid van kennis, macht en inkomen voor iedereen gelijk te maken. (let op: bereikbaarheid gelijkmaken, niet de uiteindelijke kennis, macht en inkomens gelijkmaken)

9 Discussie: Heeft iedereen gelijke kansen in Nederland?

10 Paragraaf 5 Er zijn verschillende types verzorgingsstaat. In paragraaf 5 lees je die allemaal terug, ze zijn grofweg te verdelen in de 3 stromingen die we eerder hebben behandeld:

11 Politieke stromingen, in relatie tot de verzorgingsstaat:
Sociaal-democratisch: gericht op gelijkheid, veel voorzieningen, hogere belastingen. Christen-democratisch: gericht op het gezin, niet op het individu. Redelijk hoge belastingen. Liberaal: gericht op vrijheid, lagere belastingen, maar daarom ook minder voorzieningen.

12 Toepassen: Tekstboek pagina 122 en 123: Hoe geef je invulling aan de 4 functies van de verzorgingsstaat, en in hoeverre lukt dat? Bekijk de bronnen.

13 Naar de toets toe (1) Wat is een verzorgingsstaat?
Wat is de welfare triangle? Wat is het verschil tussen sociale voorzieningen en sociale verzekeringen? Wat is het verschil tussen volksverzekeringen en werknemersverzekeringen?

14 Naar de toets toe (2): Welke drie visies op de verzorgingsstaat zijn er? Welke 3 varianten van de verzorgingsstaat zijn er? Welke bedreigingen zijn er voor de verzorgingsstaat?

15 Naar de toets toe (3): Welk type verzorgingsstaat herken je in deze tabel? Leg uit

16 Naar de toets toe (4): 50 plus haalde bij de verkiezingen 4 kamerzetels. Leg uit waarom juist deze partij zich zorgen maakt over de verzorgingsstaat en welk risico zij zien voor hun stemmers.


Download ppt "Thema 3: De verzorgingsstaat"

Verwante presentaties


Ads door Google