Inzoomen op de competenties Beantwoord de volgende vragen: -Wat zijn competenties? -Wat is de norm? -Waarom kijken we naar competenties in een procesgericht KVS? 1
Inzoomen op de competenties Wat zijn competenties? Geheel van inzichten en vaardigheden waarover iemand beschikt -Inzichten = het vermogen om de werkelijkheid te begrijpen -Vaardigheden = het vermogen om actief in de wereld in te grijpen = Resultaat van een leer- en ontwikkelingsproces 2
Competenties = Resultaat van deep-level- learning ≠ Leren in de breedte: bvb. Veel weetjes… = Leren in de diepte, d.w.z. steeds meer vat krijgen op de werkelijkheid Kwalitatief anders functioneren Bril waarmee we naar de werkelijkheid kijken verandert 3
Competenties Waarom kijken we naar competenties? De inschatting van betrokkenheid zuiverder maken door competenties apart te beoordelen Een volledig beeld van het kind en aangescherpte aandacht Bewustmaking van leemten in het (klas)aanbod Invoeging van gegevens uit het productgerichte leerlingvolgsysteem 4
COMPETENTIES SCOREN BIJ DE KLASSCREENING 5
Inschatten van het algemeen competentieniveau Klasscreening baseert zich op observaties verspreid over de voorbije drie weken Succes waarmee kinderen in een waaier van situaties functioneren (zie handleiding p. 28) Uitspraak over hoe ver het kind gevorderd is in zijn/haar ontwikkeling 6
Scoren: Algemeen Vijfpuntenschaal: zeer laag, laag, matig, hoog, zeer hoog (zie minigids) Norm = vergelijken met klasgroep Meer absolute norm = gebaseerd op de ervaring die je als KL hebt met een bepaalde leeftijdsgroep Externe bronnen Vraagt veel competentie van de leerkracht Formulierenset 1: A1, A2, A3 7
Inschatting per ontwikkelingsdomein Er zijn acht ontwikkelingsdomeinen. Probeer aan de hand van de afbeeldingen en filmpjes te raden waarover het gaat… Waarom denk je dit? Welke andere zaken kunnen bij dit ontwikkelingsdomein horen? 8
Welk ontwikkelingsdomein? 9
Kleine motoriek = Behendigheid in het omgaan met klein gereedschap en materiaal 10
Welk ontwikkelingsdomein? Quinten (2,5 jaar): "Kinderboerderij varken zon slapen, lammetje schaaptje hoesten“ Leen (5 jaar): "Ik heeft met papa naar de kinderboerderij geweest. Het varken lag in de zon te slapen, de lammetjes en de schapen waren buiten en één schaap hebt gehoest". 11
Representatie: taalvaardigheid = Zichzelf talig uitdrukken en taal in verscheidene situatie begrijpen (mondeling en/of schriftelijk) 12
Welk ontwikkelingsdomein? 13
Grote motoriek = wijze waarop men het lichaam kan inzetten en besturen in allerlei bewegingssituaties 14
Welk ontwikkelingsdomein? Voorbeeld: De koppigheidsfase is heel belangrijk in de ontwikkeling van je kind naar een eigen persoonlijkheid. Je kind leert namelijk dat het een eigen persoon is, los van zijn ouders. Je peuter zal alles zelf willen doen: de deur opendoen, opruimen, zich aankleden, enz. Hij wil niet langer dat de dingen voor hem gedaan worden. Hij wil het zelf kunnen… 15
Zelfsturing = vermogen om zelfstandig dingen te doen door de mogelijkheden waarover men beschikt en deze goed te benutten in een bepaalde omgeving. 16
Welk ontwikkelingsdomein? … 17
Representatie: beeldend = Ervaringen, gevoelens, gedachten… vormgeven en eveneens de vormgeving van anderen begrijpen 18
Welk ontwikkelingsdomein? Flapuit: Bert 19
Sociale competentie = Interactie begrijpen, met anderen kunnen omgaan, voeling hebben met eigen belevingen en zich kunnen inleven in anderen 20
Welk ontwikkelingsdomein? 21
Begrijpen van de fysische wereld = Begrijpen van en omgaan met de fysische wereld. Bvb.: voorspellingen doen m.b.t. de eigenschappen van een bepaalde materie. 22
Welk ontwikkelingsdomein? Filmpje: 23
Wiskundig en logisch denken = abstractievermogen, overstijgen van het abstracte: oorzaak en gevolg, categoriseren, ordenen, conclusies op basis van logisch redeneren, tijd en ruimte… 24
Inschatting per ontwikkelingsdomein 1)Grote motoriek 2)Kleine motoriek 3)Representatie: beeldend 4)Representatie: taalvaardigheid 5)Begrijpen van de fysische wereld 6)Sociale competentie 7)Wiskunde en logisch denken 8)Zelfsturing Zie minigids en toelichting bij de competenties 25
Scoren: per ontwikkelingsdomein Driepuntenschaal: laag = rood, midden = blauw, hoog = groen OF Met rood markeren als je je zorgen maakt Formulierenset 1: A1, A2, A3 26
COMPETENTIES SCOREN BIJ INDIVIDUELE OBSERVATIE & ANALYSE 27
Inschatting per ontwikkelingsdomein Vijfpuntenschaal: Niveau 1: zeer laag – Niveau 5: zeer hoog Nauwkeurigere inschatting Formulierenset 2: C 28