De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Literatuurgeschiedenis 2

Verwante presentaties


Presentatie over: "Literatuurgeschiedenis 2"— Transcript van de presentatie:

1 Literatuurgeschiedenis 2
Een beknopte samenvatting van “Literatuur zonder grenzen” door Jan Liebregts

2 Hoofdstuk 5 In klas 5 vwo moet je de hoofdstukken 5, 6 en 7 bestuderen. Deze worden afgesloten met twee toetsen. De eerste toets gaat over hoofdstuk 5 en 6, de tweede over hoofdstuk 7.

3 De Romantiek ( ) Bekend begrip. Er wordt meer opgeroepen dan er wordt gezegd. (blz. 163 onderaan); vgl. een romantische film, avond e.d.

4 Romantiek De Romantiek was een periode van VERZET.
tegen het rationalisme en het daarbij behorende optimisme van de Verlichting. Verstand maakt plaats voor het gevoel. Het menselijk verstand kan niet alle problemen oplossen; tegen allerlei politieke en maatschappelijke ontwikkelingen; tegen de gevolgen van de industriële revolutie; “cultureel” verzet tegen de regels van het classicisme van de 18e eeuw.

5 Romantiek Thema’s: het verleden. Men was niet tevreden met de tijd waarin men leefde. In hun werken vluchtten de auteurs daarom naar het “betere” verleden; griezel- en gruwelelementen (zwarte romantiek); natuur; noodlot; religieus gevoel; humor; het nationale element.

6 Romantiek Samengevat:
De rede van de Verlichting moet plaats maken voor het gevoel. De nadruk ligt op de eigen gevoelswereld. Schrijvers willen weg van het “hier en nu”. Hun werken spelen dikwijls in het verleden, in verre exotische landschappen, in het bovennatuurlijke en het religieuze. Centraal daarbij staat de ongerepte natuur. Het individuele staat voorop. Men is op zoek naar wat de een van de ander onderscheidt. Er is oog voor het eigene, het aparte, het detail. In de literatuur spelen twee gevoelens daarbij een overheersende rol: Weltschmerz (pijn aan de wereld) en Sehnsucht (hunkerend verlangen). Men zoekt naar het onbereikbare ideaal: de ideale geliefde, maatschappij, vriendschap. De romantische literatuur is daarom overwegend somber en pessimistisch.

7 Romantiek Nederlandstalige schrijvers
Hildebrand Piet Paaltjens Guido Gezelle A.C.W. Staring Multatuli

8 Tijdbalk 400------0-----500-------------1500----1650----1800---1850
klas. oudheid M.E Ren Verl. Rom.

9 Moderne literatuur Hoofdstuk 6

10 Moderne literatuur Fin de siècle
De periode wordt wel aangeduid met de term fin de siècle. Het is de periode waarin de “oude”, traditionele kunst langzaamaan plaats moet maken voor de moderne kunst.

11 Moderne literatuur (1850 - 1875)
Het hoogtepunt van de Romantiek in de 19e eeuw is voorbij zodra schrijvers en schilders zoveel mogelijk de werkelijkheid willen weergeven (realisme)

12 Moderne literatuur (1850 - 1914) literaire stromingen
Realisme; Naturalisme; Impressionisme; (Symbolisme); (Dandyisme); Neoromantiek (De blauw aangeven stromingen worden op de volgende pagina’s verder uitgewerkt.)

13 Moderne literatuur (1850 - 1914) Realisme
In realistische romans worden personen beschreven die we in alle lagen van de maatschappij tegenkomen (blz. 197). De vraag is natuurlijk of zo’n realistische weergave echt objectief is.

14 Moderne literatuur (1850 - 1914) Naturalisme
Naturalisme in de literatuur is eigenlijk een voortzetting van het realisme. Men wilde alleen niet zo maar laten zien hoe de mens was, maar vooral ook verklaren hoe hij zo geworden was. In hun romans probeerden de naturalisten te laten zien hoezeer de mens afhankelijk was van drie factoren: de tijd waarin men leeft; het milieu waarin men opgroeit; de erfelijke aanleg. Het leven van de mens ligt volgens de naturalisten dus min of meer vast (determinisme). Naturalisme: vooral romans en toneel.

15 Moderne literatuur (1850 - 1914) Impressionisme
Vooral een poëzie-stroming. Impressionisme is zowel een voortzetting van het realisme als een reactie daarop. Het gaat de kunstenaar er niet om de werkelijkheid weer te geven, maar de werkelijkheid zoals hij die ziet. Dichters waren op zoek naar nieuwe uitdrukkingsmogelijkheden om hun steeds wisselende indrukken (impressies) weer te geven. Zij probeerden dat met zoveel mogelijk nuanceringen, vaak met nieuwe woordcombinaties. Zij gebruikte daarvoor ook veel bijvoeglijke naamwoorden. Het waren “mooischrijvers”. Impressionistische dichters worden daarom ook wel woordkunstenaars genoemd.

16 Moderne literatuur (1850 - 1914) impressionisme en naturalisme
In Nederland hadden de impressionistische en naturalistische schrijvers zich verenigd in wat later “De beweging van Tachtig” (1880) genoemd werd. Meestal worden deze schrijvers De Tachtigers genoemd. De bekendste personen waren Willem Kloos, Frederik van Eeden, en Herman Gorter. Zij hadden een eigen tijdschrift uitgebracht omdat zij hun moderne werken niet mochten publiceren in De Gids. Hun nieuwe tijdschrift heette dan ook De nieuwe Gids.

17 Moderne literatuur (1850 - 1914) Neoromantiek
Reactie op het naturalisme. Men wilde terug naar “Vroeger”, naar de Romantiek. Men gebruikte daarbij dezelfde thema’s: vooral vlucht naar het verleden.

18 Moderne literatuur (1850 - 1914) Nederlandstalige schrijvers
Hildebrand Louis Couperus Herman Heijermans Herman Gorter Arthur van Schendel

19 Tijdbalk Klas.oudh. M.E. Ren. Verl. Rom. Mod.lit. -fin de siècle -realisme -naturalisme -impressionisme -symbolisme -dandyisme neoromantiek


Download ppt "Literatuurgeschiedenis 2"

Verwante presentaties


Ads door Google