Premeting LSCI-onderzoek Jaarwerk Prof. Dr. E. Broekaert & F. D’Oosterlinck Ilse De Coninck, Laetitia Deweer, Tom Mercier, Greet Ryckaert, Anne-Lore Van Geele, Sara Vanlauwe
Wetenschappelijk onderzoek Screeningsonderzoek: 520 geplaatste jongeren (categorie 14) Effectonderzoek: premeting - crisisinterventiemethodiek - postmeting Experimentele groep (42 jongeren) in vergelijking met controlegroep
Premeting: vragenlijsten in te vullen door de jongeren: S.I.G. (Schaal voor Interpersoonlijk gedrag) M.A.S.C. (Multidimensional Anxiety Scale for Children) BDHI-D (Buss-Durkee Hostilily Inventory-Dutch) CBSA (Competentiebelevingsschaal voor adolescenten)
Onze taken: 4 fasen 1. Lezen en begrijpen van de handleiding van de 4 vragenlijsten. 2. Scoren van de afgenomen vragenlijsten. 3. Opstellen van codeboek en invoeren van de gegevens in SPSS. 4. Analyse en interpretatie van de resultaten.
Fase 1: Lezen en begrijpen van de handleiding van de 4 vragenlijsten.
S.I.G. meet: De frequentie (het voorkomen) van sociaal adequaat gedrag en de ervaren spanning bij Het uiten van negatieve gevoelens (kritiek geven, weigeren) Het uiten van onzekerheid en eigen ontoereikendheid (kritiek krijgen, aandacht en hulp vragen) Jezelf kenbaar maken (contact leggen, mening geven) Het uiten van positieve gevoelens (geven en ontvangen van complimenten en waardering)
M.A.S.C. is: Een sociale angstschaal die volgende zaken meet: fysieke symptomen schadevermijding sociale angst separatie-angst
BDHI-D meet: Indirecte agressie Directe agressie Sociale wenselijkheid
CBSA : Geeft een indruk over hoe de jongere zichzelf ervaart en hoe hij zijn eigen vaardigheden en/of adequaatheid op een aantal relevante levensgebieden inschat. De bevraagde subschalen zijn: sociale acceptatie schoolvaardigheden sportieve vaardigheden fysieke verschijning gedragshouding gevoel van eigenwaarde
Fase 2: Scoren van de afgenomen vragenlijsten Fase 2: Scoren van de afgenomen vragenlijsten. Fase 3: Opstellen van codeboek en invoeren van de gegevens in SPSS.
Fase 4: Analyse en interpretatie van de resultaten.
4.1. Zijn beide groepen vergelijkbaar? Voor de 4 vragenlijsten: geen significante verschillen tussen experimentele en controlegroep. Dit is een noodzakelijke voorwaarde om het effect van de crisisinterventie-methodiek na te gaan.
4.2. Scoren jongeren in klinisch gebied? Gezien de vergelijkbaarheid van beide groepen beschouwden we ze als 1 geheel. We gingen bij elke vragenlijst na of de geplaatste jongeren al dan niet in het klinisch gebied scoren.
Resultaten over het algemeen: goede competentiebeleving (CBSA) lage graad van angst (MASC) weinig problemen in interpersoonlijk gedrag (SIG) maar: hogere mate van directe en indirecte agressie (BDHI-D) 89,2% hoge tot zeer hoge directe agressie 86,9% hoge tot zeer hoge indirecte agressie