Les 11 voor 12 maart 2016
In de Grote Strijd vocht Petrus een persoonlijk gevecht uit, daarom kan hij ons leren hoe om te gaan met de dagelijkse strijd tegen het kwaad. 1.Uitverkoren om heilig te zijn. 1 Petrus 2: Confronterende problemen: Heiligen onder ongelovigen. 1 Petrus 4:1-7. Het opnemen tegen spotters. 2 Petrus 3: In heiligheid leven: Hoe ons geloof uit te leven. 2 Petrus 1. 4.Op Zijn komst wachten. 2 Petrus 3:8-14.
“Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht, u, die voorheen geen volk was, maar nu Gods volk bent; u, die zonder ontferming was, maar nu in ontferming aangenomen bent.” (1 Petrus 2:9-10)
“Daarbij bevreemdt het hun dat u niet meeloopt in dezelfde uitbarsting van losbandigheid, en zij belasteren u.” (1 Petrus 4:4) Petrus nodigt ons uit om als Jezus te denken en met de zonde te breken (1 Petrus 4:1). Sommige zonden worden “sociaal geaccepteerd”. Dus kunnen wij door onze vrienden en partners worden afgewezen wanneer wij willen stoppen met het praten over dergelijk zaken. Zij kunnen niet begrijpen waarom wij zo denken en handelen, dus beledigen zij ons. Zij beschuldigen ons dat wij zwak en onwetend zijn, en zij trachten om ons weer deel te laten nemen aan die zonden. Petrus’ advies is om in dat geval “ernstig en waakzaam te zijn in uw gebeden.” (1 Petrus 4:7).
“En wij hebben het profetische woord, dat vast en zeker is, en u doet er goed aan daarop acht te slaan als op een lamp die schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de Morgenster opgaat in uw hart.” (2 Petrus 1:19) Petrus was een getuige van de verheerlijking van Jezus (2 Petrus 1:16-18). Die ervaring werd bevestigd door de profetieën over Jezus die werden vervuld (Lukas 24:27). Petrus zei dat wij volledig moeten vertrouwen op dat “profetisch woord” dat geïnspireerd is door de Heilige Geest en niet door mensen is bedacht. Wanneer wij het Woord bestuderen, leidt het ons tot een bepaalde levensstijl. We worden “deelgenoot aan de goddelijke natuur” en wij vluchtten van het verval van deze wereld (2 Petrus 1:4). Op gelijke wijze zal ons leven evolueren van geloof naar liefde. Wij zullen deugd, kennis, zelfbeheersing, geduld en broederlijke liefde uitstralen (2 Petrus 1:5-7).
“Als deze dingen dus allemaal vergaan, hoedanig behoort u dan te zijn in heilige levenswandel en in godsvrucht; u, die de komst van de dag van God verwacht en daarnaar verlangt, de dag waarop de hemelen, door vuur aangestoken, zullen vergaan en de elementen brandend zullen wegsmelten.” (2 Petrus 3:11-12) De Strijd tussen goed en kwaad is niet eeuwig. Alles wat wij nu kennen zal worden vernietigd, en God zal deze aarde herscheppen. Met dit in gedachte, hoe zouden wij dit leven moeten leiden? Petrus vatte de “heilige wandel en godsvruchtigheid” in een woord samen; “onberispelijk” (2 Petrus 3:14). Zonde en vlekken zouden niet in ons leven moeten worden gevonden. Wij moeten leven zoals Christus dat heeft gedaan. Door de kracht van de Heilige Geest, kunnen wij groeien in “de genade en kennis van onze Heer en Verlosser, Jezus Christus.” (2 Petrus 3:18).
“Om het karakter van God te manifesteren, zodat wij, de kerk, ons zelf en de wereld niet misleiden door een vals christendom, moeten wij God persoonlijk kennen. Als wij gemeenschap hebben met God, zijn wij Zijn dienaars, hoewel wij misschien nooit tot een gemeente hebben gesproken. Wij zijn samen met God werkers in het presenteren van de volmaaktheid van Zijn karakter in de mensheid.” E.G. White (Testimonies for the Church (Getuigenissen voor de Kerk), deel 6, sectie 1 “Uitkijk”, hfd. 1 “Gods bedoeling in de Kerk, blz. 13)