Les 10 voor 3 september 2016
“Wie Uw naam kennen, zullen op U vertrouwen, omdat U, HEERE, niet hebt verlaten wie u zoeken.” (Psalm 9:10) Jezus verlangde naar het goede voor mensen, toonde sympathie en voorzag in hun noden. Toen won Hij hun vertrouwen. Zij vertrouwden Hem omdat zij in Hem een sterk en aanhoudend plichtsbesef zagen. Het woord “vertrouwen” is nauw verwant aan geloven, geloof hebben. Wij moeten betrouwbaar zijn om het vertrouwen van mensen te winnen. Wij moeten mensen zijn die men kan vertrouwen, en dat schept vertrouwen en zekerheid.
Vertrouwen wordt in de Bijbel gerelateerd aan God. Hij is de Enige die volledig kan worden vertrouwd. Niettemin, vertrouwen hebben in mensen wordt in de Bijbel, bijna altijd gerelateerd aan negatieve termen (bijvoorbeeld, Micha 7:5). Wij zijn niet erg betrouwbaar; kijk maar naar de geschiedenis van of Israël en de Christelijke Kerk. Wij zijn te imperfect en te zondig (1Cor. 5:1). “Vertrouw niet op edelen, op het mensenkind, bij wie geen heil is.” (Psalm 146:3) Hoe kunnen wij betrouwbaar worden? Mensen zullen ons vertrouwen vanwege onze diensten aan de gemeen- schap. Wij moeten hen naar Jezus verwijzen, de Enige die kan worden vertrouwd.
“Een goede naam is verkieslijker dan grote rijkdom, goede gunst dan zilver en dan goud.” (Spreuken 22:1 NLT) Er zijn enkele voorbeelden in de Bijbel van mensen die het vertrouwen wonnen van heidense leiders: God “gaf hem genade en wijsheid tegenover de farao, de koning van Egypte; en die stelde hem aan als bestuurder over Egypte en over heel zijn huis.” (Handelingen 7:10). Jozef “Daniël overtrof de rijkbestuurders en de stadhouders, omdat er een uitzonderlijke geest in hem was. De koning overwoog hem over heel het koninkrijk aan te stellen.” (Daniel 6:4 HSV). Daniel Hij was een vaardig Schriftgeleerde, bedreven in de wet van Mozes, die de HEERE, de God van Israël, gegeven heeft. En de koning gaf hem alles wat hij verzocht, omdat de hand van de HEERE, zijn God, over hem was.” (Ezra 7:6). Ezra Zij wonnen de genegenheid van de leiders; zo wonnen zij “sociaal kapitaal”, het welk zij gebruikten om de gemeenschap te helpen.
“Verder zei ik tegen de koning: Als het de koning goeddunkt, laat men mij dan brieven geven voor de landvoogden van het gebied aan de overzijde van de rivier, dat zij mij doorgang verlenen totdat ik in Juda ben aangekomen, en een brief voor Asaf, de bewaker van het kroondomein dat de koning heeft, dat hij mij hout geeft om een zoldering te maken voor de poorten van de burcht die bij het huis van God hoort, voor de stadsmuur en voor het huis waar ik naartoe zal gaan. En de koning gaf ze mij, omdat de goede hand van mijn God over mij was.” (Nehemia 2:7-8) Het is moeilijk voor een kleine kerk om de gemeenschap te helpen, vanwege hun beperkte economische bronnen. Het “sociale kapitaal” het welk komt van de verhouding met de wereldse leiders, helpt. Wij kunnen ze vragen over de noden van gemeenschap, hen om advies vragen en conform hun antwoorden handelen. Zij zullen bronnen ter beschikking stellen om het sociale werk te doen voor de gemeenschap. Niettemin, moeten wij aan die relaties enkele grenzen stellen. De Kerk moet nooit haar principes in gevaar brengen.
“De Heer beweegt nog steeds op de harten van koningen en heersers ten behoeve van Zijn volk. Zij die voor Hem arbeiden, dienen gebruik te maken van de hulp die Hij de mensen op het hart drukt te geven voor de vooruitgang van Zijn zaak.... Deze mensen hebben misschien geen sympathie voor Gods werk, geen geloof in Christus, geen kennis van Zijn Woord; maar hun gaven mogen om deze reden niet worden geweigerd...Zolang we in deze wereld zijn, zo lang als de Geest van God worstelt met de mensenkinderen, zo lang dienen wij gunsten te ontvangen, evengoed als te geven. We moeten de wereld het licht van de waarheid geven, zoals geopenbaard in de Schrift; en wij moeten van de wereld aanvaarden wat God hen op het hart druk te geven ten behoeve van Zijn zaak.... O, dat christenen zich meer vollediger zouden realiseren, dat het nog steeds hun voorrecht en hun plicht is, terwijl zij juiste principes koesteren, te profiteren van elke hemels gezonden gelegenheid voor het bevorderen van Gods koninkrijk in deze wereld!” E.G. White (Conflict and Courage, 14 september)
“”Neem ze in acht en doe ze; want dat zal uw wijsheid en uw inzicht zijn voor de ogen van de volken, die al deze verordeningen horen zullen en zullen zeggen: Werkelijk, dit grote volk is een wijs en verstandig volk!’” (Deuteronomium 4:6)
“Medisch zendingswerk is de juiste, helpende hand van het evangelie om deuren te openen voor de verkondiging van de boodschap... Deuren die gesloten zijn geweest voor hem die nauwelijks het evangelie predikt, zullen worden geopend voor de intelligente medische zendeling. God bereikt harten door de verlichting van lichamelijk lijden.” E.G. White (Evangelisatie, sectie 16 “Medische Evangelisatie”, Een Indringende Wig”, Open Deuren voor Evangelisatie”, pagina 513). Het eerste gedeelte begint met “De Evangelist die bereid is om een ontzield lichaam te bedienen…