VVLE Actualia omgevings- en natuurwetgeving

Slides:



Advertisements
Verwante presentaties
VVP Hoorzitting Vlaams Parlement Carl VEREECKE Rik RÖTTGER Gedeputeerden Koen DE WULF Dienst Vergunningen (W-VL)
Advertisements

McGuireWoods LLP Symposium Belgica 25 oktober 2004 De milieueffectenbeoordeling van vergunningsplichtige activiteiten in de Belgische zeegebieden: een.
Uitvoering Natuurregelgeving door provincies
Nieuwe project-m.e.r.-regelgeving Project-m.e.r.-screening Dienst Mer
PROCEDURE BETROKKEN ACTOREN RECHTSBESCHERMING De stedenbouwkundige vergunning VERBIST Advocaten
Schepen ruimtelijke ordening te Brugge
RUIMTELIJKE ORDENING Wat is RO? Historiek Doelstelling.
Rechtshandelingen van de Unie
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
Aanduiding van ankerplaatsen – Erfgoedlandschappen
Interpretatie van artikel 12 ARBIS Beheer van wijzigingen VAN WONTERGHEM Frederik - FANC VAN DEN BERGHE Yves - Bel V.
Thema Natuur – luik groen
Ruimtelijke ordening Oorzaak ruimtelijke problemen? DE OVERHEID
Voorontwerp bestemmingsplan ‘Hof van Cranendonck’
Omgevingswaarden in de Omgevingswet
Hoofdstuk 4 Europese wetgeving.
Beschermde planten en dieren binnen omgevingsvergunning
Taskforce Mobiliteitsmanagement:
Oorzaken aanpassing decreet lokaal provinciaal Interne staatshervorming rol van de provincies / provinciaal beleid wordt in vraag gesteld Planlastvermindering.
Informatievergadering NKWV 9 mei 2008
LIN-Infodag - 24 mei Verwachtingen van een ontheffingsaanvraag AROHM Inge Leenders Afdeling Stedenbouwkundige Vergunningen.
Voorschrift op stofnaam en substitutie
Bibob en huisvesting in Amsterdam
Flora- en faunawet Conny Krutzen Presentatie bij RPS |19 juni 2014.
Doorwerking van MER in ruimtelijke besluiten in NL
Provinciaal RUP Solitaire vakantiewoningen – Brugge-Oostende infovergadering – 04 september 2014 i.k.v. voorlopige vaststelling – 26 juni 2014 openbaar.
Bestemmingsplan Abbenes algemene informatie proces bestemmingsplan.
Aansprakelijkheid en bewonersinitiatieven
21 oktober 2015 BeSt Address en structuur IT020 in het Rijksregister Gebruikerscomité Marc Ruymen.
Scoring in het licht van de WBP Serge van Nuijs DMSA,
KERNINSTRUMENTEN RijkOmgevingsvisie Programma AMvB Instructies Projectbesluit Omgevingsvergunning ProvincieOmgevingsvisie Programma Verordening Instructies.
ONTWERP Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan LENNIK Informatie- en toelichtingsvergadering 21/01/2012.
Raadspresentatie Ruimtelijke Ordening een korte inleiding op het beleidsterrein.
Preventief toezicht Gemeente Delft.
Nieuwe hemelwaterverordening Geldig voor bouwdossiers ingediend na !
Beheer van rioleringen Zoneringsplan Centraal gebied Collectief te saneren gebied Individueel te saneren gebied Beheer grachten en waterlopen Wijkoverleg.
De doorwerking van rechterlijke uitspraken op ruimtelijkeplannen.nl Provero 20 november 2012 Bart Veenman Raad van State
Modernisering WVO Ralph Dingemans. 2 Modernisering WVO Vereenvoudiging bekostiging scholen voor voortgezet onderwijs Integrale (wets)technische modernisering.
27 november 2014 Ontheffing Tijdelijke natuur Een toelichting op de ontheffingspraktijk.
Woonprojecten Klooster & Jukschot Woonproject Klooster: situering 2.
Hergebruik|29 oktober 2015 Hergebruik Workshop. Hergebruik| 29 oktober Hergebruik Archiefwet 1995 Artikel 2b. Hergebruik 1. Onder gebruik in de.
1 Perceelsplitsingen - Nadere uitleg -. 2 Technisch beraad (N.a.v. raadsvoorstel perceelsplitsingen) Begrenzingen in regelingen Mogelijkheden.
Hoofdlijnen Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Informatiemarkt 6 oktober 2011.
Richtlijn inzake industriële emissies (IPPC review) Thema inspecties, toegang tot informatie en deelneming van het publiek Michel Amand DGRNE - DCE Pilote.
Ruimtelijke ordening Thuiskamer Egmond-Binnen Edwin de Waard.
VD2 Advies Afdeling 6.4 Wet ruimtelijke ordening Presentatie raad gemeente Leudal 11 september 2012 T.J.E.A. van der Heijden, directeur VD2 Advies b.v.,
RO & Milieu Gedwongen vriendschap onder de Omgevingswet? Sandra Anzion
Leegstand en verwaarlozing in 2017
Bestemmingsplan Buitengebied
Presentatie Korpschef G.H.P.K. Huijser van Reenen
Bestemmingsplan Buitengebied
De digitale Omgevingsvergunning verkavelingen en bijstellingen verkavelingen December 2017.
REGLEMENT OCCASIONELE EVENEMENTEN
Ondertekenen briefwisseling gemeentebestuur
Oprichting Regionaal Landschap Schelde–Durme vzw
Mediprima en Dringende Medische Hulp
Leegstand en verwaarlozing in 2017
Project Handvatten Omgevingsplan
Privacy in het Caribisch deel van het Nederlandse Koninkrijk
VVSG achtergronddocument Codex-trein
Invoeringswet Omgevingswet
Implementatie van de Europese netwerkcodes in België
VVSG achtergronddocument Codex-trein
Bestuurlijke afweegruimte/lokaal maatwerk
Programma’s onder de Omgevingswet ruimte voor ontwikkeling, waarborg voor kwaliteit Nicole Hardon 12 juni 2018.
IN BOS (art. 3 BD) NIET IN BOS WETGEVING RUIMTELIJKE ORDENING KAPPEN
Decentrale regels: Wat is de omgevingsverordening?
Zorgwonen Zorgcafé 24 september 2018 Thomas Goethals
IN BOS (art. 3 BD) NIET IN BOS WETGEVING RUIMTELIJKE ORDENING KAPPEN
Transcript van de presentatie:

VVLE Actualia omgevings- en natuurwetgeving Joris Geens

Inhoud Inleiding Codextrein Meest Kwetsbare Waardevolle Bossen

I Inleiding Ook wanneer wetten opgetekend staan, betekent dat niet dat ze onveranderlijk moeten blijven – Aristoteles

Inleiding Verschillende nieuwe wetgevende initiatieven komen constant op ons af zoals: Onteigeningsdecreet (wachten op inwerkingtreding) Decreet op de handelsvestiging (implementatie in de Omgevingsvergunning per 1 januari 2018) As-built reglementering? Vegetatiewijziging - natuurvergunning - decreet natuurbehoud en uitvoeringsbesluiten (implementatie in de Omgevingsvergunning op een later te bepalen datum) Instrumentendecreet -> grondgebonden en realisatiegerichte instrumenten uit het beleidsdomein Omgeving decretaal samen te brengen (verhandelbare bouwrechten - betonstop) - toekomst? Decreet gemeentewegen -> nieuw decretaal kader voor gemeentewegen (opheffing/integratie Wet op de Buurtwegen) - toekomst? … MAAR recent ook twee andere initiatieven Codextrein Meest Kwetsbare Waardevolle Bossen (MKWB)

II De Codextrein

Codextrein: Algemeen De regelgeving m.b.t. de ruimtelijke ordening wordt voornamelijk bepaald door twee basisdecreten: De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) Het Omgevingsvergunningsdecreet (OVD) -> per 1 juni 2017 volledig van start MAAR: ‘Ontwerpdecreet houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu & omgeving’ - Codextrein Ingediend in het Vlaams Parlement op 4 mei 2017 Inwerkingtreding? Bevat wijzigingen o.a. aan de VCRO en het OVD Vanuit de doelstelling van de verhoging van het ‘ruimtelijk rendement’

Codextrein: wijzigingen aan de VCRO Verkavelingsvoorschriften van verkavelingen ouder dan 15 jaar Artikel 4.3.1. VCRO wordt aangepast “1° als het aangevraagde onverenigbaar is met: a) stedenbouwkundige voorschriften, voor zover daarvan niet op geldige wijze is afgeweken; b) verkavelingsvoorschriften inzake wegenis en openbaar groen; c) andere verkavelingsvoorschriften dan deze die vermeld zijn onder b, voor zover de verkaveling niet ouder is dan vijftien jaar op het ogenblik van de indiening van de vergunningsaanvraag, en voor zover van die verkavelingsvoorschriften niet op geldige wijze is afgeweken; d) een goede ruimtelijke ordening;” Oude verkavelingsvoorschriften zijn niet langer een verplichte weigeringsgrond, maar wel mogelijke MAAR: verkavelingsvoorschriften m.b.t. de openbare wegenis en het openbaar groen blijven ALTIJD (ook na 15 jaar) een verplichte weigeringsgrond Nut oude verkavelingen? Bieden nog steeds rechtszekerheid Als de aanvraag in overeenstemming is met de oude voorschriften is er geen openbaar onderzoek vereist Beleid lokale overheid?

Codextrein : wijzigingen aan de VCRO Vereenvoudigde procedure tot wijziging van verouderde inrichtingsvoorschriften van BPA’s, APA’s en gemeentelijke RUP’s Oude voorschriften staan soms vergunningen in de weg waardoor ruimtelijke rendement in gedrang komt -> vandaag kan dit enkel opgelost wordend door de opmaak van een (wijzigend) RUP Codextrein: invoering artikel 7.4.4./1 VCRO met soepelere wijzigingsprocedure MAAR: enkel voor inrichtingsvoorschriften deze procedure geldt niet voor provinciale of gewestelijke RUP’s Invoering van de Ruimtelijke beleidsplannen op drie niveaus “Een ruimtelijk beleidsplan bestaat uit een strategische visie en één of meer beleidskaders die samen het kader aangeven voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling. Het ruimtelijk beleidsplan is erop gericht samenhang te brengen in de voorbereiding, de vaststelling en de uitvoering van beslissingen in de ruimtelijke ordening. Het is realisatiegericht. De strategische visie omvat een langetermijnvisie voor de ruimtelijke ontwikkeling. Een beleidskader bevat operationele beleidskeuzes voor de middellange termijn en actieprogramma’s voor een thema of voor een gebiedsdeel. Beleidskaders beschrijven onder meer hoe en met wie de gewenste ruimtelijke ontwikkeling wordt gerealiseerd. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen met betrekking tot de inhoud van een beleidskader.” Vervanging van de structuurplanning Codextrein: vervanging artikel 2.1.1. tot 2.1.19 VCRO

Codextrein: wijzigingen aan de VCRO Invoering van watergevoelige openruimtegebieden Vandaag wordt toepassing gemaakt van de regeling omtrent de zogenaamde signaalgebieden = gebieden waarvan de bestemming niet of niet volledig werd gerealiseerd en waar een tegenstrijdigheid kan bestaan tussen de geldende bestemmingsvoorschriften en de belangen van het watersysteem Bewarend beleid (stand-still) door de Omzendbrief van 2013 ‘Richtlijnen voor de toepassing van de watertoets voor de vrijwaring van het waterbergend vermogen in signaalgebieden’ Codextrein: decretale verankering van het beleid omtrent de signaalgebieden -> invoering van ‘de watergevoelige openruimtegebieden’ Aanduiding door de Vlaamse Regering (kaart?) na openbaar onderzoek Bouwbeperkingen in afgebakende gebieden (enkel kleinschalige infrastructuur, wegen en waterinfrastructuur - verval van loten uit de verkaveling) Planschadevergoeding voor getroffen eigenaars

Codextrein: wijzigingen aan het OVD Vereenvoudigde wijzigingsprocedure (bijstelling in OVD) van verkavelingen op verzoek van de eigenaars Vandaag dubbele consultatieronde: Openbaar onderzoek door de lokale overheid Verplichte voorafgaandelijke kennisgeving aan de andere kaveleigenaars door de aanvrager-eigenaar Codextrein : 1 openbaar onderzoek door de lokale overheid Geen aparte voorafgaandelijke kennisgeving meer door aanvrager Aanpalende eigenaars: kennisgeving van het openbaar onderzoek via aangetekende brief Andere eigenaars binnen de verkaveling: kennisgeving van het openbaar onderzoek via gewone brief

Codextrein: wijzigingen aan het OVD Sanctionering in geval van niet naleving van de beslissingstermijnen door de bevoegde overheid Vervaltermijn wordt in bepaalde gevallen een termijn van orde Niet naleven van de vervaltermijn -> boetes (2500 of 5000 EUR) Niet naleven van de termijn van orde -> dwangsom (100 of 500 EUR) per dag Beperking van de toegang tot de beroepsprocedure tegen vergunningsbeslissingen Geresponsabiliseerde participatie ‘betrokken publiek’ Verlies beroepsmogelijkheid bij gebrek aan opmerking of bezwaar tijdens het openbaar onderzoek Welke beroepen: Administratief beroep RvVb Altijd? Neen: Oorzaak beroep is wijziging vergunningsaanvraag Beroep ingevolge een vergunningsvoorwaarde Overmacht

Meest Kwetsbare Waardevolle Bossen (MKWB) III Meest Kwetsbare Waardevolle Bossen (MKWB)

Algemeen: Bestaande wettelijke regeling over het kappen van bomen Grondslag: Bosdecreet en de VCRO In bepaalde gevallen ook toepassing maken van het Natuurdecreet (vb. bomen in VEN-gebied, …) Definitie van een bos is bepaald in artikel 3 Bosdecreet § 1. Onder de voorschriften van dit decreet vallen: de bossen, zijnde grondoppervlakten waarvan de bomen en de houtachtige struikvegetaties het belangrijkste bestanddeel uitmaken, waartoe een eigen fauna en flora behoren en die één of meer functies vervullen. § 2. Onder de voorschriften van dit decreet vallen eveneens: 1. de kaalvlakten, voorheen met bos bezet, die tot het bos blijven behoren; 2. niet-beboste oppervlakten die nodig zijn voor het behoud van het bos, zoals de boswegen, de brandwegen, de aanpalende of binnen het bos gelegen stapelplaatsen, dienstterreinen en ambtswoningen; 3. bestendig bosvrije oppervlakten of stroken en recreatieve uitrustingen binnen het bos; 4. de aanplantingen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor de houtvoortbrengst, onder meer die van populier en wilg, uitgezonderd de korte-omloop-houtteelt waarvan de aanplant plaatsgevonden heeft op gronden die op dat ogenblik gelegen zijn buiten de ruimtelijk kwetsbare gebieden zoals bepaald in artikel 1.1.2, 10°, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; 5. de grienden. § 3. Onder de voorschriften van dit decreet vallen niet: 1. de fruitboomgaarden en fruitaanplantingen; 2. de tuinen, plantsoenen en parken; 3. de lijnbeplantingen en houtkanten, onder meer langs wegen, rivieren en kanalen; 4. de boom- en sierstruikkwekerijen en arboreta die buiten het bos zijn gelegen; 5. de sierbeplantingen; 6. de aanplantingen met naaldbomen die uitsluitend bestemd zijn voor de verkoop als kerstboom. Een aanplanting wordt geacht niet langer aan deze voorwaarde te voldoen wanneer de gemiddelde hoogte van het bestand 4 meter heeft bereikt; 7. alle tijdelijke aanplantingen met houtachtige gewassen in uitvoering van de verordeningen van de Europese Gemeenschap voor wat betreft het uit produktie nemen van bouwland. 8. de wissenteelt waarvan de bovengrondse massa periodiek tot maximaal drie jaar na de aanplanting of na de vorige oogst, in zijn totaliteit wordt geoogst.  9° systemen voor grondgebruik waarbij de teelt van bomen wordt gecombineerd met landbouw op dezelfde grond, toegepast op een perceel landbouwgrond als vermeld in artikel 2, 12°, van het decreet van 22 december 2006 houdende inrichting van een gemeenschappelijke identificatie van landbouwer, exploitatie en landbouwgrond in het kader van het meststoffenbeleid en het landbouwbeleid en waarvan de aanmelding via de verzamelaanvraag en het aanplanten van de bomen gebeurde na het inwerking treden van het decreet van 20 april 2012 houdende diverse bepalingen inzake leefmilieu en natuur Onderscheid tussen het kappen van bomen in een bos en het kappen van hoogstammige bomen, niet gelegen in een bos

Kappen van bomen in een bos Kappen van bomen in een bos dat bos blijft -> enkel toepassing Bosdecreet (art. 81): nood aan een kapmachtiging van ANB behalve voor: Kappingen opgenomen in een goedgekeurd beheersplan Kappingen om sanitaire redenen (aantasting door ziekte voorkomen) -> vooraf melden en voorstel tot herstel doorgeven aan ANB) Kappingen om veiligheidsredenen -> melden binnen 24 u en voorstel tot herstel aan ANB Kappen in een bos waarbij het gebruik van de grond verandert (= ontbossing) Stap 1: Bosdecreet (art. 90bis): ontheffing ontbossingsverbod bekomen bij Minister van Omgeving behalve: Voor een bos gelegen in woongebied of industriegebied Voor handelingen van algemeen belang (art. 4.1.1., 5° en art. 4.4.7.§2 VCRO) Voor de realisatie van de natuurdoelen waarbij de ontbossing moet opgenomen zijn in het goedgekeurde natuurbeheerplan Voor een perceel gelegen in een vergunde verkaveling Stap 2 : VCRO: Omgevingsvergunningsplicht tot ontbossing (met boscompensatie) Artikel 4.2.1, 2° VCRO : “Niemand mag zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning: … 2° met bomen begroeide oppervlakten, vermeld in artikel 3, § 1 en § 2, van het bosdecreet van 13 juni 1990 ontbossen, zoals vermeld in artikel 4, 15°, van dat decreet;”

Kappen van hoogstammige bomen, niet gelegen in een bos VCRO: Omgevingsvergunningsplicht voor het kappen van hoogstammige bomen Artikel 4.2.1, 3° VCRO “Niemand mag zonder voorafgaande stedenbouwkundige vergunning: … 3° bomen die op een hoogte van één meter boven het maaiveld een stamomtrek van één meter hebben, en geen deel uitmaken van de oppervlakten, vermeld in 2°, vellen;” MAAR : Vrijstellingsbesluit - bomen binnen 15 meter van de woning in woongebied, industriegebied of agrarisch gebied Lokale reglementen

MKWB: doelstelling De regeling omtrent de MKWB maakt deel uit van het ‘plan van aanpak ruimtelijk bedreigde bossen’ dat door de Vlaamse Regering werd goedgekeurd op 31 januari 2014 en dat daarnaast o.a. het volgende bevat: Aanpassing compensatieverplichting (2014) Omzendbrief aan de openbare besturen - aanreiken van een toetsingskader zodat lokale besturen zelf grondige afweging kunnen maken of een bos al dan niet gekapt kan worden. Doel: bescherming van bossen buiten de groene bestemmingen (‘zonevreemde bossen’) - verstrengde procedure alvorens tot ontbossing over te gaan.

MKWB : wettelijke regeling Bosdecreet : artikel 90 ter §1 bevat de opdracht van de Vlaamse Regering die een kaart moet opmaken op basis van een multicriteria-analyse, rekening houdend met het beslist beleid “De Vlaamse Regering is belast met het opmaken van een kaart op perceelsniveau van de meest kwetsbare waardevolle bossen, niet gelegen in een zone sorterend binnen de categorie van gebiedsaanduiding "bos", "parkgebied" of "reservaat en natuur", zoals aangewezen op de plannen van aanleg of ruimtelijke uitvoeringsplannen. De meest kwetsbare waardevolle bossen worden geïdentificeerd aan de hand van een multicriteria-analyse op basis van de volgende criteria: 1° oppervlakte; 2° biologische waarde; 3° historiek van het bos; 4° ligging ten opzichte van ruimtelijke structuren inzake bos en natuur; 5° weging ten opzichte van de basiskaart van de inventaris van potentieel waardevolle bossen in Vlaanderen, uitgevoerd door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek. Bossen waarvoor de gehele of gedeeltelijke ontbossing reeds beleidsmatig werd beslist door middel van definitief van kracht zijnde en niet vervallen beslissingen, genomen voor 18 december 2015, worden niet opgenomen op de kaart van de meest kwetsbare waardevolle bossen.” §2-§5 bevat de procedure tot vaststelling van de kaart §6-§7 bevat het principieel ontbossingsverbod met afwijkingsregeling In afwijking van artikel 90bis is ontbossing van de meest kwetsbare waardevolle bossen die voorlopig of definitief zijn vastgesteld overeenkomstig paragraaf 2 of 5 verboden. In afwijking van paragraaf 6 kan een vergunning voor de gehele of gedeeltelijke ontbossing van de meest kwetsbare waardevolle bossen, zoals aangeduid op de kaart bedoeld in paragraaf 2 of 5, enkel verleend worden na voorafgaand besluit van de Vlaamse Regering, ongeacht de bestemming op de plannen van aanleg of de ruimtelijke uitvoeringsplannen. Indien een in het eerste lid vermeld besluit wordt genomen, dan zijn wat betreft het bos of bosgedeelte waarvoor het verbod niet langer van toepassing is de bepalingen van artikel 90bis, § 1, tweede lid, en § 2 tot en met § 7, van overeenkomstige toepassing. Diegene die in aanmerking wenst te komen voor een vergunning voor de gehele of gedeeltelijke ontbossing van de meest kwetsbare waardevolle bossen, zoals aangeduid op de kaart, vermeld in paragraaf 1, eerste lid, dient hiertoe een gemotiveerd verzoek in bij de Vlaamse Regering. Het verzoek tot afwijking dient een compensatievoorstel te bevatten zoals bedoeld in artikel 90bis, § 5. De Vlaamse Regering beslist na advies van het Agentschap en een integrale en geïntegreerde afweging om af te wijken van het verbod op ontbossing. De Vlaamse Regering houdt hierbij minstens rekening met de volgende elementen: 1° de doelstellingen vermeld in artikel 1.1.4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening; 2° de ecologische en de ruimtelijk-maatschappelijke context. Het verbod als vermeld in paragraaf 6 wordt van rechtswege opgeheven door een besluit tot definitieve vaststelling van een gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan dat betrekking heeft op bossen opgenomen op de kaart zoals vermeld in paragrafen 1 tot en met 5. Indien de Vlaamse Regering besluit dat geen afwijking kan toegestaan worden van het verbod tot ontbossing, is de Vlaamse Regering ertoe verplicht om binnen twee jaar, te rekenen vanaf dat besluit, een ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan voorlopig vast te stellen voor het betrokken boscomplex. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere formele en procedurele regels voor de toepassing van deze paragraaf.

MKWB: wettelijke regeling Besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2017 houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 16 februari 2001 tot vaststelling van nadere regels inzake compensatie van ontbossing en ontheffing van het verbod op ontbossing, met het oog op het aanpassen van de bosbehoudsbijdrage en het toevoegen van een procedure tot afwijking op het verbod tot ontbossen, zoals vermeld in artikel 90 ter van het Bosdecreet artikel 90 ter Bevat de afwijkingsregeling omtrent het ontbossingsverbod Hiertoe moet een gemotiveerd verzoek gericht worden (via beveiligde zending) aan het Agentschap Natuur & Bos (ANB) dat het volgende moet bevatten: 1) Een grondige motivatie voor de afwijking van het verbod op ontbossing, met inbegrip van een beschrijving van het project of de activiteit waarvoor de ontbossing nodig is; 2) Een door de aanvrager ondertekende situatietekening op verplichte schaal en met verplichte vermeldingen; 3) Enkele verplichte gegevens omtrent het perceel of de percelen in kwestie; 4) Een ecologische evaluatie van de gevolgen van de gevraagde ontbossing en de hieraan gekoppelde maatregelen die worden voorgesteld ter naleving van de algemene natuurzorgplicht alsook een motivatie dat er geen alternatief bestaat voor de aangevraagde ontbossing; 5) Een voorstel tot compensatie. Nadat het verzoek tot afwijking volledig en ontvankelijk wordt bevonden zal ANB de aanvrager hiervan op de hoogte brengen binnen een termijn van 14 kalenderdagen na indiening van het verzoek. Indien er binnen de 14 dagen geen bericht is ontvangen vanwege ANB, dan wordt het verzoek als ontvankelijk en volledig beschouwd. Na advies van ANB zal de Vlaamse Regering een beslissing over het verzoek tot afwijking nemen en dit binnen een termijn van 3 maanden na de ontvankelijk en volledigheidverklaring van het verzoek. Hierbij kan enkel een afwijking worden toegestaan als wordt aangetoond dat: 1) De aangevraagde ontbossing te verantwoorden is in functie van het algemeen belang en dat het project of de activiteit zorgt voor een duurzame ruimtelijke en ecologische ontwikkeling, waarbij het louter privaat belang van de aanvrager overschreden wordt. 2) Dat er geen andere bevredigende oplossing bestaat voor de te realiseren activiteit zonder ontbossing. 3) Hoe schade aan het omliggende, overblijvende bos wordt vermeden, dan wel wordt beperkt of hersteld. Bij gebrek aan tijdige beslissing wordt het verzoek tot afwijking van het verbod tot ontbossing geachte te zijn afgewezen. In dit geval en in geval er een specifieke weigering tussenkomt, lijkt enkel een beroep bij de Raad van State.

MKWB: wettelijke regeling Besluit van de Vlaamse Regering van 31 maart 2017 houdende voorlopige vaststelling van de ontwerpkaart met meest kwetsbare waardevolle bossen als vermeld in artikel 90 ter van het Bosdecreet van 13 juni 1990, tot vaststelling van nadere regels voor de technische invulling van de criteria en de multicriteria-analyse en tot vaststelling van nadere regels voor de organisatie van het openbaar onderzoek Gaf uitvoering aan §2 - §5 van artikel 90 ter van het Bosdecreet Dit besluit bevatte de zogenaamde MKWB kaart als bijlage Is intussen deels ingetrokken

MKWB: Quo Vadis Door de gedeeltelijke intrekking van het Besluit m.b.t. de voorlopige vaststelling van de MKWB kaart is de regeling thans niet toepasselijk MAAR: artikel 90 ter Bosdecreet en uitvoeringsbesluiten blijven bestaan? DUS: wachten op verdere stappen en nieuwe evolutie opvolgen

Dank voor uw aandacht Joris Geens GSJ Advocaten Mechelsesteenweg 27 2018 Antwerpen T +32 3 232 50 60 F +32 3 232 30 50 E jg@gsj.be