De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Verandertypen en invoeringsstrategieën Omgevingswet

Verwante presentaties


Presentatie over: "Verandertypen en invoeringsstrategieën Omgevingswet"— Transcript van de presentatie:

1 Verandertypen en invoeringsstrategieën Omgevingswet
Schakeldag Ernst Koperdraat en Annemieke van Brunschot 21 juni 2016

2 Verbeterdoelen Omgevingswet
Samenhangende benadering beleid, besluitvorming en regelgeving Inzichtelijkheid, voorspelbaarheid en gebruiksgemak Bestuurlijke afwegingsruimte Versnellen en verbeteren besluitvorming Maatschappelijke doelen Omgevingswet: met het oog op duurzame ontwikkeling, het in onderlinge samenhang: bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit en doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke leefomgeving ter vervulling van maatschappelijke functies De wet laat ruimte voor het realiseren van activiteiten van burgers en bedrijven en maakt het realiseren van internationale, nationale, regionale en lokale beleidsdoelen mogelijk. Het is een zo eenvoudig mogelijke wet, met zo min mogelijk administratieve en bestuurlijke lasten. De Omgevingswet kent 4 verbeterdoelen die in essentie meer ruimte geven in het omgevingsrecht. Verbeterdoelen: Het vergroten van de inzichtelijkheid, de voorspelbaarheid en het gebruiksgemak van het omgevingsrecht; Het bewerkstelligen van een samenhangende benadering van de fysieke leefomgeving in beleid, besluitvorming en regelgeving; Het vergroten van de bestuurlijke afwegingsruimte door een actieve en flexibele aanpak mogelijk te maken voor het bereiken van doelen voor de fysieke leefomgeving; Het versnellen en verbeteren van besluitvorming over projecten in de fysieke leefomgeving. Veranderopgave met nadruk op multidisciplinaire karakter, vragend om integraliteit en samenwerking: bedoeling van de wet, gekoppeld aan de verbeterdoelen Hoe sta je zelf in de verandering: noodzaak is minder financieel, meer existentieel: externe urgentie is minder groot dan op sociaal domein: hoe sta je tegenover de maatschappelijke veranderingen die vragen om een andere manier van werken tussen gemeente en gemeenschap: gezien de tijd tot inwerkingtreding en de afwezigheid van een bezuinigingsopgave is het mogelijk en noodzakelijk om daar zelf een intrinsieke keuze in te maken

3 Veranderopgave (meer/anders) integraal (meer/anders) gebiedsgericht
(meer/anders) in ketensamenwerking in de regio (meer/anders) in samenwerking met de samenleving Om de verbeterdoelen te bereiken, vraagt de wet om een andere manier van werken: (meer) Integraal: alle inhoudelijke beleidsdomeinen, maar ook de ondersteunende domeinen van informatievoorziening, dienstverlening, juridische zaken, werkprocessen, communicatie etc (meer) Gebiedsgericht: redeneren vanuit de maatschappelijke opgaven in het gebied (meer) In (keten)samenwerking in de regio: met andere gemeenten, waterschappen, provincie, ODs, VR, GGD/GHOR (meer) In samenwerking met de samenleving: met organisaties, bewoners en ondernemers, zowel als initiatiefnemer of belanghebbende bijeen concreet project als als betrokkene bij de fysieke leefomgeving (bijv bij een omgevingsvisie)

4 Ambitie met de wet In welke mate wil je gebruik maken van de ruimte die de wet biedt om anders te werken op het fysieke domein? Hulpvragen: Wat voor gemeente ben je cq wil je zijn? Hoe werk je nu en hoe wil je werken? Wat zijn je politiek-bestuurlijke ambities op het fysieke domein en tav de verhouding gemeente-samenleving? Hoe groot zijn de maatschappelijke opgaven op het fysieke domein? Welke mate van maatschappelijk initiatief is er in de samenleving? Welke andere kaders zijn van belang voor het bepalen van een realistische ambitie: beschikbare middelen, capaciteit, kwaliteit…?  De eerste vraag voor gemeenten is het bepalen van de ambitie met de omgevingswet: in hoeverre wil de gemeente gebruik maken van de ruimte die de wet biedt om anders te werken? Hoe groot is de veranderopgave die de wet met zich meebrengt in de manier van werken van de gemeente? Om de ambitie te kunnen bepalen, zijn de volgende vragen relevant: Wat voor gemeente ben je cq wil je zijn? Hoe werk je nu en hoe wil je werken? Wat zijn je politiek-bestuurlijke ambities tav het fysieke domein en de verhouding gemeente-samenleving? Hoe groot zijn de maatschappelijke opgaven op het fysieke domein? Welke mate van maatschappelijk initiatief is er in de samenleving? Welke andere kaders zijn van belang voor het bepalen van een realistische ambitie: beschikbare middelen, capaciteit, kwaliteit etc?  Het antwoord op dit soort vragen vormt de basis voor de keuze van het verandertype en daarmee ook voor de passende aanpak van omgevingsvisie en omgevingsplan, de invoeringsstrategie.  Om bepalen welk verandertype en invoeringsstrategie passend is, kan het behulpzaam zijn om de volgende vragen in onderling gesprek te beantwoorden: Wil je de Ow als kans aangrijpen om de werkwijze helemaal te vernieuwen of wil je liever uitgaan van de huidige werkwijze en beleidskaders?  Wil je je vooral op de externe opgaven en actoren in het fysieke domein richten of wil je je in eerste instantie op de eigen organisatie cq kosten en baten richten?  De antwoorden op deze vragen kun je plotten in het assenkruis. Daar hoort dan een bepaalde invoeringsstrategie bij die richting geeft voor het type activiteiten of pilots dat je gaat uitvoeren:

5 Verandertypen Aanpassen wat moet en zo snel mogelijk weer naar stabiele situatie (consoliderend) Wat levert het me op en wat gaat het kosten? (calculerend) Het verschil maken in de praktijk: keuzes maken (onderscheidend) Alles moet anders! Dit is de kans! (vernieuwend) Consoliderend: de noodzakelijke wijzigingen conform de Ow invoeren en daarna weer stabiliseren Calculerend: gebruik maken van de ruimte die de Ow biedt waar dat na afweging van baten en kosten aanwijsbaar voordelen oplevert Onderscheidend: gebruik maken van de ruimte die de Ow biedt om in specifieke gebieden het verschil te maken Vernieuwend: maximaal gebruik maken van de ruimte die de Ow biedt om anders te werken

6 Keuze invoeringsstrategieën
Wil je de Ow als kans aangrijpen om de werkwijze helemaal te vernieuwen of wil je liever uitgaan van de huidige werkwijze en beleidskaders? (veranderen – aanpassen) Wil je je vooral op de externe opgaven en actoren in het fysieke domein richten of wil je je in eerste instantie op de eigen organisatie cq kosten en baten richten? (externe – interne focus) Om bepalen welk verandertype en invoeringsstrategie passend is, kan het behulpzaam zijn om de volgende vragen in onderling gesprek te beantwoorden: Wil je de Ow als kans aangrijpen om de werkwijze helemaal te vernieuwen of wil je liever uitgaan van de huidige werkwijze en beleidskaders?  Wil je je vooral op de externe opgaven en actoren in het fysieke domein richten of wil je je in eerste instantie op de eigen organisatie cq kosten en baten richten?  De antwoorden op deze vragen kun je plotten in het assenkruis. Daar hoort dan een bepaalde invoeringsstrategie bij die richting geeft voor het type activiteiten of pilots dat je gaat uitvoeren: Aanpassen: huidige werkwijze als uitgangspunt nemend en daar noodzakelijke veranderingen in doorvoeren Veranderen: schone lei, nieuwe werkwijze ontwikkelen, passend bij de veranderopgave en de ruimte die de Omgevingswet biedt Interne focus: gericht op eigen organisatie Externe focus: gericht op het gebied en de belanghebbenden in dat gebied

7 Verandertypen Veranderen Interne focus Externe focus Aanpassen II.
Calculerend IV. Vernieuwend I. Consoliderend III. Onderscheidend Veranderen Aanpassen Interne focus Externe focus De antwoorden op deze vragen kun je plotten in het assenkruis: Consoliderend: de noodzakelijke wijzigingen conform de Ow invoeren en daarna weer stabiliseren Calculerend: gebruik maken van de ruimte die de Ow biedt waar dat na afweging van baten en kosten aanwijsbaar voordelen oplevert Onderscheidend: gebruik maken van de ruimte die de Ow biedt om in specifieke gebieden het verschil te maken Vernieuwend: maximaal gebruik maken van de ruimte die de Ow biedt om anders te werken Daar hoort dan een bepaalde invoeringsstrategie bij die richting geeft voor het type activiteiten of pilots dat je gaat uitvoeren: Consoliderende strategie: inventariseren welke beleidskaders aangepast moeten worden volgens de Ow.  Calculerende strategie: businesscase maken van de kosten en baten die gemoeid zijn met een nieuwe manier van werken volgens de Ow.  Onderscheidende strategie: een specifiek gebied in de gemeente kiezen en daar gaan experimenteren met (bijvoorbeeld) een omgevingsplan volgens de Ow.  Vernieuwende strategie: een proces (bijvoorbeeld en pilot) opstarten om samen met externe betrokkenen te bepalen hoe de nieuwe werkwijze eruit ziet. 

8 Invoeringsstrategieën – 1
Interne focus: op eigen organisatie Consoliderend: huidig beleid, plannen en verordeningen uitpluizen: wat moet er in samenhang in een nieuw omgevingsplan? Calculerend: businesscase maken: vanuit toekomstbeeld bepalen welke investeringen nodig zijn en welke baten dat oplevert

9 Invoeringsstrategieën – 2
Externe focus: op gebied en op betrokkenen Onderscheidend: niet alles tegelijk aanpakken; gebied kiezen en daar experimenteren met nieuwe werkwijze Vernieuwen: met alle betrokkenen open en verkennend in dialoog over de nieuwe werkwijze

10 I. Consoliderend Aanpassen & Interne focus
Uitgaan van de huidige situatie Inventariseren wat er moet gebeuren Vakinhoudelijke benadering Projectmatig werken Inhoudelijk projectplan maken

11 II. Calculerend Veranderen & Interne focus
Uitgaan van de nieuwe situatie Analyseren wat daar voor nodig is Impactanalyse en businesscase maken Keuzes maken obv efficiency en effectiviteit Resultaatgericht werken

12 III. Onderscheidend Aanpassen & Externe focus
Uitgaan van de huidige situatie Keuze voor bepaalde gebiedsopgave Experimenteren Leren en doorontwikkelen Opgave- en gebiedsgericht werken

13 IV. Vernieuwend Veranderen & Externe focus
Uitgaan van de nieuwe situatie Focus op mensen in het gebied Proces organiseren om samen te werken Gezamenlijk de veranderopgave verkennen Proces- en mensgericht werken

14 Perspectief op verandering
Welk verandertype heeft je persoonlijke voorkeur? Welk verandertype past bij jouw functie in jouw organisatie? Welke overwegingen heb je daarbij? Wat betekent dat voor hoe je te werk gaat bij de invoering van de Omgevingswet?

15 Verandertypen Veranderen Interne focus Externe focus Aanpassen II.
Calculerend IV. Vernieuwend I. Consoliderend III. Onderscheidend Veranderen Aanpassen Interne focus Externe focus De Omgevingswet kent 4 verbeterdoelen die in essentie meer ruimte geven in het omgevingsrecht. Om de verbeterdoelen te bereiken, vraagt de wet van gemeenten (en anderen) om anders te werken: meer integraal, meer gebiedsgericht, meer in samenwerking in de regio en meer in samenwerking met de samenleving. Dit is de veranderopgave.  De eerste vraag voor gemeenten is het bepalen van de ambitie met de omgevingswet: in hoeverre wil de gemeente gebruik maken van de ruimte die de wet biedt om anders te werken? Hoe groot is de veranderopgave die de wet met zich meebrengt in de manier van werken van de gemeente? Om de ambitie te kunnen bepalen, zijn de volgende vragen relevant: Wat voor gemeente ben je cq wil je zijn? Hoe werk je nu en hoe wil je werken? Wat zijn je politiek-bestuurlijke ambities tav het fysieke domein en de verhouding gemeente-samenleving? Hoe groot zijn de maatschappelijke opgaven op het fysieke domein? Welke mate van maatschappelijk initiatief is er in de samenleving? Welke andere kaders zijn van belang voor het bepalen van een realistische ambitie: beschikbare middelen, capaciteit, kwaliteit etc?  Het antwoord op dit soort vragen vormt de basis voor de keuze van het verandertype en daarmee ook voor de passende aanpak van omgevingsvisie en omgevingsplan, de invoeringsstrategie.  Om bepalen welk verandertype en invoeringsstrategie passend is, kan het behulpzaam zijn om de volgende vragen in onderling gesprek te beantwoorden: Wil je de Ow als kans aangrijpen om de werkwijze helemaal te vernieuwen of wil je liever uitgaan van de huidige werkwijze en beleidskaders?  Wil je je vooral op de externe opgaven en actoren in het fysieke domein richten of wil je je in eerste instantie op de eigen organisatie cq kosten en baten richten?  De antwoorden op deze vragen kun je plotten in het assenkruis. Daar hoort dan een bepaalde invoeringsstrategie bij die richting geeft voor het type activiteiten of pilots dat je gaat uitvoeren: Consoliderende strategie: inventariseren welke beleidskaders aangepast moeten worden volgens de Ow.  Calculerende strategie: businesscase maken van de kosten en baten die gemoeid zijn met een nieuwe manier van werken volgens de Ow.  Onderscheidende strategie: een specifiek gebied in de gemeente kiezen en daar gaan experimenteren met (bijvoorbeeld) een omgevingsplan volgens de Ow.  Vernieuwende strategie: een proces (bijvoorbeeld en pilot) opstarten om samen met externe betrokkenen te bepalen hoe de nieuwe werkwijze eruit ziet. 

16 Fasering 2016 Bewustwording en kennisoverdracht: start maken met voorbereiding 2017 Verbreding, verdieping en verankering: gerichte toepassing in eigen organisatie en tussen organisaties 2018 Overheden, initiatiefnemers en belanghebbenden werken conform de Omgevingswet 2024 Doelen van Omgevingswet zijn zichtbaar en meetbaar in de fysieke leefomgeving 2016 Bewustwording en kennisoverdracht: meerderheid van overheden en niet-overheden heeft een start gemaakt 2017 Verbreding, verdieping en verankering: gerichte toepassing van de Omgevingswet in de eigen organisatie en tússen organisaties 2018 De overheden, initiatiefnemers en belanghebbenden werken conform de Omgevingswet 2024 De doelen van Omgevingswet zijn zichtbaar en meetbaar in de fysieke leefomgeving

17 annemieke.vanbrunschot@vng.nl 06 – 83 59 23 20
Veel succes! 06 –


Download ppt "Verandertypen en invoeringsstrategieën Omgevingswet"

Verwante presentaties


Ads door Google