PABO 4 TMS BCDE model
BCDE model Hoe zit het in elkaar ? Van kiezen vanuit je gevoel, onderbuik… naar beredeneerd kiezen
Kern OMV project Leraren overzien de keuzes. Leraren kiezen bewust voor een bepaald differentiatie ontwerp. Studenten herkennen dat ontwerp. Zij kunnen het gesprek erover voeren (taal).
De pit: differentiatie =omgaan met verschillen =tegemoet komen aan verschillende onderwijsbehoeften van kinderen
Differentiatie is omgaan met verschillen. Welke verschillen eigenlijk? Zie je school / klasvoor je…
Differentiatie Tegemoet komen aan verschillen tussen kinderen Kinderen verschillen op vele manieren... Sociale laag Etniciteit Intelligentie Voorafgaand leren Ervaringen Interesse Mobiliteit Gezondheid Vitaliteit Religie Opvoeding Ontwikkelingsfase
Differentiatie Drie invalshoeken De drie belangrijkste verschillen tussen kinderen rekening mee te houden bij het vormgeven van onderwijs: -Vorderingen. Wat heeft een kind al geleerd? -Interesse. Wat doet een kind graag? -Leerstijl. Manier van omgaan met de dingen, aanpak Met in acht neming van de kenmerken van de ontwikkelingsfase van kinderen.
Scholen verschillen in hun aanpak en de mogelijkheden van hun differentiatie. Wat doen wij eigenlijk?
Doorslaggevend in de vormgeving van onderwijs: de opvatting van leerkrachten. Leerkrachten, jullie dus, staan in een bepaalde traditie. Didactisch: lineair of concentrisch curriculum Pedagogisch: conformistisch of non- conformistisch Organisatorisch: individu of groep als uitgangspunt
Welke schoolsoorten zijn er? Focus op didactiek Schooltypen Welke schoolsoorten zijn er? Focus op didactiek
Onderwijstraditie 1 Lineair curriculum (opsplitsing in delen met een relatief vaste volgorde) Cursorische vormgeving Gebruik van programma’s en methoden of leerlijnen (leraar als uitvoerder) Gericht op aanleren van vaardigheden en terugvraagbare kennis Nadruk op instructie en oefenen Behaviorisme
Onderwijstraditie 2 Concentrisch curriculum Werken met en rond gehelen Gebruik maken van verschillende bronnen Leraar als ontwerper en uitvoerder van onderwijs Gericht op kennisconstructie (begrip, samenhang) Onderwijsvormen: ontdekkend leren en gesprek Authentiek toetsen Constructivisme
Onderwijstraditie 3 Klassikaal onderwijs De klas of groep als eenheid Onderwijs wordt voor een groep georganiseerd Waarde van de groep als middel tot onderwijs en opvoeding Organisatie: één leraar - één groep Kind volgt onderwijs
Onderwijstraditie 4 Individu uitgangspunt Denken in individuele leerroutes en plannen Onderwijs wordt rond individuen georganiseerd Groepsactiviteiten als middel tot individueel leren Onderwijs volgt kind
klas / groep individu B C lineair E D concentrisch
B C E D Toenemende perfectie in leraar sturing Directe instructie Directe instructie op maat B C Toenemende perfectie in leraar sturing E D Toenemende sturing van eigen leren dialoog Interactie
Prototype B Lineair curriculum / klas als uitgangspunt (leerstofjaarklas) Werken met de methode Convergente differentiatie Differentiatie gericht op behalen van een periodedoel voor zoveel mogelijk leerlingen Verschijningsvormen: Basisstof, extra stof, verdiepingsstof Voor en na instructie Gelaagde instructie Begeleide verwerking Vorderingen van de groep (allemaal aan eindstreep, volgende blok)
Prototype C Lineair curriculum / individu als uitgangspunt Onderwijs gericht op de door de leraar waargenomen onderwijsbehoeften van een kind Werken in de zone van naaste ontwikkeling Leerlijnen en doelen als ordeningsmiddel (naast de methode) Organisatie middel: groepsplan Organisatievorm: kleine instructie groepen en zelfstandige verwerkingsvormen. Klassenmanagement: circuitmodel en dag- en weektaak Variant: Leraren werken samen in een cluster: team teaching
Prototype D Concentrisch curriculum / individu als uitgangspunt Accent op eigenaarschap van leren Accent op balans betekenisvol en zinvol Leerling heeft invloed op eigen activiteiten (keuze m.b.t. doelen, inhouden, werkvormen producten, samenwerking...) Leerling werkt aan betekenisvolle gehelen (thema’s). Accent op reflectie / gesprek met de leerling over het leren Leraar als facilitator van leren
Prototype E Concentrisch curriculum / klas als uitgangspunt Onderwerp staat centraal Aandacht voor de balans betekenisvol / zinvol Community of learners Differentiatie door verschil in activiteiten en het niveau van de verwerkingen in eisen aan het product en het proces . Coöperatieve werkvormen Leraar als meerwetende volwassene Leraar creëert onderwijsleersituaties, met het oog op de inhoud en de onderwijsbehoeften van de groep en verschillende kinderen daarbinnen. Variant: thematisch werken; langer werken aan of rond een groter onderwerp
Welke dingen kun je je afvragen….? -Maken we bewuste keuzes maken t.a.v. differentiatie, klassenmanagement, scheppen van een klimaat, organisatie, planning. -Hoe zit dit op schoolniveau (koers) en klassenniveau.? -Wanneer “ben je al school/leraar/student goed in …(een bepaald profiel) ?” -Wanneer werk ik in een ander profiel? -Wat doe ik dan anders? Waarom?? -Waar “moet ik dan goed in zijn?” Checklists.