ROMANTIEK EN REALISME SCHILDERKUNST
ACHTERGRONDEN, OORSPRONG EN VOORLOPERS Twee revoluties: Industriële revolutie Politieke revolutie: Franse en Amerikaanse vrijheidsstrijd Kunst wordt internationaal
Twee grote stromingen staan tegen over elkaar: Neo-classicisme: opnieuw ontwaakte belangstelling voor de oudheid Romantiek: geen kunststijl maar psychologische instelling, levenshouding
Neo-classicisme Jean Auguste Dominique Ingres
Neo-classicisme Jean Auguste Dominique Ingres Baseert zich op Rafa ë l Vergelijk: Rapha ë l Ingres
Romantiek Eug è ne Delacroix Baseert zich op Rubens
Vergelijk: Rubens Delacroix
Romantiek Eug è ne Delacroix “ Vrijheid leidt het volk ”
Neo-classicismeRomantiek DuidelijkOnduidelijk (perifeer) StatischDynamisch Geen penseelstrekenPenseelstreken Op oudheid gebaseerdRealisme en fantasie
ENGELAND Studie van de natuur John Constable
ENGELAND Joseph William Mallord Turner
“ Ze (de Franse schilders) zijn getroffen door de levendigheid en frisheid van mijn schilderijen. Eigenschappen die in hun werk onbekend zijn. De waarheid is dat ze enkel en alleen maar schilderijen bestuderen. Ze weten net zo weinig van de natuur als een rijtuigknol van de wei af weet. Ze verwaarlozen totaal de aanblik van de natuur met haar wisselende stemmingen. ” John Constable aan een vriend. Natuur wordt “ live ” bestudeerd. Voor het eerst wordt er buiten geschilderd
REALISME De schrijver Baudelaire vraagt in 1846 om schilders: “ die de hero ï ek van het moderne leven uitbeelden ”. Gustave Courbet: “ De moderne kunstenaar moet vanuit zijn eigen ervaring werken. Ik kan geen engel schilderen want ik heb er nog nooit eentje gezien ……” “ Ik ben een leerling van de natuur ”.
Pavillion du Realisme 1855 “ Interieur van mijn atelier, een re ë le allegorie die zeven jaar van mijn leven als kunstenaar samenvat ”
Gustave Courbet
Honor é Daumier
School van Barbizon Theodore RousseauCharles Daubigny
Johan Bartold Jongkind
Eug è ne Boudin
Kunstenaars krijgen steeds meer belangstelling voor het probleem van licht en kleur, de wisselwerking ertussen en de sfeer. Vorm wordt steeds minder belangrijk Kunstenaars gaan “ plein-air ” schilderen Samenvatting Neo-classicisme (Ingres) Romantiek Delacroix) Engelse landschapsschilders: Bonnington, Constable, Turner Realisme: Courbet, Daumier School van Barbizon Jongkind Boudin