Schrijven 2.1 en 2.2 Formuleren en Stijl 2.1 Les 1 Schrijven 2.1 en 2.2 Formuleren en Stijl 2.1
Schrijven 2.1 – langere teksten schrijven Bij het schrijven van langere teksten doorloop je drie fasen: Fase 1: voorbereiding 1. Kies een onderwerp dat niet te breed, maar ook niet te beperkt is. 2. Kies de tekstsoort die het best pakt bij jouw publiek. 3. Verzamelen betrouwbare bronnen (internet, bibliotheek, interviews, enquêtes, etc.) 4. Maak een schrijfplan waarin de deelonderwerpen en de korte inhoud per hoofdstuk staan weergegeven.
Fase 2: Uitvoering 1. Schrijf de eerste, voorlopige, versie van het middenstuk/de kern. 2. Zoek de informatie op die je nog mist. 3. Verwerk nieuwe inzichten en pas zo nodig je schrijfplan aan. 4. Herschrijf je tekst net zolang tot je helemaal tevreden bent over de inhoud.
Fase 3: Afronding 1. Verbeter de taalfouten. 2 Fase 3: Afronding 1. Verbeter de taalfouten. 2. Voeg, afhankelijk van de tekstsoort, een inhoudsopgave, bronvermelding, inleiding, conclusie/samenvatting, voor- en nawoord, titelpagina en omslag toe. 3. Zorg voor een passende en duidelijke lay-out. 4. Controleer je tekst nog een keer en haal de laatste foutjes eruit. Het werkt ook goed om iemand anders naar je tekst te laten kijken. Een frisse blik is nooit verkeerd.
Schrijven 2.2 – bronnen gebruiken Bronnen gebruik je bij het schrijven van langere teksten, het maken van werkstukken en de voorbereiding op bijvoorbeeld een betoog. Zonder bronnen ben je nergens. Zonder dingen op te zoeken, kom je nergens. Geef wel weer waar je informatie vandaan hebt, anders pleeg je plagiaat. Plagiaat is strafbaar. Plekken voor het vinden van bronnen: - Internet (Google, Wikipedia) - Bibliotheek/mediatheek (digitale catalogus) - Radio + tv (www.omroep.nl of www.uitzendinggemist.nl) - Personen/deskundigen (interviews)
Regels voor bronvermelding van een boek Boek: achternaam schrijver, voorletter(s) (jaar uitgave). Titel. Plaats: naam uitgever. - Van der Lugt, D (2006). Interviewen in de praktijk. Groningen: Wolters Noordhoff. Dit komt op de toets! Je krijgt de beschrijving van een boek, waarna je de bronvermelding op de enige correcte manier moet laten zien.
Regels voor bronvermelding vanuit een krant/tijdschrift Artikel: achternaam schrijver, voorletter(s) (jaar uitgave). Titel artikel. Titel tijdschrift, nummer tijdschrift, pagina’s. - Jansen, D (2011). Oorlog in Irak. Nieuwe Revu, 320, p 16 – p 21.
Regels voor bronvermelding: van het internet Internet: achternaam schrijver, voorletter(s) (zo mogelijk jaar). Titel tekst. Geraadpleegd op (datum) via (compleet internetadres) - Van Peppen, A (2011). Depuis ontkent in Pauw misstanden in de zorg. Geraadpleegd op 23-11-2014 via http://www.volkskrant.nl/dossier-zorg/dupuis-ontkent-in-pauw- misstanden-haagse-zorgcentra~a3783710/. Is de schrijver onbekend, noteer dan ‘Schrijver onbekend’. Het noteren van de geraadpleegde datum MOET. Internet verandert immers om de haverklap.
Formuleren en stijl 2.1 Persoonsvorm: enkelvoud of meervoud? Belangrijkste begrip uit deze paragraaf: incongruentie. Als het onderwerp in het meervoud staat, staat de persoonsvorm ook in het meervoud. Zelfde is aan de hand bij een onderwerp in het enkelvoud. ‘Het meisje liepen alleen over straat’ ‘De bijen heeft honing gemaakt’ Hier is het duidelijk fout, maar dit is niet altijd zo!
Goed of fout? 1. Volgens de moeder van mijn vriendin is de media in Nederland te kritisch. 2. Een zwerm bijen achtervolgden de jongen. 3. De politie zijn massaal uitgerukt na de melding over een mogelijke aanslag. 4. Een groot aantal vlinders zijn uitgestorven. 5. De menigte bewegen zich langzaam in de richting van het voetbalstadion. 6. Het tiental kwamen te laat aan. 7. De kudde schapen worden in de winter in de stal geplaatst. 8. De antibiotica werkt tot nu toe prima.
Goed of fout? 1. Volgens de moeder van mijn vriendin is de media in Nederland te kritisch. 2. Een zwerm bijen achtervolgden de jongen. 3. De politie zijn massaal uitgerukt na de melding over een mogelijke aanslag. 4. Een groot aantal vlinders zijn uitgestorven. 5. De menigte bewegen zich langzaam in de richting van het voetbalstadion. 6. Het tiental kwamen te laat aan. 7. De kudde schapen worden in de winter in de stal geplaatst. 8. De antibiotica werkt tot nu toe prima. Allemaal fout!
Huiswerk Alle opdrachten van Schrijven 2.1 + 2.2 (vanaf bladzijde 96) en Formuleren en stijl 2.1 (vanaf bladzijde 225). Als je klaar bent, kan je aan de slag met de voorbereiding van je betoog