HET LEVEN IN DE VROEGE KERK Les 3 voor 21 juli 2018
De Kerk werd gedreven door de Heilige Geest en begon de missie te vervullen die Jezus had opgedragen. Christenen predikten het evangelie, verrichtten wonderen en de Kerk groeide, vooral onder de Joden. De Kerk kreeg te maken met tegenstand en overwon die. Het moest ook interne problemen oplossen. Het leven in de Kerk Handelingen 2: 42-47; 4: 32-37. De Kerk onderwijst het evangelie Handelingen 3. De Kerk wordt geconfronteerd met oppositie Handelingen 4:1-31. Zonden binnen de Kerk Handelingen 5:1-11. Het verdedigen van de Kerk Handelingen 5:12-42.
HET LEVEN IN DE KERK Handelingen 2: 42-47; 4: 32-37 "En zij volhardden in de leer van de apostelen en in de gemeenschap, in het breken van het brood en in de gebeden. ... En allen die geloofden, waren bijeen en hadden alle dingen gemeenschappelijk." (Handelingen 2:42, 44) De kerkactiviteiten vonden plaats in het openbaar (in de tempel) en in privéwoningen Leer. De apostelen onderwezen vaak in de tempel (Handelingen 6: 2-4). Ze kwamen samen met al hun joodse broeders. Gemeenschap. Ze waren voortdurend samen in privéwoningen. Dit was een onderscheidend element. Het breken van het brood. Ze vierden het avondmaal in woningen. Gebed. Ze baden zowel in de tempel als in woningen (Handelingen 3: 1) Materiële eenheid. Ze deelden hun materiële bronnen.
DE KERK ONDERWIJST HET EVANGELIE Handelingen 3 "Kom dus tot inkeer en bekeer u, opdat uw zonden uitgewist worden en er tijden van verkwikking zullen komen van het aangezicht van de Heere" (Handelingen 3:19) De Joden gingen om 15.00 uur naar de tempel om te bidden. Dat was toen het middagoffer werd gebracht. Petrus en Johannes genazen een kreupele man bij de ingang van de tempel en gingen met hem mee in de tempel. De kreupele man trok ieders aandacht, en Petrus gebruikte de gelegenheid om te prediken en de mensen tot redding te roepen. Deze preek volgt de kenmerkende punten van de prediking van de vroege kerk.
DE KERK ONDERWIJST HET EVANGELIE Handelingen 3 Jezus is de lijdende Messias (vers 18) Tijden zijn veranderd, maar de boodschap blijft hetzelfde. Jezus stierf voor onze zonden. Hij is opgestaan uit de dood en zal terugkomen. Als we ons bekeren, zal hij onze zonden vergeven en ons het eeuwige leven schenken. God heeft Hem uit de dood opgewekt (vers 15) Hij werd verheerlijkt in de hemel (vers 13) Hij zal terugkomen (vers 20) Onze zonden zijn vergeven indien we ons bekeren (vers 19)
DE KERK WORDT GECONFRONTEERD MET OPPOSITIE "Maar zij dreigden hen nog meer en omdat zij niets konden vinden om hen te straffen, lieten zij hen gaan ter wille van het volk; want ze verheerlijkten allen God over wat er gebeurd was." (Handelingen 4:21) Handelingen 4:1-31 De Sadduceeën geloofden niet in de opstanding, dus spoorden zij de priesters aan om Petrus en Johannes te stoppen. Het Sanhedrin vroeg hen naar de genezing van de kreupele man en Petrus gebruikte de gelegenheid om opnieuw over Jezus Christus te prediken. Hij legde uit dat Jezus de enige weg tot redding is (vers 12) Ze konden Petrus of het wonder niet tegenspreken, dus bedreigden ze de apostelen. De apostelen antwoordden: "..wij kunnen niet nalaten te spreken over wat wij gezien en gehoord hebben." (Vers 20)
ZONDEN BINNEN DE KERK Handelingen 5:1-11 “Petrus zei tegen haar: ‘Waarom toch hebt u met elkaar afgesproken de Geest van de Heere te verzoeken? Zie, de voeten van hen die uw man begraven hebben, zijn voor de deur en zullen u ook uitdragen." (Handelingen 5: 9) Barnabas verkocht een veld dat hij bezat en bracht het geld naar de kerk. Die daad had een impact op de apostelen. Andere mensen zoals Ananias en Saffira wilden door de kerk worden geprezen. Hun harten waren niet zo zuiver en oprecht als die van Barnabas. Ze logen over het geld dat ze gaven. Die leugen kon de zaak van God in diskrediet brengen en de weldadigheid veranderen in een hulpmiddel om kerkelijke voordelen te verkrijgen. God besloot om deze kanker categorisch te stoppen.
HET VERDEDIGEN VAN DE KERK Handelingen 5:12-42 "En nu zeg ik u: Houd u ver van deze mensen en laat hen gaan, want als dit voornemen of dit werk van mensen afkom-stig is, dan zal het afgebroken worden, maar als het van God afkomstig is, kunt u dat niet afbreken, opdat u niet misschien ook tegen God blijkt te strijden." (Handelingen 5: 38-39) De prediking en de wonderen van de apostelen brachten veel mensen ertoe Jezus te aanvaarden. Dit maakte de Joodse leiders boos. Ze arresteerden hen, maar de apostelen ontsnapten op wonderbaarlijke wijze. Ze arresteerden hen opnieuw en ondervroegen hen. Ze konden niet begrijpen hoe Petrus zo kon spreken, omdat hij een ongeschoolde man was.. De Heilige Geest raakte het hart van Gamaliël aan en hij accepteerde de bovennatuurlijke dingen die gebeurden. Hij verdedigde de apostelen en ze werden vrijgelaten.
“Velen zullen in de wetgevende rechtbanken moeten staan; sommigen zullen voor koningen moeten staan en voor de geleerden van de aarde om zich te verantwoorden voor hun geloof. Degenen die slechts een opper- vlakkige kennis van de waarheid hebben, zullen de Schrift niet duide- lijk kunnen uitleggen en gegronde redenen voor hun geloof kunnen geven. Ze zullen in de war geraken en zullen geen werklieden zijn die zich niet hoeven te schamen. Laat niemand zich wanen dat hij niet hoeft te studeren, omdat hij niet vanaf de kansel moet prediken. Je weet niet wat God van je zou kunnen vragen” Ellen G. White (Last Day Events, cp 14, pagina 209)