De Participatiewet
Doel Participatiewet Zoveel mogelijk mensen met een arbeidsbeperking aan werk helpen. Samenvoegen van wetten tot één regeling voor iedereen die kan werken. WSW, Wajong, WWB. In werkelijkheid gaat het om een ordinaire bezuiniging van 1, 7 miljard euro.
Wachttijd WWB Voor jongeren geldt bij het aanvragen van een WWB-uitkering een wachttijd van een maand. Die wachttijd gaat voor iedereen gelden. Gedurende deze periode wordt de aanvrager geacht zelfstandig werk te zoeken. De gemeente kan daarbij ondersteuning verlenen.
Schoffelen of creperen Het college kan in ruil voor de WWB-uitkering een tegenprestatie vragen. Het beleid rond de tegenprestatie dient vastgelegd te worden in een verordening. Het college kan dus óók afzien van het opleggen van deze tegenprestatie.
Wajong Wajongers die kunnen werken, zien hun uitkering verlaagd van 75 naar 70 procent van het minimumloon. Nieuwe arbeidsgehandicapten die in theorie kunnen werken maar geen baan vinden, komen in de bijstand (voor alleenstaanden 50 procent van het minimumloon + mogelijk 20% toeslag). Die uitkering vervalt bij een te hoog vermogen of als iemand inwoont bij een partner of ouders met een uitkering of inkomen.
Wajong (vervolg) Wajongers met arbeidsvermogen of tijdelijk geen arbeidsvermogen, blijven bij het UWV. Met de bazen zijn afspraken gemaakt over 125.000 garantiebanen, waar zij de eerste jaren voorrang op hebben. Het eerder voorgenomen quotum komt (waarschijnlijk) te vervallen.
De Wet sociale werkvoorziening (WSW) De instroom in de WSW is gestopt per 1 januari 2014. Uiteindelijk blijven er nog 30.000 WSW werkplekken over. Momenteel zijn dat er nog ruim 100.000. Gemeenten worden geacht voor deze 30.000 mensen beschutte werkplekken te creëren. Het Rijk bouwt de vergoeding daarvoor af.
Problemen Verdringing op de arbeidsmarkt. Laag opgeleiden krijgen concurrentie te verduren van mensen met een arbeidsbeperking. Werkgelegenheid wordt ‘gekaapt’ door uitkeringsgerechtigden die ‘als tegenprestatie’ of als reïntegratie verplicht werken met behoud van uitkering. De bepaling in de Wet werk en bijstand dat dergelijk werk niet mag leiden tot verdringing van regulier werk, blijkt nu in de praktijk al een wassen neus (Haagse Harry).
Financiële problemen voor gemeenten Bij de decentralisatie van deze taken naar lokaal niveau wordt stevig gekort op de bijbehorende budgetten. Gemeenten moeten dat uit eigen middelen opvangen De Rijksuniversiteit Groningen heeft berekend dat gemeenten bij ongewijzigd beleid in 2017 zes miljard euro te kort komen, waarvan bijna de helft wordt veroorzaakt door de taken in het sociale domein.
Gevolgen Sterke verhoging WOZ. Bezuinigingen op zorg, sociale zekerheid en cultuur. Gemeenten die een beroep moeten doen op Art. 12 Gemeentewet.
Kostendelersnorm Geen onderdeel Participatiewet Gaat ook gelden voor de AOW Uitkering wordt lager indien er meerdere personen van 21 jaar of ouder op één adres wonen Relatie tussen kostendelers doet er niet toe Inwonend kleinkind bij een AOW’er is een kostendeler
Uitzonderingen Kostendelersnorm Huisgenoten die een studie of opleiding volgen Kamerhuurder of kostganger (commerciële relatie) Je kunt géén commerciële relatie hebben met ouder, kind, broer of zus.
Criteria kostendeling Gehuwd Geregistreerd partnerschap of geldend samenlevingscontract Alle gevallen waarbij zorg voor elkaar wordt vermoed. Bijv. goede vrienden.
Criteria zorg Je doet voor elkaar de boodschappen Je kookt voor elkaar Je zorgt voor elkaar bij ziekte Gezamenlijke bankrekening Fiscale partner
Uitzonderingen Aanverwant in de eerste graad (schoonouders, schoonkinderen) Bloedverwant in de eerste graad (ouders, kinderen) Bloedverwant in de tweede graad (broer, zus, grootouder, kleinkind) indien er sprake is van een zorgrelatie
Berekening kostendelersnorm ((40% + A x 30%)/A ) x B = kostendelersnorm A = het aantal meerderjarige mensen dat in een huis woont. B = rekennorm, gekoppeld aan de norm voor gehuwden in dezelfde leeftijdscategorie als de bijstandsgerechtigde (momenteel 1359, 49 euro voor meerderjarigen).
Voorbeeldberekening Alleenstaande deelt woning met 2 andere personen. ((40% + 3 x 30%) / 3) x 1359, 39 = ((543, 76 + 1223, 45) / 3 ) x 1359, 39 = 1767,15 / 3 = 589, 05
Rol Jetta Klijnsma In het kabinet-Balkenende IV deed Jetta Klijnsma als staatssecretaris van SZW de eerste voorbereidingen voor de Wet werken naar vermogen. Tijdens Bruin-I voerde ze fel oppositie tegen de ‘verschrikkelijk draconische bezuinigingen’ en de plannen om de sociale werkplaatsen in een sterfhuisconstructie te laten doodbloeden.
Vervolg Klijnsma Als staatssecretaris van SZW in Rutte-II verdedigt ze diezelfde plannen met verve, inclusief de ‘verschrikkelijk draconische bezuinigingen’ en de sociale werkplaats als sterfhuis.