Wat leert je kind? 1 lezen 2 schrijven: spelling en schrijfbeweging (motoriek) 3 luisteren en spreken 4 stellen 5 taalbeschouwing: taalsystematiek en.

Presentatie over: "Wat leert je kind? 1 lezen 2 schrijven: spelling en schrijfbeweging (motoriek) 3 luisteren en spreken 4 stellen 5 taalbeschouwing: taalsystematiek en."— Transcript van de presentatie:

1

2 Wat leert je kind? 1 lezen 2 schrijven: spelling en schrijfbeweging (motoriek) 3 luisteren en spreken 4 stellen 5 taalbeschouwing: taalsystematiek en taalschat

3 1 Lezen 1.1 Aanvankelijk lezen 1.1.1 Hoe leren lezen? Stap 1 steunwoorden Stap 2 letters losmaken = analyse Stap 3 letters leren en onderscheiden Stap 4 letters opnieuw samenvoegen tot nieuwe woorden = echte lezen = synthese  auditief, visueel of beide  willen leren lezen = motivatie

4 1 Lezen 1.1 Aanvankelijk lezen 1.1.2 Twee belangrijke opmerkingen Opmerking 1 de wisselrijtjes en het lezen met lettergroepjes Opmerking 2 zingend lezen = lezen met verlengde klankwaarde

5 1 Lezen 1.1 Aanvankelijk lezen 1.1.3 Hoe kun je thuis helpen? 1 Lees elke dag! 2 Hou korte leesmomenten. 3 Hou het leuk, vermijd de sleur!  Spelletjes spelen geeft afwisseling. 4 Durf gerust eens meelezen als het wat moeizaam gaat.

6 1 Lezen 1.1 Aanvankelijk lezen 1.1.4 Oefenen: met welke materialen?  Uit de klas -lezertjes -stappertjes en lopertjes -leesboek uit de klas -lees-cd uit de klas -doosje met letters en woorden

7 1 Lezen 1.1 Aanvankelijk lezen 1.1.4 Oefenen: met welke materialen?  Aanvullend - de drie leesboxen ‘ik lees meer met mol en beer’ -de oefen-cd-rom -de tien krantjes van mol en beer -de drie kwartetspelen

8 1.2 Voortgezet technisch lezen -leestechniek verder blijven trainen -begrijpend lezen wordt belangrijker -leren samen lezen -plezier van het lezen ontdekken  Als ik kan lezen, gaat er een heel nieuwe wereld open! -differentiatie: het groene en het blauwe blik  verschillen tussen kinderen opvangen met aangepast oefenmateriaal

9 2 Schrijven 2.1 Spelling -letters/woorden kopiëren -letters/woorden kopiëren naar voorbeeld van juf/meester -letters/woorden zelfstandig schrijven (geautomatiseerd)  fouten voorkomen belangrijk daarom  als we oefenen, beter juist afschrijven dan fouten maken om die achteraf te verbeteren Ook thuis!!

10 2 Schrijven 2.2 Schrijfbeweging -van verticale (bord) naar horizontale vlak (blad) -van groot naar klein: beweging vanuit de schouder, vanuit de elleboog, vanuit de pols, met de vingers  groot belang van schrijfhouding, bladligging, pengreep -eerst zonder steunlijnen, daarna binnen lijntjes -afzonderlijke aanpak en schriftjes voor links- en rechtshandigen

11 2 Schrijven Oefenen? Spellen -met de cd-rom -met de schrijvertjes Schrijfbeweging -fijne motoriek evolueert -thuis ook letten op schrijfhouding, bladligging, pengreep

12 3 Luisteren en spreken -specifieke oefeningen -specifieke afspraken

13 4 Stellen -eerst mondeling -daarna eenvoudige zinnetjes en tekstjes

14 5 Taalbeschouwing 5.1 Taalsystematiek ontdekken hoe onze taal in elkaar zit: klanken, letters, woorden, zinnen… 5.2 Taalschat nieuwe woorden, uitdrukkingen leren kennen en gebruiken