De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Multiprobleemgezinne n Richtlijn. Waarom deze powerpoint? Je wilt jouw collega’s of samenwerkingspartners informeren over deze richtlijn Je bent bijvoorbeeld.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Multiprobleemgezinne n Richtlijn. Waarom deze powerpoint? Je wilt jouw collega’s of samenwerkingspartners informeren over deze richtlijn Je bent bijvoorbeeld."— Transcript van de presentatie:

1 Multiprobleemgezinne n Richtlijn

2 Waarom deze powerpoint? Je wilt jouw collega’s of samenwerkingspartners informeren over deze richtlijn Je bent bijvoorbeeld behandelcoördinator en je wilt je team bijscholen. Of je bent ambulant hulpverlener of pedagogisch medewerker, je werkt met de richtlijn en je wilt jouw ervaringen inbrengen in een teambijeenkomst of werkoverleg. Jij en je collega’s organiseren misschien een organisatiebrede informatiebijeenkomst over de richtlijn. Je hebt binnenkort een afspraak met een gemeenteambtenaar en wilt hem/haar vertellen hoe jullie werken. Gebruik dan deze presentatie! De presentatie start met algemene informatie over richtlijnontwikkeling. Daarna wordt er ingezoomd op deze specifieke richtlijn. Per hoofdstuk van de richtlijn geven we de belangrijkste punten en/of aanbevelingen. Zie deze presentatie als een basis. Maak het van jezelf door slides toe te voegen of weg te laten, het interactief te maken met vragen of opdrachten. Of maak het persoonlijk door eigen ervaringen te verwerken. Instructie voor presentator

3 Tips voor een goede presentatie Bedenk vooraf wat het doel van je presentatie of bijeenkomst is: wanneer ben je tevreden? Sluit aan bij het niveau van je toehoorders: is het voor jou helder wat mensen al weten over dit onderwerp? Wil je uitwisseling stimuleren? Zorg voor passende werkvormen én neem de tijd. Ken de achtergrond en inhoud van de richtlijn waarover je presenteert. Verdiep je van te voren in de richtlijnproducten. Maak gebruik van de werkkaarten van de richtlijn. De werkkaarten download je op de website. Print ze uit, deel ze rond en verwijs er in de presentatie regelmatig naar. Voeg animaties toe om de presentatie levendiger te maken. >info@richtlijnenjeugdhulp.nl Instructie voor presentator

4 Deze presentatie 1.Richtlijnen voor de jeugdhulp en jeugdbescherming 2.Richtlijn Multiprobleemgezinnen Multiprobleemgezinnen: definitie en kenmerken Gezinsplan, doelen en het volgen van de hulp Het vaststellen van ‘goed genoeg’ ouderschap Effectief casemanagement en de houding van de professional In te zetten hulp

5 1. Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming Initiatief van NIP, NVO en BPSW Om jeugdprofessionals te ondersteunen Programma Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming gefinancierd door VWS Dagelijkse uitvoering berust bij het Nederlands Jeugdinstituut 14 richtlijnen ontwikkeld tussen 2011 en 2015 Autorisatie door de beroepsverenigingen

6 14 richtlijnen

7 De 5 belangrijkste boodschappen 1.Van en voor professionals 2.Samen met cliënten 3.Gemaakt voor de praktijk 4.Ontwikkeling en invoering samen 5.Pas toe of leg uit

8 2. Richtlijn Multiprobleemgezinnen De term ‘multiprobleemgezin’ roept vaak allerlei negatieve associaties op. In de richtlijn zijn geen regels geformuleerd, maar mogelijkheden voor hulpverleners om beter aan te sluiten bij de individuele situatie van deze gezinnen. Werken met multiprobleemgezinnen vergt een bijzondere aanpak. De richtlijn raakt aan veel andere richtlijnen voor jeugdhulp en jeugdbescherming De richtlijn kiest een positieve benadering

9 Beschikbare materialen Om online en offline te raadplegen: De richtlijn zelf De onderbouwing Info voor ouders Set werkkaarten Om aan de slag te gaan met deze richtlijn: Werkblad Deze powerpointpresentatie Meer materiaal op komst!

10 Uitgangsvragen Welk type multiprobleemgezinnen en hulpvragen/problematiek kunnen worden onderscheiden? Wat is ‘goed genoeg’ ouderschap? Wat moeten ouders hun kind minimaal (kunnen) bieden? Hoe brengen we dit in kaart? Wat zijn, voor welk type gezinnen, effectieve interventies om ‘goed genoeg’ ouderschap te realiseren? Hoe ziet effectief casemanagement (regie, coördinatie van zorg) voor multiprobleemgezinnen eruit? Hoe kunnen hulpverleners de voortgang monitoren en nagaan of de ingezette hulp wel of niet aanslaat?

11 Een multiprobleemgezin is een gezin van minimaal één ouder en één kind dat langdurig kampt met een combinatie van sociaal-economische en psychosociale problemen. De betrokken hulpverleners vinden dat het gezin weerbarstig is voor hulp. Weerbarstig? Multiprobleemgezinnen zijn voor professionals vaak moeilijk bereikbaar, mijden hulpverlening of zoeken die juist veelvuldig op, stellen geen duidelijke hulpvraag en hebben hardnekkige problemen die moeilijk te veranderen zijn.  Dit betekent niet dat gezinnen geen hulp wíllen aanvaarden. Dat zij in de ogen van hulpverleners weerbarstig zijn voor hulp heeft vaak te maken met ‘niet kunnen’. Multiprobleemgezinnen: definitie en kenmerken

12

13

14 Aanbevelingen Neem kennis van de definitie van multiprobleemgezinnen en de kenmerken van zulke gezinnen. Noem een gezin alleen een multiprobleemgezin als het aan deze definitie voldoet. Pas op voor stigmatisering bij het gebruik van het woord ‘multiprobleemgezin’. Gebruik het begrip alleen om de complexiteit van de problematiek van het gezin mee aan te duiden en de juiste, passende hulp te verkrijgen.

15 Het gezinsplan Het gezamenlijke gezinsplan is integraal; het omvat de verschillende domeinen waar het gezin problemen heeft. Hierdoor worden de problemen in samenhang bezien en aangepakt. Het plan bestaat uit een beperkt aantal concrete doelen, acties voor alle betrokkenen en termijnen. Het plan is in een voor de gezinsleden duidelijke en begrijpelijke taal geschreven. De vaste hulpverlener en de gezinsleden organiseren een rondetafelgesprek of Eigen Kracht Conferentie met het gezin en alle betrokkenen, om samen tot één plan te komen. Gezinsplan

16 Doelen opstellen – vuistregels: Maak onderscheid tussen de persoonlijke doelen van het gezin en de maatschappelijke doelen. Ga een goede dialoog aan met het gezin. Geef ruimte, maar durf ook leiding te nemen Sluit aan bij het motivatiestadium waarin het gezin zich bevindt. Laat de gezinsleden voor de doelen zo veel mogelijk hun eigen woorden kiezen. Vermijd onnodig vakjargon. Zet doelen in een hiërarchie (tussendoelen, werkdoelen en kleine stapjes). Formuleer de doelen zo SMART mogelijk. Houd de hulp eenvoudig en overzichtelijk. Stel bij voorkeur maximaal vijf doelen.

17 Monitoren en meten Twee manieren van monitoring: Goal Attainment Scaling (GAS): methode voor het operationaliseren en scoren van doelen in de hulpverlening. Schaalvragen: zijn bedoeld om de mate van vooruitgang te bepalen, plus de motivatie van de gezinsleden en het vertrouwen dat ze hun doelen bereiken. Wanneer spreek je van geslaagde hulp? 1.De zorg wordt uitgevoerd zoals gepland en niet voortijdig, op negatieve gronden, wordt beëindigd. 2.De situatie is bij afsluiting van de zorg gunstiger dan deze bij aanvang was. 3.De tevredenheid van cliënten over de geboden hulp.

18 Aanbevelingen Stel samen met de gezinsleden, het sociale netwerk en de betrokken instanties een gezinsplan op. Ondersteun de gezinsleden bij het opstellen van heldere, concrete en meetbare doelen en neem deze op in het gezinsplan. De doelen geven een duidelijke richting aan de hulp die het gezin ontvangt. De gezinsleden zijn eigenaar van deze doelen Evalueer de ingezette hulp regelmatig met de gezinsleden, en neem in het gezinsplan op wanneer dat gebeurt. De gestelde doelen zijn bij de evaluatie het uitgangspunt. Ga regelmatig na of nog sprake is van goed genoeg ouderschap. Kan de jeugdige zich nog goed ontwikkelen? Is de situatie in het gezin nog veilig genoeg voor de jeugdige?

19 Vaststellen ‘goed genoeg’ ouderschap

20 Respect 14 voorwaarden voor goed genoeg ouderschap Educatie Sociaal netwerk Affectief klimaat Adequate verzorging Veilige fysieke directe omgeving Adequaat voorbeeldgedrag door ouders Veilige fysieke wijdere omgeving Ondersteunende flexibele opvoedingsstructuur Omgang met leeftijdgenoten Continuïteit in opvoeding en verzorging, toekomstperspectief Adequaat voorbeeldgedrag in de samenleving Stabiliteit in levensomstandigheden, toekomstperspectief

21 Aanbevelingen Verzamel informatie over de ontwikkelingsbehoeften van de betreffende jeugdige, de opvoedingscapaciteiten van de ouders en de gezins- en omgevingsfactoren die binnen dit gezin een rol spelen. Beoordeel, in samenspraak met de gezinsleden, of er sprake is van ‘goed genoeg’ ouderschap. Gebruik hierbij de veertien voorwaarden voor een optimale ontwikkeling van de jeugdige. Gebruik een instrument om de huidige en toekomstige veiligheid van de jeugdige te bepalen. Neem beslissingen over de veiligheid van de jeugdige en goed genoeg ouderschap nooit alleen. Verzamel informatie over de veiligheid van de jeugdige. Stel altijd een veiligheidsplan op als onderdeel van het gezinsplan samen met de gezinsleden, het sociale netwerk en de betrokken instanties op en evalueer het regelmatig met elkaar. Maak hier met elkaar afspraken over.

22 Effectief jeugdmanagement en de houding van de professional Een vaste hulpverlener -Hij is nadrukkelijk de ‘linking pin’ voor het gezin met andere betrokken hulpverleners en instanties en is verantwoordelijk voor de hulp die het gezin ontvangt -De vaste hulpverlener kan onderdeel uitmaken van een sociaal wijkteam -Ook wel bekend als: gezinscoach, zorgcoördinator, gezinsmanager, generalist, gezinsvoogd, jeugdbeschermer, casusregisseur et cetera. -Wisselingen van vaste hulpverleners zijn onontkoombaar -De rol van vaste hulpverlener kan dan ook door twee personen worden ingevuld.

23

24

25 Effectief jeugdmanagement en de houding van de professional Houding van de jeugdprofessional -Betrokken en met respect -Transparant en duidelijk -Een individuele, flexibele benadering -Empowerend -Outreachend

26 Aanbevelingen Probeer tot een werkrelatie met het gezin te komen voordat gewerkt wordt aan gedragsverandering. Het geven van praktische hulp kan de opbouw van deze relatie bevorderen. Wees zowel aannemer als regisseur als coach van het gezin. Een aannemer is praktisch, meehelpend en pro-actief, een regisseur coördineert de zorg en een coach is respectvol en niet-veroordelend. Werk in een team waarmee je samen belangrijke beslissingen neemt en waar je expertise kan halen wanneer nodig. Zorg ervoor dat je binnen dit team voldoende ondersteuning krijgt. Voer binnen de samenwerking met de betrokken organisaties en instanties samen met de gezinsleden de regie over de hulp. Wees je bewust van je houding. Zorg dat je bereikbaar en beschikbaar bent voor het gezin.

27 In te zetten hulp Strategieën bij verschillende soorten multiprobleemgezinnen 1. Orde-op-zaken-model 2. Vinger-aan-de-pols-model 3. Stut-en-steun-model 4. Direct (gedwongen) hulpaanbod 5. Refresh-model

28

29 Werkzame factoren aanpak Relatie tussen hulpverlener en cliënt (of gezin) Aansluiten bij de hulpvraag Goede monitoring en supervisie Een draaglijke caseload Waarborgen van de eigen veiligheid voor de professional De hulp is intensief en langdurend. De omgang met het gezin dient praktisch van aard te zijn. De hulp wordt in de leefomgeving van het gezin aangeboden, bijvoorbeeld door middel van huisbezoeken. Er is aandacht voor de bredere sociale omgeving van deze gezinnen en het sociale netwerk wordt bij de hulp betrokken. Alle gezinsleden krijgen hulp. Er is sprake van een goede samenwerking (ketenaanpak) tussen alle betrokken instellingen.

30 Inschatten van onveilige situaties Drang is opgedrongen hulpverlening: de persoon in kwestie heeft een keuze, maar deze keuzevrijheid wordt ingeperkt door consequenties te verbinden aan de aard van de keuze. Dwang wordt meestal ingezet wanneer de cliënt een gevaar is voor zichzelf of voor een ander, jeugdigen bescherming nodig hebben tegen mishandeling, verwaarlozing en misbruik, of als hulpverlening binnen een vrijwillig kader geen alternatief meer is. Wanneer er zorgen zijn over de veiligheid van jeugdigen in het gezin vanwege (een vermoeden van) kindermishandeling, start de hulpverlening vaak niet vrijwillig. Houding en vaardigheden voor dwang en drang komen specifiek in drie methoden terug die in de kinderbescherming worden gebruikt, namelijk Signs of Safety, de Deltamethode en Verve.

31 Aanbevelingen Begin in ieder multiprobleemgezin met een goede analyse van de situatie. Kijk naast de feiten ook naar de mensen om het gezin heen en naar de geschiedenis van het gezin. Maak deze analyse in dialoog met het gezin. Zet, om verandering te bewerkstelligen, bij voorkeur een erkende en goed onderbouwde interventie in. Bepaalde problematiek en/of etnische achtergrond van het gezin vragen mogelijk om een andere aanpak. Wees je hiervan bewust, verdiep je in de culturele achtergrond van het betreffende gezin en betrek een deskundige bij vermoedens van een (lichte) verstandelijke beperking of een psychiatrische stoornis. Neem voor het eerste bezoek aan een gezin, als er signalen zijn van onveiligheid en/of geweld, de nodige veiligheidsmaatregelen. Verzamel de beschikbare informatie over het gezin, doe eventueel navraag bij de politie en/of maak een belafspraak met een collega.

32 Vragen?

33 Meer weten? Bekijk www.richtlijnenjeugdhulp.nlwww.richtlijnenjeugdhulp.nl Volg Richtlijnen op Twitter: @RichtlijnJeugd Vragen? Stuur een mail naar info@richtlijnenjeugdhulp.nl info@richtlijnenjeugdhulp.nl

34


Download ppt "Multiprobleemgezinne n Richtlijn. Waarom deze powerpoint? Je wilt jouw collega’s of samenwerkingspartners informeren over deze richtlijn Je bent bijvoorbeeld."

Verwante presentaties


Ads door Google